• No results found

Oorzaken van verschillen in bedrijfsuitkomsten van groenteteeltbedrijven in de Noordoostpolder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oorzaken van verschillen in bedrijfsuitkomsten van groenteteeltbedrijven in de Noordoostpolder"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

I r . D. M e i j a a r d

OORZAKEN VAN VERSCHILLEN IN BJLDRIJFSUITKOMSTEN

VAN GROENTETEELTBEDRIJVEN IN DE NOORDOOSTPOLDER

I n t e r n e N o t a 109

Maart 1966

(2)

Blz< WOORD VOORAF HOOFDSTUK I HOOFDSTUK I I HET UITGANGSMATERIAAL DE RESULTATEN VJJtf DE BEDRIJFSVERGELIJKING i 1. De i n v l o e d van de bewerkingskosten { 2 . Het o p b r e n g s t n i v e a u i 3« Het t e e l t p l a n a. Bloembollen en k n o l l e n b . Aardappelen c . Grove-groentegewassen d. Intensieve groentegewassen § 4. De bedrijfsomvang § 5« Overige aspecten

HOOFDSTUK III DISCUSSIE OVER DE RESULTATEN EN SAMENVATTING

5 7 9 9 12 13 13 14 15 16 17 18 19 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5

Overzicht van het gemiddelde grondgebruik in ha per bedrijfstype, de gemiddelde kosten per ha en de gemiddelde bedrijfsresultaten in i960. Normatieve bewerkingskosten en bewerkingseenhe-den per ha voor enkele gewassen in de Noordoost-polder (prijspeil i960)

Bedrijfsgegevens behorende bij de aspecten 1 tot en met 7.

Gemiddelde opbrengsten van de belangrijkste ge-v/assen in i960 in de Noordoostpolder

De aspectentabel 23 24 26 28 29 1105

(3)

- 5

WOORD VOORAF

Dit rapport "bevat een bedrijfsvergelijking met bedrijfseconomische boekhoudingen, die door het Rijkstuinbouwconsulentschap voor de

IJsselmeerpolders zijn bijgehouden.

Het Consulentschap was zo vriendelijk deze gegevens aan het Landbouw-Economisch Instituut ter beschikking te stellen» Sen woord van dank is hiervoor op zijn plaats.

Met de bedrijfsvergelijking d.m.v. de factoranalyse wordt getracht het inzicht te verdiepen in de oorzaken van de verschillen in

bedrijfs-uitkomsteno Aangezien alle waargenomen samenhangen zijn beschreven*is het onvermijdelijk dat soms uitspraken worden gedaan, die reeds lang bekend zijn. Daartegenover staat het zichtbaar-maken van samenhangen die nieuwe gezichtspunten openen.

De resultaten zijn om verschillende redenen in een interne nota vastgelegd. Met het onderzoek kan slechts een gedeeltelijke verklaring van de verschillen in bedrijfsuitkomsten worden gegeven. Er zijn dus vermoedelijk nog samenhangen, die met het ter beschikking staande materiaal niet konden worden opgespoord. Het in gang zijnde onderzoek op de ÏToorhollandse bedrijven biedt ten aanzien van de

opengrondsgroente-fceelt wellicht meer en andere perspectieven.

HET HOOFD VAN DE AFD. TUINBOUW,

(4)

HET UITGANGSMATERIAAL

Hot Ri jkstuinbouwconsulentschap voor de IJsselmeerpolders heeft in i960 voor tuinbouwbedrijven in de Noordoostpolder een bedrijfseconomische boekhouding bijgehouden. Door middel van deze boekhoudingen wilde men

in-zicht krijgen in do rentabiliteit van de verschillende in de polder voor-komende bedrijfstypen. Dit inzicht werd dienstig geacht voor de gewenste bedrijfsstructuur bij nieuwe vestigingen op zavelgronden. Verder verwacht-te men, dat voorlichting en onderwijs van deze kennis zouden profiverwacht-teren.

Aan de hand van de oppervlakte en het teeltplan zijn de 89 tuinbouw-bedrijven, die in de Noordoostpolder op zavelgrond waren gelegen, gefor-meerd in eon achttal groepen, te weten:

1. bedrijfsgroottc ± 11 ha, extensieve groenteteelt met bloembollen; 2. bedrij fsgrootte ± 11 ha, extensieve groenteteelt zonder bloembollen; 3. bedrijfsgrootte + 8 ha, extensieve groenteteelt met bloembollen; 4. bedrijfsgrootte ± 8 ha, extensieve groenteteelt zonder bloembollen; 5. bedrijfsgrootte + 8 ha, extensieve groenteteelt zonder bloembollen; 6. bedrij fsgrootte ± 5 ha, extensieve groenteteelt zonder bloembollen; 7. bedrijfsgrootte ± 5 ha, intensieve groenteteelt zonder bloembollen; 8. bedrijven met onverwarmd staand glas.

Binnen de groepen zijn telkens zes bedrijven willekeurig gekozen. V/e willen in deze publikatie onze aandacht richten op de teelten in de open grond. In verband hiermede is de achtste groep - de bedrijven met glas - buiten beschouwing gelaten.

De groepen bedrijven werden met elkaar vergeleken' en de volgende conclusies werden getrokken ') (zie bijlage 1).

Naarmate strenger geselecteerd wordt op gelijkvormigheid kan het aantal bedrijven per groep geringer zijn. Bij de gevolgde methode zou dit aantal per groep ten minste 20 hebben moeten bedragen: een onmoge-lijkheid uit een oogpunt van beschikbare arbeid en uiteraard ook van beschikbare bedrijven. Uit het onderzoek is dan ook naar voren gekomen, dat een bedrijf dat sterk afwijkt het gemiddelde belangrijk kan be-invloedon. Een voorbeeld daarvan is groep B,waar toevallig twee tuin-ders in.zitten, die voel kunstmest strooien; in groep D is het tegenge-stelde het geval.

Ondanks de genoemde beperkingen mogen de volgende voorlopige con-clusies worden getrokken:

1) Ontleend aan:"Verslag rentabiliteitsonderzoek. Tuinbouwbedrijven in de Noordoostpolder 196ö',door Ri jkstuinbouwconsulentschap voor de IJsselmeerpolders.

(5)

1. Het kleinere bedrijf zonder bloembollen kan niet goed meekomen. Door de 1-op-3-regeling die voor pootaardappelen van kracht is, kon in I960 in mindere mate worden geprofiteerd van de over het algemeen gunstige uitkomsten van deze teelt. Naarmate het bedrijf kleiner wordt stijgen de kosten per ha; dit geldt voornamelijk voor de ar-beidskosten.

2. Bedrijven met een gering areaal tulpon doen het niét beter dan be-drijven zonder bollen. Weliswaar gaan de opbrengsten f linie omhoog, maar do kosten volgen met gelijke tred. De voornaamste reden is wel dat door het invoeren van deze teelt allerlei kleine voorzieningen moeten v/orden getroffen die allo als kosten volledig worden afge-boekt. Het snel opvoeren van de kraam tot' bijvoorbeeld 75-100 are,

gepaard gaande met een aanpassing van de dan benodigde doelmatige schuurruimte, moet worden aanbevolen.

3. Bedrijven met een versnipperd bouwplan of mut een tulpenkraam die uit te .veel rassen is opgebouwd werken minder economisch.

Bij hot formuleren van vorenstaande conclusies was het inzicht van de onderzoeker, die allo fasen van het werk, zoals de werving van de bedrijven, het verzamelen van de gegevens, hot omwerken van do fiscale boekhoudposten in de bedrijfseconomische, het maken van het verslag en het trekken van de conclusies zelf heeft uitgevoerd^ van niet te onderschatten betekenis,

Aangezien op het Landbouw-Economisch Instituut maar weinig ma-teriaal over groenteteeltbedrijven in de open. grond aanwezig is, heb-ben we het Eijkstuinbouwconsulentschap gevraagd of we deze boekhou-dingen voor ons onderzoek mochten gebruiken. Hiertegen was goon be-zwaar. Hoewel de gegevens sterk verouderd zijn en do tuinbouw in de Noordoostpolder zich niet verder in de richting van de groenteteelt in do open ^rond hoeft ontwikkeld hebben we toch gemeend op dit ma-teriaal een bedrijfsvorgelijking volgens de methode van do factor-analyse toe te passen. Het is niet ondenkbaar dat met dit materiaal ook achtergronden van verschillen in bedrijfsuitkomsten worden ge-toond, die geen specifiek gevolg zijn van het jaar i960 en dus ook

nu nog zouden gelden. Dit laatste zal dan uit andere onderzoekingen, eventueel uit een ander gebied moeten blijken. Bovendien kan nagegaan worden of do resultaten van de factoranalyse vorenstaande conclusies van oen "insider" weerspreken, ermee overeenstemmen of deze aanvullen.

(6)

HOOFDSTUK II

DE RESULTATE!7 VAN DE BEDRIJFSVEEGELIJKING

Door welke factoren worden de verschillen in bedrijfsresultaat veroorzaakt? Door middel van bedrij fsvergelijking is het mogelijk hierop een antwoord te geven. Het resultaat van de vergelijking van de in hoofdstuk I beschreven bedrijven is niet groot„ Slechts 35 à 4-0)6'van de verschillen in bedrij fsuitkomsten kon worden verklaard. De rest van de verschillen (60 à 65)") hing niet samen met de in het

onderzoek opgenomen kengetallen en bleef onverklaard,,

De oorzaak van dit onbevredigende resultaat is moeilijk aan te geven. Wij beschikken niet over het basismateriaal van de boekhou-dingen» Bovendien is het ook niet de bedoeling om in het kader van deze toch al beperkte studie hierop nader in te gaan»

Toch willen wij de uitkomsten van deze bedrij fsvergelijking vel geven, V/e hebbon namelijk het idee, dat de gevonden samenhangen wel indruk geven v m de oorzaken van de verschillen in bedrij fsuit-komsten in de groenteteelt in de open grond.,

In dit hoofdstuk zullen de gevonden samenhangen worden be-schreven en geïlustreerd met bedrijfsgegevens» Dit hoofdstuk heeft dus een beschrijvend karakter. In het volgende hoofdstuk zal ge-tracht v/orden om tot een evaluatie van hetgeen hier beschreven is te komen.

§ 1 . D e i n v l o e d v a n d e b e w e r k i n g s k o s t e n De arbeidskosten vormen bij groenteteeltbedrijven in de open

grond de grootste kostenpost. Handenarbeid kan vaak vervangen worden door machines en werktuigen. Machines en werktuigen kunnen in eigen beheer worden geëxploiteerd. Men kan echter ook gebruik maken v :n de loonwerker.

Er is dus veel voor te zeggen om de arbeidskosten en de machine-en werktuigkostmachine-en als emachine-en geheel te beschouwmachine-en, vraarbij het onverschil-lig is of bepaalde verkzaamheden in eigen beheer of door een loonwerker worden uitgevoerd. Boekhoudkundig wil dit zeggen, dat de betaalde lonen, de gewaardeerde arbeid van de ondernemer en zijn gezinsleden, het werk door derden en de jaarkosten van eigen machines en werktuigen bij elkaar worden opgeteld. Wij zullen dit totaal in overeenstemming met de ter-minologie in de landbouw aanduiden met de term nbewerkingsko3tenn. Deze bewerkingskosten maken bij de onderzochte bedrijven gemiddeld 53^ van de totale kosten uit.

Veroorzaken de tussen de bedrijven optredende verschillen in bewerkingskosten verschillen in bedrij fsuitkomsten? Voor de beant-woording vin deze vraag is het allereerst nodig ou het niveau van

de bewerkingskosten por bedrijf aan te geven» De op het bedrijf werke-lijk gemaakte bewerkingskosten moeten vergeleken v/orden met een norm. In bijlage 2 worden per gewas en per ha de normatieve bewerkingskosten gegeven» Aan de hand van het teeltplan kunnen de totale normatieve be-werkingskosten per bedrijf worden berekend.

(7)

10

-Vervolgens zijn de werkelijk . op het "bedrijf gemaakte bewerkingskosten uit te drukken in een percentage van de voor dat "bedrijf berekende nor-matieve bewerkingskosten (variabele 13).

Zoals gezegd zijn in bijlage 2 de normatieve bewerkingskosten per gewas gegeven. Dit zijn vrij grote getallen. Ter vereenvoudiging van het rekenwerk werkt men liever met kleinere getallen. Daartoe is het begrip

normatieve bewerkingskosten vervangen door het begrip "bewerkingseenheden", Een bewerkingseenheid is niets anders dan de normatieve bewerkingskosten gedeeld, door een bepaald getal. Als deler is het getal 8 genomen. Iedere bewerkingseenheid komt dus overeen nut 8 gulden normatieve bewerkings-kosten. Als voor een bepaald gewas, bijvoorbeeld bloemkool, de normatieve bewerkingskosten f.l920?- zijn> dan zeggen wij:1 ha bloemkool vraagt 240 bewerkingseenheden. Bijlage 2 geeft naast de normatieve bewerkingskosten de bewerkingseenheden per gewas.

Aan de hand van het teeltplan kunnen de voor een bedrijf benodigde be-werkingseenheden worden bepaald ( deze bepaling is gelijk aan die van de totale normatieve bewerkingskosten). Vervolgens is te bepalen hoe duur zo'n bewerkingseenheid op een bepaald bedrijf is. Hiertoe worden de werke-lijk op het bedrijf gemaakte bewerkingskosten gedeeld, door de voor dit be-drijf berekende bewerkingseenheden. Zijn de kosten hoger dan acht gulden, dan is de "bewerkingsefficiency" ongunstig. Een goede bewerkingsefficieney

treffen we aan op die bedrijven waar de bewerkingskosten per bewerkings-eenheid beneden de acht gulden liggen.

In principe is het hetzelfde wanneer wij zeggen:de bewerkingskosten per bewerkingseenheid bedragen f. 8,80 ( 120/S van f.8,-) of de werkelijke bewerkingskosten bedragen 120% van de normatieve (variabele 13).

Tabel 1 toont de invloed van de verschillen in bewerkingskosten op het bedrijfsresultaat. De bedrijven zijn daartoe in drie groepen naar

afnemende "bewerkingsefficiency" ingedeeld.

Het illustreren van de aspecten met bedrijfsgegevens kan helaas maar zeer gebrekkig geschieden. De groepsgemiddelden berusten maar op

15 bedrijven per groep. Een of twee bedrijven met wat extreme waarden hebben snel invloed op de hoogte van dit gemiddelde. Het is dus niet meer dan een globale illustratie.

De verschillen tussen de groepsgemiddelden moeten steeds beoordeeld worden tegen de spreiding van het kengetal, In de tabel is daarom ook de

standaardafwijking opgenomen. Bij een zelfde bindingspercentage zijn de verschillen tussen de groepsgemiddelden bij een grote standaardafwijking

groter dan bij een kleine standaardafwijking.

(8)

Tabel 1

1 )

uLANGRIJKSTE ; BEDRIJFSGEGEVENS OVER HET ASPECT BEWERKIFGSEFFICIENCY

(aspect 1 )

Variabele

I.OppervI.in aren 13°Beverkingsk. in

)J van normat 'Jeve bewerkingskosten 28.Bewerkingsk. per Bindings- percen-tat 2 9 o A r b e i d s k o p e r b.e',

30.Diensten van dar-den per b.e« | 31 »Trekkracht en we'rk-tuigk.per b.e. 30.1ïetto-overschot per ha 22.Opbrengsten in '/ van de kosten 37-62+ 3- 4-groep I 882 84 o , O Ü 5,10 0,67 1 S2C 653 118 Bedrij f s groep II 719

95

7,95

6,04 0,80 1,11. 700 • 118 gegevens

j

|gi oep III

651 114 9,08 7,00 1,06 1,02 414 106 ( igemid. 75O 98 7,99 •6,04 0,84 1,11

589

115 [stand/>.ard-jafwijking 245 18 958 22 1) Een volledige lijst v -ra bedrijfsgegevens geeft bijlage 3.

2) Bewerkingseenheid (b.e,).

Door de slechtere ''bewerkingsefficiency" nemen het netto-overschot per ha en de opbrengsten per f. 1 0 0 , — kosten af. Het zijn vooral de

kleinere bedrijven, waarbij de verhouding tussen de werkelijke en de normatieve bewerkingskosten ongunstig is. De bedrij fsgrootte hangt sys-tematisch samen met de "bewerkingsefficiency•'. Het is ook weer niet zo dat alle kleine bedrijven een ongunstig bewerkingskostenniveau hebben. Als dat zo was bedroeg het bindingspercentage 1C0£.„ Het is 37'/S hetgeen v/il zeggen, dat met de verschillen in "bewerkingsefficiency" 37/ van de verschillen in bedrij f sgrootte samengaat., In het algemeen kan men dus

zeggen, dat de kansen op een slecht bewerkingskostenniveau toenemen naar-mate de bedrijven kleiner worden,

In het voorgaande is steeds over ''bewerkingsefficiency" en bewerkings-kostenniveau gesproken, V/e kunnen dit ook uitdrukken in bewerkingskosten per bewerkingseenheid. Bij de indeling in drie groepen (tabel 1) komt tot uiting, dat de werktuig- en trekkrachtkosten per bewerkingseenheid afnemen naarmate het bedrijf kleiner wordt. De grotere bedrij-ven zijn sterker gemechaniseerd. De kleinere laten meer loonwerk verrichten? de kosten voer diensten door derden per bewerkingseenheid nemen toe naarmate de bedrijven kleiner worden.

Duidelijk is, dat de toeneming van de bewerkingskosten per bewerkings-eenheid in hoofdzaak wordt veroorzaakt door de stijging van de arbeids-kosten per bewerkingseenheid. De verschillen zijn dus in hoofdzaak terug te voeren tot verschillen in arbeidsefficiency.

(9)

12

-i- 2 . H e t o p b r e n g s t n i v e a u 1)

I n v o r i g e o n d e r z o e k i n g e n ' b l e e k d a t de v e r s c h i l l e n i n v e r k r e g e n g e l d o p b r e n g s t o n i n hoge mate de v e r s c h i l l e n i n " b e d r i j f s r e s u l t a a t b e p a l e n . Geldt d i t ook v o o r de g r o e n t e t e e l t i n de open g r o n d e n ? Om deze v r a a g

t e b e a n t w o o r d e n moet e e r s t h e t o p b r e n g s t n i v e a u v a n de a f z o n d e r l i j k e b e -d r i j v e n wor-den b e p a a l -d , I n h e t h i e r n a v o l g e n -d e wor-dt -do g e v o l g -d e w e r k w i j z e b e s c h r e v e n .

B i j l a g e 4 g e e f t een o v e r z i c h t van de g e m i d d e l d e o p b r e n g s t e n p e r h a i n i 9 6 0 . De g e g e v e n s z i j n o n t l e e n d a a n de g e g e v e n s van de b e d r i j v e n d i e b i j d i t o n d e r z o e k waren b e t r o k k e n . Mot deze g e m i d d e l d e o p b r e n g s t e n on h e t t e e l t p l a n k a n v o o r i e d e r b e d r i j f de t o t a l e " g e m i d d e l d e " o p b r e n g s t worden b e r e k e n d . De w e r k e l i j k op h o t b e d r i j f b e t a a l d e o p b r e n g s t wordt nu u i t g e d r u k t i n e e n p e r c e n t a g e v a n de b e r e k e n d e " g o m i d d e l d e " o p b r e n g s t » Dit p e r c e n t a g e noemen v/ij h o t o p b r e n g s t n i v e a u . Een e e n v o u d i g v o o r b e e l d z a l deze w e r k -w i j z e v e r d u i d e l i j k e n . De t o t a l e g e l d o p b r e n g s t v a n b e d r i j f A b e d r o o g f. 50.215« Het t e e l t -p l a n van d i t b e d r i j f v/as a l s v o l g t : 8ü a r e w i t t e k o o l à f. 3674 p e r ha ( g e m i d d e l d e o p b r e n g s t ) 3S0 a r e a a r d a p p e l e n à f, 4978 p o r h a 70 -ire t u l p o n . à f.239'82 p e r ha 330 a r e s u i k e r b i e t e n a f. 2557 P:~r ha 120 a r e u i e n à f. 3910 p o r ha 150 are_ tarwe_ _ à f. 1 500__p_er__ha_

Totale gemiddelde opbrengst van bedrijf A f. 54.023 De werkelijko opbrengsten in procenten van do gemiddelde opbrengst (het opbrengstniveau) bedraagt voor bedrijf A f. 50.215/f. 54.023 x 100 = 93. Alle gewassen zijn door deze werkwijze onder één noeuer gebracht.

Zoals gezegd "bepaalt het opbrengstniveau in hoge mate de rentabili-teit van het bedrijf. Tabel 2 illustreert de invloed van het opbrengst-niveau op de bedrijfsuitkomsten aan de hand van de bedrijfsgegevens. De aan het onderzoek deelnemende bedrijven zijn ingedeeld naar toenemend opbrengstniveau. Elke groep omvat 15 bedrijven. Het opbrengstnivoau neemt toe van 71e/- via 94> naar 111%. Met deze stijging van opbrengst-niveau gaat een toeneming van het netto-overschot per ha en de opbrengst per f. 100 kosten gepaard.

1) L.E.I.-studie IIo. 1 6; ;'0orzaken van de verschillen in bedrijfsuit-komsten in de groenteteelt onder glas".

(10)

Tabel BELANG-RIJKSTE G-EGEVEF3 OVER HET ASPECT

OPBREKGSTNIVEAU (aspect 2) 1 o û p p e r v l „ i n a r e n 1 2 . O p b r e n g s t n i v e a u B i n d i n g s p e r c e n -tage 5- 90-:-1 3 •> B ew e rki n g s k , t . o .v. de n o r m 2 0 . K e t t o - o v e r s c h o t p e r h a 22 « O p b r e n g s t en in :j, v a n de k o s t e n 20-;- 24-19+ B e d r i j f ü g e g e v e n s g r o e p 853 71 90 253 108

l

I i g r o e p I I 764 94 96 536 114 î Igroep I I I 634 111 107 078 122

i

jgemido 75O 92 98 •~ ° n 115 st af and :.ard-w i j k i n g 245 18 18 958 22

De bedrij fsgrootte is zwak (5'-') aan het opbrengstaspect gebonden» Op de kleinere bedrijven neemt het opbrengstniveau toe.

De bewerkingskosten zijn op de kleinere bedrijven vaak groter dan op de grotere (zie § 2.1),,.. Het bewerkingskostenniveau is eveneens aan het opbrengst aspect gebonden en wel in die zin, dat naarmate het

op-brengstniveau toeneemt het bewerkingskostenniveau eveneens toeneemt. De samenhang tussen opbrengstniveau en bewerkingskosten kan via kleinere bedrijven lopen» Kleinere bedrijven hebben dan een hoger bewerkingskostenniveau (volgens § 2. 1) en daarnaast een vrat hoger opbrengstniveau.

Het is ook mogelijk dat er een rechtstreekse binding is tussen opbrengstnive^u en bewerkingskostenniveau.; voor een beter produkt is meer arbeid nodig, meer kilo's vragen meer arbeid enz. Uit dit materiaal is niet te zeggen langs welke weg (of beide?) de samenhang verloopt. Hogelijk geven 'latere onderzoekingen op dit punt opheldering.

§ 3^ H e t e e 1 t p 1 a

Een van de belangrijkste handelingen v -in de ondernemer is het samenstellen vin een teeltplan. V/elke invloed had het teeltplan in I96O op de resultaten van de hier onderzochte bedrijven? Vier aspecten handelen in dit materiaal over het teeltplan.

Het eerste aspect heeft betrekking op de teelt van bloenbollen en knollen, het tweede op de teelt van aardappelen, het derde op grove-groenteteelt en het vierde op de teelt v3.11 intensieve groentegewassen. a. Bloembollen en knollen

De rentabiliteit van de bloembollenteelt was rondom de jaren i960 beter d m die van de groenteteelt in de open grond. Een aant.al van de

bedrijven, die bij de stichting als groenteteeltbedrijven waren gedacht, heeft zich in de latere jaren ontwikkeld tot gespecialiseerde

(11)

14 -b e d r i j v e n . W a t w a r e n in i960 de g e v o l g e n v a n het o p n e m e n v a n -b o l l e n in het b e d r i j f ? M e e r b l o e m b o l l e n b e t e k e n t m e e r b e w e r k i n g s e e n h e d e n p e r bedrijf; het b e d r i j f w o r d t g r o t e r in b e w e r k i n g s c a p a c i t e i t (tabel 3J• De b e d r i j v e n met r e l a t i e f m e e r b o l l e n t e l e n m i n d e r aardappelen,, m i n d e r l a n d b o i w g e w a s s e n en m i n d e r i n t e n s i e v e g r o e n t e g e w a s s e n . Zij b e s t e d e n m i n d e r z o r g a a n de a a r d a p p e l e n :

het o p b r e n g s t n i v e a u v a n dit gewas neemt af»

T a b e l 3

BELANGRIJKST:; BL^DRIJFGEGEVENS OVER HET ASPECT BLOEIOBOLLEF

(aspect 3)

"loOppervloin eren 25 .Aantal b.e. per

bedrij f

6„Pore» aard. in teeltplan 7.Perc. grove—

groent egewas sen GoPerc. landbouw-gewassen 9.Perc. bollen 10»Perc. intensieve groentegewassen 11 »Opbrengstniveau aardappelen 12.Totaal opbrengst niveau 20 »Tet10-0verschot per ha 22.Opbrengsten in 'ƒ; van de kosten Bindings-per cen-t ige e 15+ 7-. 7- 09-;- 3- 7-— 0 11+ 4-r Bedrij fsge groep I 663 1627 33 27 ?6 0 19 88 93 294 108

i

i groep II 832 2018 32 24 32 3 12 85 92 491 114 gevens groep III 745 2279 30 26 23 17 P 74 92 1134 125 genid. 75O I92O 32 26 27

5

14 83 92 5O9 115 jstandaard-jafwijking 245

555

6 11 15 9 18 • 27 18 958 22

Het totale opbrengstniveau wordt hierdoor echter niet aangetast (varia-bele 1 2 ) .

Hoe groter het aandeel van de bloembollen,,, hoe groter hot netto-overschot per ha. Hetzelfde geldt voor de opbrengsten per f. 100 kosten. b. Aardappelen

Alle bedrijven verbouwden aardappelen. Gemiddeld beteelde men een

derde van de bedrijfsoppervlakte dit gewas. Welke invloed hebben de

aardappelen op de bedrijfsuitkomsten? Veroorzaken verschillen in het aandeel van de aardappelen in het teeltplan verschillen in bedrijfs-resultaat? Ter beantwoording van deze vraag zijn de bedrijven

(12)

De variatie in het aardappelaandeel is klein.

Tabel A BELANGRIJKSTE BEDRIJFSGEGEVENS OVER HET ASPECT

(aspect 4) AARDAPPELEN 6 . P e r c . a a r d . i n t e e l t p l a n 7 . P e r c . g r o v e g r o e n t e n 8 . P e r c . l a n d b o u w -gewassen 9 . P e r c . b l o e m b o l l e n 1 0 . P e r c . i n t e n s i e v e g r o e n t e n 2 0 . I T e t t o - o v e r s c h o t p e r h a 2 2 . O p b r e n g s t e n p e r f . 1 0 0 k o s t e n B i n d i n g s p e r c e n -t a g e 64+ 7 -0 9+ 6+ gro ep 2 8 26 29 7 15 342 110 B e d r i j j I | groep 3 2 25 2 8 5 12 '654 116 f s I I g e g e v e n s I ! groep I I I 36 27 23 5 15 7 8 0 1 1 8 a l g . g e m i d . 3 2 26 27 5 14 589 115 ! 3t -.nda.'.rd-| a f w i j k i n g 0 11 15 9 18 9 5 8 22

In het vorige aspect (^2.a) zagen wi het aandeel van de aardappel afneemt. Het meer intensieve groentegewassen worden ge

zaak op de kleinere bedrijven (dit laatst in o 2.d). In tabel 4 zien wij dat bij me

landbouwgewassen afneemt. Dit aspect hand aardappelen-landbouwgewassen. De overige niet. Meer aardappelen betekenden in dit schot per ha en hogere opbrengsten per fo

j, dat bij meer bloembollen aandeel neemt ook af, indien teeld; dit gebeurt in hoofd— e wordt uitvoeriger beschreven er aardappelen het areaal elt dus over de tegenstelling gewassen variëren namelijk geval een groter netto-over-100 kosten.

c. Grove groentegewassen

Laarmate het ..^aandeel van de grove-groentegewassen (sluitkool, winterpeen, uien) loencemt,neemt dat van de landbouwgewassen af. De overige gewassengroepen blijven in het hier beschreven aspect gelijk. Opmerkelijk is dat bij meer grove groenten het opbrengstniveau van de aardappelen toeneemt. V/aarschijnlijk heeft men zich op deze bedrijven gespecialiseerd op de poterteelt met misschien beter renderende rassen. Het materiaal laat niet toe hierover een uitspraak te doen. Het

totale opbrengstniveau verandert er nauwelijks door (tabel 5)«

1) De indeling is gemaakt door het Rijkstuinbouwconsulentschap, 1105

(13)

16

-T a b e l 5 BELANGRIJKSTE BEDRIJFSGEGEVENS OVER HET ASPECT GROVE -GROENTE GE v/ASSEN

( a s p e c t 5) Teeltplan Perc. aardappelen Perc. grove-groen-tegewassen Perc. landbouw-gewassen Perc. bloembollen en knollen Perc. intensieve gr. Opbrengstniveau' aard Tot. opbrengstniveau Netto-oversch. p.ha Opbrengsten per f.100 kosten Bindings- percen-tage

3-77+

27-o 0 10+ 0 0 0 Bedrij

i

groep I ; groen

33

16

35

7

14

68

88

775

118 31 26 26

5

14 90

94

705

118 fs

II

gegevens

j

!-rroep III 31

36

20

4

13

93

95

287 108 .alg. gemid. 32 26 27

5

14

83

92

589

115

3tandaard-af;: ij king

6

11

15

9

18

27

18

958

22

Verschillen in aandeel van grove-groentegewassen beïnvloeden het netto-overschot per ha en de opbrengst per f 100 kosten niet.

d. Intensieve groentegewassen

Tot de intensieve groentegewassen zijn o.a. bloemkool, aardbeien, sla, spinazie, witlof e.d, gerekend. Van de intensieve gewassen worden vaak meer teelten per jaar verbouwd. Met de toeneming van het aandeel van de intensieve gewassen gaat een intensivering van het grondgebruik

gepaard (tabel 6, variabele 4 ) ; de oppervlakte gewassen, die per jaar per 100 m2 grond gemiddeld per bedrijf wordt geteeld neemt toe ( van

101 via 103 naar 1 0 8 ) .

De intensieve gewassen eisen veel bewerkingskosten. Het aantal bewerkingseenheden per ha is bij deze gewassen hoog. Kleinere bedrijven kunnen door middel van deze gewassen, met eventueel nateeljen, meerarbeid produktief maken, 'v/e zien in tabel 6 dan ook, de.t kleinere b e -drijven vaak meer intensieve groentegewassen telen. De oppervlakte neemt af, maar het aantal bewerkingseenheden blijft gelijk.

Meer intensieve groentegewassen betekent minder landbouwgewassen en minder aardappelen. Het netto-overschot per ha en de opbrengsten

(14)

T a b e l 6 BELANGRIJKSTE GEGEVENS OVER DE INTENSIEVE GROENTEGEWASSEN

( a s p e c t 6)

I.Oppervl. in aren 25.Aantal b.e. per

tedrijf

40Intensiteit grond-geb ru ik

ó.Perc. aardappelen 7.?erc. grove

gro ent e ge v/as sen 8.Perc. landbouw-gewassen Q.Perc. bloembollen lüoPcrc. intensieve groenten 20.Netto-overschot per ha 22.Opbrengsten per f«100 kosten Bindings- percen-tages 15-0 62+ 26-• 36-0 96+ 3--8e groep 866 1939 101 34 22 40 2 3 720 119 di I •ijfsgt groep 719 1956 103 32 28 24 8 11 511 113 >gevens II groep III 666 1864 108 30 28 16 6 28 537 112 alg. gemid. 750 1920 104 32 26 27 5 14 589 115' I standaard-! afwijking 245 555 7 6 11 15 9 18 958 22 S 4. D e b e d r i j f s o m v a n g

De verschillen in bedrijfsgrootte zijn in hoofdzaak gebonden aan drie aspecten. In het eerste aspect (hoofdstuk 2, § 1) zagen we dat grotere bedrijven in het algemeen een lager niveau van bewerkingskosten hebben dan de kleinere. In het tweede aspect (hoofdstuk 2 § 3,d ) werd een

kleinere oppervlakte gecompenseerd door meer intensieve gewassen en meer nateelten te gaan verbouwen. De opbrengsten van de intensieve groenten waren in i960 zodanig, dat het netto-overschot per ha en do opbrengsten per f 100 kosten bij meer intensieve gewassen en minder aardappelen en landbouwgewassen afnamen.

Uit het derde aspect (aspect 7) zien we, dat <jen belangrijk deel (31/0 van de verschillen in bedrij f sgrootte geen invloed heeft op het teeltplan, het niveau van bewerkingskosten, het opbrengstniveau en de bedrijfsuitkomsten.

Een aantal tuinders heeft dus kans gezien om met een zelfde teelt-pl-ui de nadelen van het kleine bedrijf op te vangen. Omgekeerd kan men

ook zeggen (en dit is waarschijnlijk juister) dat blijkbaar een deel van de grotere tuinders niet geprofiteerd heeft van de voordelen die het grotere bedrijf hun kon bieden.

De voornaamste conclusie over de bedrijfsgrootte is, dat bij de hier voorkomende teeltplannen de bewerkingskosten per 100 b e -werkingseenheden in het algemeen op de grotere bedrijven lager zijn dan op de kleinere. Een aantal kleine tuinders verhoogt de bewerkings-capaciteit door meer intensieve gewassen en nateelten te verbouwen.

(15)

18

-Eon belangrijk doel van de tuinders profiteert waarschijnlijk niet van de voordelen die het grotere bedrijf blijkbaar kan bieden.

ÜLANGRIJKSTE BEDRIJFSGEGEVENS 01ÏVANG, WELKE NIET

TEELTPLAN EN

Tabel 7 OV^R HET ASPECT VERSCHILLEN IN BEDRIJFS-SAMENGAAN MET VERANDERINGEN IN

BEWERKIN GSKOSTENNI VEAU (aspect 7)

I.Oppervl. in aren 25.Aantal b.e. per

bedrijf ó.Perc. aardappelen 7.Perc„ grove-groentegewassen 8.Perc„ landbouw-gewassen 9„Perc„ bloembollen 10.Perc. intensieve groentegewassen 11 „Bewerk., kosten in fo norm 12.0pbrengstniveau 20.Netto-overschot per ha 22„Opbrengsten per f„ 100 kosten B P

t

indings- ercen-ages 31 + 43-r • 0 a O O » 0 0 O Bedrijfsgegevens : groep I 638 I6OI 32 26 29 6 10 96 87 613 112 1 j igroep II 686 1816 31 28 22 4 21 98 101 747 119 i 1 Igroep III 931 2357 33 24 30 O 12 99 89 407 112 alg. gemid. 750 19^0 32 26 27 5 14 98 589 115 standaard-afwijking 245 555 ô 11 15 9 18 18 O R A 22 {

5 . 0 v e r 1

a s p e c t e n

De overige i n het m a t e r i a a l voorkomende aspecten ( z i e b i j l a g e 5)

handelen over de vervanging van a r b e i d door ( t r e k k e r s en) werktuigen

en a r b e i d door d i e n s t e n van d e r d e n . Aangezien deze s u b s t i t u t i e s i n

d i t m a t e r i a a l geen gevolgen hebben voor de v e r s c h i l l e n i n b e d r i j f s

-u i t k o m s t e n , gaan we hierop n i e t v e r d e r i n . Opmerkenswaard was dat de

loonwerker vooral op b e d r i j v e n met weinig eigen p e r s o n e e l werd i n g e

-s c h a k e l d .

(16)

HOOFDSTUK III

DISCUSSIE 'OVSH DE RESULTATEN EK SAK3NVATTING

liet resultaat van deze bedrijfsvergelijking is niet groot. Slechts 35 à 40/j van de optredende verschillen in bedrijfsresultaat kon worden verklaard. De rest (60-65/&) bleef onverklaard. Het is hier niet de plaats om de oorzaken van dit geringe resultaat te gaan onderzoeken. Het ma-teriaal is hiervoor te oud. Bovendien is al het basismama-teriaal van de boekhouding niet in ons bezit. Toch kunnen wel enkele factoren worden opgesomd^ die misschien geheel of gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor dit geringe resultaat. De oppervlakte van de op het bedrijf ge-teelde" gewassen zijn niet gemeten, maar berusten op schattingen van de tuinder. Het aantal op het bedrijf ge v/e rk te uren werd eenmaal per jaar door de ondernemer opgegeven; een tijdschrijving was dus niet aanwezig.

Ondanks dit geringe resultaat zijn de.in het materiaal gevonden samenhangen wel van waarde. De belangrijkste samenhangen in dit ma-teriaal treffen v/e namelijk ook aan in de uitkomsten van bedrijfs-vergelijkingen van andere groenteteeltbedrijvenrin de open grond ' en van landbouwbedrijven in de Hoordoostpolder ' . De resultaten stemmen bovendien overeen met de door het Sijkstuinbouwconsulentschap voor de IJsselmeerpolders getrokken conclusies.

Zoals in het verslag door het consulentschap werd vermeld was het doel van de bedrij fsboekhoudingon het verkrijgen van

in-zicht in de rentabiliteit van de verschillende bedrij fstypen. Voor dit doel was het niet noodzakelijk het opbrengstniveau en het be-werkingskostenniveau van de individuele bedrijven to rieten. Kei doel van ons onderzoek ging verder. Haast het bedrijfstype in-teresseerde ons ook de verschillen in bedrijfsresultaat (rentabili-teit) van de bedrijven.

Als gevolg van deze beperktere' doelstelling was men niet in staat verschillen in opbrengstniveau en verschillen in "bewcrkings-efficiency" als de belangrijkste oorzaken van reniabiliteitsversch.il-len aan te geven. Van het bewerkingskostenniveau heeft men het v/el

vermoed. De uitspraak '-'Naarmate het bedrijf kleiner wordt stijgen de kosten per ha; dit geldt met name voor de arbeidskosten" duidt hierop. Haast het opbrengstniveau bleek het niveau van de bewerkingskosten, dat hoger wordt naarmate de bedrijven kleiner worden de rentabiliteit .van de bedrijven in hoge mate te bepalen. Uit dit oogpunt lijkt

be-drijf svergroiing gewenst. Hetzelfde treffen v/e aan in andere onder-zoekingen "l ) , Men dient wel te bedenken dat dit bedrijven zijn met relatief veel arbeidsextensieve groentegewassen.

1) Een later te verschijnen L.E.I.-studie over: De oorzaken van

ver-schillen in bedrijfsuitkomsten in Noordholland van groentebedrijven met teelten in de open grond,

2) L.E.I.-studie Ho.12; "Verschillen in bedrijfsresultaat".

L.E-I.-studie No.26: "Bedrijfsgrootte en rentabiliteit van akkerbouw-bedrijven in de Noordoostpolder1'.

(17)

20

-Een groot gedeelte van de verschillen in bedrijfsgrootte veroor-zaakt gean verschillen in bedrijfsresultaat. In dit geval hebben kleine en grote bedrijven hetzelfde teeltplan, opbrengstniveau, niveau van bewer-kingskosten en bedrijfsresultaat. Men zou dit zo kunnen uitleggen, dat

een aantal ondernemers van de grotere bedrijven de mogelijkheden, die dit grotere bedrijf hun ten aanzien van de bewerkingckosten bood, niet volledig uitbuit •

£en ander deel van de verschillen in bedrijfsgrootte gaat gepaard met verschillen in teeltplan. De kleinere bedrijven trachten hun

"kleinheid ; in oppervlakte te compenseren door hun bewerkingscapaciteit op te voeren.' Zij telen relatief meex" intensieve gewassen, zodat het aantal bewerkingseenheden toeneemt. De uitkomsten van deze intensieve teelten was in i960 echter zodanig dat hierdoor het netto-overschot per ha en

de opbrengsten per f 100 kosten daalden. De slechte uitkomsten van de

kleinere bedrijven werden dus zowel door het bewerkingskostenniveau als • de intensieve gewassen veroorzaakt. Het eerste aspect is structureel. Het tweede aspect is waarschijnlijk niet structureel. Het inzicht op dit punt is door de bedrijfsvergelijking verdiept.

Wij komen nu tot het teeltplan. Tulpen en vroege aardappelen ga-ven gunstige bedrijfsuitkomsten. Deze conclusies worden ook door het consulentschap vermeld. Men zegt bovendien, dat "bedrijven met een klein areaal tulpen het niet beter doen dan bedrijven zonder bollen. Welis-waar gaan de opbrengsten flink omhoog, maar de kosten volgen met gelijke tred". Uit f i-guur 1 blijkt deze gevolgtrekking.

riguur 1 netto-overschot

in f. 100,- p.ha

(18)

In deze figuur is de oppervlakte tollen uitgezet tegen het netto-over-schot in f. 1 0 0s— p. ha. Het verband is rechtlijnig en dus niet in

overeenstemming met de hiervoren geciteerde uitspraak.

We hebben niet nauwkeurig nagegaan of "bedrijven met een versnipperd bouwplan of met een tulpenkraam die uit veel rassen is opgebouwd minder economisch werken". Het kengetal "aantal gewassen per 1000 bewerkings-eenheden" dat een indicatie geeft over de versnippering van het teelt-plen - maar niet van het tulpenareaal - was niet gebonden aan opbrengst-niveau, bewerkingskosten en bedrijfsresultaat. Het is echter maar een gebrekkig kengetal.

In het algemeen kan men van dix onderzoek zeggen dat hoewel de ge-gevens oud zijn en de resultaten pover^ het blijkbaar toch wel algemeen geldende samenhangen te zien heeft gegeven. De bedrijfsvergelijking volgens de methode van de factoranalyse was bovendien in staat het materi-aal indringender te analyseren. Do oorzaken konden hierdoor beter

v/orden getoond en nauwkeuriger worden geformeerd. Overeenstemming was er in hot algemeen wel.

(19)

- ^ 0 J W k o o -p ! +1 r^ -H e n ITNVO O o o o •<-• < - e n O N C— O OD O D T -O O O ' C ^ s t O ' " ) ON ON v -•*f vj- c— LCN o l u ~\ r— f~> o o o o o o o i - O V O ^ W I T \ v - o o V O f i C O r n O O e n e n ee> o o o O O C\J e n V O L P •*— v - e n O D— O N V O CM r— L P O O C O LCN C\J o o o o o n w + 1 / 2 f' f -( X l p . f— e n f - e n L P s V O V D O C O LTN V f O N f— "= i ' V O e n m V O O O O O O O C M ^ - O m C O U N <0N T - CM V Q LCN n O CM O O O O O O e n C M C M +1 +1 + 1 + 1 O O N O N C O v - e O O N O c D N O N CVJ CO e n t — C O t - O LPs i O O O O O O e n C M C O V f v f vo LPs O V O e n cO vo v f o O - O L P , CO CO V O t— O O N L P \ o r— co O v - V O CM r— o C O O N ' t tr— CO en LPs CO v f C O O N LCN V f o •<J +> si ö !> o a OJ) p +3 r H cd +> <-• ni o o -W += • H pJ r - 1 o c P, CO +> C • H O o O ö ü o 'D - P r H O « - H P-, r-Q P< fH ta o o ui o • Çh t ö nel J 4 |> M T - 3 f n - H • H ^ 1 ' H (Ö ^ C CD ü 0) -p fH O +> fH cd 1) cd - p a cd & ü ha o T H cd ni cd ^ - P C p O U - P cd cd S cd cd cd - P O C O O _ _ C"— O V O O L P , C O e n v f f - e n CM e n v f T - CM [-— Ü N r— O N C O O v ' " O e n CM CM CM CM CM v -en -en O O N O C — C O v - o O vO I P s O N U N r— (NJ LPs V f CM V f " LPx C O T - ^ t t - ' ^ T - m CM CM CM CM 1 CM M ' CM CM • -O - v i - LPs LPs C-O V -O -O CM -O N L P , C -O -O N c— r— t— co f— O vo O v r i f t o v t • s - CM V f C O t - CM T- r p m CM r O v -V O LPs t - U N -V O CM CM U N -V O -V O -V f C O CM CM V O O N L P , V O CM e n C O LCN LPs CM v - r O CM r— i - CM v - (NJ e n v - CM i — CO V f CM t — r— t — L P LCN LPs O N CM CO t — O v f «M v U N L P , CM t ~ V O r<") i -v - e n V O C~- CM -v - -v - e n r O CM -v f CM V D V i - V O V O C O O N c p CM CM V O v f C O r O f - r O r O L P s O T - T - v f O N i — CM v ( M r O l T i T ( \ J r c p r p m v -V O f — CM -VH O N U N O N V I " T - T - C O Ï ~ C~- CO V O - . - O t — O CO V f V D T - O ^ - C M C O L P ^ - f - ^ r O C M r O V i - C M i — C N ^— O N CM O N C O f - C j m rO r^-| O CO O co CO co O N C N O N f-O V f C l G O 10 ö • H > •rH fH +Î +> O J j M ü +H cd fH CD e CJ Ö fH O CD O TH rH S O TH r H T i cd - H cd CD + = r Q ü) fH Ü • H N O fH b0 o o "Ó Ti • H TCi T l i • H S CQ UQ Ö • H • ^ ) • H fH +> W C) +> ö CD o ö O 0) t i O - P - P CQ C O cd J4 r H ra p. o - p 1) - p T i Cd r H Cd C p 0) +^> ra to o C M • H fH O > CD CD ba • H O fH +> CD G f* 3 T - T— T— T C Q T [~ Vf l ' -en v1- en o [ > -r— vo o CM en T - vo r— O r— CM en en U's VO US V f LPs V j -e n Ü N -e f ) O N V*- O N e n " 1 " e O V f v - V f LPs LTA LPs ON CM ON CM e n CM r— CA CM !— VO co vo f — v o r^, -.;-r— CO f -en ON r— co co V O C O O v t c <i) +3 w W ü CJ fH , o P< ö CJ - p ra o +> o +! o w fH CD t> O 1 O H^ H^ CD S +> ra o .14 C. cd i> 0 O O fH c+ G • H fl CD - P M tl') Ö CD fH +3 P( ö cd cd Ti fi O CD r H HJ Ö O

(20)

B i j l a g e 2

r 1)

ÏOBJÏATIEVE BEWERKINGSKOSTEN ' EN B E W E E X I N G S E E N H E D E Ï J PEE H-A VCuït ENKELE GEWA35EN IN BE NGÜRB0Ü3TP0LDER

( p r i j s p e i l i 9 6 0 ) Gewas N o r m a t i e v e b e -w e r k i n g s k o s t e n i n g u l d e n s i j e w e r k m g s -e -e n h -e d -e n Aardappelen Aardbeien Bloemkool Gele kool Gladiolen Irissen Krokussen Kroten Rodekool Slabonen Spinazie Spruitkool Suikerbieten Tulpen Uien V/interpeen Witlof Witt el: ooi

208O 3680 1920 1520 368O 6OOO 4400 2720 1680 3040 880 1440 1520 5200 2000 2600 4080 1600 26O 460 240 190 460 750 550 340 210 380 1 10 180 190 650 250 325. 510 200

1) De som van arbeidskosten, diensten van derdens machine; en werktuigkosten.

(21)

26 -f-, • H 0) CÖ - P tö cd T 3 - H G > Oj O - P i J CO v r - p o G o j r H 0 PH OJ P H P H K) «a! C l - P Ü 0 P H W - i , O J b 0 PH a ni U cd «3 G El Q) 0) r H r H r-< r H O o r Û G 0 i ! CD 1 O rH G ,p> eu 3 0) t> • H G - P CO EU) < U | r ° I P H i o i G i 0 1 - p i G n T - ! rf o ! > J4 • p i co O | p* 'i?. n-> i fö G P l i CU - H M i f > M *=LJ •H H a ai H M M M H P I M H H M M M H M H M M M P I M H M H ^ 0 J f H l t.r\ L O m r - c\j vo V f L O v j -CM L O CM O C l , - \ Q f— c—CO O J ^— co vo OJ L O ^ O O • 1 — O J CO C O L O O r— O N CM • < — c— vo vf-^ - O « ) C— O N O J ir\ o\ os vf- t — c o r— O J O J OJ OVI CXJ v o C l t— v t " CO O OJ OJ T— r— V O C I CM C l L O C — C O O ^— vf-o .,— O J o T — CM •<— U'S as co f - c o c o c o c— vo r~ T -r— no O J CM i r > c o CM CM T - CM T - LPv t -" C — irsir\\jT\co CM os vo T - C A as CM a \ r— co o T — LTA CM ' r j - C O C O L f A c O C O T - c— co ir^i OA r— co V O O A C ^ - L T l r O v - O 0 ^ 1 - C ^ O J O J O J i n o v o n i t-— C l CM m oo r— L O L O r-- c i vo o j L O o vo vo CM v f C l o • ^ L O V O C l OJ r— O v o VO OJ v~ vf- i n v o V O L O V O r— o \ O J ^ C l vl~ C l LT\ "3" L A C û i — O J CM T - O f i L O v - V O V O V O CM T — C A V O c-~ t - r - c— r - O N OJ ^—-•;— vf-O v— c--C l V O O v— ^ . H -o • ï — vf-o T — vo t— OJ OJ O N C I v o co r— vj-C O T - O J O J t p • O • H f-H G m O u) ni fH r Û ^ a U M C O 0 • H P H p , OJ » » - P Cl) Q) Ij^J e o crj , a ^ r H > r H r H H ni a 0 - P - P PH C C C i , Cd Cd o *•! <3 o f t « O v— M • H r-' U X OJ M t i S O H bfl jj • H CD - P • H W S 0 ) - p G H o CD Q o . 1 o T — ! - H G o CQ M oj Is 0 t u r H cd • P G cd «=U e C l ^ f i C l C l O J r n r— --o CM ,~0 O J r~0 G OJ i—l 1) PH ^ cd 'd H cd cd <B Ü H CD PH O J O J ^ O J OJ rn tr—vo OJ OJ O CVJ r i OJ c— ^y" O J O J • < - C O C A OvJ C A [— C O r - co %t- CM "=J- -=3- O T — cO O vo t - - ( A C— C A 0 0 C O T — U A C O C— ^ ) " C O L A O N CM L A v— ^ J -• ï ^ ^ j -T — CM t - O L A '«J- CO CM t-— O N r— co VO CM VO v - •=+• ^ t " O c o ONCO O v o LONao xt vr T V T C— T O N T -L A O J O ^i— L A T - o ^ r— c i vo O V O O N L O , T - v . o T T O V O T CO T L A O J v -• ^ — o r - O OJ LA ON o ^ i n o i ^ w i v -v - C I r o CM O N — C I v - C O LCN U A V O V O t - ^-.J- LTN ^ J - U A CM US CM C A v j - U A r O T - C O C A ^ t C A [-— C O C A CO r-O O CM L O , v - C O C A O O C— C O • < -V O r O H - O t - ^ T - o f - L O , O t — •;— T— [-— T— c i co O K T ^ - v o C—-v - O N C A - s t O N C— CO OJ m t - r - t - ' - e n o LTN OJ r o r—vo O J O J LOI c— o O N r— O N ^ r VO i - OJ vo -=J- v.O * 3 - V £ > CXJ C J O J vo c \ ir\ O J O J Ö CD m w > G CD ci) QÛ CQ CD W -1-3 Ci G > Q) 0 O tiû fH |3 UÛ ^S 1 o CD ^ 3 > -o o G H cd 'OD r H o o O Ü f-H U CD CD P H P H G CD r H r H O G •¥ G CD £ CJ r H r H O r-P e CD o r H r P o Ü f-H CD P H v - C O O N O N i - C— V O v -O J C -O -O V -O ^ - 0 0 v— t — C A O l O N [~-CO v— T — T -o v— • î — r n v— •<J-^— r O T — O L A C N C i v - v o CM T - O O CM v -O D T - r n \ | T — L A r— CM v A c < T r J -CJ) L O i — O N C O L O i i — T O N V V O U N T -C 1 T - O N L A V O v o ^ t t— T - C O O V O L O O N O J v f - O T - V O CM V O V f T -CM • T - C O t - • < - O N CO O N I - CM • r - v o v f - c~- O N O N C M T - L O O N V O O - T -V O CM CM ON L A c i CM ON VO O CM ';J-v— T — C l "r— T — O V O c i c i o T - v -i — O L O O - V O T -V f " T - O N LT\C\i G\ r- r n "st LP\ CO r— T — T — O L O ^ L O C O L O O t O CM O C Ü v -C l r— -C O L O V O O v f - O N C O v o T— L O O N i — L O T - O T - T - Vf- r - CA 1— CM r— C— L A L A LTN CM O L T N O O N v -t - O N C I C I i r N L T N O N V O T C O O N r — C O t ~ -O N G eu m m G r d OJ £ G K! OJ CD W t i û r H Cd O 41 S - P PH Cl) G PH to o cd S O T3 O - " ^ U U f-H r H ^ O G c') r JH ' G O cd cd A i - P 0) * CD W i> 3 H cd rrj o eu cd cd •> J4 • H CD Q) j> G M C! |> > v \ Cd 'Ö C -H -ri « > - H OJ G G CD CD - P - P - P • Ä ^ 1 G co W ,Q u • H bD QÛ G c l £ £ r-1 -rt » CD CD cd » O U H - P » O f-H p .Q G CD H CD PH a . Cd o CD P H O O < ! B P H o e a o o e G CD r Ö f-l m Tj G cd > r-H 3 - p ra G O • H X i o o u CD P H v— - p o •%> • H rs - p M ' r H CD ^: r j o 1 H CD -M Ü CD f-H - p o O iH CD PH o ON VO v O CA O v -LO r~- o vo TL O M r -T — C~- T - c— c i o co c o O V O CM L O c i c i T • r O N V O V O C ^ T L O O J r -r H e cd ^ G f i n i Ç i T - a) O - P T-D • - P G O -H M U w HJ f - l « CD O • r-,j ce g _y J> « CD cd » a > • xi rP G > G -O » fH T J ' > f-l 'H U OJ « -P G) OJ CD r-d i> V i . PH PH PN G G O ^ oj G -P -P -P 4H - H O O o G G VH xi si xi o - H o rd o O O ü - P - H 03 co a o G CQ CD f-i H f-i M Cû - P p CD CD O G " P m f., > > t> - H co CD cd O O O W Î J D B 1 1 1 ici G -p G o o o - H o 00 OJ - P - P - p OJ f n G f«0 -P -P -P X X 3 - H OJ OJ CD f-H p , W H S S S < i O *> « e « o o o VO v h v f c— Vf" VO ON O CO c i vo i -v— T— ^— r o o e o v t — L O T --f— V O C O C O L A vo r— v O L O T v r CO CM v f -CM O r- O O N t — T - t -V O C O L— co C O vo e r P O o ^~ H CD PH G OJ - P CQ O -M w bD G • H M U CD > O n L O OJ CO C N f r L O \ -O r— o j v V O r L O v -e • d) CD • » r P r P O o o = O T -0 T - • • P H X f-H CD G O P-i CD O - P i - G w CD O f-i Ti x O U • PH CD - P r d M G fH 0 G CD - p cd > CO > O + ü ö OQ 0 f n r Ö - P 0 •H CO X 0 G ü p 0 0 fH - H fH < : O E H - p - G O cd H - y r P fH cd 0 QO • H rci fH cd .-d r H O S>

(22)

1 U 0 rd - H cd - p i l rö G - H tö [> - P O UI H~S

u

Ko M cd cô

^ g

(1) " O ai O <ü S > * Ti » - H fcto â i—I 0) -A W) t— - p o <D ft W <3 vo - p o 0) ft w < LTN - P ü CD ft. m "=*! i m r- H •1-3 t!Û • H G h erf ^ d > 0) E ,.1 o 1 o -P G G CD O CO o w f-f CÖ tiO s 0 o £(£; - P O •H 1 CD - P G G 0) 0 o w U m

¥£

G) 0 > ttf) O h tiO H M H M H ... H H M M M M M h-1 M M M M ... M LTN LTN UA r - CM VO f - LTN ON CO t ^ C O C O C O C— v j - LIA v j - i— T - v - CM v ~ LIA T W ü ^ 1 -- ^ L T N O O r o O v o O O O O C ' — c O ' i -- V O o \ ' ß m o v - v t L T N V O v a L I A CM CA i - i— "=d" O L C A Y - L I A T - O N CM C A •«-J- O CM CACO V - V O CM r— o r o t - ^ « i n r n r - m w o f - c o CM i— "vj- T— 1—T— t — m - i — T r o t -O -O <~n -vj- V-O CMV-O t— LTN -vf r--O CM -vj- C-O V-O LIA CM VO O rn CM CM T - CO CA r o ON (A-r— O N CM v - c o T — ••- f— O LTN LIA r O v j - o NO C M v - ON CO ON VO r A LTN VO O r O W r n i CO CO W O A h -O N -O W r - C-O CM V D V O r,0 ' ^ - t ~ - T - C O C M - v t - T - T - T - O C O C O C O v - r - O r O CM CM CM CA O CM ON r— VO CO Cvl T - i— CO v — VO LTN CO C— ' ^ CO CIA ON CM O VO VO CM o T — o ^.—. CM v - O I T l ^ C O CM r - O N r— c o VO CM v o •=* •---}- O c o O CM o v o i— LTNco o r— r— O N O L I A cvl LIA i— r o

. xxxx._..:

LfN CM O r— '^J- CO CA r o CM *AJ~ ,— L n T— 0\r<-) CO v - V O r O [ — C M V O ON VO O ON r - - r O V O L r N O r O O I A O r O CM CM r r C O I A C A C -VO -VO CM t - CO T— v o -^f- C A c o c o o c o v o v o c o CM T - o Kt- a o VO ^ O CO O r o CM v - CM CO O N f - ON D— VO CO CM i— CO T — ON VO r O r O r— CM CO "vt CO •<— CO CO C— O CO t LfN t— O r O C M C M v CO ON i O t > -t— O N CM t— c o -r-• ï — V O C A t ^ - r - L T N v r C M O C M r A C A C O V O C A r - O VO r O CM O r O C\l ^ f f— CO f - ON t— CO ON CM i— CO s— [•— CO \— CA ON VO ON CO -e— VO i— *vt r— u A O v O c o r f -CM -CM LfN i— rn ON CO ON LfN O M ) \ t c O N T - T t LIA LIA CO ^ 1 " t -"%r i— o T-^ N K \ I [— i— ON CM O I T \ v O O — T i O ^ r— ^ T -^ J - T - O VO O T - r— CO f - C A O VO IA "vT VO f T -t - i^~i r ~ ^ . -t O N— v o CM CM T ~ L / ^ O r - o - r n ^ j - r ^ - ) c \ i •s— ^o v— ^J-^— LTN rn •vf VO v j - -vh f— i— VO O ^ i " rn cO LTN ^ ,u LfN ü A ON VO CU CO VO O r O r O C M * - CA CA O CA C— t—-CO W T - ON • Ï — •>— O f - r - O C — - f - N O V D LTN ^ O ^ CM CO r— CO r O ON VO O r O CM CM T - ON O N ^ ~ O N C— t — C O CM t - CO T -* r ^ r O ^ f u A V O c o v o LTN C~ "vf CO CO VO O VO O N C O V O O rn t r o ^ V O C O C O O r -r~- O N CM i— r— 1 -^ G ra G co c a> a> cd 0 G r H S G n X) 0 H 0) CJ 01 ra o bo r-i cö ,y o ra ö co o ^ HH - H O aj ü - P f t O • r o r ^ o £ c ü f t t A O • H h t - 0 0 ) a > c d . 0 fH ,£! K ) Hl S o t J t U Ü Ti O h 8 01 0) h ( H H O Ö O C U C Ö t i O c D - p c d « ) tä H • C ü) ^ . Q ^ T l f t ß r H ^ i H C Ö C Ö ^ - p Cu fl 0 ) 0 ) 0 ) 0 ) 0 » 0 ) 0 5 M h O f i r H O W r - l t > 3 3 a j t i O a c D C D f H C D C D M S c H C O C Ö a j • A i . r i f t f t W u ! f t î l û ^ O ' r i < B ( l ) > t J r a ra PH 1 O r d ra > > " \ rvi -rS 0) • . p c j d l l l ^ Ë S . H - r i » i > - H - P 0 ) O - H ^ r d > ' Ö O C D ä C C D CO M o » C D C D h O Ö O - P - P - P « \ ^ rQ rö^^-pMcdH^^ö^Wr0 h

M - H CÖ ci) i—1 rQ - H W) tiO C e t i

> M r H W r - l Ö S r H - H f n o i a j f l a i • • • » » ( D c o o i • O J - P - P C D - P O O Ü O O f H h - P « O ftöa+JühhhhhrQ^idcDPH Q i c d c d c ! n 3 C ü Q ) 0 a ) C D p i , p<c t j « C D O - a i ^ H O J f t f t f t f t f t O O ^ W f t • e « o * « 6 a » * « « e « c

i— i r N C ^ ^ J L T N V O r—CO C A O T CMVO r O « : J -CM •s— Ö 0) Ti u 0) ö nj > G CO - p CO ö 0) • H Td o O h o PM a v ^ r - VO VJ- T - r W i t C\J VO CO v r -rn T - c ^ t - O CA f— CM r O CM i - VO i - r o LIA CM •<-T - rn LP\ r<-) ON i— r-O i— CO VO LIA r o v - VO LIA rn ON VO O T - "vi" LfN v CM L f N v o CM T -^ f - o ^— o r— f— o u A o O N T - Lf v O CM c o CO ••-T - f r— ^ r O i -VO CM CM CVI v-j- T - f— ••- • < - CO O VO LTNCO o r— O f VO CM CM c o v -CM i - CO L A O \ T - ON LfA K t VO CO ^— CM T — a CD • p ra o ü 4 - p ^! h CD ? G CO h 0) ü J4 0) h - p o h 0) P H 0 LTNVO O VO CM O ^ 1 O v v CM f— " i v t T -LTN CM 1— ^— LIA MD CA LTN ON ON CO O L I A v j f— rn r— T f r— [— v <y T LTN CM * -r H £ cd C U cd cp 0) O f ' O • - P G O - H M U vi - P U • d o • Ti es e ^ > • oj cd » C D • xi ,£) A ;> G -o • UT) ' > U U U 0) • - P 0) CD 0) r"d > \ j ^ 3 , ft pH d G o\#C CO G - P - P - P "HH - H O O O G G <+-< xi J3 & O - H O Ti O O O g • p ' H ra oi ra o G M CD in fn fn M 0 - p , 0 0 CD 0 G - P ra h t> > > . H ra 0 cd o o o ra f*o B 1 1 1 i d G - P G O O O - H 0 m CD - p - p - p 0 u G M f - P - P ^ , Û 2 - H 0 0 0 U ft M H Ja; f s ; [ s ; <tj o o o o e o • • r ~ c o CA o ^f- c o CM LIA O

(23)

28

Bijlage 4

GEMIDDELDE OPBRENGSTEN VAN DE BELANGRIJKSTE GENASSEN IN i960 IN DE NOORDOCSTPCLDER Gewas B e d r a g p e r ha i n g u l d e n s 1) 1) 1) Aardappelen - poters Aardappelen - consumptie Aardbeien Bloemkool Gele kool Gladiolen Irissen Krokussen Kroten Rodekool Slabonen Spinazie Spruitkool Suikerbieten Tulpen "• / Lustige Witwe Rose Copland Brilliant Star

Van der Eerden Red Champion Copland Rival Purper Copland

Golden Harvest Uien

Wint er b1o emko o1 Winterpeen Witlof Witte kool 8500 360O 780O 39OO 2300 1270 3600 79OO 2800 2700 4300 2400 2600 2Ó00 298OO 43400 22800 42500 22900 29IOO 23800 28500 28000 3900 6000 1700 4400 3700

1) Bij de opbrengstberekening van bloembollen is rekening gehouden met de aanwas of inkrimp van de bloembollenkraam,

(24)

i ra G a • H O pq Ti m • H rQ i i ' I > ON T i T i O W •H , y H3 -—-» 0 J*) J*i CO fl O S u u < -p + ra tiQ P H G -•r-3 .'d [ I H > -O fn e " 3 - d O o o ra -f3 -G -G ' 10) o -I-p ! G i - H G i & d j ! > O LTN r H ! O O " — p< u u - P bü tiû VO - s t L0N C\J CM O O CM CA ON 00 O r— VO f i r n O ' t f - ^ ' l ^ - v O r— VO ON ON CO VO LTN O O ON ON ON O - ON ON CO ON ON O r n • * r n ^ r O r o r n 1 !CNJ T --J- vn + 1 - C— CM v - CM I I rn - LTN I I + t - rn o » G 3 r O "sf-+ I "sf-+ "3" ON • UN CM r— - f ' LTN I L f N I LTN + + H- I I + ON CM KT vO « v o ' V O \ f \ 0 y - t\J rn O N + I + r o C O • T -I I I I » rn •xt" n^, i -:- i m r— r~ t — CM e + • o T — + » LTN e • L f N C O 1 + • rn + ni ft cJ cd I G 0 0 ^—^ 0 r-H r O O r H s _ ^ M O r Q r Q + + LTN r n v - r O + • v t VO I I » co r - C V f O D -I + I I ON + I » ON ON I + + -!- + -f- + rn -st" NO ON ND v o VO I + + + + + • rn 's)- T - rn LfN "st" I P' " cd U 0 ,-Q > PH - H O G 00 I G M O -<D qû - P £ n ra -0 - H O m Ai JÜ I Pi I I L f N V O I I c— o + 1 UN rn • » ION O C O O + + i -!-L f N O N i — 0 0 "si" rn • V D " s " O f - C A + I- -r + + T 0 0 CM T T -+ I co oo 1 + « s f 0 0 « l ^ v o 1 « r O a i — 1 1 1 1 1 • LTN rn « s f LTN " s f CU P H ra G O fn ld G • H 0> - P , y Cd r-H i> U 0 P t p-ó e ^— HH ' O • H ^ rö Q) cd r Q £} u u 0 0 P H P H o o O 0) O O r Q r Q r-H r-H cd CÖ +3 - P G G t u cd -=3 - t ! 0 O a a^ « r Q M O •H O 3 O fH T -^> a> fn tu) o - d PH G O G fH a> tuo ra ra • p cd • H > 1) o - P bfl • H 03 r H G cd 0) - P -P G G ra G O) r H cn Pn P. cd T=i fH cö cd » o fH CD G 0) ra w cd | 2 <D &D 0) - P G a; o tk 1 O ï> O fH f t f 0 O H Q H <J PH PH O * « ir\ r— ^ t LP\ vo C\J C\J o G 0 m ra cd £ a> M & S o r Q T i G cd r H o O H 0 PH « t — C Ö G 0 r H r H O G AJ G 0 j G 0 r H r H O r Q S 0 O r H r Q 0 O fH 0 PH o G 0 co ra cd Is 0 bD 0 • P G 0 O fH ÖD Cl) > 0 • H ra G 0 - p G •H O O fH 0 PH ON O G O G to 0 ra r-{ Cd 0 Î Ï PH 0 PH M cd -^ TJ 0 fH M Cd r - l cd cd 3 d cd cd 0 0 > > • H - H G G • p - p o) ra bD QO G G 0 0 fH fH r Q r Q P i P H O O o o O M e cd O > o 0 o r Q r-H rd - P G cd e fH o G 0 •n c « j f> G o - p co o M m -o • H 0 ^ < r Q G • H 0 e «3 PH O T - CM V O o C O fH cd 0 O fH 0 PH 0 ' s l -G 0 • t i fH 0 Ti G cd > G 0 H3 ra ö o •rH TJ e o fH 0 P H O G 0 - P ra o TS • H 3 - P M fH 0 s . G 0 1 fH 0 ' s ! ü 0 fH - P e O fH 0 PH e L f N V O S TH O G O > 0 o e r H cd cd H-3 o H ^ 4 ^ 0 -O G cd > - p \ £ . G 0 - P ra o M - P ra o S - p ra G 3 W o G •H -ti • H 0 r Q fH cd G 0 HH • r - j • H fH XJ 0 r Q fH 0 P H - P O r O O ra fH 0 > o 1 o - p uD - P • H H 0 r—en 0 125 0 cd • G fH 0 PH - P O Xi o ra fH 0 > o l o - p - p 0 s ON O CM e M a cd o t> fH 0 P H - p b r G O ra fH 0 t> O 1 o H ^ - P 0 r - H (-J 0 - p ra o fn _y 0 0 0 0 Ti r ; fH G 0 f d nel |> G O ^ s . G G 0 - H S O G . y 0 G - P • H to m ttO T3 G •H 0 0 fH rQ , Q fH P H «=«! O • O •sj- rn 00 oo C\) C\J G 0 -P r G o cd fH M n d •H 0 r Q fH cd C) 'a • H X J fH cd r d O > cd G 0 TJ 0 4CJ G 0 0 01 ho G • H fH 0 ^5 0 r Q . 0 . O pq LTN O

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

die benodigd zou zijn voor de toekenning van 0,80 punt per plaats chirurgische daghospitalisatie (waarvoor het aantal berekend zou worden met toepassing van de coëfficiënt van 1

De Nederlandse feedwedge – beslissen met Presentatie waarin wordt uitgelegd hoe je met behulp van de feedwedge beslissingen neemt... Grasgroei bepalend

Primary school teachers perceptions of inclusive education in Victoria, Australia. Implementing inclusive education in South Africa: Teachers attitudes

The research was based on the literature study on available management models and a literature search on the needs on managerial issues of Heads of Department of medical schools

met uiteenlopende verhoudingen rPET (in een fles) op onder meer migratie van niet gewenste stoffen vanuit de flessen naar de inhoud (in dit geval gebotteld water).. Gegeven het

• geeft heldere en constructieve feedback, toont betrokkenheid bij de medewerkers en daagt ze uit om grenzen te verleggen, zodat medewerkers gemotiveerd zijn en zich inzetten voor

In een eerste fase wordt best een algemeen geformuleerde vereiste voorzien – te evalueren door de Werkgroep Huisartsen en de Hoge Raad van artsen-specialisten en van huisartsen –

Te interpreteren als wonden gekoloni- seerd door huidflora (geen indicatie voor microbiologisch onderzoek). o Gebruik van antibiotica is te vermijden, draagt enkel bij tot de