• No results found

Geen koudestress op lagekostenbedrijf

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geen koudestress op lagekostenbedrijf"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PraktijkKompas Rundvee

32

Augustus 2003

zetten en bij langere koude periodes het ontwikkelen van een extra vetlaag).

Als gevolg daarvan heeft het dier meer energie nodig en zal het opgenomen voer eerst gebruiken om de lichaamstem-peratuur op peil te houden waardoor minder energie overblijft voor de melkproductie. Bij ernstige koudestress kunnen lichaamsuiteinden bevriezen en langdurige onderkoeling kan zelfs leiden tot de dood. Maar koudestress en de mate waarin het voorkomt wordt niet alleen bepaald door de temperatuur. Ook de luchtsnelheid is hierbij belangrijk. Daarom wordt de mate van koudestress ook wel weergegeven door de wind-chillindex (WCI). Dit is de gevoelstemperatuur berekend aan de hand van de temperatuur en luchtsnelheid. Met behulp van de WCI wordt de mate van koudestress ingedeeld in 3 zones (zie tabel 1):

• Zone 1: Weinig gevaar voor volwassen dieren ( ) • Zone 2: Toenemend gevaar, kans op bevriezen van

spenen ( )

• Zone 3: Groot gevaar in het bijzonder voor jonge dieren ( ) Geen koudestress op lagekostenbedrijf

Om vast te stellen of koudestress voorkomt op het lagekosten-bedrijf is de WCI berekend gedurende de winterperiodes aan de hand van de daggemiddelden. Uit deze berekening blijkt dat de WCI in de stal nooit in de gevarenzone komt. Dit houdt in dat de koeien van het lagekostenbedrijf geen kans hebben op koudestress. En dus is er ook geen kans op vermindering van dierwelzijn en productie. De vraag is echter of dit te wijten is

Geen koudestress op lagekostenbedrijf

Bedrijfsgegevens

Het lagekostenbedrijf op de Waiboerhoeve is een melkvee-bedrijf met 400.000 kg melkquotum en 32 hectare kleigrond. In de eerste fase had het bedrijf bijna 50 melkkoeien en 5 stuks jongvee per 10 melkkoeien. De stal van het bedrijf is aan beide zijkanten open en het dak is niet geïsoleerd. De westkant van de stal is handmatig af te sluiten door middel van windbreekgaas. Ondanks het windbreekgaas wordt het stalklimaat sterk beïnvloed door het buitenklimaat. Daardoor zou de temperatuur in de stal in de winter sterk kunnen dalen, met als gevolg dat het dierwelzijn en de melkproductie onder druk komen te staan. Dit wordt koudestress genoemd. Of dit ook daadwerkelijk het geval is, is na te gaan aan de hand van klimaatgegevens die verzameld zijn in de winter van

2002/2003. Wat is koudestress?

Een koe heeft een temperatuurszone waarin het dier de minste moeite hoeft te doen om de lichaamstemperatuur constant te houden. Deze zogenaamde thermoneutrale zone ligt tussen de -10 en 22 ºC. Wanneer de temperatuur onder de thermo-neutrale zone komt moet de koe meer moeite doen om de lichaamstemperatuur constant te houden. Het dier heeft dan last van koudestress. In geval van koudestress zal het dier op twee manieren proberen de lichaamstemperatuur constant te houden namelijk:

• Extra warmteproductie ( bijv. door te bewegen )

• Beperking van warmteverlies ( bijv. door haren omhoog te

Conja Kempenaar en Hendrik Jan van Dooren

De laatste jaren worden er veel open stallen gebouwd om melkvee in te huisvesten. Een voorbeeld van zo’n open stal is die van het lagekostenbedrijf op de Waiboerhoeve. Deze open stallen ventileren goed tijdens warme perioden, maar de vraag is of de temperatuur daardoor in de winter niet te ver daalt. Bij een te lage temperatuur kan de melkgift dalen en het dierwelzijn verminderen. Mede doordat de westkant van de stal kan worden afgeslo-ten door windbreekgaas heeft het bedrijf geen last van koudestress.

2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 1 3 4 5 5 6 6 7 8 9 9 10 10 Temperatuur (oC) 8 7 3 0 -2 -3 -5 -5 -6 -7 -7 -7 -7 -7 6 5 1 -2 -5 -6 -8 -9 -9 -10 -10 -10 -10 -10 4 3 -2 -5 -7 -9 -11 -12 -12 -13 -13 -14 -14 -14 2 1 -4 -8 -10 -12 -14 -15 -15 -16 -16 -17 -17 -17 0 -1 -7 -10 -13 -15 -17 -18 -19 -19 -20 -20 -20 -20 -2 -3 -9 -13 -16 -18 -20 -21 -22 -22 -23 -23 -23 -23 -4 -5 -11 -16 -19 -21 -23 -24 -25 -26 -26 -26 -27 -27 -6 -7 -14 -18 -21 -24 -26 -27 -28 -29 -29 -30 -30 -30 -8 -9 -16 -21 -25 -27 -29 -30 -31 -32 -32 -33 -33 -33 -10 -11 -19 -23 -27 -30 -32 -33 -34 -35 -36 -36 -36 -36 -12 -13 -21 -26 -30 -33 -35 -36 -37 -38 -39 -39 -39 -39 -14 -15 -23 -29 -33 -35 -38 -39 -40 -41 -42 -42 -43 -43 -16 -17 -26 -31 -35 -38 -41 -42 -44 -45 -45 -46 -46 -46 -18 -19 -28 -34 -38 -41 -44 -45 -47 -48 -48 -49 -49 -49 -20 -21 -31 -37 -41 -44 -47 -48 -50 -51 -52 -52 -52 -52 -22 -23 -33 -39 -44 -47 -50 -52 -53 -54 -55 -55 -55 -55 -24 -25 -35 -42 -47 -50 -53 -55 -56 -57 -58 -58 -59 -59 -26 -27 -38 -45 -49 -53 -56 -58 -59 -60 -61 -62 -62 -62 -28 -30 -40 -47 -52 -56 -59 -61 -62 -64 -64 -65 -65 -65 -30 -32 -43 -50 -55 -59 -62 -64 -66 -67 -68 -68 -68 -68 Windkracht (Beaufort) Windsnelheid (m/s)

(2)

PraktijkKompas Rundvee

33

Augustus 2003

Buitentemperatuur goede graadmeter

Dat de windsnelheid in de stal aanzienlijk lager is dan buiten en altijd en redelijk constant is, komt door het windbreekgaas aan de westkant van de stal. Uit de luchtsnelheidsgegevens blijkt dat er geen verband bestaat tussen de windsnelheid en de hoogte tot waarop het windbreekgaas is dichtgetrokken maar wel tussen de buitentemperatuur en de hoogte van het wind-breekgaas. De bedrijfsboer laat zich kennelijk leiden door de buitentemperatuur maar bereikt daar toch mee dat de lucht-snelheid in de stal voldoende laag is.

aan zachte winters of aan het goed functioneren van de stal? Wanneer de WCI van het stalklimaat en de buitenmast in één grafiek worden weergegeven, blijkt dat de WCI buiten een aan-tal keren lager is dan -10 ºC. Er was dus geen sprake van een zachte winter. Doordat daggemiddelden gebruikt zijn vallen extreme waarden, bijvoorbeeld gedurende de nacht, niet op. Het kan dus zijn dat er toch koudestress optreedt, maar dat is nooit gedurende lange perioden.

Vooral luchtsnelheid lager

Uit figuur 1 blijkt verder dat de WCI in de stal altijd hoger is dan de WCI buiten. Dit komt of door een hogere staltempe-ratuur of door een lagere luchtsnelheid of door beide. De staltemperatuur op het lagekostenbedrijf ligt door de warmteproductie van de dieren altijd 2 tot 5 ºC hoger dan de temperatuur van de buitenmast terwijl de luchtsnelheid in de stal altijd lager of gelijk is aan de windsnelheid buiten de stal. De luchtsnelheid ligt altijd tussen de 0 en 2,0 m/s ongeacht de windsnelheid buiten. De luchtsnelheid blijft hiermee onder de grens van 2,5 m/s. Daarboven is de kans op tocht aanzienlijk.

Conclusie

De gevoelstempratuur in de stal van het lagekostenbedrijf komt nooit in de gevarenzone. Er is dus geen sprake van koudestress. Door op tijd het windbreekgaas dicht te doen zijn te koude omstandigheden voorkomen.

Figuur 3 Luchtsnelheid binnen en buiten (gegevens na 21-12-2002 ontbreken)

Figuur 2 Verloop van de windchillindex (tussen 21-12-2002 en 14-1-2003 ontbreken gegevens)

-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 1-11-02 16-11-02 1-12-02 16-12-02 31-12-02 15-1-03 30-1-03 14-2-03 1-3-03 16-3-03 31-3-03 Datum Gevoelstemperatuur ( oC) Lagekostenbedrijf Buiten 0 1 2 3 4 5 6 7 1-11-02 6-11-02 11-11-02 16-11-02 21-11-02 26-11-02 1-12-02 6-12-02 11-12-02 16-12-02 21-12-02 Datum Luchtsnelheid (m/s) Lagekostenbedrijf Buiten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

By the described process of architecture reconstruction, requirements engineering, creation of a model of the existing application and evaluation of the alternatives by

This means that 3.85 million people between the ages of 21 and 79 years may be living with the disease.(2) These numbers reflect the mounting burden of non-communicable diseases

The programme was therefore designed in accordance with the above-mentioned three aspects, namely the circular model for curriculum design, Curriculum 2005, and data gathered from

It can therefore be concluded that black consumers consider ten factors as important when selecting a store selling casual wear, namely: service by salespeople,

Chapter 5 presents the results of the sub-chronic 28-day toxicity study on the crude Uzara aqueous extract, in the three-dimensional HepG2/C3A cell model and the in vivo

In die geval van hierdie studie, waar die velde van kreatiewe skryfkuns, musiek en beeldskepping ingespan word, sal daar deur die proses van praktykgebaseerde navorsing ʼn

In these systems the primary energy source is used to generate electricity, the waste heat goes to a heat recovery system (boiler) to generate steam to drive a

1978-1979 en 1979-1980 werden drie herkomsten van het ras Cox's Orange Pippin onder Nederlandse en Engelse omstandigheden bewaard. Voor de Engelse omstandigheden werd