ke plant werd gebruikt in een RT-PCR met gedegene-reerde potyvirus primers (Van der Vlugt et al., 1999). Hierbij werd een DNA fragment verkregen van het C-terminale deel van het manteleiwit en het 3’ niet co-derend gebied (3’NTR). Dit fragment is gesequenced en was 653 nucleotiden lang. De verkregen sequentie is vergeleken met anderen die in genenbanken zijn opgeslagen. Voor de manteleiwit en 3’NTR nucleoti-den sequenties werd homologie gevonnucleoti-den met poty-virussen, maar niet meer dan 73% en 46%, respectie-velijk. Dit geeft aan dat het potyvirus uit begonia een niet eerder geïdentificeerd potyvirus is. Dit nieuwe potyvirus voor B. semperflorens krijgt voorlopig de naam Begonia-bloemkleurbrekingsvirus (Begonia flo-wer break virus).
“Priming” van afweer in
Arabidopsis thaliana:
ecologische en moleculaire
aspecten
P-84
M.H.A. van Hulten, M. Pelsner en J. Ton
Leerstoelgroep Fytopathologie, Faculteit Biologie, universiteit utrecht, Postbus 800.84, 3508 TB UtrechtHet aminozuur beta-aminoboterzuur (BABA) indu-ceert resistentie tegen zeer veel verschillende vormen van biotische en abiotische stress. Het mechanisme achter deze vorm van geïnduceerde resistentie berust op een verhoogde staat van paraatheid om afweer-mechanismsen sneller en sterker tot expressie te brengen zodra de plant blootgesteld wordt aan stress. Naar analogie met dierlijke systemen wordt deze po-tentiëring van afweer “priming” genoemd. In Arabid-opsis gaat inductie van priming gepaard met aan-zienlijk minder ecologische kosten dan directe inductie van afweermechanismen. Na infectie met een ziekteverwekker hebben geconditioneerde plan-ten een hogere fitness dan ongeconditioneerde vat-bare planten of resistente planten die constitutief af-weermechanismen tot expressie brengen. Deze resultaten duiden erop dat priming een aantrekkelij-ke strategie is om breed-spectrum resistentie te ver-krijgen zonder nadelige effecten op groei en vrucht-zetting. Om meer te leren over de moleculaire aspecten van priming worden mutanten geselecteerd die gestoord zijn in de door BABA geïnduceerde pri-ming van salicylzuur-onafhankelijke afweer. Tevens wordt de rol van transcriptiefactoren bij de door BA-BA geïnduceerde priming onderzocht.
Versterkte aantrekking van
biologische bestrijders door het
veranderen van het
terpeenmetabolisme in planten
P-85
I.F. Kappers
1,2, L.L.P. Luckerhoff
1,2,
H.J. Bouwmeester
2en M. Dicke
11Laboratorium voor Entomologie, Wageningen Universiteit,
Postbus 8031, 6700EH Wageningen
2Plant Research International, Droevendaalsesteeg 1,
6708 PD Wageningen
Een belangrijk aspect van succesvolle biologische be-strijding is dat de biologische bestrijders de plaagin-secten bij lage dichtheden goed kunnen vinden. Plan-ten reageren op vraatschade met de productie van geurstoffen die als een soort SOS-signaal dienen: ze trekken de natuurlijke vijanden van de planteneters aan. Indirecte verdediging is tot nu toe gevonden in alle planten die hierop werden onderzocht. De geur-stoffen bestaan voor een belangrijk deel uit terpenen en één van de belangrijkste componenten bij veel plantensoorten is 4,8-dimethyl-1,3(E),7-nonatrieen. Recent hebben wij voor een aantal plantensoorten aangetoond dat het inbrengen van specifieke ter-peensynthase genen leidt tot de productie en afgifte van geurstoffen (waaronder 4,8-dimethyl-1,3(E),7-nonatrieen) waardoor een (ongeïnfecteerde!) plant aantrekkelijk wordt voor roofmijten. Onze resultaten geven aan dat het belang van deze geurstoffen voor biologische bestrijding tot nu toe te veel is verwaar-loosd en dat veredeling op het vermogen om die geurstoffen te produceren een belangrijke bijdrage kan leveren aan het succes van biologische bestrij-ding.
Referenties
Bouwmeester HJ, Kappers IF, Verstappen FWA, Aharoni A, Luckerhoff LLP, Lücker J, Jongsma MA and Dicke M, 2003. Exploring multi-trphic plant-herbivore interactions for new crop protection me-thods. In: Proceedings of the international congress crop science and Technology, Vol2, 10-12 November 2003, Glasgow, British Crop Protection Council, Alton, UK, pp1123-1134.
Dicke, M., Bouwmeester, H.J., Gols, R., Verstappen, F.W., de Boer, J.G., Krips, O.E., Kappers, I.F., & Luckerhoff, L.L.P. 2004. De geur van gewasbescherming: mogelijkheden voor integratie van verede-ling en biologische bestrijding. Gewasbescherming 34: 22-26.
Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Plantenziektekundige Vereniging
Gewasbescherming jaargang 36, Supplement Gewasbeschermingsmanifestatie 27 april 2005 Pagina 89 S