• No results found

The impact of climate change on Dutch mortality

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "The impact of climate change on Dutch mortality"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

De impact van klimaatverandering op sterftekansen in Nederland

Kramer, Bert; Burgerhof, Thijn

Published in:

De Actuaris : magazine van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG)

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:

2020

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Kramer, B., & Burgerhof, T. (2020). De impact van klimaatverandering op sterftekansen in Nederland. De

Actuaris : magazine van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG), 42-43.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

43

de actuaris juni 2020

scriptie

De bekendste en meest gebruikte klimaatpaden zijn de door de IPCC geïntroduceerde Representative Concentration Pathways (RCPs) (IPCC, 2014). De vier verschillende klimaatpaden voor de 21steeeuw betreffen

een scenario waar de transitie slaagt en de temperatuurstijging beperkt blijft (RCP2.6), twee tussenliggende scenario’s (RCP4.5 en RCP6.0) waar de CO2 concentraties stabiliseren, en een scenario met zeer hoge emissies (RCP8.5). In RCP2.6 zijn de temperaturen aan het einde van deze eeuw gestegen met 0,3 tot 1,7 graden ten opzichte van de periode 1986–2005. Bij RCP4.5 is dit 1,1 – 2,6 graad, bij RCP6.0 1,4 – 3,1 graad, en bij RCP8.5 2,6 – 4,8 graad. Analoog aan de RCPs heeft het KNMI in 2015 vier eigen klimaatscenario’s gepresenteerd (KNMI, 2015). Hoewel deze KNMI’14 scenario’s niet 1-op-1 te vergelijken zijn met de RCPs, vertonen ze wel veel overeenkomsten. De klimaatscenario’s onderscheiden zich van elkaar door de temperatuur (Gematigd, G, en Warm, W) en het luchtcirculatiepatroon (Laag of Hoog). Dit leidt tot vier klimaatscenario’s: GL, GH, WL, en WH. In de G scenario’s stijgt de gemiddelde wereldtemperatuur met circa 1 graad in 2050 en 1,5 graad in 2085 ten opzichte van 1981–2010, en liggen daarmee iets onder het verwachte temperatuur pad in RCP4.5. In de W scenario’s is dit respectievelijk 2 en 3,5 graad, wat in lijn is met RCP8.5. In onze verdere analyse gebruiken we de scenario’s KNMI’14 GHen WH.

M E T H O D O L O G I E E N D A T A

In de meeste onderzoeken naar de relatie tussen klimaatverandering en sterfte wordt alleen gekeken naar hitte-gerelateerde sterfte. De gedachte hierachter is dat er door stijgende temperaturen een hogere hitte-gerelateerde sterfte zal zijn. In gematigde zones zoals Noord Europa en Canada is koude-gerelateerde sterfte echter een groter probleem dan hitte-gerelateerde sterfte. Voor regio’s waar koude-gerelateerde sterfte geen noemenswaardige rol speelt is het de verwachting dat stijgende temperaturen zullen leiden tot meer sterfte. Voor Noord Europa en Canada is het echter maar de vraag of de verwachte toename in hitte-gerelateerde sterfte sterker zal zijn dan de verwachte afname in koude-gerelateerde sterfte. Vicedo-Cabrera et al (2018, 2019) hebben zowel koude- als hitte-gerelateerde sterfte meegenomen in hun analyses. Zij vinden voor Londen en Ierland dat deze twee effecten elkaar ongeveer opheffen, met dus slechts een geringe netto impact op sterftekansen. In Zuid-Europa en Zuidoost-Azië, waar koude-gerelateerde sterfte een veel kleinere rol speelt, vinden zij echter wel een sterke verwachte netto toename van de sterfte als gevolg van klimaatverandering, zelfs indien de temperatuurstijgingen beperkt blijven tot 1,5 – 2 graad.

Wij hebben het door Vicedo-Cabrera et al (2019) ontwikkelde model toegepast op Nederland, gebruikmakend van de KNMI’14 klimaat-scenario’s. Als input voor het kalibreren van dit model en het

projecteren van toekomstige sterfte zijn de volgende gegevens gebruikt: – Dagelijkse landelijke sterftecijfers voor de periode 1995 – 2018 van

CBS Statline (https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/70703ned/ table?dl=2E0D9)

– Voor dezelfde historische periode de dagelijkse gemiddelde temperatuur volgens het KNMI (https://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/daggegevens)

– De verwachte temperatuurontwikkeling onder scenario’s KNMI’14 GHen WH, zie KNMI (2019).

Figuur 1 laat zien dat er in Nederland meer mensen overlijden in de winter dan in de zomer.

Figuur 1: Dagelijkse sterftecijfers Nederland (1995–2018) op basis

van CBS data. De groene stippen tonen de geobserveerde dagelijkse aantal geregistreerde sterfgevallen op elke dag van het jaar; de blauwe lijn toont het gemiddelde aantal sterfgevallen per dag van het jaar.

R E S U L T A T E N

Het model van Vicedo-Cabrera et al (2019) bepaalt de temperatuur met minimale sterfte, Tmin, en vervolgens hoe sterk de sterfte toeneemt indien de temperatuur afwijkt van deze optimale temperatuur. Lagere temperaturen leiden tot koude-gerelateerde sterfte, hogere

temperaturen tot hitte-gerelateerde sterfte. We analyseren de koude-en hitte-gerelateerde koude-en netto sterfte voor de twee KNMI’14 sckoude-enario’s en voor de komende 8 10-jaars perioden (dus tot 2099). Figuur 2 toont de temperatuurverdeling en oversterfte voor het KNMI’14 WHscenario. Het bovenste deel laat zien dat de temperatuurverdeling in de loop van deze eeuw verschuift naar hogere temperaturen. Het onderste deel toont dat in het verleden koude-gerelateerde sterfte veel belangrijker was dan hitte-gerelateerde sterfte. Maar dat dit zal veranderen in de loop van deze eeuw indien de temperaturen blijven stijgen.

Figuur 2: temperatuurverdeling en temperatuur-gerelateerde

oversterfte in 2010–2019 en 2090–2099 bij KNMI’14 WH. De doorgetrokken verticale lijn correspondeert met de temperatuur met minimale sterfte Tmin. De gestreepte verticale lijn

representeert de extrapolatie voor hogere temperaturen dan het maximum van 2010–2019. Bovenste panel betreft de

temperatuurverdeling in 2010–2019 (grijs) en 2090–2099 (groen). Onderste panel de daaraan gerelateerde verdeling van

temperatuur-gerelateerde oversterfte, uitgedrukt als additionele sterfgevallen (%) als gevolg van een niet-optimale temperatuur vergeleken met Tmingedeeld door het totale aantal sterfgevallen.

In tabel 1 tonen we de resultaten voor beide scenario’s en voor alle periodes. Wat opvalt is, dat er onder het gematigde temperatuur scenario GHsprake is van een dalende temperatuur-gerelateerde oversterfte. Indien de temperaturen echter blijven stijgen, dan zal de oversterfte aan het einde van deze eeuw weer toenemen.

Tabel 1: verwachte toekomstige oversterfte ten opzichte van

2010-2019 en 95% betrouwbaarheidsinterval als gevolg van stijgende temperaturen

C O N C L U S I E S

Ongeacht de mate van temperatuurstijging (Gematigd of Warm scenario), zal de netto temperatuur-gerelateerde oversterfte in Nederland in de komende decennia naar verwachting licht dalen, wat een licht opdrijvend effect zal hebben op de verplichtingen van pensioenfondsen. Indien de temperaturen blijven stijgen, zal op de langere termijn de hitte-gerelateerde oversterfte de overhand krijgen. ■

Referenties

Hogrefe, C. (2012). Emissions versus climate change. Nature Geoscience 5, 685.

IPCC (2014). Climate Change 2014. Synthesis report, IPCC. Zie https://www.ipcc.ch/report/ar5/syr/

KNMI (2015). KNMI'14 Climate Scenarios for the Netherlands. http://www.climatescenarios.nl/

KNMI (2019). KNMI Klimaatscenario’s.

http://climexp.knmi.nl/scenarios_knmi14_form.cgi

Swiss Re (2019). Sonar 2019: New emerging risk insights. Research report, Swiss Re Institute. Zie

https://www.swissre.com/institute/research/sonar/sonar2019.html

Vicedo-Cabrera et al (2018). Temperature-related mortality impacts under and beyond Paris agreement climate change scenarios. Climatic Change 150 (3-4), 391 – 402.

Vicedo-Cabrera, A., F. Sera, and A. Gasparrini (2019). Hands-on tutorial on a modeling framework for projections of climate change impacts on health. Epidemiology 30 (3), 321 – 329.

Zivin, J. G. and J. Shrader (2016). Temperature extremes, health, and human capital. The Future of Children 26 (1), 31 – 50.

Year 2020–2029 2030–2039 2040–2049 2050–2059 2060–2069 2070–2079 2080–2089 2090–2099 Heat 0.30 [0.26; 0.33] 0.36 [0.32; 0.41] 0.29 [0.25; 0.32] 0.66 [ 0.59; 0.74] 0.77 [0.68; 0.85] 0.44 [0.39; 0.50] 0.83 [0.73; 0.93] 0.95 [0.84; 1.06] Cold -0.48 [-0.53; -0.43] -0.79 [-0.89; -0.69] -0.50 [-0.56; -0.44] -0.90 [-1.00; -0.79] -1.17 [-1.32; -1.02] -0.71 [-0.80; -0.62] -1.06 [-1.19; -0.93] -1.32 [-1.50; -1.14] Net -0.18 [-0.24; -0.12] -0.43 [-0.54; -0.32] -0.21 [-0.28; -0.15] -0.23 [-0.36; -0.11] - 0.41 [-0.58; -0.24] -0.27 [-0.36; -0.17] -0.22 [-0.37; -0.07] -0.37 [-0.60; -0.17] Heat 0.36 [0.32; 0.40] 0.44 [0.39; 0.49] 0.63 [0.55; 0.70] 1.16 [1.03; 1.30] 1.34 [1.19; 1.49] 1.54 [1.37;1.72] 2.28 [2.02; 2.54] 2.59 [2.30; 2.89] Cold -0.50 [-0.56; -0.45] -0.79 [-0.90; -0.69] -0.81 [-0.92; -0.70] -1.21 [-1.37; -1.05] -1.44 [-1.65; -1.24] -1.40 [-1.60; -1.19] -1.73 [-1.99; -1.47] -1,92 [-2.22; -1.62] Net -0.14 [-0.21; -0.07] -0.35 [-0.47; -0.24] -0.19 [-0.31; -0.06] -0.05 [-0.24; 0.15] -0.10 [-0.34; 0.14] 0.15 [-0.10; .39] 0.55 [0.22; 0.88] 0.67 [0.30; 1.05]

42

de actuaris juni 2020 scriptie

Klimaatverandering is een van de belangrijkste

uitdagingen van deze tijd. De gemiddelde

wereld-temperatuur stijgt, en is nu al meer dan 1 graad hoger

dan in het pre-industriële tijdperk. We moeten alle

zeilen bijzetten om er voor te zorgen dat de

temperatuurstijging beperkt blijft tot maximaal 2

graden. Als we niets doen is de gemiddelde

wereldtemperatuur tegen het einde van deze eeuw

naar verwachting ongeveer 4 graden hoger dan in het

pre-industriële tijdperk. Klimaatverandering kan grote

gevolgen hebben voor zowel de beleggingen als de

verplichtingen van pensioenfondsen. In deze bijdrage

richten wij ons op de verplichtingenkant van

pensioenfondsen.

Klimaatverandering en stijgende temperaturen beïnvloeden de menselijke gezondheid. Volgens Zivin and Shrader (2016) hebben de verwachte extreme temperaturen indien de transitie naar een CO2-neutrale wereld mislukt een negatieve invloed op de gezondheid, in het bijzonder voor kinderen, ouderen, en andere kwetsbare personen. Swiss Re (2019) noemt hittegolven, overstromingen, droogte, branden en door insecten overgebrachte ziektes als de grootste klimaat-verandering gerelateerde risico’s. Verder hebben stijgende

temperaturen ook een negatieve invloed op de luchtkwaliteit (Hogrefe, 2012), wat ook invloed heeft op de gezondheid. Klimaatverandering kan dus invloed hebben op sterftekansen en levensverwachting, en daarmee op de verplichtingen van pensioenfondsen. In het onder-havige onderzoek hebben we gekeken naar de impact van verschil-lende mogelijke toekomstige klimaat- / temperatuurpaden op sterfte-kansen in Nederland.

De impact van klimaatverandering

op sterftekansen in Nederland

D O O R B E R T K R A M E R E N T H I J N B U R G E R H O F

Dr. E.L. Kramer (links) is docent Econometrie en Finance aan de Rijksuniversiteit Groningen, en senior consultant Climate & ESG Solutions bij Ortec Finance.

T. Burgerhof is afgestudeerd in de Econometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen. 600 – 550 – 500 – 450 – 400 – 350 – 300 – 0.06 0.04 0.02 0.00 0.08 0.06 0.04 0.02 0.00 2010-19 2090-99 – – – – Daily deaths Temperature distribution Excess mortality (%)

Day of the year

Temperature (˚C )

0 100 200 300

-10 0 10 20 30

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

De kustgebieden van het cultuurgebied Zuidoost-Azië zijn daardoor sterk beïnvloed door andere cultuurgebieden in Azië.. 2p 20 Vanuit welke drie cultuurgebieden in Azië zijn

• de lucht vanaf (het droge) Australië een korte weg aflegt over zee (zodat de lucht in het zuidoosten van Indonesië nog relatief weinig. vocht bevat)

Uit het antwoord moet blijken dat in Indonesië de consumptie van rijst groter is dan de productie (waardoor Indonesië rijst moet importeren), terwijl in Thailand de consumptie

steeds groter oppervlak gebruikt voor de productie van palmolie 1 • waardoor minder landbouwgrond beschikbaar is voor de productie van. voedsel

De ontwikkelingen in de opkomende grootmachten China en India kunnen bedreigingen vormen voor de landen in Zuidoost-Azië. 2p 20 Geef twee van deze mogelijke bedreigingen voor

In Kamstra (1994) wordt de mening van Johannes (1989) weergegeven, die opmerkt met enige voorzichtigheid naar het gebruik en beheer van de natuurlijke hulpbronnen door de

Zij werkte als adjunct-conservator voor Zuidoost-Azië in de Universiteitsbibliotheek Leiden, als universitair docent Indonesische cultuurkunde bij de vakgroep Talen en culturen