• No results found

Automatische dierweging bij slachtkuikenouderdieren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Automatische dierweging bij slachtkuikenouderdieren"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AUTOMATISCHE DIERWEGING BIJ

SLACHTKUIKEN-OUDERDIEREN

Ing. E. Verbij, technisch medew-erker economie en modellen

Automatische dierweging bij slachtkuikenouderdieren levert de nodige problemen op. Aangegeven wordt op welke wijze deze haken en ogen kunnen worden

opgelost. Inleiding

Automatische dierweging bij slachtkuiken-ouderdieren is nog weinig in gebruik. Een reden hiervoor is dat er bij een automatische dierweegsysteem nog geen goede registra-tie naar sexe mogelijk is. Het gemiddeld gewicht wat na een dag wegen wordt bere-kend is een gemiddelde van alle wegingen (van zowel hennen als hanen). De pluimvee-houder is veel meer gei’nteresseerd in de gemiddelde gewichten van de hanen en de hennen afzonderlijk. Immers beide sexen hebben een eigen optimaal gewicht. Door middel van het gescheiden voeren van ha-nen en henha-nen probeert de pluimveehouder die optimale gewichten te benaderen. Voor kontrole op die gewichten zullen echter handmatige wegingen moeten plaatsvinden die veel onrust in de stal veroorzaken. Een automatisch dierweegsysteem waarbij het mogelijk is om direkt dan wel indirekt de gewichten te scheiden zou een uitkomst zijn. Over het kunnen scheiden van de gewichten bestaan een aantal theorieën welke in het volgende zullen worden besproken.

Werking automatisch dierweegsysteem Het automatisch dierweegsysteem dat bij de ouderdieren gebruikt wordt is gelijk aan het systeem dat we binnen de slachtkuikenhou-derij kennen.

Om de gewichten zuiver te kunnen registre-ren is het noodzakelijk dat het weegplateau trillingsvrij geplaatst kan worden. Door deze eis valt het rooster vaak af omdat daar te veel beweging mogelijk is. De strooiselvloer daarentegen is wel geschikt voor het plaat-sen van het weegplateau. Voordat tot we-ging overgegaan kan worden moet een kri-terium worden opgegeven waarbinnen de te registreren gewichten moeten liggen. Dit om te voorkomen dat een dier dat slechts met een poot op de weegschaal staat wordt geregistreerd. Ook kan het gebeuren dat twee dieren gelijktijdig op het plateau staan

waardoor er een veel te hoog gewicht gere-gistreerd zou worden. Het opgegeven krite-rium groeit mee met het berekende gemid-delde gewicht van het koppel opdat op een gegeven moment niet alleen de lichte dieren worden gewogen. Aan het eind van een dag wordt dan onder andere het gemiddelde gewicht en de standaard afwijking berekend. Mogelijkheden voor gescheiden

registratie van gewichten: 1. Plaats weegschaal en weegtijd

Bij gescheiden voeren staan de voerbakken van de hanen veelal in het strooisel en die voor de hennen op het rooster. Het is be-kend dat de hanen sneller eten en eerder na het moment van voerverstrekking weer ak-tief door de stal gaan lopen. Door nu vanaf voertijd, gedurende bijvoorbeeld 1 à 2 uur, de geregistreerde gewichten in een aparte file weg te schrijven kan het gemiddelde gewicht en de standaard deviatie voor de hanen berekend worden. Door over de rest van de dag alle gewichten te verzamelen (hanen en hennen) kan het gemiddeld ge-wicht van de hennen uit deze groep wegin-gen worden berekend daar het gemiddeld gewicht van de hanen al bekend is.

2. Dierherkenning

Een andere mogelijkheid voor het scheiden van hanen en hennen bij dierweging is het merken van bijvoorbeeld de hanen. Hierbij kunnen we denken aan het aanbrengen van een chip aan de vleugel van de haan. Als het dier dan op het weegplateau gaat staan kan datzelfde weegplateau de chip “lezen” en het geregistreerde gewicht wordt toegeschre-ven aan een haan. Wordt er een dier gewo-gen zonder chip dan wordt dat gewicht toe-geschreven aan een hen.

Wederom door het opgeven van sexe-ge-bonden kriteria is het mogelijk om een haan die zijn chip verloren is op basis van zijn

(2)

gewicht niet te accepteren. Deze mogelijk-heid van gescmogelijk-heiden registratie van gewich-ten wordt momenteel nog niet toegepast maar verdient zeker aandacht.

3. Statistisch scheiden

Een laatste mogelijkheid voor het berekenen van het gemiddelde gewicht per sexe is door de totale groep van data statistisch te benaderen. Om tot een statistische schei-ding van de gewichten van hanen en hennen te kunnen komen moeten de gegevens aan een aantal eisen voldoen. Ten eerste moe-ten de gewichmoe-ten normaal verdeeld zijn, dat wil zeggen dat er evenveel dieren lichter dan het gemiddeld gewicht zijn als zwaarder. Ten tweede moet de spreiding van de gewichten niet te groot zijn. Voldoen de gegevens aan beide eisen dan moet het mogelijk zijn om de gewichten van hanen en hennen statis-tisch te scheiden.

Een en ander wordt verduidelijkt door een viertal figuren. 200

r

c-i

1 0 0 figuur OPFOK OUDERDIEREN 2 0 d 1 0 1 4 0 0 2 2 0 0 3 0 0 0

Als materiaal voor deze afbeelding zijn de individuele gewichten gebruikt die bepaald zijn op een leeftijd van 20 weken. De hanen en hennen waren apart opgefokt en gewo-gen. Omdat het aantal gewogen hanen be-duidend minder is dan het aantal gewogen hennen is de (rechter) schaalverdeling voor de hanen aangepast. Het gemiddeld ge-wicht van de hennen op 20 weken was 1960 gram, voor de hanen lag dat op 2450 gram. Dit verschil in gemiddeld gewicht zal in de loop van de produktie-periode alleen maar groter worden dus als het nu mogelijk is om de gewichten van hanen en hennen te schei-den dan lukt dat, mits de spreiding niet te groot wordt, zeker op een later tijdstip. Wat

opvalt aan figuur 1 is dat de beide gewichts-curve’s een normale verdeling te zien geven (een vereiste voor statistische scheiding). Wat echter ook opvalt is dat er een groot gebied van overlap bestaat (grote sprei-ding).

Als we nu de gewichten kombineren dan ontstaat de curve van figuur 2.

OPFOK OUDERDIEREN

200

100

0 figuur 2.

Hieruit blijkt dat, door het geringe aantal hanen (10%, het gemiddeld gewicht van het koppel iets hoger komt te liggen, maar dat de gewichten van de hanen niet meer van de hennen te scheiden zijn. De konklusie die hieruit getrokken kan worden is dat een verschil van 500 gram tussen de gemiddelde gewichten van hanen en hennen onvoldoen-de is om een scheiding tussen onvoldoen-de sexen aan te brengen.

In figuur 3 zijn de curves getrokken van de gewichten van hanen en hennen op 62 we-ken leeftijd. O U D E R D I E R E N ‘““7 ” 2 2 0 0 4 2 0 0 6 2 0 0 figuur 3. 13

(3)

Het gemiddeld gewicht van de hennen lag op 3200 gram en voor de hanen op 5200 gram. Beide curves zijn redelijk normaal ver-deeld.

Het gearceerde gedeelte betreft het gebied van zowel hanen- als hennengewichten. Ten opzichte van figuur 1 is dit gebied beduidend kleiner geworden. Doordat het verschil tus-sen de gemiddelde gewichten is opgelopen tot ongeveer 2 kg is het ook mogelijk om gewichten van de hennen en hanen te schei-den.

Wanneer we de gewichten bij eikaar voegen, dan ontstaat figuur 4.

OUDERDIEREN ‘Ooi--8 0 6 0 4 0 zot 2 2 0 0 4 2 0 0 6 2 0 0 figuur 4.

De grafiek die ontstaat twee pieken te zien.

geeft

duidelijk de Het vereist nog nader onderzoek om te be-palen op welk moment het gewichtsverschil tussen hanen en hennen voldoende is om de gemiddelden per sexe te kunnen bereke-nen. Het is echter wel duidelijk geworden dat de automatische weegsystemen zoals die in de slachtkuikenhouderij gebruikt worden geschikt zijn voor gebruik bij slachtkuiken-ouderdieren. Het gemiddelde dat dan bere-kend wordt is een koppelgemiddelde dat momenteel nog geen informatie geeft over de gewichten van de hanen en hennen af-zonderlijk, terwijl dat, juist bij gescheiden voeren, van essentieel belang is.

Samenvatting

De drie besproken mogelijkheden worden momenteel nog niet in de praktijk toegepast. Voor wat betreft het gescheiden registreren van de gewichten door het lezen van een chip zal vooral het kostenaspekt van door-slaggevende invloed zijn. Voor het bepalen van de verschillende gewichten door de

weegtijd als factor te gebruiken verdient het nog nader onderzoek om te achterhalen of deze methode praktisch realiseerbaar is. Datzelfde geldt voor de statistische schei-ding van de gewichten omdat er nog te weinig bekend is over het gewichtsverloop van de hanen en hennen apart gedurende de produktieperiode.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The likelihood-ratio is the probability of the score given the hypothesis of the prose- cution, H p (the two biometric specimens arose from a same source), divided by the probability

Aan aanvragers als bedoeld in de artikelen 2.1 en 4.2 sub b van de SRNL 2016 kan voor het jaar 2021 subsidie worden verstrekt voor de continuering van natuur- en landschapsbeheertypen

Landsbrede organisatiegraad Een landsbrede organisatiegraad van collectieven betekent dat daar waar in een gebied doelen voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer liggen op

de regionale soortenrijk- dom helofyten in Oukoop (gamma diversiteit) in de gemiddelde lokale hoeveelheid soorten (alfa) en het verschil in gemeenschapssamenstel- ling (bèta),

De consumptie van waterplanten door de krabben- scheermot verschilt sterk per plantensoort (f iguur 2A), maar ook hier zijn geen consistente verschil- len tussen inheemse en

In deze analyse is per leefgebiedtype (open grasland kritische soorten, open grasland niet-kritische soorten, open akkerland, natte dooradering en droge dooradering) gekeken naar

Zeker bij te langzaam rijden komt er teveel lucht in de grond en kan deze met een vorenpakker niet meer goed worden aangedrukt.. De grond komt dan vlakker te liggen met meer kans

Bij deze variant van NBS-gewassensing wordt ook een normlijn voor het stikstofopnameverloop in de tijd gehanteerd en wordt een bijmestadvies berekend zodra de gemeten N-opname onder