• No results found

Shootstarter community website

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Shootstarter community website"

Copied!
100
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)
(3)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 1

Voorwoord

Voor u ligt het rapport: Shootstarter “Verbindt creatievelingen". In dit rapport wordt onderzoek gedaan naar een goed ondernemingsplan en format voor een nieuwe online community. Deze website zal studerend en net afgestudeerde creatievelingen helpen met samenwerken aan beeldproducties.

Door mijn ervaring en interesse in de wereld van beeldproducties wilde ik een onderzoek binnen dit onderwerp doen. Ik heb zelf ervaren hoe moeilijk het is, om als fotograaf en stylist betaalbare samenwerking in vrij werk aan te gaan. Zo besloot ik om een website te bedenken, waarbinnen vraag en aanbod binnen de wereld van

fotoshoots samenkomt.

Mijn dank gaat uit naar mijn begeleider Eelco Brancart, als examencoördinator heeft hij mij erg duidelijk en gestructureerd kunnen begeleiden. Daarnaast ben ik mijn sparringpartner Caroline Fornhoff dankbaar voor haar aanbod om samen dit concept te ontwikkelen. Daarnaast ben ik haar dankbaar voor alle tips, die ik gedurende dit onderzoek ontving. Daniel Kroon ben ik bij voorbaat dankbaar voor het meedenken over de lancering van de website (op het gebied van ICT moeilijkheden).

Veel plezier met lezen!

Mariene Meyer Swantee Shootstarter

(4)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 2

Managementsamenvatting

Binnen de managementsamenvatting zal ik kort en bondig beschrijven waar ik onderzoek naar gedaan heb. En zal ik duidelijk en bondig uitleggen wat de uitkomsten hiervan zijn.

Dit onderzoek is uitgevoerd zonder opdrachtgever. Tijdens mijn styling opleiding aan de Artemis academie en mijn minor Beeld aan de HVA, kreeg ik meerder malen de opdracht een fotoshoot te organiseren. Hiervoor moest ik als stylist een gratis fotograaf vinden en als fotograaf een gratis stylist. Ik merkte, dat dit erg lastig was en dat er veel kostbare tijd verloren gaat aan het vinden van betaalbare samenwerking. Deze tijd kan beter worden besteed aan het creatieve denkproces wat bij beeldproducties komt kijken. Zo kwam ik op het idee een website te

ontwikkelen waarbinnen startende stylistes, modellen, fotografen en visagistes kunnen samenkomen.

Binnen dit onderzoek wordt aan de hand van desk- en fieldresearch antwoord gegeven op de vraag: “Hoe ziet een ondernemingsplan en prototype voor een online platform -voor opstartende creatievelingen- eruit,

waarbinnen zij elkaar makkelijker vinden, zodat ze goedkoop aan beeldproducties kunnen samenwerken?” Het deskresearch bestaat uit verschillende theoretische analyses. Binnen het fieldresearch heb ik dertien

respondenten geïnterviewd. De ideeën, die met het doen van deskresearch en het houden van interviews zijn ontwikkeld, zijn uitgewerkt tot een prototype, genaamd Shootstarter. Het rapport zelf dient als het

ondernemingsplan. Vervolgens is het prototype getest aan de hand van zeven usability tests.

Goedkope samenwerking aan beeldproducties moet creatievelingen de kans geven hun idee zonder grenzen uit te werken. Shootstarter zal zich richten op modefotografie, waaronder de niches stylistes en ontwerpers,

modellen, fotografen en visagistes vallen. De doelgroep van Shootstarter bestaat uit de opstartende creatieveling die nog studeert of net afgestudeerd is en aan beeldproductie wil werken. Shootstarter zal draaien om elkaar helpen. De community-website maakt geen connecties, maar geeft gebruikers enkel de mogelijkheid dit zelf te doen. Het is de bedoeling dat de website een creatieve meltingpot van ideeën gaat worden. Shootstarter is een geheel nieuw concept dat volledig uitgaat van de wensen van de doelgroep, zonder dat daarbij de concurrentie wordt nagedaan. Zo ontstaat er een nieuwe waarde en daarmee een nieuwe markt. Door te werken aan beeldproducties kunnen gebruikers binnen hun studie of vak oefenen, experimenteren en ervaring opdoen. Daarnaast kunnen gebruikers aan de hand van samenwerken een creatief netwerk opbouwen. Shootstarter helpt creatieve starters met drie doelen, namelijk:

1. Verbinden

2. Creativiteit stimuleren

3. Zichzelf beter presenteren op de arbeidsmarkt

Deze doelen komen binnen het format tot uiting in drie soorten pagina’s namelijk:

1. Een “gezocht” feed waarop oproepjes met vraag naar samenwerking worden geplaatst. 2. Een portfolio database waarbinnen gebruikers zichzelf aanbieden en elkaar kunnen inspireren. 3. Een persoonlijke profielpagina waarop gebruikers zichzelf presenteren aan de hand van een

uitgebreid portfolio en een cv.

Binnen deze opbouw kunnen gebruikers met elkaar in contact komen via privé berichtjes, om vervolgens een fotoshoot te plannen. De vormgeving van het concept is simpel, overzichtelijk en modern, maar hanteert wel een persoonlijke touch, omdat het gaat om een creatieve doelgroep.

(5)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 3

Executive Summary

In this executive summary, I will describe what I studied for my thesis. And I will clearly and concisely explain the outcomes.

This research was conducted without a client. During my study at the styling academy Artemis and my minor image at the HVA, I sometimes got the task to organise a photo shoot. When I did this assignment as stylist, I had to find a photographer for free. And when I did this assignment as a photographer, I had to find a stylist for free. I noticed that this was a very difficult task and that a lot of valuable time was lost in finding affordable and suitable collaboration. This time can be better spent on the creative process that is involved in image production. So I came to the idea to develop a website on which starting stylists, models, photographers and make-up artists can come together, to collaborate on image productions.

This research will bring an answer to the question: “What does a business plan and prototype for an online platform, where starting creatives can cooperate cheaply, to work on photo shoots, look like,?” This question will be answered on a basis of field and desk research. The desk research includes various theoretical analyses. Within the field research I have interviewed thirteen respondents. The ideas that I have developed by doing desk research and conducting interviews, will be developed in a prototype called Shootstarter. The report itself serves as the business plan. Thereafter the prototype has been tested on the basis of seven usability tests.

Affordable collaboration on photo shoots will give starting creatives the ability to work on their creative concept without boundaries. Shootstarter will focus on fashion photography, including the niches stylists and designers, photographers, make-up artists and models. The target of Shootstarter consists of start-up creatives, who are still studying or just graduated and want to work on photo shoots. Shootstarter will be about helping each other. The community-website makes no connections, but only gives its users the ability to do this them selves. The intention is to create a creative melting pot of ideas. Shootstarter is an entirely new concept, which fully focuses on the needs of the target group, without looking at its competitors. This creates a new value and thus a new market. By working on photo shoots users can practice within their study or profession and so experiment and gain

experience. Next to this, users can build a network by working together. Shootstarter will help creative starters with three goals, namely:

1. To connect

2. To stimulate creativity

3. To improve self-presentation on the creative labour market

These goals will be reflected in three kinds of website pages:

1. A "wanted" feed where calls with demands for cooperation are placed, 2. A portfolio database where users offer themselves and inspire each other.

3. A personal profile page where users present themselves on the basis of a extensive portfolio and a resume.

In order to plan a photo shoot, users can contact each other through private messages. The design of the concept is simple, clear and modern. The design has its own personal touch, because the concept has a creative

(6)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 4

Inhoud

Voorwoord  

1

 

Managementsamenvatting  

2

 

Executive  Summary  

3

 

Inhoud  

4

 

1

 

Inleiding  

6

 

2

 

Methoden  en  technieken  

8

 

2.1

 

Deskresearch  

8

 

2.2

 

Fieldresearch  

9

 

3

 

Eigen  kwaliteiten  

12

 

3.1

 

Achtergrond  Mariene  

12

 

3.2

 

Kwaliteiten  Mariene  

12

 

3.3

 

Product  

14

 

3.4

 

Bedrijf  

16

 

4

 

Huidige  markt  

18

 

5

 

Doelgroepanalyse  

20

 

5.2

 

Persona’s  

22

 

6

 

Drijfveer  voor  gebruik  

24

 

6.1

 

Creëren  

24

 

6.2

 

Delen  

25

 

6.3

 

Helpen  

25

 

7

 

Media  design  

26

 

7.1

 

trends  

26

 

8

 

Best  practices  

28

 

8.1

 

Criteria  

28

 

8.2

 

Best  practices  

29

 

8.3

 

Voorbeelden  

30

 

9

 

Verdienmodellen  

33

 

9.2

 

Financieel  plan  

35

 

(7)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 5

10

 

Resultaten  

36

 

10.1

 

Resultaten  1:  interviews  

36

 

10.2

 

Resultaten  2:  Usability  tests  +  kort  interview  

39

 

11

 

Conclusie  

41

 

12

 

Advies  

45

 

13

 

Verbeterpunten  prototype  

49

 

14

 

Definitief  advies  

51

 

15

 

Evaluatie  

53

 

15.1

 

Onderzoeksproces  

53

 

15.2

 

Validiteit  

54

 

15.3

 

Vervolgonderzoek  

54

 

16

 

Literatuurlijst  

55

 

Bijlages  

58

 

Bijlage  I  Begrippenlijst  

58

 

Bijlage  II  CV  Mariene  Meyer  Swantee  

60

 

Bijlage  III  Best  practice  analyse  

61

 

Bijlage  IV  Topics  interview  

64

 

Bijlage  V  Uitkomsten  interviews  

66

 

Bijlage  VI  Screenshots  eerste  prototype  

70

 

Bijlage  VII  Vragenlijst  usability  test  

77

 

Bijlage  VIII  Uitkomsten  usability  tests  

79

 

Bijlage  IX  Screenshots  aanpassingen  prototype  

81

 

Bijlage  X  Geluidsfragmenten  interviews  en  usability  tests  :USB  stick  

85

 

(8)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 6

1 Inleiding

Binnen dit rapport zal ik: Een ondernemingsplan en prototype voor een online platform opleveren, zodat

opstartende creatievelingen -die werken aan beeldproducties- elkaar (makkelijker) vinden en op die

manier gratis kunnen samenwerken aan beeldproducties. Bij mijn eerste studie Artemis én voor mijn minor

Beeld op het MIC, heb ik de opdracht gekregen een fotoshoot op te zetten en beeld te produceren. Hier leer je veel van als student. Toch heb ik het als erg moeilijk ervaren om goede modellen, stylisten of ontwerpers, visagisten en/of een fotograaf, gratis te vinden. Meestal ging dit via Facebook oproepen of groepen, dit kost veel tijd, zonder dat er een concreet resultaat uit voortkomt. Hierdoor ben je als student meer bezig met de mensen bij elkaar brengen, dan dat er op het creatieve proces kan worden gefocust.

Ook de creatieve wereld ervaart dit als een probleem. Zo zijn er veel opstartend fotografen, die moeite hebben bij het opbouwen van een persoonlijk portfolio. Dit portfolio, bestaande uit beeldproducties, hebben ze nodig om zichzelf te presenteren op de arbeidsmarkt. Dit is vooral moeilijk omdat starters geen budget hebben om stylistes, modellen, fotografen of visagistes te betalen(Overbeke, D. 2015). Er zijn veel afstuderend en net afgestudeerde stylistes, die het als erg moeilijk ervaren om zonder budget aan een goede fotograaf te komen. Deze hebben ze nodig voor professionele beelden, die ze bijvoorbeeld via een blog naar buiten brengen (Hoorn, V. 2015). Ook modellen ervaren een soortgelijk probleem, wanneer zij een vernieuwd portfolio nodig hebben om aan mogelijk nieuwe agencies te laten zien (Clot, C. 2015). Daarnaast zijn er veel visagistes opzoek naar fotografen en modellen wanneer zij een nieuwe look in hun portfolio willen presenteren (Kool Buurman, F. 2015). Jaarlijks halen er ongeveer 11 duizend studenten binnen de gestelde tijd, hun bachelor aan een creatieve opleiding (CBS 2011). De kans is groot dat elk van deze studenten gedurende zijn drie of vier jaar durende opleiding één of meer beeldproducties moet produceren. Of dat zij behoefte hebben aan een representatief portfolio na hun studie.

Vaak is er niet eens budget of draagvlak voor de ontwikkeling van een eigen community-platform, waardoor men kiest om via social media een community op te bouwen (Wagenaar, K. 2015). Creatieve studenten gebruiken nu Facebook groepen om elkaar te vinden (Facebook, 2015). Deze pagina’s bieden echter geen duidelijk overzicht van de mogelijkheden binnen het vakgebied. Er wordt bij het selecteren van een platform veel te weinig gedacht vanuit de wensen van de doelgroep. De pagina’s voorzien de bezoekers niet van inspiratie. Daarnaast bieden zij geen enkele garantie op een kosteloze en/of professionele samenwerking. Hierdoor gaat er onnodig veel tijd verloren in het vinden van een geschikte partij om mee te werken. Een succesvolle community bestaat uit een groep mensen met sterke gemeenschappelijke kenmerken: wensen, vragen, lifestyle, motivaties en angsten (Wagenaar, K. 2015). In dit geval is dat dus de vraag naar het samenwerken aan creatieve beeldproducties. Om hier een oplossing op te bieden, wil ik het bedrijf Shootstarter oprichten. Shootstarter is een online platform waarop creatievelingen elkaar kunnen vinden om samenwerking aan beeldproducties aan te gaan. Dit doel wordt bereikt doordat gebruikers oproepjes en portfolio’s op de site kunnen plaatsen en zo met elkaar in contact komen. Met Shootstarter wordt er antwoord gegeven op de vraag: Hoe ziet een ondernemingsplan en prototype voor

een online platform -voor opstartende creatievelingen- eruit, waarbinnen zij elkaar makkelijker vinden, zodat ze gratis aan beeldproducties kunnen samenwerken? Met een gebruiksvriendelijke website, zullen

starters veel sneller en makkelijker tot betaalbare samenwerking komen. Zodat ze via de dienst samenwerken aan een optimaal resultaat voor in hun portfolio.

(9)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 7

Het productieproces maakt zo op een makkelijker manier deel uit van het leerproces. Omdat studenten zich hiermee alleen hoeven te focussen op het creatief denkproces, zal dit wellicht voor een beter studieresultaat zorgen. Tegelijkertijd kan de website bijdragen aan een betere persoonlijke presentatie op de arbeidsmarkt. In een wenselijke situatie zal de doelgroep bereid zijn, elkaar via de website, aan een optimaal beeldproductie resultaat te helpen. Hier is absoluut animo voor wanneer wordt gekeken naar !§8.1[Best practices]. Daarnaast kan de website als creatieve kweekvijver dienen, die studenten en start-ups niet alleen helpt, maar ook inspireert.

Voor dit onderzoek zijn er deelvragen opgesteld ! zie Bijlage XI [Plan van aanpak]. Deze geven een antwoord op de probleemstelling. Het rapport begint met een uitleg over welke methoden en technieken er binnen dit

onderzoek zijn gebruikt. Vervolgens komen de hoofdstukken van het desk- en fieldresearch aan bod.

Allereerst is het van belang te weten door wie het onderzoek wordt uitgevoerd. Wanneer er een bedrijf wordt opgezet, is het van belang om de eigen kwaliteiten en bedrijfsdoelen voor ogen te nemen. Vervolgens biedt het onderzoek duidelijkheid over de marktomgeving waarin het concept zich zal bevinden. Er wordt duidelijk hoe de website zich zal onderscheiden van de rest van de markt. Hierna is het van belang te weten wie de gebruikers van de website zullen worden. Dit is te vinden in de doelgroepanalyse. Nadat het onderzoek inzicht heeft geboden in wie de doelgroep precies is, wordt het belangrijk om te onderzoeken wat de doelgroep aanspoort om de site te gaan gebruiken. Het fieldresearch en het hoofdstuk “Drijfveer voor gebruik” geven hier antwoord op. Vervolgens is het van belang de trends op het gebied van vormgeving in het rapport op te nemen en een voorbeeld te nemen aan andere best practices. Tenslotte kan er een verdienmodel aan het concept worden geplakt. Dit zal echter goed gecheckt worden bij de doelgroep.

Na het doen van deskresearch zullen de resultaten van het fieldresearch in de resultaten worden vermeld. In het hoofdstuk conclusie zal het deskresearch aan het fieldresearch worden gekoppeld, zodat er een

(10)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 8

2

Methoden en technieken

Om antwoord te geven op de vraag: Wat is het ondernemingsplan voor een vernieuwende servicewebsite, waarbinnen creatieve starters -die werken aan beeldproducties- samen worden gebracht, zodat ze gratis aan creatieve beeldproducties kunnen werken? Er zal gebruik worden gemaakt van zowel desk- en fieldresearch. Binnen dit hoofdstuk zal de uitwerking van deze onderzoekvormen worden geanalyseerd.

Het onderzoek zal gestart worden met deskresearch. Vragen waarop het deskresearch geen antwoord biedt, worden binnen het fieldresearch opnieuw gesteld. Het fieldresearch zal bestaan uit zowel interviews als een usability test. Aan de hand van interviews kan inzage worden gegeven over de mening van de verschillende persona’s. De resultaten hiervan worden verwerkt in het hoofdstuk Resultaten1. Hieruit wordt vervolgens een conclusie getrokken, waarvan een prototype wordt geproduceerd. Dit prototype dient als het eerste voorbeeld van de website en wordt tijdens het tweede fieldresearch onderdeel, de usability test, aan de respondenten

voorgelegd. Zij scherpen de eerste versie vervolgens weer aan, zodat er een conclusie wordt getrokken over het functioneren van het eerste prototype. Deze resultaten worden verwerkt in hoofdstuk Resultaten2. Ten slotte zal er aan de hand van de feedback vanuit de usability test een definitief prototype worden opgesteld, dit is de eerste schets van de definitieve website.

2.1 Deskresearch

Het deskresearch wordt aan de hand van theoretisch onderzoek uitgevoerd. Met deskresearch kan antwoord worden gegeven op beschrijvings- en/of vergelijkingsvragen. Hierbij worden online en offline bronnen gebruikt. Een voordeel aan deskresearch is dat het een hele goedkope vorm van onderzoeken is. Een nadeel van deskresearch is, dat niet alle deelvragen beantwoord kunnen worden aan de hand van theoretisch onderzoek. Daarnaast is het van groot belang dat de betrouwbaarheid van bronnen continu in de gaten wordt gehouden. (Verhoeven, N. 2011).

De ondernemingsscan die in het deskresearch zal worden behandeld, geeft inzage in eigen kwaliteiten. In dit hoofdstuk zullen de kwaliteiten en zwaktes van “Mariene Meyer Swantee” als ondernemer worden geanalyseerd. Hierbij staat centraal wat de sterktes en zwaktes van de onderneming zullen zijn. Uit dit hoofdstuk zal blijken welke dienst en/of product geleverd en/of verkocht gaat worden. Daarnaast zal blijken wat er allemaal komt kijken bij de opzet van een eigen bedrijf.

De tweede deelvraag luidt: “Wat is mijn markt?”. Dit wil zeggen dat binnen dit hoofdstuk de markt rondom het product zal worden gedefinieerd. Nomaliter zal dit gebeuren aan de hand van een omgevingsscan en van vergelijkbare producten. Omdat er een geheel nieuw product geproduceerd zal worden en deze buiten al bestaande markten valt, zal er gebruik worden gemaakt van de Blue Ocean Strategie. Dit wil zeggen dat er een geheel nieuwe markt zal worden aangekaart rondom het product.

Binnen het volgende hoofdstuk zal er duidelijkheid worden gegeven over wie de doelgroep precies is. Het is belangrijk te weten welke partijen baat hebben bij het product. Om er achter te komen wie de klant is, zal er gebruik worden gemaakt van desk- en fieldresearch. In dit hoofdstuk zal het deskresearch worden uitgelicht. Dit gebeurt vanuit een algemene en een specifieke benadering.

(11)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 9

De creatieve (afstuderende) student is de algemenere benadering van de doelgroep. Deze wordt vervolgens specifieke persona’s ingedeeld. Namelijk de stylisten of ontwerpers, fotografen, visagistes en modellen. Elk van deze partijen zal betrokken worden op de website, om zo samen te kunnen werken aan beeldproductie. Het is van belang te ontdekken wie de persona’s precies zijn, hoe groot de groep precies is en met welke doelen zij de site precies bezoeken.

Binnen het vierde deskresearch hoofdstuk zal theoretisch worden ingegaan op het gedrag van de doelgroep. Hierbij staat de volgende vraag centraal: “ Wat is de trigger voor de doelgroep om de site te gebruiken?”. Wat spoort studenten aan om elkaar online te helpen? Wat spoort internetgebruikers aan om online content te creëren en te delen? En wat spoort hen aan om elkaar vervolgens online te helpen? Daarnaast is het handig om te weten wat de trend van dit moment rondom online gebruik is. Het is belangrijk om inzage te krijgen over deze aspecten om op die manier in te kunnen spelen op de drijfveer van de gebruikers van de site. Omdat het binnen dit hoofdstuk voor een groot deel draait om de voorkeur van de doelgroep, zal er een groot deel van de deelvraag (naast desk-) met fieldresearch worden beantwoord.

Vervolgens zal worden ingegaan op de trends rondom online content. Hierin wordt vooral gefocust op trends op het gebied van content, vormgeving en gebruiksvriendelijkheid: het media design. Dit zal een kort hoofdstuk zijn, omdat het als vooronderzoek voor het best practice en field onderzoek zal dienen. In het volgende hoofdstuk zal de zesde deelvraag tot uiting komen. Deze zal inzicht bieden in de best practices rondom het product. Dit gebeurt aan de hand van een externe analyse. Vergelijkbare bedrijven zullen worden geanalyseerd om zo te ontdekken welke aspecten als voorbeeld kunnen dienen.

Tenslotte zal binnen het deskresearch worden ingegaan op het verdienmodel van de website. Binnen dit onderzoek is het van belang de verschillende online verdienmodellen te vergelijken. Aan welke aspecten is te verdienen, zonder dat dit ten koste gaat van de maatschappelijke gedachten van het product? Namelijk: creatievelingen tot samenwerking helpen”. Het is van belang in kaart te brengen welke standaard kosten verbonden zijn aan de opzet van een website en hoe deze winstgevend kan worden. Fieldresearch zal een antwoord bieden op wat de doelgroep tolereert bij een soortgelijk format.

2.2 Fieldresearch

Methode 1: Interviews 2.2.1

Om achter de mening van de doelgroep te komen zal er een kwalitatief onderzoek plaatsvinden. Dit zal in de vorm van meerdere interviews zijn. De bedoeling is om hiermee zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de voorkeur van de doelgroep. Interviews zijn erop gericht ideeën en meningen over een bepaald onderwerp te inventariseren. Binnen een interview worden gedachten en motivaties achterhaald (Verhoeven, N. 2011). Ideaal zou zijn om panelgesprekken te houden, omdat hierbij groepen elkaar door middel van interactie stimuleren in discussies (Peek, L. and Forthergill, A. 2009). Een groot nadeel hiervan is echter dat het erg moeilijk is om groepen experts binnen het tijdsbestek bij elkaar te krijgen. Daarnaast komt binnen een panelgesprek niet elke respondent volledig aan het woord, wat bij interviews wel het geval is. Binnen een interview kan er persoonlijker op de respondent in worden gegaan. Omdat het een één op één gesprek is, kunnen respondenten

(12)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 10

De doelgroep bestaat uit: studenten aan creatieve opleidingen die op gratis basis willen samenwerken aan hun beeldportfolio. Daarbinnen is de groep verdeeld in vier niches. Om te zorgen dat de website relevant is voor alle niches, en een goed beeld te krijgen van de verschillende partijen, is het van belang om per niche drie interviews te houden. Hierin kan de mening van de respondent worden gepeild en kan er tegelijkertijd worden gekeken of er algemene conclusies kunnen worden getrokken.De gesprekken zullen op de volgende manier worden

opgebouwd: 1. Minstens drie (beginnend) stylisten of ontwerpers 2. Minstens drie (beginnend) fotografen

3. Minstens drie (beginnend) visagisten

4. Minstens drie (beginnende) modellen ! Zie §10 [Resultaten]

Deelnemers worden gekozen middels een selecte steekproef. De methode die hierbij gebruikt wordt is de

sneeuwbal methode, waarin gebruik wordt gemaakt van het netwerk van de onderzoeker (Verhoeven, N. 2011).

Dit zal goed tot uiting komen, omdat zij binnen de kringen van de doelgroep een netwerk heeft opgebouwd. De respondenten worden op kenmerken als “fase binnen studie of baan” en nichedoelgroep geselecteerd. Om te zorgen dat alle onderwerpen worden belicht, wordt er gebruik gemaakt van en topiclijst.

Topic Aanpak Doel

Trigger Waarom zou jij dit format gebruiken? Dit topic moet inzage bieden in hoe de doelgroep zich

getrokken zou voelen het product te gebruiken.

Toegevoegde waarde

Zie je het nut van dit format in, waarom en hoe zou je dit gebruiken?

Deze informatie biedt inzage in de toekomstig belangrijkste functies van de website.

Opbouw website Hoe zie jij de opbouw van de site voor je?

Kun je dit tekenen?

Met deze informatie kan er een overzichtelijk format worden opgezet, zodat alle partijen hun overzicht binnen de website behouden.

Best practices Voorbeelden tonen op een scherm: Welke

succesfactoren zijn toepasselijk en succesvol voor dit user generated content-/ deelformat?

Het is van belang dat de juiste look and feel en tone of voice op de site wordt gehanteerd. Met dit topic kunnen aspecten uit de best practices als voorbeeld worden genomen.

Content Wat zou je graag terugzien op de site? Het is van belang dat alle informatie op de site

toepasselijk is voor de doelgroep.

Verdienmodel Wat zou je ervoor overhebben om deze

dienst te kunnen gebruiken?

Het is van belang dat er voor alle partijen een reëel kostenplaatje wordt gegenereerd.

Informeren Hoe zou je het liefste ontdekken dat dit

format bestaat?

Het is belangrijk om te weten hoe de doelgroep het beste bereikt kan worden.

Tips Zijn er nog tips? Misschien heeft de respondent nog een extra eigen

inbreng.

Voor het interview zal de respondent een overzicht ontvangen, zodat hij zich op het gesprek kan voorbereiden. Er zal continu op gelet worden dat het interview geen subjectieve ondertoon krijgt, hiervoor worden trucs toegepast. Er zullen verschillende gespreksvaardigheden worden aangehouden om de juiste afstand tussen de

geïnterviewde en het onderwerp te handhaven, het zal worden opgenomen. En de aandacht zal te allen tijden naar de respondent gaan, het is van groot belang dat deze zich op zijn gemak voelt en dat het doel van het onderzoek in de gaten wordt gehouden. De interviewer zal nooit deelnemen aan het gesprek, maar enkel het gesprek leiden (Verhoeven, N. 2011) .

Elk interview zal worden opgebouwd vanuit een vaste procedure. De introductie zal starten met: voorstellen, gespreksdoel, opbouw, geschatte duur, waardering deelname en het bespreken van het belang van de

informatie. Vervolgens zal in de kern, de topiclijst worden behandeld. Waarna in het slot het gesprek duidelijk zal worden afgerond. Hierin zal het gesprek worden samengevat, waarbij de respondent mogelijkheid krijgt

(13)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 11

Methode 2: Usability test 2.2.2

Usability betekent letterlijk: De gebruiksvriendelijkheid van een site. Het succes van de website wordt hierbij bepaald aan de hand van de bruikbaarheid, toegankelijkheid, effectiviteit en de beleving van de website. Deze zullen aan de hand van een kwalitatief onderzoek worden getest. Met de interviews zal een eerste prototype van de site worden ontwikkeld. Vervolgens is het van belang om, aan de hand van dat prototype, de voorkeur van de doelgroep te ontdekken. De respondenten zullen met het eerste prototype als voorbeeld, concrete opdrachten binnen de site doorlopen. Terwijl ze dit doen, worden ze geobserveerd, zullen hun aannames worden gecheckt

en zullen knelpunten worden gerapporteerd (Sande,C. van de. 2014). Deze vorm van onderzoeken vergt veel

verbeelding van de respondent. Het voordeel aan een usability test is dat het meteen inzage geeft in wat gebruikers een fijne indeling en/of lay-out vinden. Daarnaast kost de methode weinig geld en kan de mening van de doelgroep al vroeg in het productie proces worden betrokken (Httoolbox 2015).

Elke bezoeker kijkt anders naar een website. Daarom is het van belang met verschillende personen de test uit te voeren. Studenten aan creatieve opleidingen, die op gratis basis willen werken aan hun beeldportfolio, zijn zoals eerder vernoemd verdeeld in vier niches. Van elke niche zal minstens één respondent de test uitvoeren. De test zal met minstens zeven respondenten plaatsvinden, omdat op die manier de grootste fouten en problemen snel zullen worden ontdekt. Zodra er meer personen bij het onderzoek komen kijken, gaat het te snel en zullen de notities niet meer verwerkt kunnen worden (Krug, S. 2006).Ook hierbij zal een selecte steekproef worden gedaan aan de hand van de sneeuwbal methode (Verhoeven, N. 2011).

Bij het testen van concepten aan de hand van de voorbeeld website, worden respondenten gevraagd om bepaalde taken uit te voeren. Hierbij gaat het vooral om de bruikbaarheid van de website. Vormgeving heeft namelijk geen invloed op de effectiviteit maar enkel op de beleving. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: “Wat is de eerste indruk van de website/concept?”, “Is de indeling duidelijk?”, “Begrijpt de gebruiker de navigatie?”, “Zijn alle taken goed uit te voeren?”, “Is de volgorde logisch?”, “leg eens een connectie.” of “Welke elementen kunnen verder worden geoptimaliseerd?”(KING, 2015).In het tweede deel van het onderzoek zal wel meer worden ingegaan op de vormgeving. De sfeer en look and feel dragen namelijk ook veel bij aan de beleving op de site (Sande, C. van de. 2014). Gebruiksgemak, overzichtelijkheid, laadsnelheid, zoekfuncties, content en vormgeving zijn de topics waar naar gekeken zal worden.

Ten slotte zal de usability test eindigen in interviewvorm. Hierbinnen zal het gehele concept nog eens worden besproken. Wat is de uitstraling nu? Nodigt het op deze manier uit om gebruik te maken van de site? Ziet men het idee zitten? Wat mist er nog aan de site? Binnen dit kleinere interview, zullen vragen uit het eerste interview nog eens herhaald worden. Op die manier kunnen respondenten een duidelijk inzicht bieden in wat er verbeterd is en wat nog mist.

Resultaten van de test zullen worden verwerkt in het rapport !zie §10 [Resultaten]. Aan de hand daarvan kan het eerste prototype worden aangepast tot een waardige eerste versie van de site. Indien nodig zal het hele proces opnieuw kunnen worden herhaald om de website te blijven verbeteren. Het kan namelijk altijd beter (Krug, S. 2006).

(14)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 12

3 Eigen kwaliteiten

In dit hoofdstuk zullen de kwaliteiten van “Mariene Meyer Swantee” als ondernemer worden geanalyseerd. Dit gebeurt aan de hand van een ondernemingsscan. De ACE-scan is gemaakt om ondernemers te ondersteunen in hun ontwikkelingsproces. De test is ontwikkeld aan de hand van ervaringen en onderzoek van ondernemende consultants (ACE-scan, 2015). Verder moet uit dit hoofdstuk blijken welk product er geproduceerd zal worden en hoe het bedrijf zal worden opgebouwd. Met behulp van deze analyses wordt duidelijk wat de uitgangspunten binnen Shootstarter zullen zijn. Daarnaast wordt duidelijk wat er binnen de onderneming moet gebeuren.

3.1 Achtergrond Mariene

Een belangrijke kwaliteit van mij als ondernemer is dat ik veel ervaring heb binnen de branche waarin ik wil gaan ondernemen. Deze ervaring kreeg ik mee via mijn opleiding(en), stage en minor ! zie bijlage II [CV Mariene Meyer Swantee].

3.2 Kwaliteiten Mariene

In ! figuur 1[Ondernemersprofiel Mariene]worden de kwaliteiten en valkuilen van Mariene gevisualiseerd. Dit gebeurt aan de hand van een web. De blauwe lijn geeft hierin aan wat tot de gemiddelde norm van een goeie ondernemer behoord, de oranje lijn geeft hierbij de mate van kunnen van Mariene aan.

Figuur 1 Ondernemersprofiel Mariene | Bron: ACE-scan (2015)

LLL= Mariene

LLL= Het gemiddelde soort

ondernemer.

Opvallend is dat mijn lust om te presteren hoog scoort. Daarnaast zijn sociale oriëntatie, marktbewustheid, flexibiliteit, creativiteit en de kracht om te motiveren sterke punten van mij als onderneemster. Mijn zwaktes zijn de mate van mijn behoefte aan macht, en het analyseren en organiseren. In !figuur 2 [Sterktes en zwaktes Mariene] zijn mijn sterktes en zwaktes in vergelijking met de rest van de industrie nog eens overzichtelijk terug te vinden. Het cijfer geeft aan hoeveel punten mijn profiel scheelt met het profiel van de gemiddeld ondernemer.

(15)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 13

Figuur 2 Sterktes en zwaktes Mariene | Bron: ACE-scan (2015)

Erg sterk Sterk Normaal Zwak

Behoefte aan prestatie 1,5 Marktbewustheid 0,7 Zelf efficiëntie -0,9 Organiseren -3

Sociale oriëntatie 1,2 Flexibiliteit 0,5 Risico nemen -1,3

Creativiteit 0,3 Behoefte aan macht -2

Motiveren 0,3 Analyseren -2,1

Pro activiteit -0,1 Externe oriëntatie -0,5 Netwerken -0,5 Doorzetten -0,6

Behoefte aan prestatie 3.2.1

Succesvolle ondernemers hebben de constante behoefte te presteren. Ze streven naar succes. Ik ben erg ambitieus. Ik scoor op dit punt honderd procent en zal continu proberen mezelf te verbeteren. Ik heb de drang mezelf te bewijzen tegenover anderen. Dit zal een positief effect op het ontwikkelingsproces van de onderneming hebben. Een valkuil hierbinnen is echter wel het perfectionisme. Het niet snel tevreden zijn als perfectionist, kan er toe leiden dat knopen langzaam worden doorgehakt. Hierdoor kunnen dingen onnodig worden uitgesteld (ACE-scan, 2015).

Sociale oriëntatie 3.2.2

Contact met andere partijen is van belang bij het ontwikkelen van eigen ideeën. Een succesvolle ondernemer komt dan ook makkelijk in gesprek en houdt te allen tijden het voordeel van het bedrijf in de gaten. Ik leg snel en makkelijk contact, ik voel me op mijn gemak in de omgeving van vreemden. Het is van belang het commerciële voordeel voor de onderneming daarvan in te zien en het te gebruiken (ACE-scan, 2015).

Marktbewustheid 3.2.3

Naast dit alles ben ik een vrij marktbewuste onderneemster. Marktbewustheid houdt in dat je de wensen van de klant goed in kaart weet te brengen en daar toepasselijk op in kan spelen. Ik zal dit in de gaten houden door continu op de wensen van de klant en de concurrentie te letten. Ik zal ervoor zorgen dat er een duidelijk beeld ontstaat van de verschillende nichedoelgroepen en de daarbij passende marketing technieken (ACE-scan, 2015).

Flexibiliteit 3.2.4

Vergeleken met de norm van de meeste ondernemers, zal ik een erg flexibele onderneemster worden. Ik sta open voor verandering en vind het makkelijk om mijzelf en plannen omtrent de onderneming aan te passen. Een valkuil hierbinnen is echter wel, om niet te snel te blijven veranderen. Het is van belang eerst de omstandigheden en eigen ideeën in beeld te nemen, voordat alles te snel wordt aangepast (ACE-scan, 2015).

Creativiteit 3.2.5

Creativiteit omschrijft hier de mogelijkheid om vernieuwende keuzes te maken en nieuwe dingen uit te proberen. Succesvolle ondernemers zijn open-minded en geïnteresseerd in wat er in de wereld om hen heen gebeurt. Ik ben het type persoon, dat daarbij het vermogen heeft met gedachten te spelen. Mijn manier van denken kan worden beschreven als intuïtief. Ik denk speels na en kom met nieuwe originele ideeën en oplossingen. Omdat er veel inspiratie en verbeelding in mijn hoofd omgaat, is het van belang te focussen op één idee tegelijk (ACE-scan, 2015).

Motiveren 3.2.6

Succesvolle ondernemers weten hoe ze het beste uit de ander kunnen halen. Ik kan anderen vrij overtuigend enthousiast maken. Ik weet hoe ik bij moeilijke situaties op anderen in moet spelen en mensen willen me dan ook geloven. De meesten zullen deze manier van leadership fijn vinden. Het is wel van belang andere tegelijkertijd ook aan het woord en in hun waarde te laten (ACE-scan, 2015).

(16)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 14

Behoefte aan macht 3.2.7

De behoefte aan macht reflecteert terug op de drang om te beslissen wat anderen moeten doen. Deze kwaliteit is wenselijk voor een ondernemer, omdat die in de positie komt om aan de touwtjes te trekken. Toch is het controle hebben over andere individuen niet belangrijk genoeg voor mij. Ik geef liever elk individu zoveel mogelijk ruimte om zijn eigen beslissingen te nemen. Het is toch van belang te blijven onthouden dat de ondernemer de baas van de onderneming zal zijn. Dit houdt in dat ik, ondanks dat dominantie bij mij niet van nature komt, ik toch af en toe de aandacht naar mezelf zal moeten trekken (ACE-scan, 2015).

Analyseren 3.2.8

Uit onderzoek blijkt dat ik geen analytisch type ben. In vergelijking met het gemiddelde scoor ik op dit vlak laag. Het is van belang wel de ratio tussen denken en emotie te blijven inzien. Wanneer het de bedoeling is meer te leren analyseren, is het van belang eerst naar de situatie te kijken en later pas gevoel toe te laten. Op die manier past de emotie zich aan op de gegeven informatie. Daarnaast is het belangrijk informatie van elkaar te scheiden en prioriteiten te stellen. Hierdoor kan je makkelijker conclusies trekken uit dat wat belangrijk is (ACE-scan, 2015).

Organiseren 3.2.9

Organiseren is een erg zwak punt. Plannen is niet makkelijk voor me, ik hou van improviseren. Toch is het bij onoverzichtelijke taken van groot belang om een planning te maken, en deze in het oog te houden. Het is verstandig een to-do list te maken (ACE-scan, 2015).

3.3 Product

Het product, de community-website: Shootstarter, faciliteert de samenwerking tussen creatieve studenten. Shootstarter geeft creatieve starters de kans elkaar te helpen en te inspireren. Ik bied met Shootstarter gebruikers een platform, waarop ze zelf op een goedkope en makkelijke manier samenwerking aan beeldproducties aan kunnen gaan. Shootstarter zal creatieve studenten helpen bij het vinden van partners die op betaalbare basis willen samenwerken. Wanneer je als gebruiker van de site zelf fotograaf bent, bestaan deze partners bijvoorbeeld uit visagistes, modellen en/of stylistes. Naast het faciliteren van samenwerking moet de website een creatieve broedplaats worden. De website biedt de doelgroep drie functies: 1. Verbinden 2. Creativiteit stimuleren 3. Presenteren op de arbeidsmarkt.

Deze drie functies komen tot uiting doordat gebruikers, na aanmelding, oproepjes op de website kunnen plaatsen. Hierin geven ze aan op zoek te zijn naar samenwerking. Zo kan een stylist bijvoorbeeld aangeven op zoek te zijn naar modellen en fotografen. De oproep vullen ze in aan de hand van een aantal standaard criteria. Andere gebruikers kunnen op die oproepjes reageren. Daarnaast is het mogelijk om als gebruiker een andere gebruiker direct te benaderen wanneer zijn geüploade profiel en portfolio bij een eigen concept of smaak past. Op die manier zullen er via de site connecties worden gelegd en zullen de portfolio’s ervoor zorgen dat gebruikers elkaar inspireren. Het zien van het werk van anderen inspireert en motiveert bij het produceren van creatief werk. Nadat ze onderling contact hebben opgenomen, kan er een samenwerking aan een beeldproductie plaatsvinden. Wanneer dit is gebeurd, zullen gebruikers elkaar +/- één dagdeel lang ontmoeten, om samen aan een

beeldproductie te werken. Zo helpt Shootstarter zijn gebruikers bij het verbeteren en uitbreiden van hun portfolio, en worden gebruikers tegelijkertijd geïnspireerd. Met een uitgebreid portfolio kunnen gebruikers zich beter presenteren op de arbeidsmarkt. Shootstarter wordt dus een community waarbinnen gebruikers elkaar kunnen helpen. Het is geen productie bureau wat een team selecteert. Dat zullen de startende creatievelingen onderling organiseren. Het moet een creatieve melting pot worden.

(17)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 15

Verbinden 3.3.1

Het belangrijkste doel van de website is om de doelgroep met elkaar te verbinden. Het in contact brengen van elkaar. Er wordt een community opgebouwd. Communities lijken het antwoord op alle uitdagingen, die een organisatie kent bij het betrekken van de doelgroep (Wagenaar, K. 2015). In dit geval bestaat de organisatie uit het opbouwen van gratis beeldproducties. De doelgroep die daarbij wordt betrokken bestaat uit de vier partijen: stylistes en ontwerpers, modellen, fotografen en visagistes. Een community-platform is een website volledig gericht op het optimaal verbinden van mensen. Het is een netwerk van relaties, die leden of klanten onderling met elkaar onderhouden. Een succesvolle community bestaat uit een groep mensen met sterke gemeenschappelijke kenmerken: wensen, vragen, lifestyle, motivaties en angsten. Het ontwikkelen van een community wordt vaak vergeleken met het bouwen van een website. Dit klopt echter niet, omdat communities geheel draaien op de gebruikers, die zelf content aandragen. Bij websites gaat het om het reageren op content, die vanuit de organisatie wordt aangesteld. Bij Shootstarter zorgt de community zelf voor user created content ! zie §6.1 [Creëren]. Het draait in online communities om het zoveel mogelijk faciliteren van interactie tussen personen met dezelfde interesses. Wanneer de leden goed met elkaar in verbinding staan, zal er sneller een fijne

samenwerking aan beeldproducties uit voortkomen. Hoe actiever en hechter de groep, hoe waardevoller de community voor de gebruikers (K. Wagenaar, 2015).

Creativiteit stimuleren 3.3.2

Het is van belang dat gebruikers elkaar binnen Shootstarter inspireren. Doordat ze binnen het productieproces minder tijd hoeven te besteden aan het vinden aan externe partijen, zal er meer tijd overblijven voor het creatieve denkproces. Om deze reden is het van belang om binnen Shootstarter veel inspiratie aan de gebruiker te bieden. Inspiratie draagt namelijk bij aan de cultuurontwikkeling, waardoor creatievelingen beter worden in hun vak. Wanneer gebruikers elkaar inspireren kunnen ze van elkaar leren, en op elkaar voortborduren (Onderwijsraad, 2012).

Presenteren op de arbeidsmarkt 3.3.3

Het is van belang dat de klant zichzelf goed kan presenteren op de website. Tegelijkertijd moeten de gegevens en de bruikbaarheid van de gebruiker voor de buitenwereld duidelijk zijn. Dit kan aan de hand van een profiel met CV en een portfolio. Een portfolio is een persoonlijke (digitale) map, waarin je zelf beschrijft wat je kan en waaruit blijkt hoe je jezelf verder wil ontwikkelen. Een portfolio dient voor twee doelen: 1. Je kunt een leidinggevende laten zien wat je hebt geleerd en wat je in je mars hebt. 2. Het helpt je zelf na te denken over wat je hebt bereikt en wat je de komende tijd nog wil leren. Door deze aspecten voor ogen te krijgen, blijft men zichzelf ontwikkelen. (Carrièretijger, 2015).

Aan de hand van beeldproducties die creatievelingen met behulp van Shootstarter organiseren, kunnen de studenten zichzelf dus verder ontwikkelen. Cum laude afgestudeerd styliste en docent aan de Artemis Styling academie, Sinja Bloeme, geeft op haar blog tips over hoe creatievelingen zich het beste kunnen presenteren op de arbeidsmarkt. Vanuit verschillende sollicitatie gesprekken heeft ze met haar ervaring een lijst opgesteld met aspecten waar bij een goed portfolio aan gedacht moet worden. Deze kan als tippagina op Shootstarter worden gebruikt:

• Bedenk wat je eigen toegevoegde en onderscheidende waardes zijn, en druk dit uit in je beelden. • Onthoud dat je alleen je beste werk in beeld brengt. Niet al je werk is relevant.

• Word je bewust van wat jouw kwaliteit en specialiteit precies inhoudt en zorg dat je dit goed kan verwoorden. • Het gaat niet altijd alleen om je verhaal, en om de wijze waarop je je beeld presenteert. Maar het gaat er ook

(18)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 16

3.4 Bedrijf

De kernactiviteit van het bedrijf draait om het runnen van het Shootstarter platform. Bij de opstart van een bedrijf komt veel kijken, onderstaand een aantal stappen die hierbij aan te pas komen. Allereerst is het belangrijk om de auteursrechten van het business model vast te leggen. Op die manier kan niemand het idee stelen en kan het concept wellicht ooit verkocht worden. Dit kan via websites als CCproof.nl. Als startend ondernemer moet je een rechtsvorm kiezen. Deze bepaalt de mate van aansprakelijkheid voor schulden van het bedrijf en

belastingverplichtingen. Ik zal als een zelfstandig ondernemer zonder personeel (zzp’er) beginnen. Ik zal, net als de meeste startende ondernemers, een eenmanszaak opstarten. Dit omdat een eenmanszaak meer

belastingvoordeel biedt dan bijvoorbeeld een BV. Een nadeel van een eenmanszaak is dat ik hiermee persoonlijk aansprakelijk word gesteld voor de schulden van het bedrijf (Ondernemersplein, 2015).

Ik zal Shootstarter inschrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Men kan maximaal één eenmanszaak oprichten. Deze kan wel verschillende handelsnamen, activiteiten en vestigingen hebben. Ik zal inkomsten belasting moeten gaan betalen over de winst van mijn eenmanszaak. Hiervoor gelden de tarieven uit box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning). Wanneer de belastingdienst mij als ondernemer herkent en ik voldoe aan het urencriterium heb ik recht op belastingvoordeel, zoals zelfstandigen aftrek en winstvrijstelling. Wanneer je een eenmanszaak hebt, betaal je premies voor de volksverzekeringen en verkrijg je recht op AOW na je 65ste. Heb je een eigen bedrijf, dan ben je verplicht je administratie bij te houden.

Daarnaast is het van belang de algemene voorwaarden voor de gebruiker in kaart te brengen. Op die manier wordt het voor klanten duidelijk welke rechten en plichten ze hebben. Ook zullen er bedrijfsverzekeringen moeten worden afgesloten, denk bijvoorbeeld aan goederenverzekeringen, aansprakelijkheidsverzekeringen of

arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (Ondernemersplein, 2015).

Klantwaarde 3.4.1

Wanneer deze aspecten allemaal zijn vastgesteld is het van belang om op zoek te gaan naar potentiële klanten. Zoals in !§4 [huidige markt] beschreven staat, zal er een nieuwe industrie worden aangekaart. Dit gebeurt via de

Blue Ocean strategie. Hierbinnen staat waarde verhoging voor klanten centraal (Chan Kim, W. en Mauborgne, R.

2005). De klantwaarde die een organisatie biedt, wordt in toenemende mate bepaald door de wijze waarop zij haar producten of diensten levert aan haar klanten. De grootste uitdaging voor Shootstarter in dit digitale tijdperk, is het creëren van positieve klantervaringen (TheFactor.e, 2015). Het is dus van groot belang dat er een optimale dienstverlening in het belang van de klant ontstaat (Boerma, H. 2014).

De Shootstarter website is van elkaar en draait om elkaar helpen. Er zal gefocust moeten worden op het werven van klanten die continu doorstromen. Creatieve studenten zullen rondom de jaren voor en na hun afstuderen met de site in aanraking komen, om vervolgens carrière te maken. De klanten zullen dus ‘doorstromen’ wanneer ze zijn afgestudeerd. Daarom is het van belang ze optimale service te bieden gedurende de periode waarbinnen ze de site gebruiken. Ik zal als opzetter van de site op de lange termijn een monitor aanstellen die de community in de gaten houdt en ervoor zorgt dat de juiste partijen er op de juiste manier gebruik van maken. Doordat deze persoon de algemene voorwaarde voor klanten controleert en overziet zal de website optimale kwaliteit bieden.

(19)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 17

Leef je in 3.4.2

Volgens Erik Hartman, specialist in content management, zijn er maar weinig online bedrijven die echt luisteren naar wat de doelgroep wil. Daarom zal het thema “Luisteren naar het publiek” te allen tijden voorop staan. Het is daarbij vervolgens van belang om de dialoog met de klant aan te gaan. En zijn mening vervolgens door te laten klinken, door het bedrijf te innoveren volgens zijn wensen. Doordat het product wat Shootstarter biedt digitaal is, bestaat de mogelijkheid om continu te blijven aanpassen. Door de ervaring van klanten te gebruiken kan de site telkens verbeteren. Wat is trending binnen de doelgroep? Het is belangrijk om continu social media in de gaten te blijven houden. Wat ik hoor, moet ik zien te vertalen naar anders handelen binnen de community. Daarnaast is het goed om een hoog bezoekersaantal te hebben maar zal het uiteindelijk echt draaien om de echte conversatie die tussen de gebruikers plaats moet vinden (Boerma, H. 2014).

(20)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 18

4 Huidige markt

De tweede deelvraag luidt: “Wat is mijn markt?”. Dit wil zeggen dat binnen dit hoofdstuk de markt rondom het product zal worden gedefinieerd. Dit geeft inzage in hoe Shootstarter zich dient op te stellen tegenover haar klanten en de rest van de markt. Het idee van sharing of barteren ! zie §6.3 [Helpen], is tegenwoordig niet nieuw. Concepten als Studentenwoningweb, Ticketswap, Werkspots en Studentsonly ! Zie §8 [Voorbeelden], zijn platformen die studenten en nichedoelgroepen al verbinden en helpen ruilen. Dit gebeurt echter nog niet binnen de creatieve wereld van beeldproducties. Daarom is het Shootstarter concept een gat in de markt. Omdat er een geheel nieuw product wordt geproduceerd, zal deze buiten bestaande markten vallen en wordt er gebruik gemaakt van de Blue Ocean Strategie, waardoor er een nieuwe industrie wordt aangekaart.

De Blue Ocean strategie is een nieuwe manier van denken. Het gaat om het creëren van een nieuwe markt, in plaats van te blijven concurreren binnen bestaande markten. De strategie begint met de vraag: Waarom blijven bedrijven doorgaan met het creëren van marktruimte, terwijl anderen in diezelfde markt falen? W. Chan Kim en Renee Mauborgne onderzochten 150 succesvolle en mindersuccesvolle marktcreaties gespreid over dertig industrieën en vonden het volgende: De meeste bedrijven focussen op hoe ze de concurrentie binnen bestaande markten kunnen verslaan. Maar deze bestaande industrieën zijn overbevolkt, ze hebben krimpende winstmarges en weinig tot geen groeimogelijkheden. Daarom worden ze Red Oceans genoemd. Uit onderzoek blijkt dat de winstimpact veel groter kan zijn, wanneer er een nieuwe markt wordt gecreëerd. Deze marktruimtes of gaten in de markt zijn dus de Blue Oceans (Chan Kim, W. en Mauborgne, R. 2005).

Om in een nieuwe Blue Ocean te treden zal Shootstarter dus de nieuwe markt van “Het verbinden van creatievelingen om beeldproducties te ontwikkelen” betreden. Hierbij is het van belang om geen aandacht te geven aan de concurrentie binnen bestaande markten, maar volledig te focussen op de behoefte van de

doelgroep. Hiermee creëert Shootstarter een nieuw concept, zonder een bestaand concept na te doen en dat aan te passen. Dit zorgt ervoor dat de waarde van het concept voor de klant hoger is. Het maakt de concurrentie, omdat zij niets soortgelijks doen, irrelevant. Hierdoor hoeft Shootstarter niet te concurreren en dus ook niet te adverteren. Dit scheelt in de kosten voor het bedrijf. Zo wordt de waarde van Shootstarter voor klanten dus hoger, terwijl de kosten voor het bedrijf laag blijven. Dit heet waarde-innovatie. De standaard van “waarde verhoging is kosten verhoging” wordt gebroken, bij waarde-innovatie werken de twee aspecten juist samen (Chan Kim, W. en Mauborgne, R. 2015).

De vraag blijft echter hangen: hoe speelt Shootstarter perfect in op de wensen van de doelgroep? Hoe biedt men een nieuw product met hoge waarde aan, waardoor het zichzelf verkoopt? Dit heeft Shootstarter vastgesteld aan de hand van het strategie canvas. Het strategie canvas is een actiekader dat de speling binnen de bestaande markt omschrijft ! Zie figuur 3 [Het strategie canvas van community-websites 2015] (Chan Kim, W. en Mauborgne, R. 2015).

(21)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 19

Figuur 3 Het strategie canvas van community-websites in 2015

De horizontale as geeft de reeks factoren waarnaar de doelgroep behoefte heeft weer. Deze factoren geven aan waarin de bestaande industrie concurreert en investeert. De verticale as geeft de mate van de investering, van het bedrijf, in die aspecten weer. Een hoge score betekent dat het bedrijf haar klanten veel te bieden heeft op dat punt.

Het canvas bestaat uit twee soorten curves:

1. De rode/gele/roze curves (Red Oceans): Geven weer hoe de markt van beeldwebsites er op dit moment uitziet. Het geeft de speling binnen de bestaande industrie weer. Zoals vanuit de honingraatmodellen !zie bijlage III [Best practice analyse] te zien is, focust deze groep meestal op één of twee concurrerende factoren.

2. De Blauwe curve (Blue Ocean): Geeft de tactiek van Shootstarter weer. Zoals hier te zien is, investeert Shootstarter in alle wensen van de doelgroep. Hierdoor blijft Shootstarters toekomstige waarde op alle vlakken vrij stabiel en onderscheidend (Chan Kim W. en Mauborgne, R. 2005).

Wanneer Shootstarter, anders dan de concurrentie die uitblinkt op één specifieke factor, op alle vlakken goed presteert, zal het product op alle wensen van de doelgroep inspelen. Zo wordt er een nieuw soort stabiele curve binnen het strategie canvas ontwikkeld en daarmee een nieuw product wat zichzelf zal verkopen.

Binnen de Blue Ocean strategie moet Shootstarter continu blijven inspelen op haar klanten. Dit is te doen door: 1. De marktgrenzen te herbouwen door iets compleet nieuws te creëren.

2. De nieuwe strategie uit te werken in een goed ondernemingsplan en website. 3. Verder te kijken dan de bestaande vraag waar de concurrentie al op inspeelt.

4. Altijd te blijven focussen op het algemene doel (=creatievelingen verbinden) en niet op cijfers of winst. 5. Organisatorische hindernissen te overkomen (Chan Kim, W. en Mauborgne, R. 2015).

Een nieuwe markt creëert nieuwe vraag. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat met de komst van Shootstarter steeds meer mensen geïnteresseerd raken in het produceren van beeldproducties. Omdat dit met de site makkelijker kan. Ook kan het zijn dat de vraag naar professionele portfolio’s groter en belangrijker wordt. Met de Blue Ocean Strategie zal Shootstarter zichzelf verkopen, dit kan dus met waarde-innovatie zonder te adverteren (Chan Kim, W. en Mauborgne, R. 2015).

(22)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 20

5 Doelgroepanalyse

Binnen dit hoofdstuk zal er duidelijkheid worden gegeven over wie de doelgroep precies is. Het is belangrijk te weten welke partijen baat hebben bij het product. Dit gebeurt vanuit een algemene en een specifieke benadering. De creatieve (afstuderende) student is de algemenere doelgroep. Maar de doelgroep wordt ook ingedeeld in vier specifieke niche doelgroepen. Namelijk de stylistes en ontwerpers, modellen, fotografen en visagistes. Elk van deze partijen wordt betrokken op de website, om zo samen te kunnen werken aan beeldproducties. Het is van belang te ontdekken wie de persona’s binnen de niche precies zijn, hoe groot de groep precies is en welke media zij graag gebruiken. Daarnaast is het belangrijk te weten uit welk belang zij de website gebruiken. Op die manier kan het bedrijf volledig inspelen op de wensen van de klant.

De doelgroep van Shootstarter bestaat uit de opstartende creatieveling die nog studeert of net afgestudeerd is. Dit omdat de studenten opdrachten vanuit school zullen krijgen, en de net afgestudeerde vrij werk zullen willen aangaan om op die manier zichzelf beter te kunnen presenteren op de arbeidsmarkt. Er zal worden gefocust op de kosmopolieten, dit zijn kritische wereldburgers die postmoderne waarden als ontplooien en beleven integreren met moderne waarden als succes, materialisme en genieten. (Lampert, M. 2015). Het gaat om creatievelingen die zich met beeldproducties graag willen presenteren op de arbeidsmarkt. Zij willen een professioneel portfolio opbouwen, maar beschikken niet over de financiële middelen om andere partijen, die hierbij helpen, in te huren. Dit omdat ze nog studeren of (nog) niet in vaste loondienst zijn. De doelgroep krijgt via zijn of haar studie de opdracht om zich creatief te uiten aan de hand van fotografisch beeld of heeft hier zelf behoefte aan. Hiervoor beschikken zij over voldoende inspiratie en ideeën, ze missen echter een hulpmiddel wat hen helpt om met betaalbare partners in contact te komen (Overbeke, D. 2015) (Hoorn, V. 2015) Deze groepen bestaan uit studerend of opstartende: A. Stylisten of ontwerpers C. Visagisten

B. Fotografen D. Modellen

Populatie 5.1.1

Volgens het Centraal Bureau Statistiek studeren er jaarlijks rond de zeven en een half duizend studenten af aan een creatieve opleiding. Hierbinnen halen ongeveer vierduizend HBO studenten hun bachelor binnen de

Beeldende kunst. Deze categorie is erg breed en bevat opleidingen op het terrein van bijvoorbeeld film, fotografie en modevormgeving of docent beeldende kunst en vormgeving (Studentum, 2015). De andere drieduizend MBO studenten studeren voornamelijk af aan media- en vormgevingstudies. Daarnaast studeren er in 2010 nog eens vijfhonderd MBO studenten af aan een mode- en kledingopleiding (CBS, 2011). De kans is groot dat elk van deze studenten gedurende zijn drie of vier jaar durende opleiding één of meer beeldproducties heeft moeten

produceren. Of dat zij behoefte hebben aan een representatief portfolio na hun studie. Naast de studenten zijn er in 2015 ongeveer 136 duizend creatievelingen werkzaam. (CBS, 2014) (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten,2010).

Opleiding 5.1.2

Binnen Nederland zijn 647 creatieve opleidingen en cursussen. Hiervan zijn er 172 artistiek gericht, 226 op het gebied van cultuur, 189 op het gebied van design en vormgeving, 72 op het gebied van kunst, 57 op het gebied van mode en design en 37 op het gebied van fotografie en film. Hierbinnen vallen een aantal opleidingen die een studie programma bieden binnen meerdere van de bovengenoemde vakken. Daarnaast zijn er nog eens 22 opleidingen tot visagisten (Studentum, 2015). Shootstarter zal zich hierbinnen vooral focussen op opleidingen die hun studenten de opdracht geven een beeldproductie te organiseren.

(23)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 21

De belangrijkste voorbeelden van opleidingen die dit doen zijn:

- Artemis Styling academie: mode-, media- en interieurstyling - Vogue Akademie: mode styling - Amsterdam Fashion Institute - Media college Amsterdam - De Rietveld Academie

- Hogeschool voor de Kunsten - Artez Hogeschool voor de kunsten - Willem de Kooning Academie

Rotterdam - De Fotovakschool

- De Fotoacademie en fotogram cursus

- Fotel Fotografie - Laudius Fotogafie - MBOA visagie Rotterdam - Dick Peters Visagie Amsterdam - Nederlandse School voor Visagie

(Studentum, 2015)

Beroep 5.1.3

Creatief afgestudeerden gaan aan het werk binnen de beeldende-, ontwerpende-, of uitvoerende beroepen. Binnen Shootstarter zal vooral worden gefocust op de ontwerpende beroepen. Hiertoe behoren de kleding- en productontwerpers en grafisch- en multimedia ontwerpers. Daarnaast behoren de beeldend kunstenaars ook binnen de doelgroep van Shootstarter. In 2011 zijn er volgens het CBS 43 duizend grafisch en multimedia ontwerpers, 15 duizend beeldend kunstenaars en zesduizend product en kleding ontwerpers werkzaam in Nederland. Deze drie partijen zijn elk onder te verdelen in de niches styling, fotografie en visagie (CBS, 2014). Daarnaast behoren modellen ook binnen de doelgroep van Shootstarter. Binnen Nederland bestaan er zo een dertig professionele modellenbureaus in Nederland. Hiervan heeft elk ongeveer gemiddeld vijftig modellen in dienst. Hierbij komen de starters zonder modellenbureau (BMCB, 2015).

Shootstarter heeft als doel ervoor te zorgen dat afgestudeerden de kans krijgen aan de slag te kunnen in de sector waarvoor ze gestudeerd hebben. Maar liefst 62 procent van de Nederlandse afgestudeerde creatief kiest een totaal ander beroep. Twaalf procent is geen kunstenaar, maar heeft wel een ander creatief beroep (CBS, 2014). 26 procent is wel werkzaam binnen de creatieve sector. Relatief veel afgestudeerden met een creatieve opleiding, zijn een jaar na afstuderen al actief als ZZP’er. Van de creatieve afgestudeerden uit 2010 was 25 procent een jaar na afstuderen zelfstandige. Negen jaar na het afstuderen is het aandeel zelfstandigen onder afgestudeerden met een creatieve opleiding toegenomen tot zo’n dertig procent. Dit is ruim drie keer zoveel als voor de totale hbo-afgestudeerden gemiddeld (CBS, 2014). Daarnaast is de topsector Creatieve Industrie een van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie (Rijksdienst voor ondernemend Nederland, 2015). Het aantal bedrijven in de creatieve industrie is harder gegroeid dan het totaal aantal bedrijven in Nederland (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten,2010). Met het hoge aantal zelfstandigen onder

afgestudeerden met een creatieve opleiding, hangt samen dat zij minder vaak werkzaam zijn als werknemer (Rijk,

de A. en Schreven, L. 2011). Wanneer je zelfstandig werkt, is het van belang goed te focussen op zelfpresentatie

aan de hand van portfolio’s. Juist daarom zal Shootstarter zich focussen op deze snelgroeiende groep.

Leeftijd 5.1.4

De doelgroep kosmopolieten bestaat uit relatief veel jongeren (Lampert, M. 2015). Uit onderzoek van het CBS blijkt dat het aantal werkzame creatievelingen steeds jonger wordt. Zo is het aantal creatieve werkzame tussen de 15 en 24 sinds 2005 verdubbeld tot twaalfduizend in 2011. Dit komt overeen met tien procent van het totaal aantal kunstenaars in Nederland.

Geslacht 5.1.5

Van alle studerende en net afgestudeerden creatievelingen is net iets meer dan de helft vrouw. Maar wanneer er wordt gekeken naar het kunstzinnig beroep zijn de vrouwen juist duidelijk in de minderheid. Hier blijkt juist één van de drie creatievelingen vrouw (CBS,2014). Daarom zal Shootstarter extra focussen op de vrouwen.

(24)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 22

Woonplaats 5.1.6

Van het totaal aantal studenten die afstuderen aan een opleiding binnen de beeldende kunst is 82 procent Nederlands, 15 procent is buitenlands en van 3 procent is de nationaliteit niet duidelijk (CBS, 2014).

Klasse/ inkomen 5.1.7

Eén jaar na het afstuderen verdient ongeveer 55 procent van de creatieve hbo-afgestudeerden meer dan dertigduizend euro per jaar. Voor de beeldend kunstenaars ligt dit vaak net onder de dertigduizend euro per jaar, omdat hun vakgebied een stuk onzekerder is. Dit omdat deze sector vrijwel altijd zelfstandig onderneemt, en dus geen vast inkomen heeft (CBS, 2014).

Voorkeuren 5.1.8

De creatieve kosmopoliet is erg gemotiveerd om carrière te maken. Hij heeft de ambitie om een hoge sociale status te verwerven, zowel via social media als in het echt. Hij is een netwerker. Hij verlangt naar erkenning en waardering. Dit kan ook op creatief gebied zijn. De kosmopoliet houdt zich bezig met kunst en cultuur. Hij vind het belangrijk te werken en te presteren voor een goede identiteit en status. Ze staan open voor vernieuwingen en veranderingen en doen daar zelf ook aan mee. De creatieve kosmopolieten willen graag nieuwe dingen meemaken en zijn erg vrij. Ze kunnen goed buiten hun eigen omgeving omkijken en zijn internationaal georiënteerd (Lampert, M. 2015). Voor de creatieve kosmopoliet is de wereld een stad, afstanden zijn met internet kleiner geworden. Dit geeft hen de mogelijkheid, culturen en ideeën uit te wisselen en hen op nieuwe inzichten te brengen (Lampert, M. en Schoenmaker, R. 2015). Hun levensstijl wordt beschreven als impulsief en open-minded, technologie-minded, vrijheid behoudend en consumptie en vermaak gericht (Lampert, M. 2015).

Online gedrag 5.1.9

Mannen en vrouwen tussen de 13 en 34 jaar, de leeftijdsgroep waarbinnen de doelgroep valt, gebruiken volgens het DDMM hun smartphone het meeste. Van de totale hoeveelheid tijd die ze online besteden doen ze dit 56 procent van de tijd via hun smartphone. 27 procent van de tijd gebeurt dit via een laptop of computer en nog eens 17 procent van de tijd gebeurt dit via een tablet. De gemiddelde bezoekduur aan een website ligt op de PC/laptop op 3 minuten en 44 seconden. Bij de smartphone en de tablet is dat veel korter. Beide komen niet aan de twee minuten (DDMM, 2014). Creatievelingen laten zich online veel inspireren door blogs. Daarnaast laten zij zich graag inspireren door websites als Tumblr, Weheartit, Pinterest, Flickr, Instagram, Behance en andere social media die beeld verschaffen. Dit werd geanalyseerd aan de hand van verschillende Facebook profielen binnen de doelgroep.

5.2 Persona’s

Zoals eerder vernoemd zal de algemene doelgroep worden ingedeeld in vier verschillende niches. Het is van belang om op elke niche zo toepasselijk mogelijk in te spelen. Dit omdat elk van deze partijen op een eigen manier met een specifiek doel de website zal gebruiken. Onderstaand zijn er vanuit de nichedoelgroepen vijf persona’s opgesteld. Dit gebeurde aan de hand van voorafgaande korte interviews.

De styliste 5.2.1

Opstartend styliste Vivian, is 22 en net afgestudeerd aan de Artemis styling academie. Hier heeft ze veel geleerd over mode-, interieur- en mediastyling. Tijdens haar studie is ze een eigen mode blog begonnen By-VH. Hiervoor volgt ze veel andere blogs en culturele ontwikkelingen ter inspiratie. Elke week laat ze zichzelf fotograferen in een eigen gestylede outfit. Een van haar vriendinnen maakt de foto. Doordat zijzelf geen professioneel fotograaf is, komen de foto’s prima uit, maar zijn ze qua fotografie weinig vernieuwend. Ze zou graag bij bijzondere outfits, de modefotografie wat interessanter maken.

(25)

| Afstudeerscriptie | Mariene Meyer Swantee | 2015 23

Omdat Vivian net is afgestudeerd en nog geen vaste baan heeft, wil ze de komende tijd een fotocursus gaan doen om aan haar fotografie te werken. Met betere fotografie kan ze haar blog een stuk professioneler maken. Hiervoor heeft ze echter geen budget. Ze is bezig met het opstarten van een eigen weddingplanning bureau en haalt kleine inkomsten uit haar blog. Als student is het leven op kamers in Amsterdam al duur genoeg (Hoorn, V. 2015).

De fotograaf 5.2.2

Opstartend fotograaf Diederick Overbeke (28 jaar) heeft momenteel moeite met het opbouwen van een

persoonlijk portfolio. Diederick’s contract bij zijn eerste baan als projectmanager is net afgelopen en hij is op zoek naar een nieuwe baan. Hij is afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht en zou graag wat fotografisch werk willen doen. Het probleem is alleen dat zijn portfolio op dit moment vooral bestaat uit abstracte werken vanuit school en dat hij, wanneer hij wil verdienen, commercieel aan het werk zal moeten gaan. Het is dus voor hem van belang dat hij mogelijke opdrachtgevers kan laten zien dat hij wel degelijk in staat is om

commercieel beeld te leveren. Dit zou hij met een goed portfolio aan zijn mogelijke opdrachtgevers kunnen presenteren. Hij heeft echter geen budget om professionele modellen of stylisten uit te betalen (Overbeke, D. 2015).

De visagiste 5.2.3

Ook Fiona Kool Buurman van 26 is nog opzoek naar een fotograaf en model, ze heeft een nieuw idee wat betreft make-up en wil dit graag professioneel vastleggen voor in haar portfolio. Fiona is 26 jaar en woont in Rotterdam. Ze doet nu een MBO opleiding tot visagiste. Ze heeft een nieuwe look bedacht en wil dit graag uitproberen op een model. Het beeld hiervan wil ze niet alleen voor in haar visagie portfolio hebben. Ze wil hiervoor echter wel een model gebruiken die een bijpassend gezicht heeft, maar ze heeft zelf geen tijd om aan de styling of kleding te besteden en al helemaal geen budget om een fotograaf te betalen (Kool Buurman, F. 2015).

Het model 5.2.4

Tenslotte heeft Alexandra Clot (20 jaar) een soortgelijk probleem. Zij is op haar dertiende aan haar

modellencarrière begonnen. Nadat ze twee jaar met haar tweelingzus intensief als model heeft gewerkt werd het tijd om haar eindexamen te halen en nam ze een pauze. Inmiddels studeert ze in Utrecht. Ze zou haar carrière als model een boost willen geven. Het probleem is echter dat ze geen recente foto’s meer heeft om aan haar bureau te presenteren. Ze heeft dus een vernieuwd portfolio nodig om aan haar mogelijk nieuwe agency te laten zien. Bepaalde agencies bieden testshoots aan, maar Caroline heeft geen zin om honderden euro’s aan een professioneel fotograaf uit te geven (Clot, C. 2015).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook hier hebben we een min of meer constant getal gevonden, wat het verband aangeeft tussen de resonantiefrequenties van platen gemaakt uit het zelfde materiaal, met

Na 3 verticale details gemaakt te hebben en te hebben geanalyseerd ben ik tot de conclusie gekomen dat schets 3 de beste is: geen koudebrug (door isokorf); dunne vloer;

Omdat het red team zich in deze fase reeds toegang heeft verschaft tot het interne netwerk van de organisatie, zal het netwerk ook worden onderzocht en in kaart worden gebracht om

Om onder andere het plan Naarden- buiten de Vesting mogelijk te maken is er niet alleen voor het buitengebied, maar ook voor het stedelijk gebied op 30 september 2015 door uw

De in de Nota Visie Windenergie 2004 opgenomen randvoorwaarden kunnen worden overgenomen. Ten aanzien van de afbraakregeling wordt voorgesteld om een termijn van 6 maanden te stellen

Een leerling die meer dan één van deze opties volgt, volgt ook meer dan één keer het vak instrument en komt in deze statistiek bijgevolg meer dan één keer voor.. In totaal werd

Buitenlandse missies van Vlaamse ministers waarvoor geen medewerking van FIT gevraagd wordt, maar die wel een link met economie of met de andere gebruikers van het platform

10 Verschrijving voor Thucydides, schuilnaam voor Axel Oxenstierna... tie aencomst sal wel te passe commen, want men hout den vrede tusschen Saxen ende den keyser 11 voor vast