Mulo-B Examen 1951 Meetkunde
Opgave 1.
Als twee buiten elkaar gelegen cirkels met verschillende stralen, waarvan de middelpunten M en N zijn, is een gemeenschappelijke uitwendige raaklijn getrokken. Het raakpunt met de eerste cirkel is C, dat met de tweede cirkel D. Het verlengde van NM snijdt de eerste cirkel in
A en het verlengde van MN snijdt de tweede cirkel in B. De verlengden van AC en BD snijden
elkaar in E.
Bewijs: E 90o.
Opgave 2.
Van ABC is Z het zwaartepunt en M het middelpunt van de omgeschreven cirkel.
Construeer ABC als gegeven zijn AM 3,7 cm; AZ2,7 cm en MZ 1,8 cm. (Denk aan analyse).
Opgave 2.
Van de raaklijnenvierhoek ABCD is AB6,AD 3, B 41 25' en o ACB82 49'o
. Bereken: 1. AC (in een geheel getal)
2. BC (in een geheel getal) 3. D