• No results found

Computerprogramma onkruidbestrijding wintertarwe : een geautomatiseerd begeleidingssysteem voor de onkruidbestrijding in wintertarwe : achtergronden en instruktie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Computerprogramma onkruidbestrijding wintertarwe : een geautomatiseerd begeleidingssysteem voor de onkruidbestrijding in wintertarwe : achtergronden en instruktie"

Copied!
55
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

f

H Ü /

v i e

•*»* ' »

-_fh'

s t r i j d i n g Wintertarwe

s s 3 = 3 = ; s E a s s = : 3 = =

Een geautomatiseerd begeleidingssysteem voor de onkruidbestrijding in wintertarwe; achtergronden en instruktie

ir H.F.M. Aarts ing H. Drenth

Verslag nr

12-Proef s t a t i o n Voor de "Akkerbouw* en

de Groenteteelt in de Vollegrond

augustus 1983

PROEFSTATION CENTRALE LANDBOUWCATALOGUS

0000 0967 3688

3Sft T728;

(2)

Inleiding ~

""" ^ i

Om te voorkomen dat opbrengstderving of kwaliteitsverlies van het pro-duct plaats vindt, of om te voorkomen dat bepaalde onkruiden in volgteelten financiële of technische problemen opleveren, moeten er in wintertarwe vrijwel altijd maatregelen worden uitgevoerd die tot doel hebben de onkruidvegetatie geheel of gedeeltelijk te vernietigen.

Over de noodzaak en mogelijkheden om onkruiden in tarwe te bestrijden is veel bekend. Zo is zowel door onderzoek als door ervaringen in de praktijk veel kennis beschikbaar gekomen over de biologie en oecologie van de onkruiden, over de relatie tussen onkruiden en gewas en over de mogelijk-heden en beperkingen van onkruidbestrijdende maatregelen. Deze kennis omvat zowel eenvoudige data als ook complexe verbanden.

Complexe verbanden bestaan tussen de grootte en samenstelling van de onkruid-vegetatie gedurende het groeiseizoen en de gewasproduktie. Vooral in de ons omringende landen is hieromtrent veel kennis opgedaan zodat bij een gegeven onkruidvegetatie in een bepaald gewasstadium redelijk voorspeld kan worden of bestrijding rendabel is.

Op zichzelf eenvoudige data, maar door hun grote aantal nauwelijks zonder hulpmiddelen optimaal te gebruiken zijn bijvoorbeeld de data die betrek-king hebben op de gevoeligheid van de belangrijkste onkruiden voor de vele voor gebruik vrijgegeven herbiciden en combinaties van herbiciden. Zo zijn in wintertarwe een veertigtal middelen toegelaten en worden er in dit gewas meer dan twintig onkruiden frequent aangetroffen. Daarbij komt dat elk middel slechts in een beperkt aantal gewasstadia zonder gevaar kan worden

toegepast, dat sommige tarwerassen voor een aantal middelen gevoelig zijn en dat niet elke ondervrucht elk middel verdraagt. Uiteraard heeft elk middel zijn eigen werkingsspectrum (gevoeligheid verschillende onkruidsoorten). In een optimaal bestrijdingssysteem wordt met de hier genoemde en andere kennis rekening gehouden. Dit is zonder hulpmiddelen een vrijwel onmogelijke opgave. Zo is zonder rekenprogramma een optimale keuze van het bestrijdings-middel praktisch onmogelijk.

Cot

Het Computerprogramma Onkruidbestrijding Tarwe (COT) levert op elk gewenst tijdstip gedurende de teelt adviezen over de noodzaak en mogelijkheden van onkruidbestrijding in wintertarwe. Ook wordt geadviseerd t.a.v. het eerstvolgende waarnemingstijdstip.

COT is een gebruikersvriendelijk programma, d.w.z. dat door een aantal eenvoudige vragen een voor een te beantwoorden de teler alle informatie levert die nodig is om tot een verantwoord advies te kunnen komen.

Als voor een perceel tarwe nog niet eerder advies is gevraagd worden een aantal basisgegevens (constanten) gevraagd (formulier 1). Als de basisgegevens eenmaal zijn ingevoerd hoeven, wanneer men voor het betreffende perceel een advies wil, slechts een beperkt aantal gegevens te worden verstrekt (variabelen). Ze hebben betrekking op de datum, op het gewasstadium en op de onkruidvegetatie (formulier 2 en 3 ) .

Uit de ingevoerde gegevens en uit de in een databank opgeslagen basisgegevens wordt berekend of chemische bestrijding zinvol is. <

Als dat het geval is wordt berekend welke middelen in aanmerking komen. Ook wordt aangegeven wat het te verwachten effect van de

middelen is op de onkruidvegetatie, wat de kosten zijn en hoe het middel moet worden toegepast. Tot slot wordt aangegeven

wanneer de volgende waarneming dient te worden uitgevoerd. Ook wanneer het programma adviseerde om (nog) niet chemisch te bestrijden wordt het

eerstvolgende waarnemingstijdstip gegeven. Wanneer het programma adviseert om niet te bestrijden kan, indien men dat wenst, toch een bestrijdingsadvies worden verkregen.

Alle ingevoerde gegevens worden opgeslagen in een databank zodat ze weer gebruikt kunnen worden als dat later nodig is.

(3)

formulier 1: basisgegevens

Dit formulier moet volledig worden ingevuld als voor de eerste keer voor een perceel advies wordt gevraagd.

grondsoort: 0 zand 0 dalgrond 0 lichte zavel 0 zware zavel 0 zwarte klei 0 loss zaaidatum: ras: ondervrucht : 0 geen 0 graszaad 0 grasgroenbemester 0 klaver of luzerne

formulier 2: veldwaarnemingen (perceelsnummer, datum, stadium gewas) Dit formulier moet elke keer volledig worden ingevuld.

nummer perceel: datum: stadium gewas: 0 kieming 00 droog zaad 01 begin zwelling 02 03 zwelling voltooid 04

05 kiemwortel uit zaad 06

07 pluimschede uit zaad 08

09 kiemblad bereikt punt bladschede 2 uitstoeling

20 alleen een hoofds 21 hoofdstengel en 1 22 hoofdstengel en 2 23 hoofdstengel en 3 24 hoofdstengel en 4 25 hoofdstengel en 5 26 hoofdstengel en 6 27 hoofdstengel en 7 28 hoofdstengel en 8 29 hoofdstengel en 9 tengel zijstengel zijstengels zijstengels zijstengels zijstengels zijstengels zijstengels zijstengels zijstengels I kiemplantontwikkeling 10 eerste blad uit pluimschede II eerste blad ontvouwen 12 2 bladeren ontvouwen 13 3 bladeren ontvouwen 14 4 bladeren ontvouwen 15 5 bladeren ontvouwen 16 6 bladeren ontvouwen 17 7 bladeren ontvouwen 18 8 bladeren ontvouwen

19 9 of meer bladeren ontvouwen 3 stengelstrekking (schieten) 30 pseudo-stengeloprichting 31 Ie knoop voelbaar 32 2e knoop voelbaar 33 3e knoop voelbaar 34 4e knoop voelbaar 35 5e knoop voelbaar 36 6e knoop voelbaar 37 vlagblad net zichtbaar 38

(4)

Formulier 3: veldwaarnemingen (onkruidvegetatie)

Evenwijdig aan de gewasrijen wordt een raam van 1 meter lengte en 10 cm breedte op de grond gelegd. De gewasrij moet zich in het midden van het raam bevinden. Als de ontwikkeling van het gewas verder is dan stadium 30 wordt het raam juist boven het gewas gehouden.

Binnen dit raam worden de van bovenaf zichtbare onkruiden per soort geteld. Als het bedekkingspercentage van een soort groter is dan het aantal exem-plaren binnen het raam wordt het bedekkingspercentage geschat.

De aantallen kunnen ook worden geschat maar het uiteindelijk advies wordt door schatten minder betrouwbaar. Bij het waarnemen wordt alleen gelet op gezonde planten of gezonde delen van planten.

In totaal worden per perceel minimaal 10 waarnemingen verricht op

representatieve plekken en de resultaten ingevuld op onderstaand formulier. De resultaten van de waarnemingen worden opgeteld, met 10 vermenigvuldigd en gedeeld door het aantal waarnemingen (bij 10 waarnemingen worden de resulta-ten dus opgeteld).

Wanneer de onkruidvegetatie op verschillende delen van een perceel sterk uiteenloopt moet elk deel apart bemonsterd worden. Voor elk gedeelte wordt dan een advies gegeven. Wellicht zijn de adviezen te combineren tot

een bruikbaar advies voor het hele perceel. Als dat niet het geval is moeten de perceelsgedeelten afzonderlijk behandeld worden.

aantal of bedekkingspercentage* d i c h t -opname 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 : h e i d ** duist : : : : : : : : : : : : windhalm : : : : : : : : : : : : straatgras : : : : : : : : : : : : kamille : : : : : : : : : : : : kleefkruid : : : : : : : : : : : : muur : : : : : : : : : : : : zwaluwtong : : : : : : : : : : : : witte krodde : : : : : : : : : : : : ereprijs : : : : : : : : : : : : hoenderbeet : : : : : : : : : : : : paarse dovenetel : : : : : : : : : : : : akkerviooltje : : : : : : : : : : : : varkensgras : : : : : : : : : : : : klein hoefblad : : : : : : : : : : : : akkerdistel : : : : : : : : : : : : akkermelkdistel : : : : : : : : : : : : akkermunt : : : : : : : : : : : : veenwortel : : : : : : : : : : : : moerasandoorn : : : : : : : : : : : :

div. 1-jarige die. : : : : : : : : : : : :

(5)

Als kleefkruid of een van de wortelonkruiden, uitgezonderd kweek, niet J.n de ramen wordt aangetroffen moet het aantal exemplaren van deze soorten

per are (100m2) worden geschat. Voor kleefkruid moet bovendien het kleinste en het grootste stadium worden aangegeven.

geschat aantal per 100 m2* kleefkruid klein hoefblad akkerdistel akkermelkdistel akkermunt veenwortel moerasandoorn

* alleen invullen als deze soorten niet in de ramen werden aangetroffen, de aantallen delen door honderd en invullen in de tabel waar de waarnemingen van de ramen zijn vastgelegd in de kolom "dichtheid".

stadium kleefkruid* 0 kiemplant

0 een krans echte bladeren 0 twee zijassen

0 meer dan twee zijassen

* kleinste en grootste stadium invullen

(6)

Berekening schadelijkheid onkruidvegetatie

Niet elk onkruid veroorzaakt evenveel schade aan het gewas of aan de volgge-wassen. De schade is afhankelijk van de soort, van de grootte en van het gewas stadium.

Daarom wordt aan elke onkruidsoort een aantal standaard-onkruid-eenheden (soe-waarde) toegekend. De soe-waarde is gebaseerd op onderzoekresultaten verkregen in buurlanden en op meningen zoals die bij de praktijk,

voorlichting en onderzoekinstellingen leven.

De soewaarde is voor de meeste onkruidsoorten uitsluitend gebasseerd op de schadelijkheid in de wintertarwe omdat eventuele zaadvorming de mogelijk-heden en kosten van onkruidbestrijding in volgteelten niet wezenlijk beïn-vloed. Voor kleefkruid en de wortelonkruiden is de soewaarde echter

gebasseerd op de schade en kosten van bestrijding in volgteelten, omdat deze schade en kosten hoger zijn dan de directe schade in de wintertarwe. T.a.v. deze onkruiden fungeert tarwe als een schonende teelt; er worden dus kosten in gemaakt ten behoeve van volgteelten.

Er is uitgegaan van een bouwplan met 25 % wintertarwe en 50 % rooivruchten. De schade die een soort veroorzaakt is afhankelijk van de mate waarin

de soort voorkomt. Daarom wordt de schadelijkheid berekend door de soewaarde te vermenigvuldigen met de dichheid.

De totale schadelijkheid van de onkruidvegetatie wordt berekend door de schadelijkheid van de afzonderlijke soorten op te telllen.

Schadelijkheid onkruidvegetatie = (dichtheid x soewaarde) soort 1 +

(dichtheid x soewaarde) soort 2 + ... + (dichtheid x soewaarde) soort N. (PS: wellicht is het zinvol de op deze wijze berekende schadelijkheid te vermenigvuldigen met dekvruchtkwaliteit ras/10; een ras met een goede dekvruchtkwaliteit is immers een slechte concurrent)

De bestrijdingsdrempel is afhankelijk van het gewasstadium, de onkruidvegeta-tie, de verwachte onkruidgroei, de kosten van bestrijding en de mogelijkheden en kosten om de onkruiden in een later stadium nog te bestrijden.

Soewaarde van de meestvoorkomende onkruiden in wintertarwe: duist windhalm straatgras kamille kleefkruid muur zwaluwtong witte krodde ereprijs hoenderbeet paarse dovenetel akkerviooltje varkensgras klein hoefblad akkerdistel akkermelkdistel akkermunt veenwortel moerasandoorn div. 1-ja-dic. 25, 12. 12. 12. 5. 5. 5, 20 35 10 30 .000, 10 20 10 10 10 10 10 20 .500, .500, .500, .000, .000, .000, 10 als als als als als als als als als als de de de de de de de de de de dichtheid dichtheid dichtheid dichtheid dichtheid dichtheid dichtheid dichtheid dichtheid dichtheid groter groter groter groter groter groter groter groter groter groter 5000 is dan 0,1: 5000 is dan 1: 500 is dan 0,1: 5000 is dan 1: 500 is dan 0,1: 5000 is dan 1: 500 is dan 1: 500 is dan 1: 500 is dan 1: 500

(7)

De beslissing wel of niet een bestrijdingsmaatregel uitvoeren en advies ten aanzien van bet volgende waarnemingstijdstip

De periode waarin onkruidbestrijdende maatregelen kunnen worden genomen wordt opgedeeld in drie gedeelten.

Het eerste gedeelte heeft betrekking op de periode vanaf zaaien tot 11 januari. In deze periode kan het nuttig zijn bestrijdingsmaatregelen tegen duist of andere eenjarige onkruiden uit te voeren.

Het tweede gedeelte bestrijkt de periode tussen 11 januari en 21 april.

In deze periode kunnen maatregelen nodig zijn tegen overwinterde onkruiden en tegen voorjaarskiemers.

Het derde gedeelte bevat de periode na 21 april. In deze periode kunnen

maatregelen nodig zijn tegen overwinterde onkruiden, voorjaarskiemers en wortelonkruiden.

Als op korte termijn concurrentieschade te vrezen valt wordt geadviseerd spoedig te bestrijden. Ook wanneer nog geen concurrentieschade optreedt maar deze wel over enige tijd verwacht wordt en de vegetatie in een later

stadium moeilijk te bestrijden is wordt geadviseerd op korte termijn te be-strijden. Wordt er voorlopig geen concurrentieschade verwacht en is de onkruidvegetatie nog langere tijd te bestrijden dan wordt geadviseerd de waarnemingen over enige tijd te herhalen. Ten aanzien van kleefkruid en de wortelonkruiden wordt, wanneer ze geen concurrentieschade doen, de bestrijding op een zodanig tijdstip uitgevoerd dat deze onkruiden optimaal worden bestreden. Getracht wordt dan gelijktijdig zo veel mogelijk van

de andere onkruiden ook te doden.

(8)

De keuze van het herbicide nadat bestrijding wenselijk geacht werd

Volgens onderstaand schema wordt een lijst samengesteld met middelen die in principe in de gegeven situatie (stadium gewas, ondervrucht, ras) toepasbaar zijn. Voor elk middel van de middelen die op de lijst staan

wordt bekeken hoe effectief het is tegen de waargenomen onkruidvegetatie. Alle in Nederland in wintertarwe toegelaten middelen staan in bijlage 2 en 3. Bij elk middel staat in welke gewasstadia (Zadoks)

het middel kan worden toegepast. Als een middel goed werkt tegen een bepaald onkruid (++) wordt de schadelijkheid van de soort met 0 verme-nigvuldigd, bij matig goede werking gebeurt dit met 1/2 en bij geen of onvoldoende werking met 1. Er wordt daarbij vanuit gegaan dat de middelen onder voor werking gunstige omstandigheden,

wordt toegepast. De resterende schadelijkheid van de onkruidvegetatie na toepassing wordt berekend door de resterende schadelijkheid van de soorten bij elkaar op te tellen. Het effectiefste middel heeft uiteraard de minst resterende schadelijkheid.

De gevoeligheid van de ondervruchten staat ook in bijlage 2 en 3. De rasgevoeligheid is weergegeven in bijlage 4

Uiteindelijk ontstaat een lijst met bovenaan het meest effectieve middel en onderaan het minst effectieve middel. Bij elk middel worden de kosten per ha vermeld en wordt een kleine gebruiksaanwijzing (bijsluiter, bijlage 3 ) .

(9)

neem eerste middel van lijst toegelaten middelen

V

is het middel in het opgegeven stadium gewas toepasbaar? nee > : ja

V

verdraagt de ondervrucht het middel?

n e e — ja

verdraagt het tarweras het middel?

ja

eventueel ander criterium

bereken de schadelijkheid van de onkruidvegetatie na toepassing van het middel

< — V

is er nog een volgend middel op de lijst?

nee

sorteer de middelen naar toenemende schadelijkheid van de onkruidvegetatie na toepassing van de middelen in het opgegeven stadium

(10)

cotbeslis.txt 24 juni 1983

Bijlage 1: beslisschema

Datum waarop advies wordt gevraagd: 1 sept - 11 jan ==> groep 1 11 jan - 21 apr ==> groep 2 21 apr - 30 jun -=> groep 3

GROEP 1 (de datum waarop advies wordt gevraagd ligt tussen 1 september en 11 januari)

zaaidatum > 1 nov ja > tekst 103 + ev. recept

nee

datum advies < 1 nov ja > zand of dalgrond ja > tekst 103 + ev. recept

nee

verwachting aantal kiemplanten duist in de herfst:

> 50/m2 (geen onmdervrucht) of > 15/m2 (grasgroenbemester) of

> 5/m2 (graszaad) nee > tekst 103 + ev. recept

ja

tekst 104 + recept nee

onkruidvegetatie < 500 soe ja > tekst 101

nee

(11)

tekst 103 Het Is voorlopig niet zinvol een bestrijding uit te voeren. Kontroleer het gewas bij een zachte herfst in de eerst helft van november. Als dat niet het geval is adviseren wij U het gewas spoedig na 1 maart te kontroleren (dus voor de groei goed op gang komt) i.v.m. de eventuele bestrijding van de herfst-en winterkiemers.

Als ü toch spoedig na het zaaien een bespuiting wilt uitvoeren (slecht berijdbaar land voorjaar, veel kamille, arbeidsfilm) schat dan het aandeel van de verschillende onkruidsoorten in de onkruidvegetatie die zich voor de winter vestigd. Controleer in dat geval spoedig na 21 maart ( dus als de groei

goed op gang komt) i.v.m. de eventuele bestrijding van voorjaars-kiemers. Geef een return (voor recept)

tekst 102: Als de weers- en bodemomstandigheden het toelaten is het ver-standig nog voor de winter een chemische bestrijding uit te voeren. Als een bestrijding wordt uitgevoerd moet de volgende waarneming spoedig na 21 maart worden uitgevoerd ( dus als de groei goed op gang komt). Als er geen bestrijding wordt

uitgevoerd adviseren wij U de volgende waarneming spoedig na 1 maart te verrichten (dus voor de groei goed op gang komt)

i.v.m. de eventuele bestrijding van de herfst- en winterkiemers. Geef een return (voor recept).

tekst 101: Het is niet nodig voor de winter een bespuiting uit te voeren. Controleer het gewas zo spoedig mogelijk na 1 maart (dus voor de groei goed op gang komt) i.v.m. de eventuele bestrijding van de herfst- en winterkiemers.

Als U toch een bespuiting in de herfst wilt uitvoeren ( bijv bij slecht berijdbaar land in het voorjaar of t.b.v. de arbeids-verdeling) schat dan het aandeel van de verschillende onkruid-soorten in de onkruidvegetatie die voor de winter ontstaat. Kontroleer het gewas spoedig na 21 maart (dus als de groei goed

op gang komt) i.v.m. de eventuele bestrijding van voorjaarskiemers Geef een return (voor recept).

tekst 104: De verwachting dat duist massaal gaat voorkomen maakt een

bestrijding in de herfst verantwoord. Schat ook hoeveel exemplaren van de andere onkruidsoorten er zich voor de winter vestigen.

Kontroleer spoedig na 21 maart (dus als de groei goed op gang komt) i.v.m. de eventuele bestrijding van voorjaarskiemers. Geef een return (voor recept).

(12)

GROEP 2 (de datum waarop advies wordt gevraagd ligt tussen 11 januari en 21 april)

datum advies > 21 maart nee > onkruidvegetatie < 500 soe

— j a > kamille > 250 soe —nee > tekst 202 ja tekst 201 + recept nee ja

zonder kleefkruid < 500 soe ja > tekst 203 + recept

nee

komt kleefkruid voor

ja > tekst 204 + recept

nee

onkruidvegetatie < 500 soe

ja-tekst 201 + recept

— > stadium > 29 nee >voorjaarskieming in volle gang of datum > 9 april — n e e — > tekst 202 ja tekst 205 nee ja tekst 206

(13)

opkomst voorjaarskiemers in volle gang of-datum > 9 april

-nee—> onkruidvegetatie zonder meerjarigen en zonder kleefkruid > 1000 soe -> tekst 207 ja 3& kleefkruid aanwezig ja—> tekst 208 nee tekst 209 + recept

zonder meerjarige onkr. < 500 soe ja > stadium > 29 nee > tekst 210

ja

nee tekst 211 + recept

stadium < 30 nee > komen meerjarige onkruiden voor ja > tekst

: : 212 + recept

ja nee

tekst 213 + recept komen meerjarige onkruiden voor nee > tekst 215 + recept

ja

(14)

tekst 208: Bestrijding is op korte termijn noodzakelijk. Wij. geven U een recept. Als het niet mogelijk is de onkruidvegetatie door een bespuiting tot minder dan 500 soe te reduceren adviseren wij U de bestrijding uitsluitend te richten op andere onkruiden dan kleefkruid. Voor het juiste recept moet U de aantallen van de onkruiden opnieuw invoeren en daarbij het aantal van

kleefkruid op nul stellen. Kontroleer als de voorjaarskieming in volle gang is i.v.m. de bestrijding van de voorjaarskiemers. Geef een return (voor recept).

tekst 201: Op korte termijn moet een bestrijding worden uitgevoerd. Wij geven U een recept. Voer de volgende kontrole uit als de

voorjaarskieming in volle gang is. Geef return (voor recept). tekst 207: Bestrijd het onkruid chemisch zodra de voorjaarskieming in

volle gang is. Vraag, voor de juiste keuze van het middel, opnieuw advies als het zover is.

tekst 209: Een chemische bestrijding is op korte termijn noodzakelijk. Kontroleer het gewas zodra de voorjaarskieming in volle gang is i.v.m. de eventuele bestrijding van voorjaarskiemers. Geef een return (voor recept).

tekst 215: Een bestrijding is op korte termijn noodzakelijk. Kontroleer het gewas spoedig na stadium 30 i.v.m. de eventuele bestrijding van meerjarige onkruiden. Geef een return (voor recept).

tekst 213: Op korte termijn moet een chemische bestrijding worden uitgevoerd. Kontroleer het gewas half mei op de aanwezigheid van meerjarige onkruiden. Geef een return (voor een recept)

tekst 205: Controleer rond half mei het gewas, let daarbij speciaal op de meerjarige onkruiden.

tekst 212: Op korte termijn moet een bestrijding worden uitgevoerd. Als door een enkele bestrijding het aantal soe's niet lager wordt dan 500 moet de bestrijding uitsluitend gericht worden op de eenjarige onkruiden. Een advies hiervoor krijgt ü door de ' waarnemingen opnieuw door te geven waarbij U voor de meerjarigen

nul invult. Na ongeveer 10 dagen moet het gewas gekontroleerd worden om na te gaan of een extra bestrijdingsmaatregel gericht

tegen meerjarige onkruiden zinvol is. Geef een return. tekst 211: Een bestrijding is binnenkort nodig. Stel de bestrijding uit tot

het moment dat de meerjarige onkruiden voldoende bladmassa hebben om met groeistoffen bestreden te kunnen worden. Geef een return.

(15)

tekst 202: Een chemische onkruidbestrijding is nu gezien de geringe onkruid-bezetting niet zinvol. Overweeg een bewerking met de onkruideg. Kontroleer als de voorjaarskieming in volle gang is i.v.m.

eventuele bestrijding voorjaarskiemers (eind maart of begin april) maar uiterlijk over twee weken.

tekst 203: Binnen nu en enige weken moet een bestrijding worden uitgevoerd. Wij geven TJ een overzicht van de herbiciden die in het door U opgegeven gewasstadium kunnen worden toegepast. Als kleef-kruid voorkomt groter dan het kiemlobstadium kan met de bestrijding beter worden gewacht tot de kleefkruidplanten minimaal een krans echte bladeren hebben omdat ze dan beter te bestrijden zijn. Vraag opnieuw advies op dat tijdstip. Geef een return (voor recept).

tekst 20A: Op korte termijn moet een bestrijding tegen eenjarige onkruiden worden uitgevoerd. Als het niet mogelijk

is met een enkele bestrijdingsmaatregel het aantal soe' s tot minder dan 500 te reduceren is het verstandig de bestrijding nu alleen te richten op andere onkruiden dan kleefkruid. Vraag in dat geval opnieuw advies maar vul nu voor het aantal kleefkruidplanten nul in. Vraag dan opnieuw advies als de kleefkruidplanten minimaal een krans echte bladeren hebben, maar niet eerder dan 10 dagen na de eerste bestrijding. U krijgt dan een spuitadvies tegen de resterende onkruiden, waaronder het kleefkruid. Kontroleer als de voorjaarskieming in volle gang is i.v.m. ev. bestrijding voorjaarskiemers.Geef een return (voor recept).

tekst 206: De onkruidbezetting is zo gering dat een chemische bestrijding voorlopig niet zinvol is. Kontroleer zo spoedig mogelijk na stadium 30 i.v.m. de bestrijding van meerjarige onkruiden. tekst 210: Een bestrijding is binnenkort nodig. Wacht echter tot de

meer-jarige onkruiden zo ver ontwikkeld zijn dat een bestrijding met groeistoffen mogelijk is. Kontroleer daarom spoedig na stadium 30. ' Wellicht is op dit ogenblik een bewerking met de onkruideg zinvol. tekst 214: Een bestrijding is nu ,gezien de grote

onkruiddichtheid,noodzake-lijk. De bestrijding wordt alleen gericht op de eenjarigen omdat de meerjarige onkruiden nog niet groot genoeg zijn om voldoende met groeistoffen bestreden te kunnen worden. Kontroleer het gewas spoedig na stadium 30 i.v.m. het eventueel bestrijden van meerjarige onkruiden. Geef een return.

(16)

GROEP 3 (de datum waarop advies wordt gevraagd ligt tussen 21 april en 30 juni)

stadium > 29 ja > meerjarigen aanwezig ja > onkruidvegetatie > 500 soe

nee nee --ja > tekst 306 + recept nee onkruidvegetatie > 1000 soe ja stadium > 34 ja > tekst 304 nee tekst 305 stadium > 32

•ja > onkruidvegetatie > 2000 soe

— j a — > stadium < 35 nee : — j a — > tekst 308 : + recept nee tekst 307 + recept V stadium < 35 — j a > tekst 305 nee V tekst 304 tekst 308 + recept nee

(17)

V

onkruidvegetatie > 500 soe nee > tekst 303

ja

V

onkruidvegetatie zonder meerjarige onkruiden < 500 soe ja > tekst 301

nee

V

tekst 302 + recept

tekst 306:De dichtheid van de onkruidvegetatie maakt bestrijding noodzakelijk. Geef een return (voor een recept)

tekst 305: De dichtheid van de onkruidvegetatie is zo gering dat bestrijding niet zinvol is. Controleer over enige stadia, maar uiterlijk in stadium 36, het gewas opnieuw in verband met het eventueel voorkomen van meerjarige onkruiden.

tekst 303:Door de geringe onkruiddichtheid is een chemische bestrijding nu niet zinvol. Welicht is een bewerking met de onkruideg

aantrek-kelijk (verbetering struktuur, vernietiging deel onkruidvegetatie). Controleer het gewas spoedig na stadium 30 in verband met de

even-tuele bestrijding van meerjarige onkruiden.

tekst 302:Bestrijding van de eenjarige onkruiden is nu noodzakelijk. Contro-leer het gewas spoedig na stadium 30 in verband met de eventuele bestrijding van meerjarige onkruiden. Geef een return. tekst 304: Bestrijding van de onkruiden is niet zinvol. Wij adviseren U

geen bestrijdingsmaatregelen meer uit te voeren.

tekst 307: Bestrijding van de eenjarige onkruiden is noodzakelijk. U hoeft het gewas na deze bestrijding niet meer te controleren.

Geef een return (voor recept).

tekst 308: Bestrijding van de eenjarige onkruiden is noodzakelijk. Controleer het gewas over enige tijd, maar uiterlijk in stadium 36, op het voorkomen van wortelonkruiden. Geef een return (voor recept) tekst 301: Een chemische bestrijding is nu niet zinvol. Wellicht is een

bewer-king met de onkruideg aantrekkelijk (verbetering struktuur, vernietiging deel onkruidvegetatie). Spoedig na stadium 30 is bestrijding van de meerjarige onkruiden noodzakelijk. Controleer het gewas dan opnieuw.

(18)

o s 3 t o O . t — ro ?r ~> a. < • * • -> i n C c + o m 3 " i — « f • • »* >-* N J v j O I I I I CU i a 7 ^ - » J f t u . t l U I -s "• 3 -z. ro 3 « - ^ c + i i -7 = " t — *-* CO e u i i < < ro ro - 3 IB • • 3 c ro o ro -i t i < + • " - • ( D e H -N - • i t ) - 5 t - » 3 O ro O . ! - • • < m !B 3 C-. iXP - 5 (-•• i l l m a . » - • o o C+-t C »—' I t 3 i » -ro H CU T S -j e -ro < • ^ « O o •"-• c * c_. ro • - * W II < CU - J 7=-ro ^ Ï i n i a -) CU u i *-i - * .*» i i 7T *—• n> »-»• 3 3 -o rn -* <y I—» CU Q . H * S / l I I CU 7 < -7 C T ) -s O . f » -U I e * «5 t—» • • » - i O » I I CU • 7e" 7 C -f B \ J O I t i l 3 n N r sa C - 3 r o Cu C < v - i * - « - ro C O . 3 E 18 10 r * 3 -O - » 3 Ü 1-» - II O . CO C I I » - • £ i n V « * • t + -c * ro ro i i 7? E -3 •-'• O 3 O . O . a c r i D 0 . ' * • 1—» s i O -II ro W - > i i ro V T c * - 1 -) !-•• CU C . CU i n c + -- ia s l_» CU o u i 11 -3 &#-34; o -b> m ii 3 ?*" O . 0J ro 3 -3 • * • o - t — i B « - • re ro e * " • • « C l i — I I >«. T e -i l >-• T j r o t u ro a i - • > - 3 75" U> - 5 r o C V-»-a oo -< r o O » 3 II ro 3 c- c ro- c CD -> O 3 • • » O - l > -*> »-•• o • - • ro *—• ro <->-o ro i — • CU c -M ' 3 ÏÔ. - 3 ro o i—< CU = a ro = 3 Ö l C -ro - s M ' Cu CU I - « •* O T> JX CU < ro M ' » 3 O . c UI c * > -s !-•• ro O -c !•c « -ro ^ H-» CU 3 D L U I ro I Û c-3 UI c * (-»• ia ro o =at UI c * CU 3 O . • » . i a 3 " ro o . ro ^ Ï : o s O. ro 3 r*-O a ua ro •o CU w c * * rn - j t : o s D L f -< tu 3 c ( - • • < • la ro i a CU CU 33 C L CU <* O . ro 3 -ro - i Q -• -• -• -• O H«-O L ro ^ o ^ ÖL ro -f < c o - 5 c ro c ro - 3 7T-V* ' ^ Ia ro - j < a t 3 O ^ • ~ -ro - i •+-• + •+-• i II ! IM ! ro i ro i - 3 U X ! ro i < i O | ro i *""* * - * • i I A 1 * * 1 •+• i I I - 3 ro C L | ro i »—* M -C_ 1 T T U i ro i < i O 1 ro i »—• w * ua •• ï i l r ro i->-3 M « i a ia ro < o ro *—> ¥*• ia o o 3 ia ro < o ro i—• M -ia 1 CL ^* ro *-*• [ 3 E 1 •""* 3 1 : c < -1 ro - 3 <* 1 a i 1 -1 1 c ; ro 1 i a 1 ro 1 i a 1 cr 1 -> \ c 1 *•"'* ! 7*" [ e*-1 3 1 5 1 i a 1 ro [ ^ 1 c 1 O 1 - 3 1 O . 1 ro I 3 1 OT I •"*• 1 C . 1 •—• 1 cu 1 t a 1 ro 1 r o 1 * * 1 0 . 1 ro 1 t a 1 ro 1 < 1 0 1 ro 1 v-4 1 •"*• 1 i a 1 3 -1 ro 1 * - * • 1 a . 1 < 1 CU 1 31 1 0 1 3 1 T5 -1 ^-1 1 C 1 • * • 1 O . 1 ro 1 3 1 ro i 3 1 0 1 3 1 a 1 ro 1 ~> 1 < 1 s 1 C 1 O 1 3 " 1 €+• 1 ro 1 3 1 < 1 0 1 0 1 ~i 1 0 . 1 ro 1 3 -1 ro 1 - j 1 0 -1 >-•• 1 o 1 ^ * 1 O . 1 ro 1 3 O O e*-"•-r ü ~) KX * • Q . Cu < * • I O cn r_. c ^ !-•• 1-» V 3 ro w h^> 1

(19)

i en i 1-»-1 u> 1 o 1 Tî I - 5 1 O l c-1 c 1 - J 1 o i r> i ^ ^ i =r i n i -> i - * I ui 1 c + 1 c* 1 o I IB 1 TD 1 O) 1 UI ! UI ! **-1 3 i ia I *—* •+• 4 4 4 - -4- -f- •4-•+• J » ta ro c* OU er in ^ N c* zr ( - • • tu N C -3 O 3 *••» :r tD -*> in «+ r>-o w T? tu UI UI -f- -4- •4- 4 4 4 - -4- •4- -t-U I 1—» •*• 3 c -3 O 3 -^ * * • 1 —> t-> C -J CU t—• l->-3 -4- -t- -+- -t- -4--+• -4-N ) K-» W. 3 C -5 O 3 \ 3 M-o -* m 5 -4- •4-•+• •4- -+- •+- -4-»-*• O rr h-» O O -5 e + O (—• c - 3 O D ^ s =r m - j - b ui e+-* e+-* • O !D Tl OU UI Ui (-«• 10. ia i i i i i I I i i i i i i i i i i i i i i Ni CJ1 CD GJ Lfl m TO w €+• «n w- c a s H - O J j a a w - t : uieu T ia t* «i u -s r - in » W H H - = «1 ? • C l H - C i r ^ l l l l t M T -3 C C s U X u d c ^ C C ^ ï L C N e a û - o T r rj c* Î * H . Ï UI «C -S "O d -j m 3 7 c K t i t O " i » t 3 l t O y 3 • ~,r D C > - r D 3 i " D < 0 0 . 9 «I •» 01 » 1 fO C t*- *-* O O f- < -ï tv TT TT tu i n U i a i r i 3 i t i ? -T M < tt«!|-'0'"*iüOj 3 **• » t-* T -i — • n > c * w »-* o .,^ f l > ^ ' ? f o j *-• ro c* m H- a T i - ' I D s -s <n T ^ ^ O J 3 C 3 - 3 ' B ? r 7;" 0 j >— t B r > - - 3 0 c r j ^ i r c < vQ • O • " D- » L. 3 I t IC r o,J ' - ; f O < i - ' - C t o -i o ui ai -> Ä z o ..m ? ? <z IB < Q< •— ? r prj r— O »O | I O N J N i IB Z> -3 t> f'J C H-"

(20)

1 f j 1 o 1 ! t=J 1 Z 1 O 1 O 1 t 0 0 1 O 1 Î - « • 4 • 4 • 4 -1 1 • v j w *•>• s Ol N ! - • • 3 1 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 -1 • 4 -O S It e t -at or m Z} N c + ZT !-»• a i N ' C -} O 3 *-* < O o - J c a i a i -) in c*-o ro •o a i t n i n ! - • • =7 La • — • • • + -•+• -f- -+-•+• + t + • 4 -•+• en cr to 3 N O 3 a. o I—' O O -i - 5 O I J fr-«« 1 UI 1 o 1 TJ 1 -) 1 O 1 c * 1 c 1 - 5 1 O 1 ""l • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 4 -- C »•"•• i n O • o - 5 O <ri-C - 1 O ••1 =1 Ü O O O T 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 4 • 4 • 4 • 4 -G J O . *•*• ZJ O I B - 3 D -- s . m 0 • p -1 0 e * C - 5 O "2i • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 - f• 4 • 4 -M a S <*• 0 >: c - j 0 Z3 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 -1 » • -» • « • i n O 1 O c * C - 5 O < O O -> Ol 01 S i n 0 - 0 a i Ui » • • > • La • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 -0 n 3 T H-» O O -i e-i-O • ~ • C - J O .»••s < O O - J a i a i Ul 0 a> i n m La 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 -• 4 - . 1 4 -O a c * a i a-m • ^ N 3 " a i N C - 5 O 3 - 3 O -"> ID • 3 • 4 • 4 • 4 • 4 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 -0 3 a. M -ro 3 T a i 0 i—« •^ h— O • 4 • 4 4 • 4 -1 1 1 v j « • - 5 M« 1 1 a i *—« 1—• 0 ! a i c* • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 • 4 -CN <* ro -) 0 -1 c 1 t * 1 -> IC 1 Z1 ro OJ tn 1 1 CD w 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 i 1 1 c i I I ! 1 I I .1 I I i I I I I I I I I I I o I

(21)

1 U I 1 M 1 O . 1 M-1 O i zr i i—« 1 o 1 o 1 -J 1 f 1 s 1 o i T> 1 V . i 3 : 1 O 1 t "O 1 J> 1 1 t+t •"» o. H»-o tu 5 er tu V . zs. o -TJ 3 > V . a m i n o •p O 1 T U I O o. »-•• o 01 s er CU • N . O L • - • • n 3 " i—« o O 1 - j T s O TG 1 o "O 3> 1 t o »0 O IC tu 3 01 N • - » • 3 - v 9 m • n o f -i i o T 1 1 hO CO o--i O o =3 -*t re 3 o X •-•• a \ a re 1 n o T -> O 1 1 w SJ er -3 O a 5 X IC 3 H -l-< \ 3 : o -o 3> 1 \ a n O 1 -J O T 1 M CS CT - 5 O a Ö X IC 3 »-•• »-• -^ M * O JJ IC 1 3 W ' l—• V . a | re o o •o - J 1 o T w u t er re 3 c * 01 N O 3 >. a re o o T -> O 1 t> 1 1 N ) J> O" re 3 Öl N O t— >-»• 3 V . o. H"-n 01 s er CU "-« 3 : o -ci 1 f O 1 U I 1 o . 1 >--1 3 1 O 1 « * • i re i -> t e r i i i i i r o i f-i i i o. 1 M-1 3 1 O l in l W 1 CT l 1 1 CU i n i m i c -1 CU 1 01 i e* i ! i 1 M 1 1—• i i i=i i a : 1 o 1 o i i en 1 o i Ï < C l 00 I I I I I I I 1 I I I I I I I I I I I I I I I I o I I I I I I I I I I I I r-j I

(22)

-E» O O . »-»• o cv 3 e r CU * v s ro o o T? -5 1 O 1 1 I 1 1 1 J» 1 UI f i 3 : 1 r > 1 T I 1 X> 1 1 1 -t» • O fv) • > • -t» 1 a i i -t» U t O" re ^ to N O 1—• H " ^1 ^ M •« -fc» 1 <=> 1 Q . O CU 1 o -CU n - o 3> 1 J> 1 tO 1 1 s i n> I o i o 1 -o i -> 1 o TJ i i i .e. * - » • o . t-"-o 3 " 1—• O O - 5 T - 5 O t> 1 . - U O • • * -o X ie 3 **• >—• *>» 3 : o T J 3 > "s. 3 (D 1 O O T O 1 •o 1 1 U I 1 - o i 1 O" i ru 1 3 1 CU 1 N l o l i—• 1 H -1 3 1 S i 3 : 1 o 1 TJ ! 3> 1 1 1 U I co 3 : o TJ s> *-. a O O T -) O t> 1 1 1 1 U I i ^ J 1 i f -1 o 1 X 1 l£ 1 3 1 !-• 1 l — 1 N. | ^ 1 ID 1 O 1 O 1 1> 1 -> 1 O 1 1 t l 1 1 -U l o~ • • * • o V 2 3 l-"-l—• ^ » • * • UI O -t> s o «• 1 c -) o 3 V 1 ai tD O O 1) 1 -5 O •p U I C l !-•• o X IC 3 *-•• I—« V . 3 : o T J x > 1 1 1 U I O. w-T ö c -W -i CT V . = l IB n o •» -> i o 1 1 U I U I o . *-*• o 3 -1—• O o -) •v s O T \ 3 : o TJ 3> V . •V o o •o s o TC ro u i i i U I i i « i i ui i i i i i i i i i i en ( i i i i i i i I i i i i i i i i i i i o i i i i i i ro ro

(23)

a : < to ro o o -» o T C - 3 to tu t o ro o X> -o 10. o c ex 3" o ro 1 1 T " S C -10 W - H ID Ui I - » >—• er ro -e» C 3 f + To ? c - > Ä ID-ie ro -«> 3 < zr o CU ( D O * w . E : »-H ie. n» ia ro -J -5 ?c CU -J3. +" 3 -, 3 O 16. U I 3 o a *" a> u * 3 0 3 3 a . 0 1 « m - > - 3 U i o . o IS Ou o a ia 3 D . O . ro M - 3 LA 3 " 3 ID ro C L « • m IC 7 C IC 3 O. c * fu 3 zr ro en c * o O Î-Ï 3 y e u i s t— C • - • H - CT CL -IC TX. 3 OJ 3 u i C - O 10 f - 3 er -"> -> c+- IC "0 U O) UI UI c+-o . a> ie 3 3 i a E M- ia 3 ro p- <; re ID -I 3 O < o o O " c i e 3 01 o. c s o I C/l 3 M CO 10 10 O -, ro O . X i œ 3 " 10 3 i a ( 0 IC u i -> » • n a r - 3 3 " • " œ H ' n H-" 7C" H " 0 < + a 3 10 - C f - ' H1 -CT C . W -> •« 01 N C l 3 E t ~ a i - 3 10 I 0 4 O 3 C L 7e" ( A C U O f- X O l f l J t-i- ai - n e r E I D « N "» m ro O 3 n -"TJ 3 ia en . o I o IC -S» TO -o j e n u i m 7 c ro ta zr o ai < en o o o 3 - »-* c* - ' **• •• ,* ' ia i -5 O •*» —I -« o . u\ N »•»• 3 U I UI o •o c o 3 10 o •o T> Ol UI U> ta O IC 7C 0J 3 UI o •o ai o ZT r>-< O -7 ui c * =P O 10 \ 3 " ' 0l --* en o o ta -, s h-> •w UI ci-01 a. *-*• fc. 9 O 1 en ID ^ j ^ . ro i ro 3 < ro o -) O TT - , ro e . . 3 a> • » a i -3 Ol **• -*> O- UI C 3 ro »*• -» •— < - 10 - i t o » = r 10 < 3 ai 3 10 c -ai N c O 3 10 3 3 > 3 > S 10 -s ut CL X* CO 0 t - - o UI H û . m it ic 1 I t 3 H»- 3 3 " 3 I C ia ia -» m or - . O " * * • ro -, n <+ t t f C L 10 ia 3 s *N. TO 3 - O " c * eu • - • ~ r_. n o 3 O ! - • 3 3 O . O . m IC -s C to a . a . -> -, tu TT O 3 •"•• ia 3 to en i a o ••• o *-î 5 W in w c* •-• I CU f . 3 er en a • " i C ia s m s o . >-• n> 3 => . c • ID - 4 -J O (C C TJ ai ai 3 u i m en n> a N 3 m =r c r O C » - • 3 3 3 T T C 3 - 3 UI fD C •« 3 75-10. 3 " c 3 3 ID 3 a o < IB Tl 3 N f* 10 O ID n - j U1 Ï 0 7 5 - 1 - 3 IC 3 0 1 10 ID ia 3 fD 3 " < m re o n -3 ID t f » ai ia cu UI ID •*• IC ia t— 3 10 * - • CL r; o C 3 " —, -> C+-10 C+-10 I — 3 3 o . ia ID - 3 3 T O IB C L 3 r*-(0 o . ui ro E O »-• O c*-3 -, O c * r * «*• 10 10 r » 3 - t » O H C T - * ai I-" i a ai I-1- ID 3 -> ID 3" ro CL U i 0 l C L S se-il) • • c*-a i o er 3 -ID 0 ) 3 3 N O . c*- O 3 " - » H " • Ol N c - Ï o 3 3 " ID Ui O ID "0 Cu Ui \fi H1' 3 ia cu o . o i en m 3 ro i ro o ID W - 3 O ia o . 10 i a 3 n 3 " O 10 O "3 e*- c r E O o • * • T O . C L » UI NI -ai en ai C L i s en o • c •"-• zr O " Cu i e • C L .-0 — I 7 ^ O «* « •o r-l cu i>>. ui e . . u> 3 n> . 3 = C 3 !->• 0, . 1 c * 3 " m <*• c * O ro N •v a» cu cu ui u-. ID 3 O O m c - > • * • ia <• IC 3 1 CU « - • c - e.. (D Tf ia w - 3 O CL 3 ai o . ia <o O 3 -!> 3 ai ai *—• Ui 3 T 10 u i e*-•o O N 10 01 CL ai M - i-1. ia m < ID O ID 3 i — O . a i -3 f ID la OJ ID 3 3 O-ID E -3 O UI -3 o . a r i - iD < 7 T io a i - 3 3 E in ai n o 3 " T> r*-, UI n 3 " CU C L 3 C O 3 C - 3 a i eu a. I - " c 3 O I U I C L t O ID O C L r1- I D Or 3 - 3 ZT £ ID ID - 3 o-r > - • * • • - • n e.. ^> C L C L ID ID i—• •»» w . e.. œ 7 f 1 ta ID i -1 ID O i—• «. I—« • ^ tn 3" 3 a i (D • i—* r - < = I C O O a i - 3 0 1 Ol 3 » -< cu ia 3 » ia m Ui o r 3-ÎC I - . - 3 7 f 7 f c * !-•• 3 < ia o - o - 3 3 : t o i a - 3 - 3 T c O * • 3 C L I - i 10 C 3 TO 3 " 3 o» m 3 d -1 3 ID - i m O - 3 T C C L c ai r - 3 C-S U l eu o « » • ï • c a i m 3 >—' O J • - • -% o-1— O «o -» 0 3 U I 3 ID 3 ID f- - 3 ID O- C L Su 3 3 •T) IB l > -, i< >-• 3 3 -C Z 3 •T> C C L Ul ID * S 1— CO cu o 3 3 C L U Ï < • 7 f O . • - • 10 10 ia c i o -> i— c i -Cu c<-ID ro h~* F— 3 c - 3 O 3 •»s. 3 »—• e l -'s O m 3 Ul c»-Ou C L *-• C 3 O 1 en M • 0 ID " 3 i a ID UI r> 3 " !-*• 7 C e * tr H*. L . N £ 0 J -3 10 C L c *-. u> c>D -1 0 N m c-<* >-. 2) ia = I C I D - 3 C L 0 . ' 3 en s«e ZT C a c U ) 3 ID - 3 7 C 3 Oi 3 ID ^ • • C O - 3 O J cr a i 3 t * o ZT t - < O o - 3 c < -O r - • C - 3 O 3 -n E : « x=> **> o c - 3 0 1 3 en o o -n E T ID 3 r— d 2C 9 J 3 O rr H - • O o s e* O H-« c - 3 O 3 1 en o o -n C D » t o o C L ID 3 3 -10 - 3 tr • * -n •->-a o -•» • » i C A K-« ^ zr cu -^s en o o ta " 3 V . 1— s ^ O ro -• en i U I 7 C i a ^ ZT 0J ^-v 0 3 O s>« *** X o o i a u> c-10 a o m o - 3 *--3 . i a o •» i a - 3 O 3 C L 10 3 3 IE c a re - 3 C L Q J 3 U I en ^ Ul »—• *--c I t 3 \ O -* t - * n 3 -*-< O o - 3 t r O h-« c - 3 O 3 *-» 3 T . 10 - 3 i n e * c O 10 T CU i n i n fr— Z> ta ^^ UI C f OJ C v *"*-c 3 O 1 en n n n it n M n ii ii o H n n ii n n n ii n n n n n n ii n n n n n n ii il il il n 11 * • • • 3 E »-»• 3 ci-ft -3 c^-CU -3 E m 3 O ia ro 3 £ O -3 CL 10 3 e*-O IC i a ro •p OJ Ul r i -ii n n n n n H H n n n ii n n n n n n n n n il n il n il n n n n n il n n ii n n il il n il il n n n ii n n n il ii n it n n n il n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n n il n n n n n to » - • e.. i—• ai UL 10 U l »* te t-"-e.. H - ' C H - ci-ID -3 . ^ v « TP -3 eu a> c-e.. 10 « •** o-!-*• C . a . ro ZT ro -> ar h*-O * - » • C L ID O n o 3 cr • * • 3 OJ r*-!-'• ID < ai 3 ZT m -3 cr * • • • n C L fD 3 C L ro o o c * ZT 10 -3 CT * c-} ; r* H-* O rc C+-O cr 10 -3 I-» >o 00 U l 0J 0J - 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Niet alleen omdat ze nauwelijks deelnemen aan een politiek zeer relevant debat over veranderingen in onze wereld, maar ook omdat onderzoek naar globalisering kansen biedt

Er zijn even- wel zo weinig planten tot deze soort behorend beschikbaar, dat het heel moeilijk is de variabiliteit van deze en andere kenmerken te beoordelen.. elliptica

absolute aantal sedert 1955 mot 2 afgenomen. De zojuist geschetste ontwikkeling van de oppervlakte cultuur- grond en de wijzigingen in de bedrijfsgroottestructuur hebben geleid tot

Zijn er na het lezen van deze brochure nog vragen schrijf deze eventueel op en bespreek ze in ieder geval met uw behandelend arts.

Binnen deze voorstudie moet een inventarisatie gemaakt worden van gebieden in het Nederlands continentaal plat (NCP) waar mogelijk bestaande rifstructuren liggen, zoals bij olie-

Hier zijn naast een flink aantal ruiende vogels ook veel jonge vogels geringd.. Het lijkt erop dat veel van de vogels uit Den Bosch ook in de directe omgeving van de

Op het Proefstation ia ftaaldw^k wordt bij de bepaling van het geleidings vermogen van zoutoplossingen 18°G als referentie temperatuur gebruikt.. Als tëmperatuurcoëfficiént bij dit,

De gemiddelde produktieomvang van de nevenbedrijven was in 1970 34 sbe. De rustende landbouwers hebben in het algemeen de kleinste bedrijven, terwijl in de categorie