• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Incidenten dragen sterk bij aan belasting oppervlaktewater op DOVE-klei locatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Incidenten dragen sterk bij aan belasting oppervlaktewater op DOVE-klei locatie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

Incidenten dragen sterk bij

aan belasting oppervlaktewater

op DOVE-klei locatie

Inleiding

Sinds het najaar van 2002 worden in het project DOVE (Diffuse belasting oppervlakte water vanuit de veehouderij) dat uitgevoerd word in samenwerking met het WS Rivierenland en Arcadis, de nutriëntenkringloop in een graslandperceel op zware kleigrond bestudeerd. Als onderdeel van dit onderzoek wordt de afvoer van water en nutriënten via drains en greppels continue bemonsterd (zie foto’s). Tevens wordt de afvoer van de perceelssloot continue gemeten. Het perceel wordt afwisselend gemaaid en beweid. Het nutriëntenoverschot op het perceel bedraagt circa 280 kg N/ha/jr en 40 kg P/ha/jr.

Afvoer van water en nutriënten

Het neerslagoverschot op het perceel wordt volledig afgevoerd via drains en greppels naar de perceelssloot. Afvoer van water naar het (diepere) grondwater is verwaarloos-baar door de zeer geringe doorlatendheid van de zware kleigrond.

Tabel 1, Gemiddelde water- en stoffluxen in drains, greppels en sloot van de meetjaren 2002/2003 en 2003/2004

De afvoer van water en nutriënten vindt vooral in het winterhalfjaar plaats (oktober-april). In de herfst dragen de drains en greppels in gelijke mate bij aan de afvoer van water. In de loop van winter wanneer de grondwaterspiegel stijgt en krimpscheuren dichtzwellen wordt de rol van de greppels in de waterafvoer dominant. Gemiddeld is over de twee meetjaren 16 kg N/ha/jr en 2 kg P/ha/jr afgevoerd dit is respectievelijk 6 en 5 % van het nutriëntenoverschot op het perceel. De stikstof afvoer bevat gemiddeld 68 % organisch N en 55 % organisch en partculair P.

Tabel 2, Concentraties in drains, greppels en sloot (mg/l)

1Flux gewogen concentratie = Stofflux/Waterflux

Installatie voor het continu meten van de greppel- en drainafvoer

Stuw voor het meten van de slootafvoer

Water (mm) N (kg/ha) P (kg/ha)

Drain 92 4 0.4

Greppel 168 12 1.5

Drain +Greppel 259 16 1.9

Sloot 283 11 1.8

N P

drains greppels Sloot drains greppels sloot Flux gewogen1 4.3 7.2 3.8 0.4 0.9 0.6 Gemiddeld 4.7 6.3 3.9 0.5 0.8 0.8 Mediaan 3.7 4.7 2.9 0.3 0.6 0.5 Minimum 1.7 1.4 0.5 0.0 0.1 0.1 Maximum 9.7 37.0 19.0 2.5 3.2 3.6

(2)

Zowel de gemiddelde concentraties als de fluxgewogen concentraties van N en P van drain en greppelwater (Tabel 2) liggen boven het maximaal toelaatbaar risico (MTR) voor stikstof (2.2 mg/l) en fosfaat (0.15 mg/l). Om de MTR-waarden te bereiken zou de emissie van N en P met respectievelijk 43 en 73 % verminderd moeten worden. De N- en P-concentraties van de greppels en sloot variëren sterk in de tijd. Over het algemeen worden de laagste waarden aan het einde van de winter gevonden (Fig. 1). Hoge N-en P-concentraties worden gevonden aan het begin van het uitspoelingseizoen en incidenteel in het voorjaar (2004) na bemesting. In 2004 vond tijdens zo'n incident een belangrijk deel (> 40 %) van de jaarlijkse N- en P-afvoer plaats. Ook in 2005 vond een dergelijk incident plaats, maar deze gegevens zijn nog niet beschikbaar. In 2003 was het voorjaar droog en ontbrak een dergelijke voorjaarspiek. De stikstofuitspoeling was in dat jaar 30 % lager dan in het uitspoelingsseizoen 2003-2004.

Het optreden van incidentele nutriëntenverliezen is sterk gekoppeld aan de waterafvoer. De afvoerpiek van nutriënten in het voorjaar van 2004 werd veroorzaakt door een flinke hoeveelheid neerslag (31 mm) in de week na de bemesting. Op het tijdstip van

bemesting was de grondwaterstand al flink gedaald (40-60 cm beneden maaiveld). Desalniettemin werd het neerslagoverschot (23 mm) vrijwel volledig (19 mm) afgevoerd door de greppels (Fig 2).

De greppels spelen in het voorjaar een grote rol op deze locatie doordat de grond nog zo nat is dat het vochtbergend vermogen gering is. Daarnaast is in het voorjaar de infiltratiesnelheid van water beperkt door het ontbreken van krimpscheuren. Door de afvoer van regenwater naar de greppel werd een deel van de net toegediende mest meegevoerd naar de sloot.

Uit de bovenstaande gegevens blijkt dat de oppervlakkige afvoer van water een grote bijdrage levert aan de N- en P-afvoer naar het oppervlaktewater op deze zware kleigrond. De grote bijdrage van incidenten geeft aan dat een betere timing van de bemesting bij kan dragen aan een aanzienlijke reductie van de belasting van het oppervlaktewater. De risico's zouden bijvoorbeeld beperkt kunnen worden door keuze van meststof (bv. in het vroege voorjaar geen dierlijke mest), het reduceren van de voorjaarsgiften en het afstemmen van het bemestingstijdstip op de lange termijn (9-daagse)

weersvoorspellingen in combinatie met het vochtgehalte van de bodem.

De metingen in het DOVE-klei project lopen nog door tot mei 2005. Het eindrapport met alle gegevens is eind 2005 beschikbaar.

Voor meer informatie:

Dr. C. (Caroline) van der Salm Informatieblad 398.74 mei 2005

Alterra, Postbus 47, Programma;s 398-I,II,III

6700 AA Wageningen Gefinancierd door ministerie LNV

Tel. 0317-474355 www.mestenmineralen.nl

e-mail: caroline.vandersalm@wur.nl

Fig 1. Stikstof en fosfaatconcentraties in drains, greppels en sloot

Fig 2. Waterbalans en grondwaterstanden in voorjaar 2004

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ten einde die aandag van die publiek pertinent hierop te vestig en steun te verwerf vir die hermeuhilering — in die vorm van skenkings van voorwerpe of geld — het die

The results were compared to previous studies where N,O and O,O’ bidentate ligand systems were used to see differences in the structures, reactivity and

This article in essay format, will examine how two South African presidents - both black, both former freedom fighters, both members of the African National Congress,

Fingo's krijgen land.-Het land tussen de Keiskama- en Visrivier werd toegewezen aan de Fingo's (ecn volk <lat voor de Zoeloe's ge- vlucht was, afstammelingen van

Proliferation of myogenic stem cells in human skeletal muscle in response to low-load resistance training with blood flow restriction.. Snijders T, Smeets JS, van Kranenburg J,

The Tokyo Round decision of the 28 th Nov 1979 similarly provides clearly that, notwithstanding the provisions of Article 1 of GATT 47, 46 member countries may accord

Bo: Voorbeelde van die transformasie van rooi rose se voorblaaie oor die jare J vanaf. Oktober 1949 (links bo) tot Desember 2000

The abovementioned studies that used the SERVQUAL model in the healthcare industry where excellent service quality is expected have been revalidated by this