• No results found

Onderzoek naar alternatieve bronnen, toepassingen in gangbare tuinbouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Onderzoek naar alternatieve bronnen, toepassingen in gangbare tuinbouw"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport: CO2 dosering in de biologische glastuinbouw

17 aug 2011

Onderdeel: Wageningen UR Glastuinbouw

Onderzoek naar alternatieve bronnen, toepassingen in gangbare tuinbouw

In dit onderzoek is uitgewerkt wat de behoefte aan CO is op glastuinbouw bedrijven en hoe deze behoefte op biologische bedrijven ingevuld wordt.

Factoren die de CO behoefte be-invloeden zijn de gewasopname, de aangehouden concentratie in de kas en de ventilatie. Door het gewas zelf wordt jaarlijks 13 tot 15 kg CO per m opgenomen. Door ventilatieverliezen komt daar afhankelijk van het aangehouden CO gehalte, 10 tot 70 kg per m bij. Bij hoge concentratie CO kan tot 85% van de ingebrachte CO via ventilatie verloren gaan. In het totaal gebruikt de glastuinbouw naar schatting tussen de 5 en 6,3 mton CO per jaar als op elk bedrijf in de winter de beschikbare CO gedoseerd wordt en zomers 50 ppm boven de buitenwaarde aangehouden wordt. Als in de zomer slechts de buitenwaarde aangehouden wordt is 2,6 mton CO per jaar nodig voor de hele sector. Wordt echter de trend gemeengoed om 200 – 250 kg CO per ha per te gaan doseren, dan zal het sectorgebruik tot 10 mton per jaar gaan stijgen. Als CO bron zorgt de ingebrachte organische stof aan het begin van de teelt er voor dat de eerste twee maanden van de teelt er voldoende CO beschikbaar is. Daarnaast is CO uit de ketel en WKK de belangrijkste CO bron om dit in te vullen. OCAP, RoCa3 en vloeibare CO zijn vooral in de zomer belangrijke aanvullende CO bronnen om het CO gehalte op het gewenste peil te kunnen houden.

Het gebruik van duurzame energie en het nieuwe telen zorgen voor een tekort in de invulling van de CO behoefte, waarvoor externe bronnen gezocht moeten worden. In alle provincies wordt voldoende CO geproduceerd door niet tuinbouwbedrijven. Potentiele leveranciers zijn elektriciteitscentrales, chemische industrie, stadsverwarming, composteerbedrijven en vergisters. Knelpunten om deze op tuinbouwbedrijven te kunnen gebruiken zijn de transportafstand, concentratie en zuiverheid en het niet op elkaar aansluiten van productie en behoefte. Koppelen van glastuinbouw aan naburige CO producenten is een te overwegen optie. Een aantal, nog uit te werken, voorbeelden laat zien dat er in de omgeving van tuinbouw bedrijven kansen zijn aansluiting te zoeken met lokale producenten van CO .

Daarnaast biedt het verspreid over het jaar inbrengen van organische stof met een hoog C/N gehalte kansen om de CO en N behoefte aan te vullen. Dit moet wel ingepast kunnen worden in de bedrijfsvoering.

Loskoppeling van de CO aanvoer van de warmte productie op het bedrijf, geeft meer mogelijkheden de CO optimaal in te zetten. Om de bedrijven waar CO vrijkomt in het productieproces over te halen mee te werken aan levering van CO aan een tuinbouwnetwerk, zullen de CO emissierechten over gedragen moeten worden aan de tuinbouw of moeten worden kwijtgescholden. Deze overdracht moet wel in de CO prijs verrekend worden.

Het Ministerie van EL & I en het Productschap Tuinbouw hebben dit onderzoek gefinancierd in het kader van het programma Kas als Energiebron.

Contact

2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2

(2)

Peter Vermeulen

visitekaartje

peter.vermeulen@wur.nl » meer Contact

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat in de to- matenteelt mineervlieg, wittevlieg en bladluis voor problemen kunnen zorgen, kunt u het beste gebruik ma- ken van gele

In deze situaties is de ‘normale aanpak’ van Veilig Thuis en wijkteams niet toereikend en kan de duurzame veiligheid voor de gezinnen en individuen niet geborgd worden. • MDA++ is

3p 14 Leg uit dat een zwakke base geschikt is en leg uit dat een sterke base niet geschikt is om in dit proces te worden gebruikt. In een folder over dit proces staat een

Boven 35 cm werden niet veel rupsen meer gevonden omdat boven deze hoogte zich de bladschijven bevonden en deze zijn zeer on- aantrekkelijk voor de rupsen (tabel 7 ). In een

Hierbij is niet alleen gekeken naar kosten die ouders mogelijk besparen als het kind jeugdhulp met verblijf ontvangt, maar is ook gekeken naar mogelijke extra inkomsten die ouders

Vruchten van 3 komkommerrassen (Stereo, Farbio en Co­ rona) geteeld bij verschillende plantafstanden (40, 50 en 60 cm) zijn bewaard om de relatie plantafstand en houdbaarheid na

Met deze verkenning hopen we lessen te trekken voor (nieuwe) politieke partijen, maar ook over de algemene aantrekkingskracht van de lokale politiek: Veel inwoners

ondernemingsgees van dié sendelinge gerig was op Bybelonderrig, evangelisasie en die opvoeding van die kind in ‘n Christelik-Calvinistiese omgewing, het die Daisyfield-inrigting as