• No results found

Supply Chain Management Examenvragen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Supply Chain Management Examenvragen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Examenvragen Supply Chain Management

De cursusdienst van de faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie aan de Universiteit Antwerpen.

Op het Weduc forum vind je een groot aanbod van samenvattingen, examenvragen, voorbeeldexamens en veel meer, bijgehouden door je medestudenten.

(2)

SCM

1)

Vraag over de paper ‘Global Operations Sourcing’: a. Wat is Operations Sourcing?

Inkoopprocessen permanent evalueren om inkoopactiviteiten bedrijf te kunnen verbeteren.

Global sourcing: dat het bedrijf ook buiten de landsgrenzen basismaterialen inkoopt. Het kan ook worden bedreven, omdat bepaalde materialen of diensten plaatselijk niet of te weinig voorhanden zijn.

b. Geef 3 trends uit de paper en bespreek kort.

1. Fabrieken trekken weg uit ontwikkelde economiën. Vnl. Europa en Noord-Amerika verliezen aandeel

2. China grootste + grootste fabrikant -> blijft toenemen

3. Netto verandering fabriek jobs in China is negatief. Baseren zich meer op complex (vb. auotmotive) producten en minder op gestandardiseerde (vb. kledij).

4. Netto toename productie in Centraal & Zuid-Amerika + in Oost-europa en Rusland 5. China beweeg van kust naar binnenland

6. Jobs keren niet terug naar US maar blijven in ASEAN landen.

ASEAN= Brunei, Camobida, Indonesië, Laos, Maleizië, Myamar, Philipijnen, Singapore, Thailand en Viëtnam

4 Hyotheses ondersteund door studie:

1. Shiften productie om toetreding tot Chinese markt he hebben

2. Door versoepelde overheidsmaatregelen gaat productie terug naar USA -> omgekeerde in studie vermeld

3. Bedrijven shiften productie naar ASEAN landen vor labor kost. -> Labor kost is inderdaad topdriver om productie 4. Grootste drivers voor global sourcing:

- Labor kost - Markt nabijheid

- overheids aansporingen

=> invloed overheid bleek beperkt in study

c. Geef 4 kritische reflecties bij de tekst en leg kort uit. (reflecties over de kwaliteit van de tekst: academisch genoeg? Goede steekproef? Alle landen in acht genomen?) Benchmarkstudie onlangs uitgevoerd in China om de wereldwijde supply chain sourcing en technologische strategie vanuit het perspectief van bedrijven die actief zijn in China te begrijpen

- Geschreven vauit perspectief van bedrijven die actief zijn in China

-> het feit dat ze hier al zo sterk actief zijn wil zeggen dat ze reeds overtuigd zijn van voordelen om in China te zitten

- Sample: 49 bedrijven namen mee = kleine sample, multinationals uit 8 industriën - Spreekt business analysten en politieke leiders tegen die zeggen dat productie shift terug naar US, Japan, Europa en andere ontwikkelde landen keert.

(3)

d. Geef de 5 SC performantie attributen gedefinieerd door de SC Council en link deze met de paper.

Performance Attribute

Definition

Reliability

= Betrouwbaarheid

Taken zijn juist voorspeld.

Vb. Juiste hoeveeleheid juiste kwaliteit

Responsiveness

= Ractiesnelheid

Snelheid waarmee taken worden uitgevoerd en wordt geleverd aan de klant.

Agility

= Behendigheid

De mogelijkheid te reageren op externe invloeden, de mogelijkheid te reageren op markt wijzigingen te winnen of concurrentievoordeel te behouden.

SCOR Agility metrics omvatten flexibiliteit en aanpasbaarheid.

Costs

De kosten van de exploitatie van de supply chain-processen. Dit is inclusief arbeidskosten, materiële kosten, beheer en transportkosten.

Asset Management

Efficiency (Assets)

De mogelijkheid om active efficient te benutten.

2)

a. Leg het basismodel van ISO 31000 voor Risk Management uit. 1. Context bepalen

2. Risico identificeren 3. Analyseren

4. Evalueren 5. Aanpakken

b. Wat is Risk Pooling met betrekking tot voorraadbeleid? Welke risico’s dalen hierdoor en bij welke kan dit aanleiding geven tot een stijging?

1) Dalende risico’s/voordelen: - SS en gemidd VR

- lagere overheadskosten

- hoger service level voor zelfde VR-investering - variatiecoëff hoog -> efficiënter

2) Stijgende risico’s/nadelen: - langere consumer LT

- kleiner voordeel waneer correlatie vraag over vss markten postitief

3) Ongekend:

(4)

c. Neem 2 van de risico’s uit b. en identificeer ze volgens het risicomodel uit a. 3) a. Welke tweedeling kan men maken voor forecast technieken. Geef van beide 3

voorbeelden en leg uit waar ze voor staan. 1. Kwantitatief

Tijdreeksmodellen: Fixed: MA, SES, DES, Holt Winters

en open: ARIMA model = Box-Jenkins model Regressie

2. Kwalitatief

Marktonderzoek, Gras Root, Delphi-methode

b. Welke technieken werden gebruikt bij Obermeyer? Waarom? Accurate response techniek.

Reden:

1. Groeiende sales volume

2. productiekost verlagen + variëteit moest stijgen 3. Productie Kinderlijn

c. Geef 2 manieren om de nauwkeurigheid van een forecast te meten (ook formules). Welke andere aspecten van forecasts kan men meten en hoe?

1. Accuraatheid = ME, MAD, MSE, MAPE 2. BIAS = CUSUM, ET, % error

3. Stabiliteit 4. Waarde 4)

a. Beschrijf pull, push en push-pull strategieën. Geef voor- en nadelen. 1. PULL:

- vraaggedreven: echte customer vraag + firma’s houden geen VR aan - Aantrekkelijk om:

1. dalen LT 2. dalen VR

3. minder variabiliteit in systeem - Moeilijk te implementeren:

1. bij lange LT

2. minder genieten van schaalvoordelen 2. PUSH:

- Productie gebaseerd op LT forecast

- gebaseerd op orders ontvangen van downstream partner -> langere reactietijd op marktveranderingen

 ziet geen veranderende vraagpatronen  veroudering VR

 Bullwhip: variabiliteit orders: 1. grotere SS

2. onacceptabele service niveua 3. variabele batches

(5)

3. PUSH-PULL:

- neemt beste van beide - PUSH: initiële stages SC PULL: resterende stages

- Push-pull boundary tussen beide = punt waar verandert wordt van strategie -> plaats bepaald door omvang customization

Geschikte strategie: 1) Economies of scale: BELANGRIJK: push ONBELANGRIJK: pull 2) Vraag onzekerheid: HOOG: Pull LAAG: Push Implementeren: 1) Bepalende factoren: - product complexiteit - LT - relatie suplier-manufacturer 2) Bepalen locatie push-pull boundary

b. Welke karakteristieken van een productfamilie worden gebruikt om een onderscheid te maken tussen beide?

DEMAND-onzekerheid: Functional = push innovative = pull SUPPLY-onzekerheid: Stable = betrouwbaar: Evolving = niet-stabiel:

c. Hoewel niet besproken in de les, hoe zou een pull-push strategie er uit zien? En in welke sector wordt dit gebruikt?

5)

Oefening over een fabriek die 2 winkels bevoorraadt. Gegeven:

Winkel 1: leadtime 1, lotsize 120, service level 98% en dan de k waarde Winkel 2: leadtime 2, lotsize 80, service level 97% en dan de k waarde Fabriek: leadtime 1, lotsize 200 (geen veiligheidsvoorraad)

(6)

Dan een tabel met de vraagvoorspelling voor de 2 winkels voor 10 weken. (waren allemaal afwisselend waarden 30, 40, 50 en 60)

a. Safety stock berekenen van de 2 winkels. (oppassen met variantie en standaardafwijking: wortel nemen!)

b. DRP van de winkels en productieplanning van de fabriek (Bij winkel 1 ligt nog 150, bij winkel 2 120 en in de fabriek nog 100)

c. Kan de fabriek de winkels tijdig beleveren? Zo nee, Wat is het servicelevel dan? d. Hoeveel moet de fabriek naar de winkels distribueren om ervoor te zorgen dat ze

hetzelfde aantal dagen voorraad hebben? VERSIE 2:

a. Verschil tussen forecasting en demand management

Demand management gaat over independent demand.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This research follows up on the research of Nurmala, de Leeuw & Dullaert, (2017) and Cho, Lee, Ahn & Hwang (2012) by providing a comprehensive overview that provides

As the performance of suppliers is also influenced by upstream aspects like market conditions (case A and D) and quality issues (case B and C), the lack of control

23 physician is pleased with the current performance of the purchasing process because of the good collaboration and the understanding of the role ‘The

This research has explored how supplier development activities, operationalized in knowledge and capital investments, (in)direct development, and power dependences,

The findings show that poor pro-active planning lead to dependency on single source suppliers delivering under concession, hereby the supply chain and MNC in

The definition this article uses for supply chain robustness is "The ability of the supply chain to maintain its function despite internal or external disruptions"

Since firms often use both contractual and relational governance to manage their relationships, the interplay of contractual and relational governance in

Manufacturing and inventory data (costs, capacities) Scheduling and new demand New supply and production schedule Secure rapid deployment (via secure linear programming)