Correctievoorschrift HAVO
2013
tijdvak 1 woensdag 22 mei 07.30 - 10.30 uurAardrijkskunde
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels
3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
1
Regels voor de beoordeling
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 30, 31 en 32 van het Landsbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-v.s.b.o. d.d. 23-06-2008 (PB. 2008, no. 54). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van bovenvermelde artikelen van het Landsbesluit van belang:
1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door het ETE (Examenbureau). 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van
de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen.
3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het ETE (Examenbureau).
4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast.
5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2
Algemene regels
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten,
het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat.
2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het
maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd.
toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;
3.4indien slechts een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5indien meer dan een voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig
antwoord gevraagd worden, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;
3.6indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of
berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;
3.7indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord;
3.8indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen.
4 Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan een antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend.
5 Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar een keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.
6 Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld.
7 Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een examen of in het beoordelingsmodel bij dat examen een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij dient de fout of onvolkomenheid wel mede te delen aan het ETE. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen door het ETE rekening gehouden.
8 Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. 9 Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen.
Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur.
De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. Dit cijfer kan afgelezen worden uit
omzettingstabellen die beschikbaar worden gesteld door het ETE na de bepaling van de definitieve cesuur.
3
Vakspecifieke regels
Voor dit examen Aardrijkskunde Havo 2013 eerste tijdvak kunnen maximaal 59 scorepunten worden behaald. Het examen bestaat uit 36 vragen.
Vraag Antwoord Scores 1 1 1 11 1
4 Beoordelingsmodel
Opgave 1
De Amazone rivier
1 maximumscore 1
(In het noorden wordt het stroomgebied begrensd door) het Hoogland van Guyana.
(In het westen door) het Andes gebergte. (In het zuiden door) het Hoogland van Brazilië.
Alle drie moeten genoemd worden om punt toe te kennen.
2 maximumscore 2
• Mechanische verwering vooral in de bovenloop: hooggebergte met vorstverwering/ temperatuurverschillen.
• Chemische verwering vooral in de benedenloop: veel neerslag en hoge
temperaturen. 1
Opmerking: juiste onderscheid tussen boven- en benedenloop zonder verklaring = maximaal 1 punt.
3 maximumscore 2
• Gele rivieren hebben een groot verhang (met grotere stroomsnelheid) waardoor veel erosiemateriaal getransporteerd wordt.
• Zwartwaterrivieren hebben een kleiner verhang (met lagere
stroomsnelheid) waardoor weinig materiaal getransporteerd wordt. 1
4 maximumscore 2
• Elke periode tussen december en mei.
• Oorzaak: De ITCZ schuift in deze periode over het stroomgebied van
zuidelijke zijrivieren (ZH) (met toename van neerslag/ smeltwater). 1
5 maximumscore 2
• Ontbossing leidt door afname in absorptie van zonnestraling/ toename uitgaande straling tot een verhoging van het albedo-effect.
• Het broeikaseffect wordt hierdoor versterkt/ klimaatsverandering.
Vraag Antwoord Scores
1 1
Opgave 2
Vulcano Buono
8 maximumscore 1
De Vesuvius.
9 maximumscore 2
• Italië ligt op/ nabij een subductiezone
• (In subductiezones ontstaan) stratovulkanen
10 maximumscore 3
• Geologisch: Een van de vulkanische eilanden van de Caribische eilandenboog
• Demografisch: Een eiland met een flinke bevolkingsomvang • Economisch: Een eiland met voldoende welvaart/ koopkracht/ …
per juist argument dat de keuze van het eiland onderbouwd 1 scorepunt toekennen.
11 maximumscore 1
Cuba heeft een gesloten communistisch systeem (boycot).
12 maximumscore 1
Beplanting voor opname CO2/ voor isolatie/ tegen horizonvervuiling, het ontwerp stemt overeen met het landschap, gebruik van daglicht voor energiebesparing
(verschillende antwoorden mogelijk)
13 maximumscore 1
Vraag Antwoord Scores
1
1 1
Opgave 3
De invloed van MNO’s in China
14 maximumscore 1
In 1977 had China een meer gesloten planeconomie (communisme), in 2003 heeft China een meer ‘open’ markteconomie (kapitalisme).
(Ook goed rekenen: China is een transitieland)
Opmerking: punt alleen toekennen indien vergelijking compleet is!
15 maximumscore 1
Global shift.
16 maximumscore 2
Maatregelen noemen op het gebied van: • arbeidswetgeving
• milieuwetgeving • subsidies • belastingklimaat • aanleg infrastructuur
(of antwoorden die duiden op voordelen voor investeerders)
per juist genoemde maatregel
17 maximumscore 2
• Kaart 155B: Binnenlandse migratie (richting SEZ’s/ kustprovincies). • Verstedelijking (urbanisatietempo): 4.2%.
18 maximumscore 2
• In China zijn in verhouding veel mensen werkzaam in de landbouw
(primaire sector). 1
• Deze mensen kunnen later (ook) gaan werken in de industrie en/of
diensten (secundaire en tertiaire sector). 1
19 maximumscore 3
• In het begin /1998 met name MNO’s/ joint ventures die bijdragen/ kleine bijdrage Chinese particuliere bedrijven: China als periferie (afhankelijk). 1 • Later/2007 toename van de bijdrage van Chinese particuliere bedrijven/
kleinere bijdrage MNO’s/ joint ventures: China als semiperiferie (minder
Vraag Antwoord Scores
1 1
1 1
Opgave 4
Kies het (Britse) Caribisch gebied!
21 maximumscore 2
• Verkleining verschillen tussen centrum en periferie: landen (van de ACP) in de periferie krijgen gunstige handelsvoorwaarden met EU en
kunnen profiteren. 1
• Toename van verschillen binnen periferie: binnen periferie krijgen
slechts ACP-landen gunstige handelsvoorwaarden met EU. 1
22 maximumscore 1
• Invoerrechten/ douanerechten/ importheffing voor bananen voor de niet ACP-landen.
23 maximumscore 2
• Twee van de volgende eilanden: Cayman eilanden, Turks en
Caicoseilanden, Brits Virgineilanden, Anguilla en Montserrat. 1 • Deze eilanden behoren bij het Verenigd Koninkrijk als overzeese
gebiedsdelen. 1
24 maximumscore 1
Een voorbeeld van Britse tradities, gewoonten, feesten, sport, eten.
25 maximumscore 2
• Factor A: tijd-ruimtecompressie. • Factor B: schaalvergroting.
26 maximumscore 1
Een groot deel van de opbrengsten verdwijnt naar grootschalige (buitenlandse) bedrijven.
(of: De lokale bevolking, werknemers profiteren nauwelijks van de opbrengsten.)
27 maximumscore 2
• Globalist zal niet bereid zijn hogere prijs te betalen voor Fairtrade. • Anders-globalist zal wel bereid zijn hogere prijs te betalen.
Vraag Antwoord Scores
1
28 maximumscore 2
Argument voor:
• Venezuela ligt aan Caribische Zee/ heeft deels overeenkomstig (tropisch) klimaat/ heeft deels overeenkomstige bodemsoort/ ligt
gedeeltelijk in overeenkomstig windsysteem/ ….. (meerdere argumenten
zijn mogelijk) 1
Argument tegen:
• Venezuela ligt niet op Caribische plaat/ heeft hooggebergte/ is geen eiland/ heeft (naast tropische klimaten) verschillende klimaten/ heeft verschillende bodemsoorten/ heeft (grote) rivieren/ ..… (meerdere
argumenten zijn mogelijk) 1
29 maximumscore 2
Tussen Caribisch gebied en Venezuela bestaan verschillen in: • dominante cultuur (Caribisch gebied heeft meer verschillen in
bijvoorbeeld taal, godsdienst, e.d.)
• de geschiedenis (bijvoorbeeld verschillen in koloniaal verleden) • de geografische ligging (bijvoorbeeld continentale ligging tegenover
eilanden)
(Bovenstaande argumenten zijn gebaseerd op de indeling van GB 209A. Echter, meerdere argumenten zijn mogelijk.)
Vraag Antwoord Scores 1 1 1 1 1
Opgave 5
Caracas: 1 stad, 3 bedreigingen
30 maximumscore 2
• Hypocentra in subductiezones zijn vaak dieper dan bij breukzones. • Door het onderduiken van een plaat onder een ander wordt druk
opgebouwd tot in de aardmantel terwijl bij breukzones vooral druk wordt
opgebouwd in de aardkorst. 1
31 maximumscore 1
Hoe kleiner de frequentie, hoe groter de magnitude. (Of: hoe groter de frequentie, hoe kleiner de magnitude.)
32 maximumscore 1
In een zachte modderachtige ondergrond ontstaan meer verzakkingen/ kan een seismische trilling zich versterken en/of echoën.
33 maximumscore 2
• Fysisch-geografisch: Aardverschuivingen vinden plaats in de hoger gelegen (marginale) gebieden en/of berghellingen.
• Sociaal-geografisch: Die gebieden zijn volgebouwd met krottenwijken (zodat met name de arme bevolkingsgroepen slachtoffer zullen zijn van landverschuivingen).
34 maximumscore 1
De gebieden met de hoogste risico’s op natuurrampen zijn tegelijkertijd de meest dichtbevolkte gebieden.
35 maximumscore 2
• Bijvoorbeeld GB 207C/ 207D/ 207E/ 209C/ 209D/ 209E.
• Uit de motivatie voor de gekozen kaart moet blijken dat Venezuela gerekend kan worden tot een soft state: een land met een slecht bestuur.
36 maximumscore 3
• Eerst vooral prioriteit leggen op de problematiek rondom
overstromingen, die ongeveer om de 3 jaar voorkomen. 1 • Vervolgens de problematiek rondom landverschuivingen, die ongeveer
om de 25 jaar voorkomen. 1
• Als laatste de problematiek rondom aardbevingen die van de genoemde
natuurrampen de laagste frequentie hebben. 1
(de onregelmatigheid en impact van aardbevingen kan, mits goed beargumenteerd, tevens als 1e of als 2eantwoordmogelijkheid gegeven worden.)
Vraag Antwoord Scores
5
Bronvermeldingen
bron 1 http://www.google-earth-wereld.nl/rivieren/rivieramazone.htm
bron 2 Google Earth + www.espacoturismo.com/nacionais/norte/encontro-das-aguas-em-manaus
bron 3 http://inhabitat.com/colossal-green-volcano-rises-in-italy/ bron 4 https://editorialexpress.com
bron 5 www.chinadaily.com.cn bron 6 vrij naar
www.volkskrant.nl/vk/nl/2680/Economie/article/detail/3321039/2012/09/24/ Rellen-bij-Apple-producent-Foxconn-in-China.dhtml
bron 7 http://www.bananalink.org.uk/choose-caribbean
bron 8 http://www.eluniversal.com/nacional-y-politica/111126/caracas-one-city-three-threats#.TtZ6AsMDJaI.gmai
bron 9 Google Earth
bron 10 http://www.eluniversal.com/nacional-y-politica/111126/caracas-one-city-three-threats#.TtZ6AsMDJaI.gmai