45
Th.
H. Klinkspoor
/
Wildschade
aan
populieren
r)lnstí{uut voor Toegepasl Biologisch Onderzoek
in de
Na{uur (ltbon)Bij
de
huidige opvattingen overde
betekenisvan
bossen en beplantingenin
ons landis
ook aan hetwild
een plaats toe-gedacht. Vandaar dar alle re nemen maaregelen tegen eventuele wildschade moeten worden gezien tegen de achtergrond van de veelzijdige functie die hier aan de met bomen begroeideopper-vlakte
is
toegekend.Het
geslacht Populusmet zijn
grotever-scheidenheid maakt
hierop
geen uitzondering. Immers, naastde grote economische betekenis als houtproducent kan ook de
s'aard,e van de populier
bij
de bosaanleg en de landschapsbouwin
de recreatieve sector volledig worden aanva:rd.De
schadedie
sommige wildsoorten aan populierenbeplantin-gen aanrichten is na de tweede wereldoorlogin
ons landduide-lijker
naar voren
gekomen.De
sterkeuitbreiding
van
hetpopulierenareaal speelt
hierin
vanzelfsprekendeen
rol.
Als belangrijke houtproducent werd en wordt de populier meer enmeer gebruikt,
niet
alleenin
rijenbeplantingen, maarook
inbosverband.
In
de
naaste toekomstkan nog
een aanzienlijkeuitbreiding worden verwacht.
Doordat sinds de oorlog veel zorg is besteed aan het beheer van
het wild, is op vele plaatsen de stand toegenomen.
Dit
betekent een grotere kans op wildschade, hetgeen weer een verdereont-wikkeling van het onderzoek van wildafweermiddelen met zich
bracht. Voor de populierenteelt betekent
dit,
dat deintensive-ring
hiervan een grotere kennis van hetwild
enhet
afwerenvan de schade nooCzakelijk maakt.
IY/iltlsoorten d.ie schacle aan popilieren. kil1r1?er? ueroorzakett,
In
ons landkan
schade aan populieren voornamelijk wordenverwacht door ree,
konijn
en haas, wildsoonen die - vooral watde
laatste rweebetreft
-
hier
vrijwel
in
alle
streken worden aangetroffen.Het
reewild heeft zichin
de naoorlogse jaren het meestspec-taculair uitgebreid. Aanvankelijk beperkte de reewildpopulatie zich
tot
het midden en oosten, maar de geografiscl.reversprei-ding heeft
in
de
afgelopen25
jaren zo'n grote verandering ondergaan, dat de reenu in
het grootste gedeelte van ons landvoorkomt.
In
de Noordoostpolderwerd
in
1943 de eerste reebok waar-genomen.Twintig
jaar later bleek de stand van het reewild omen nabij
400 stukste
bedragen.In
dein
1957 drcoggevallenpolder Oostelijk Flevoland werden
al
]n
7959 de eerste sporenvan reeën aangetroffen.
Het
totale aantal van deze fraaie wild-soort kanin
Nederland thans op rond 20.000 stuks wordenge-raamd.
De
konijnen-en
hazenstandis
wisselend.Het
konijnis
als gevolgvan
de bekende virusziekte, de myxomatose, in vele delen van het landtot
een minimale stand teruggebracht.Konijnen kunnen echter plaatselijk weer sterk toenemen zodra
de
ziekteis
verdwenen.De
schommelingenin
de
konijnen-populatiezljn
dan ook veel sterker dan vroeger het geval was. Gemiddeldzijn
echter de aantallen veel geringer dan vóór hetoptreden van de ziekte. Doordat de konijnen en hazen elkaar
slecht verdragen hebben hazen
de
neiging
de
terreinen temijden waar veel konijnen voorkomen. Gaat de konijnenstand
achteruit, dan
volgt
vaak een belangrijkeuitbreiding van
de hazenstand.Reeënscbatle.
De schade door reewild bestaat
uit
veeg- en vreetschade. Veeg-schadewordt
in
onsiand
verreweghet
meeste aangetroffen.Deze treedt
op
in
het
voorjaar (maart/aprrl) wanneerbij
debok het nieuw gevormde gewei van de bast moet worden
ont-daan.
De
jonge, buigzame populierestammetjes worden daarbijsoms over decimeters lengte volledig
of
grotendeelsvan
bastontdaan.
Ook iater
in
het
seizoen(juni/juli)
kan de
reebokdoor schuren
en
siaan cegen stxmmetjesen
takken schade ineen beplanting aanrichten.
Dit
gedrag van de bok staatin
nauwverband met de bronsttijd. Vreetschade doet zich
in
het bijzon-der gedurende de wintermaanden voor.Door
het afbijten vaneind- en zijloten
tot op
een hoogtevan
1-1,20m
verschaffende dieren zich
op
deze wijze voedsel. Karakteristiekis
daarbijde horizontaal verlopende snijvlakte met v,ezelige randen. Deze
vorm van reewildschade kan zich voordoen
bij
voedselgebrek,dat
vooralin
de
maanden januarien
februarikan
opueden.Indien de stand van het reewild te hoog is en geen maatregelen
worden genomen, dan
is het niet
denkbeeldig dat een jongeaanplant
van b.v. 1-jarig
beworteld plantsoen geheel wordtvernield.
Kott ijne tt- ett hazenscltarle.
De beschadiging door konijnen en hazen aan populieren bestaat
uit
het beknagen en aftrekken van bast van de stammeties enhet aÍbijten van jonge twijgen en knoppen die binnen l.ret
be-reik
vande
dieren liggen.De vreterij
aande
bast doet zichvcoral
in
de winter voor indien de bodem met een laag sneeuwis
bedekt.De
bastwordt
dan als voedsel opgenomen.Stam-metjes met een doorsnede
tot
circa 10 cm worden daarbij niet
ontzien-Veegscltale aan poptlier
;i,
-.-ï:$
;É;."
l.-ë
.''aft
\.r.
,. ï.-1.1
.:\
-. r}
t?''
è-..raS
,f
ru
tEr
HE
I
ffi
u Fil
1)
Foto's: Itbon.*itrF:,i
ffi
46
Het
afbijten van de eind-en
zijloten geschiedt onafhankelijkvan de
voedselverhoudingen.De
plantendelen verronen eenglad snijvlak.
De
afgebeten rwiiggedeelten liggen aan de voetvan het
boompje: een kenmerkend verschil tussen reeën- en hazenschade. Zeer jong populiereplantsoen kan zelfstot
op degrond worden afgebeten. Indien dan ook geen afdoende
maat-regelen worden getroffen en, voor war de konijnen betreft, de
mfxomatose als bondgenoot van de grondgebruiker
in
de strijd tegen deze dieren verstek laat gaan, danis
een normale ont-wikkeling van een populierenaanplantvrijwel
onmogelijk.Maatregelen tegen tailàt chade.
Alvorens
tot
het
nemenvan
beschermende maatregelen met betrekkingtot
populierenbeplantingen overte
gaafizal
iedergeval afzondedijk moeten worden beoordeeld. Eerst dan kan
worden overwogen welke maatregelen ter voorkoming
of -
in-dien reeds schadeis
geconstareerd-
tegen verdere uitbreidinghet
beste kunnen worden toegepast.In
het
algemeen staandaarbij ter beschikking:
a)
het brengen van de wildstand op een alleszins verantwoorden toelaatbaar niveau;
b)
verbetering van de voedselmogelijkheden voor h,et wild;c)
toepassing van technische afweermiddelen.Daar
eerstgenoemde maatregelin
de
eerste plaats eenaan-gelegenheid
is voor de
jachthuurder zaI dezehier niet
naderworden besproken.
Dit
is
in
zekere zin ook het geval met hetverbeteren van de vo:dselsiruatie. Toch
is het voor
de popu-lierenteler van belangte
weten dat hetwild,
in dit
geval ree,haas en konijn, een duidelijke voorkeur heeft voor afgesneden
takken van bepaalde loofhoutsoorten, hetzij voor de bast, hetzij
voor
de rwijgen dan wel voor
beide.Hiertoe
behoren o.a.: appel, peer,populier
(vooral Populus tremula),wilg, eik,
es-doorn, robinia, lijsterbes, meidoorn, sleedoorn, brem.
In
de beplanting gebracht snoeihout van eenof
meer van deze soorten kan hetwild
van de geplante hoofdhoutsoort afleiden.Brem wordt wel gezaaid om deze rcden.
Zo
werdin
pas aan-gelegde populierenbeplantingen op Schouwen Duivelandsnoei-hout gelegd van de appelrassen Cox Orange
Pippin
en James Grieve. Het snoeisel werd door konijnen volledig kaalgevreten,maat
^an
de
populierenwerd
nageno--g geenvreterij
waar-geoomen.
In
Zeeuws Vlaanderen is het gewoonte omin
de eerstegroei-jaten wat van de onderste takken van de jonge populieren te
kappen en
bij
de bomente
laten liggen.Zowel
konijnen alshazen doen zich 's winters aan
dit
snoeisel tegoed.Grote
aantrekkingskrachtvoor
het
wild
hebben afgesnedentakken van de
ratelpopulier (Populusuemula).
In
bosrijke streken worden tak- entwijghout
van deze soort wel gebruiktom
in
jonge beplantingente
leggen teneindeop
deze wijze wildvraat aan de hoofdhoutsoorten tegente
gaaí. De populierblijkt
inderdaadtot
de voorkeursplanten vanhet
wild
te
be-horen, maar er zijn aanwijzingen dat niet alle cultivars een evengrote aantrekkingskracht bezitten.
Dit
bleek na eenvrij
ernstigevreterij
door konijnen aan pas geplante populierenin
enkelepercelen
in
de polder Oostelijk
Flevoland,waar
de
rassenHeidemij,
Serotina, Regenerata, Marilandicaen
Serotina de Champagne duidelijk meer vraat vertoonden dan dein
dezelfdepercelen voorkomende rassen Robusta, Vernirubens,
Bache-lieri,2)
Genevaen Oxford,
waaraa'fiweinig
of
geen vreterij werd gevonden.Van de
technische at'weermid'delen,hetzij van
mechanische,hetzij van chemische aard, staan de populierenteler er meerdere
ter
beschikking.Het
hangt uiteraardvan
de plaatselijke om-standigheden af welke bescherming het meest de voorkeurver-dient. De tor
nu
toe
beproefde mechanische afweermiddelenBescherning tegen ueegschade tze, een plaslic ncncbet.
hebben
in
depraktijk
alle hun voor en te,gen aangetoond. Bijde toepassing spelen de kosten vaak een beslissende rol.
Dit
is ook het geval met de chemische middelen, waaraan hogeeisen moeten worden gesteld
en die
geen nadeiige gevolgenmogen hebben
voor plant en dier. Het
merendeel heeft zijn bruikbaarheidniet
kunnen bewijzenen is
uit
de handelver-dwenen. Sommige goedgekeurde preparaten
zijn
alleen be-trouwbaarop
het kale hout, maarniet op
jonge, zichontwik-kelende rwijgen en bladeren
in
het groeiseizoen.Bij
het gebmikervan moet rekening worden gehouden met de weersomstandig-heden.
Zo
is het aansmerenof
spuitenbij
vorstof
regenaf
te raden.Een verkeerde toepassing van een chemisch middel kan leiden
tot
een niet gewenst tesultaat. Vandaar dat de aanwijzingen diebij
eenmiddel
worden verstrekt nauwkeurig moeten worden opgevolgd.Bepaalde stankmiddelen om het
wild
op een afstand te houden hebben weliswaar vaak een effectieve werking, maar veiliezenna
verloopvan
tijd
hun
afwerend vermogen.Mogelijk
raken de dieren aan de lucht gewend. Ook is gebleken dat reewild op verscheidene plaatsenniet op gelijke wijze
reageert. Vandaardar vaak meer dan een afweermiddel moet worden beproefd.
Al
naar gelang de schade waartegen men maatregelen van tech-nische aard wenst te nemen, evenrueel voor gezamenlijkereke-nirrg
van
eigenaar en jachthuurder,kan het
volgende worden overwogen:I.
Bescherming van de gehele beplante oppervlakte.a)
H.et plaatsen van een gaasafrastering.47
Deze geeft de meest afdoende bescherming. Hoogte afrastering
tegen konijnen en hazen: 1,20 m. Maaswijdte
bij
gebruik van zeshoekig gaas ten hoogste: 38 mm.Het
gaas onder een hoekvan plm. 60o naat buiten plaatsen en,
in
verband mer konijnen,het
gaas tevens onderde grond
op
ca.20
cm naaÍ
buiten buigen.Om ook
reewildte
werenis
een rastervan
1,50 m hoogte aan te bevelen.b)
Her
aanbrengenvan
reukafgevende elementen (stankmid-delen).Hiertoe
behorende dierlijke
reerprodukten zoals\74M,
een vloeibaar afweermiddel dat doorN.V.
Philips-Dupharte
Am-sterdam
in
de handel wordt gebracht. Het kan worden toegepasrdoor om de te beschermen oppervlakte touw te spannen na
dit
tevorenin
de
vloeistofte
hebben gedrenkt,àf
door het
op-hangen van merdit
middel doordrenkte lappen.Een andere methode is her aanbrengen van een laagje srro rer
breedte van ongeveer
30
cm en hierop carbolineum re spren-kelen.Ook
proevenmet
roofdierenmestvan
leeuwenen
riigers,af-komstig
uit
dierenparken, hebben aangetoond datwild
hienneeop
een afstandkan
worden gehouden.Om de
verwaaiing zo groot mogelijk te maken kan de mesr in iute gaasjes aan bomenen struiken rond de beplantingen worden opgehangen
op
eenhoogte afhankelijk
van de re
verjagen wildsoort.Indien
op-hangen niet mogelijk is, dan kunnen kleine hoeveelheden mestook
in
bussen zonder dekselen
verspreidover de
beplanteoppervlakte worden geplaarsr, waarbij de afstand van de bussen
afhankelijk
moet
worden gesteldvan
de
wilddichtheid. Ge-durende de periode dat de meeste schade kan worden verwachrkunnen hiermee bevredigende resultaten worden bereikt.
II.
Bescherming van elk boompje afzonderlijk.a)
Het
aanbrengen van mechanische hulpmiddelen.Gemakkelijk en snel rond de sram aan te brengen
zijn
plastic marichetten, bestaandeuit
een60
cmof
1m
lange koker vanspiraalvormig gewonden plastic band van 8 cm breed. Door de
losse spiraalvorm kan de manchet mèt de groei van de jonge
boom mee uitzetten,
in
tegenstellingror de
kokers van gaas,die
bij
niet
tijdige
verwijdering, bastbeschadigingen kunnen veroorzaken. De manchetten voor bescherming van st?írrm€tjes,,llel
Tuinbouwhuis"
.
A.
J,
Dourleijn
Dalwagenseweg
38
-
Opheusden
-
Tel.
08887-352 Vertegenwoordiger: C. Janssen-
Kesteren-
Tel. 08886-487àk
Speciaalzaak voor
íruitteelt,
boomkwekerij en tuinbouw.Voor al Uw bindartikelen, gecÍeosoteerde boompalen,
plastic boommanchetten (tegen hazenvraat), enz.
*
Tevens Uw adÍes voor het uitvoeÍen van beplantingen,
o.a. populieren.
*
Onze vertegenwoordiger komt U gaarne voorlichten.
zijn te gebruiken tegen veegschade door de reebok en vreterij aan de bast door hazen
en
konijnen.Ze
zijn
verkrijgbaar bijo.a. de firma Dourleijn. Opheusden.
Populierenstammetjes kunnen ook worden beschermd door deze,
aI
naar gelang de lengte, over 20-100 cmte
omwikkelen metzilverkleurig aluminiumfolie
van
3,1 cm breed.Dit
materiaalis
op
rollen van 250
m
verkrijgbaarbij
o.a. ,,Forstkulrur", Frankfurt/Main-Niederad.In dit
verband kan ook nog worden genoemd het ombinden van de stammetjes met sparretwijgen,riet
e.d.Een
beschermingwaarbij
zowel veegschadeals vreterij
aanstam, twijgen en knoppen kan worden voorkomen, wordt ver-kregeo door de ionge boom volledig rn
te
gazen.b)
Het bestrijken of bespuiten met chemische middelen.Aan te
beveler,zijn de
middelen waarvoor krachtensde
Be-strijdingsmiddelenwet
ontheffing
is
verleend, zoalsb.v.
AA-prorect, datin
de handel wordt gebracht door hetLandbouw-bureau rViersum
te
Groningen,in
bussenvan 1
kg.Het
kanzowel onverdund
met
een kwastop
stammetjes wordenge-smeerd, als
in
een met water verdunde vorm worden verspotenmer
een
rugnevelspuitover
de
geheleplant. Vreterij
vankonijnen en hazen kan er met goed gevolg mee worden
voor-komen
en het
is
geblekendat ook het reewild er
mee kanworden afgeweerd. Daar rekening moet worden gehouden met
een sneeuwlaag
is
het
aante
bevelen stammetjestot op
een hoogte van circa 90 cm volledig met het middelaf
te dekken.In
verbandmer te
verwachten vreetschadein
de winter
kanworden aangeraden
AA-protect
op
droge planten,vóór
hetinvallen van de vorst, b.v.
in
de maanden oktoberof
november, aan te brengen.\Tildvraat
aan populierenkan
in
onsland
in
het
algemeengering worden genoemd. Klachten over schade hebben
in
demeeste gevallen betrekking op aanplantingen waar geen enkele
maatregel
in
verbandmet de
wildstandis
genomen.Bij
een toelaatbare wildstandis
een beschermingmogelijk door
een combinatie van technische en biologische maatregelen.Bij
eenre
hoge dichtheid hebben technische afweermiddelenin
het algemeen niet het verwachte resultaat.Een
goecie samenwerking tussen grondeigenaaren
jager
is noodzakelijk voor een doelueffend beheer.P, YA]I
IIETI BERK
&
ZOIIE]I
Boomkweherijen
ST. OEDENBODE
-
TELEFOON 04138.331*
Specialiteit:
POPULIEREN
EN
WILGEI{
Áduiezen en beplantingen kannem door ons geregeld, worden