• No results found

Rassenvergelijking bij sla in een voorjaarsstookteelt, met en zonder toediening van CO2, 1961-1962

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rassenvergelijking bij sla in een voorjaarsstookteelt, met en zonder toediening van CO2, 1961-1962"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

&)

•ROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Rassenvergelijking bij sla in een v©orjaarsstookteelt,met en zonder toe­

diening van C02» 1961-1962. Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 06 W

75

door: W.P.van Winden Naaldwijk,1963. -zav"*"^8

(2)

RASSEN VERGE LIJKING BIJ SLA IN EEN YOORJAAESSTOOKTEELT, I.IET EN

ZONDER TOEDIENING VAN C02«

P.N. IY-10.

Plaats I Kas 32 (Bomkas 2). JaarI 196I- '62.

Inleiding.

In aansluiting op voorgaanae jaren werd weer een proef opgezet om een aantal slarassen onderling te vergelijken in de voorjaars-stookteelt. Bovendien werd er gedeeltelijk wel en gedeeltelijk geen extra CO^ toegediend om ook hiervan de invloed op de sla na te gaan.

Ouzet van de -proef.

De volgende slarassen weraan in viervoud uitgeplant:

1. Amplus. • 2. Vitesse. Kloek. 4 . Proeftuin's Blackpool. 5. No 69« 6. No 57*

(3)

2. In het midden van de kas werd in de lengterichting een plastic afscheiding gemaakt; zowel aan de linker als aan de rechterzijde kwamen twee parallellen voor. In het linker gedeelte werd extra CO^

toegediend door middel van petroleumkachels, in het reehter gedeelte werd geen extra CO2 gegeven.

De verdeling van de rassen vond plaats volgens de plattegrond op bijlage 1.

Uitvoering van ue proef.

De sla werd gezaaid op 2 november. Op 10 november werden de plan­

tjes opgepot en op 22 december op de blijvende plaats uit0eplant.

Vanaf het uitplanten werden dagelijks de maximum- en de minimum-luchttemperatuur opgenomen, terwijl ook dagelijks de grondtemperatuur werd genoteerd.

Op 12 januari werd met hst toedienen van extra CO2 begonnen. De sla werd in het gedeelte met extra CO^ geoogst op 26 februari en in het gedeelte zonder extra CO2 op 7 maart.

Waarnemingen. a. Temperatuur.

In onderstaande tabel 1 zijn de maximum» en minimum-temperatuur per decade voor elk vak afzonderlijk weergegeven. De bodemtemperatuur is eveneens in deze tabel opgenomen, echter alleen van dat gedeelte waar geen extra CO2 is toegediend.

Tabel 1. Temperatuur.

Decade max - C02 min - C02 max + CO2 min + C02 grond- C\J

0

0

Decade max - C02 min - C02 max + CO2 min + C02

9 uur 2 uur. „ ste . 1 0) jan. 13.4 6.3 7.6 9.5 CVJ 1 6 . 2 6.8 19.4 6.8 8.3 9-5 3de 1 6 . 4 6.0 22.7 6.9 8 . 4 10. 9 1stefebr. 1 6 . 5 6.5 22.9 7.2 8.8 11.3 2de « 17.9 5.7 23.9 6.2 9.1 11.1 11 17.3 4.9 22.0 5.3 8.1 9.8 „ ste , 1 maart 18.6 7-4 9-4 1 1 . 4 |

(4)

eveneens weergegeven.

We zien hier dat er in geen van de twee afdelingen ongunstig hoge

of ongunstig lage temperaturen zijn opgetreden. Y/el komt duidelijk naar voren dat vooral de dagtemperaturen in het vak waar extra CO^ gegeven is belangrijk hoger waren dan zonder extra CO^« De snellere groei van de sla moet dan ook zowel aan de temperatuurverhoging als aan de extra CC>2 toegeschreven woraen.

Oofi-st^egevens.

Bij de oogst werd de sla gesorteerd in A, B, C en gerande sla. In tabel 2 en tabel 3 zijn de oogstgeg-vens per ras en per behandeling weergegeven.

Tabel 2. Oogst in het vak met exxra C0o O Vergelijking

waar-^ bij Pr.BI.pool op

100 is gesteld.

Rassen

A ^ B ! C rand totaal 'gem.

1 ) !

i Rassen par! aant'gew 1 ' i 1 aant gew t aant gew aant gew

f

aant!gew i :' kr gew.

1 ) ! i Amplus It 1 | 77 2 I 82 S V 14080 | 25 316O ! 10 ; 920 13 1680 i ! 17560 • 19 2900 ! 7 820•23 4340 125 I J l 19840 ; ) 25620 !

tot ! 159 31640*44 606O i 17 ! 1740'36 >6020 256 45460 i178 1 0 0 . 3

Vitesse 1

I

72 2

I

67 14480 | 14 1940

I

6 ! * 13620 ! 19 '2820 l 7 520 700 39 31 6200 ^240 131 124 2314O 22380 tot 139 28100 ! 33 >4760 ! 13 ! 1220!70 11440

255

45520 ! 179 1 0 0 . 8 Kloek 1 2 80 109 14960 21060 31 | 43OO

I

18 5176O

I

5

15

! 2260

I

4 ! 460' 9 660 1220 134 1?7 21680 ! 25000 !

tot 189 I36020 ! 46 i6560 22 ? 2 2 20j14 i 1880 271 46680 '172 96.9

Pr.BI.pool 1 2 92 89 18960 I6O6O 24

j

376O 27 * 3860 13 11 1560I j 1260' 2 I 300 129 129 24280 21480 tot Î181 35020 ! 51 ^7620 24 >2820 2 i 300 258 45760 '177.5 100 Eo 69 1 2 93 93 I94OO 18600 16 [234O 14 >2140 2 3 200 280 20 26 3440 4400 131 136 25380 j 25420 ! tot 186 138000 {30 -4480 5 ! 480 46 l7840l267 50800 M90 107 No. 57 1 2 102 107 2144O 21440 15 :2180 | 3 | 320 6 880 È 1 l 110 1 0 j1960j130 I25900 | 6 l 810i120 I23240 ' ' 'tot 209 '42880 121 306O > 4 I 430 M6 '2770*250 49140 '196 1 1 0 . 4 1) Vergelijking waarbij

Tabel 3» Oogst in het vak zonder extra CO Pr.BI.pool op 100 is

^ o 4- a 1 A

Rassen A B J

J

c

gerand totaal

g,r.n un i n . gÔIIi#! . \

par aant

!

&ew aant gew sicin'fc .gew ; aant jêC© W aant gew

"""kr B £ew. Amplus 1 104 23300 24 3900 7 750 135 27950 i \ 2 87 19270 32 5960 13 1680! J 132 26910 tot 191 42570 56 9860 '20 ,2430

|

267 54860 205 1 0 9 . 4 Vitesse 1 111 22960 21 3300 I 3 440 135 267OO 2 81 18630 30 _5140| 1 8 3300 129 27070 tot 192 41590 V 8440 ! !, 21 3740 264 53770 204 107.9 Kloek 1 116 25630 117 -?960 1 130 134 28720 2 109 23380 22 3480 131 2686O tot 22^ 49010 6440 1 1.130 i 265 55580 210 111.1 Pr.Bl.pool 1 41 9120 85 15990 8 1120 134 26230 2 48 9660

37

5940 10 I42O 47 8850 141 25870 i tot 89 18780 122 21930 18 254O 47 8850 27? 52Î50 189 100.-wo 69 1 72 16280 41 7780 12 233O 126 2646O i ! 2 106 23620 22 4080 6 . 86O ; 134 28560

tot 178 39900 63 11860 6 . 86ol 12 I 233O 260 55020 212 112.2 j

H0 57 1 84 16800 41 —— : 6800 3620; ! • 1 7 90Ö { 133 24580 i i l i ! 2 96 21140 20 —— : 6800 3620; ! 19 ! 2280 1 36 27120 j j

(5)

4.

Het gemiddeld kropgewicht was zonder C02 belangrijk hoger dan met

C02- De oorzaak hiervan is dat het vak met extra CO^ 9 dagen vroeger

werd geoogst; op dat moment was de sla in het vak zonder C02 "beslist

nog niet oogstbaar. De extra CO^ en ae daarbij voorgekomen hogere temperaturen hebben dus een belangrijke vervroeging gegeven. De kwali­ teit was in beide afdelingen zeer goed.

Door heo verschil in oogsttijdstip kan het gemiddelde kropgewicht in de afdeling met CO^ niet worden vergeleken met het gemiddeld kropgewicht in de afdeling zonder CO^«

Vergelijken we de gemiddelde kropgewichten van de rassen in de afdeling waar extra CO^ wera toegediend, dan blijkt dat No 57 het hoogste

gemiddelde kropgewicht heeft gegeven. Als tweede volgt No 69 en als derde Vitesse. Het grootste aantal kroppen A-sla werd eveneens verkregen bij No 57« Hierbij komt Kloek op de tweede plaats en No 69 op de derde.

Zonder extra CO^ gaf No 69 het hoogste gemiddelde kropgewicht, daarna vol^éen respectievelijk Kloek en Amplus. iiierkwaardig is dat iio 57 hier het laagste kropgewicht leverde. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat Lio 57 extra gunstig op een CO^-toediening reageert. Het grootste aantal kroppen A-sla werd hier verkregen bij Kloek gevolgd door resp. Vitesse en Amplus.

Zeer grote verschillen tussen de rassen kwamen niet naar voren. Gemiddeld gaf Proeftuins Blackpool de minst gunstige resultaten. De gedachte dat dit ras voor de voorjaarsteelten heeft aigedaan, wordt hierdoor bevestigd.

Samenvatting.

In een voorjaarsteelt in een gestookte kas werden zes slarassen vergeleken. Tevens we^Brvar^'ee^ e'x¥l^^5^-toediening. Waar extra CO^ werd gegeven was de temperatuur overdag ook +_ 4°C hoger dan zonder extra C02»

In het xx C02 vak was de sla 9 dagen eerder oogstbaar dan in het

vak zonder extra CO2#

Vergelijking van ae gewichten met C02 en zonder CO^ is daarom

niet mogelijk.

Vergelijken we de rassen voor de verschillende behandelingen

afzonderlijk, dan zien we dat No 57 bij de CO2 toediening het hoogste

kropgewicht leverde. Zonder extra C02 gaf ï.ro 69 het hoogste gemiddeld

kropgewicht.

Naaldwijk, 2-1-'63

(6)

a> ta cd •o •H pq CM CQ Cd •ä o pq a •H j a) d ^

a a

> 3 0) 03 I—I -P O CÖ fH (ö -P rH 0) ft P4 0) (1) P Ti II X CM VO T— ON ex­ T"" -P ert rH CD 0) -P O O -p CQ CQ U vo cd cd p •o cd U o o > 0) •o ir> •H & P at t>0 ö •H Ö <D •H Q> O -P CV ÇL O al O M <+H 0) O u p* ö CD fCS <H a O cd O P4 CQ b0 ' Ö •H M •o •rl rH 0) cv SD U P CD al > M c 0) CQ CQ cd cd I—1 r— cn p CÖ 0) -p •H 3 CI) ••ci «H eu O pu <D Ö œ •H -pq I a> «H 0) o ÊH P< "SV 0) P< >s Eh FP rH • O O .Pi Pi -CD m 3 rH pm

a

<»«

r — m d) +3 •H a) i> CQ .M 0) o I—I « ir\ <p ft t>i Eh 1— 05 o -p •H t> ca 3 rH PM

a

-ï~ p< h rH Pn P=l 0\ MD CD P< î>» =H X î . M CD O 2~ 0) -p •H 3 & O) m m CD -p •H fc» ~~sr~ 2 r—i P<

a

<«!

M QJ O r-i Ti P3 rH ' o h o CM Oi - _r~ LT\ ® r i P4 >S i 9s • t TJV vo CD P< ï*s EH d) O I—I W (T\ VÛ 0) PM EH ~3~ pq .H • o h O P4 PM T=-LT\ CD PM t>> I co 0) -p •rl ta­ ra 3 IH

a

I I -ra-CD 0 P< CD 1 a CD -p •rl - 3 pq I -CD 0) t3 <1) O h P4 (M O O M 0) TJ C O M

, **>

£

/CQ /MH O CO cd

ra

CM O >° -p CD

a

• CS M Ö CD cd -P > 0) « m O -p a cd cd 0) rH ^3 P4-P 0) <D xJ H O

(7)

*rv*A 2*>. •Hvo^&UA. C ot . >CJ4I - iQ>4-a.

N mcx< mclex-t-CO, cr\ f 5 ft) r -u (J s—f-1 O O

•. min . mei»* CO.

^ / *

miy\ - ùri ol e * _ C O

decokciei

(8)

Coronet "tem perctV L4.u.r

£>lex roUC« VC.» m eA cw loader COj

'î>onr»KôÂ IL

\c^ L » - t<^4 z .

CjA-Orv^. 2. uwr

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De onder­zoeksvraag luidt: ‘In welke mate en op welke wijze is de veiligheid van de burgers van Groningen betrokken bij de besluitvorming over de exploitatie van het Groningenveld

Stellingen die kunnen worden gebruikt voor het meten van leerprocessen zijn: - Ik heb kennis over de effecten van maatregel X op dit gebied?. - Door de participatieve monitoring

Lengte-selectie wordt voor deze soorten niet toegepast aangezien het gebied wordt gebruikt door alle levensstadia.. Een overzicht van de functie per gebied staat in

Daarom zijn specifieke afspraken gemaakt over de afhandeling van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak door politie en Openbaar Ministerie.. Dit betekent

Echter, de ideaaltype boerderij varianten geven een goed startpunt voor discussie en voor het initiëren van een exploratie (samen met direct betrokkenen) van mogelijkheden

In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het fundamentele uitgangspunt van duurzame ontwikkeling dat de drie kapitalen zich niet los van elkaar kunnen en moeten ontwikkelen en

Gezien de rol die de overheid ook in de toekomst heeft en gezien de verwachtingen die de samenleving mag koesteren ten aanzien van het nemen van verantwoordelijkheid door

In het project Phytotec werd onderzocht hoe appels en peren na de oogst vrij van fruitmot kunnen worden gemaakt. Het project had