cb
PROEFSTÄTION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 3 K 94
Verslag betreffende de klemhartproef in de volle grond,1957-"58 en 1958-"59.
door: P.A.Kruyk.
3 3 / ^ ; ß t > ' i / ^ 4 ' , r . W » •» . -A <• «. )" f i*
proefstation voor de groenten en fruitteelt onder glas te naaldwijk.
ViliiSu^iC- BkTkhf'FkhDD Dn KhïïmhARiTkGi;P In DU 7Oh.uh ükOhb 1957-,58 en 195Q — ' D9 «
Doel :
ïïa te gaan in hoeverre de methode van het toepassen van ammonium-molybdaat van invloed is op het optreden van klemhart bij "bloemkool.
Opzet :
Het gebruikte "bloeüikoolras is Alpha. De volgende verschillen in toediening worden gemaakt:
3
1. potgrond, waaraan 10 g ammoniummolybdaat per m in vaste vorm met zand vermengd wordt toegediend.
3
2. Potgrond, waaraan 10 g ammoiiiunm.olybd.aat per m in vloeibare vorm wordt toegediend.
3« Potgrond, die na het planten intensief wordt Despoten met opge l o s t a a a o n i u m m o l y b d a a t ( o p l . 2 f a ) .
4. A1s 3, hier worden echter alleen de planten Despoten, de grond w o r ci t a f g' e ci e ie t.
5- Onbehandeld.
lijdens de teelt wordt niet beregend. De opkweek geschiedde op het Proefstation.
Als potgrond werd de normale handelspotgrond gebruikt, die echter door toevoegen van zwavel zuurder werd gemaakt, om het optreden van klem-hart te bevorderen.
'üitgepoot wera op het proefbedrijf "de kring" te Delft. De grondsoort is klei. Verloop van de proef:
Voor de proef 1957-5$ werden de planten geheel opgekweekt zoals onder opzet is beschreven.
lia uitplanten echter trad na een droge periode zóveel uitval op en was de stand van de overige planten zo slecht, dat de proef als mislukt beschouwd kon worden. Beperken we ons dus tot de proef in het seizoen 1958 -
'59-De opkweek van liet plaatmateriaal.
Uitgelaaid werd op 6 februari in bakjes in een gestookte kas. Op 23 februari kon. opgepot worden (perspot). Dit gebeurde in een koud warenhuis. Tevoren was de potgrond zuurder gemaakt met zwavel. Per 10 kg grond werd 25 g stuifzwavel doorgemengd. ne pE van de grond na menging met zwavel "bedroeg- 5.6. 7oor iedere groep werd +_ 40 kg grond gebruikt. De verschillende oppotmengsels werden als volgt kl ci cl II? ^ G Ui ci cl Â. 0 •
1) 4OO mg amm.molybdaat werd met grof zand gemengd, uitgestrooid en doorgewerkt.
2) 400 mg amm.molybdaat werd opgelost in 2 liter watery met een gieter over de potgrond gegoten en doorgewerkt.
3) Ha het oppotten werden groud en planten rijkelijk bespoten net een 2>ù
oplossing van amm.molybdaat waaraan 0.19?o uitvloeien was toegevoegd. Dit gebeurde met eem pulverisator.
4). De perspotten werden bedekt met een vel dun plastic, hierin werden
kruissneden aangebracht en de planten hierdoor opgepot, hierna werden de planten bespoten met 2c/o amm.molybdaatoplossing, waaraan 0.1 c/o uit-vloeier was toegevoe ci • i.i G ij 01 ci, s tic werd daarna voorzichtig van de planten getild.
Half maart werden de planten overgebracht naar platglas.
Op 16 april werd uitgepoot in de volle grond op het proefbedrijf te Delf De plaatsing väu—de., parallelle** staat aangegeven op bijlage 1. Uitgepoot werd in
4
-voud, 20 planten per jnrmlil nl , Y A KControle van het gewas.
Een maand na uitplanten werd de proef gecontroleerd. De plant was klein en had nogal ernstig van de droogte geleden, het bleek, dat t.g.v. een ernstige koolviiegaantasting een belangrijk aantal kolen was uitge vallen. Ook kwamen toen al enige hoorders voor en was in diverse paral lellen ernstig klemhart opgetreden.
S E R I E P E H C uit vallers oooraers klem-har te n 7. 1. potgrond + 10 g Mo/m met
. 5 o / m in 2 cl xi CL ß'GniÖiij^Q • 2. potgrond + 10 g water opgelost 3- 2% opl. Mo spuiten na oppotten
4« 2/b opl. Ko spuiten na op potten, grond afdekken 5. Onbehandeld 24,0 27,0 10, 0 12^0
11,0
1,4 2,2 1/1 1/1 C> 2>7 6, 8 51/8 iHet percentage uitvallers is hoger, naarmate de koolvliegaantasting plaat selijk ernstiger was. Het aantal hoorders was zeer beperkt. Klemhart trad niet op in de groep waarbij het amm.molybdaat met zand door de pot grond gemengd was. In groep 2, amm.molybdaat in water opgelost toegevoegd äan de potgrond, kwau 1 plant met klemhart voor (2
.4
/3) • In groep 3 » diena oppotten met 2yo anna, molybciaat opl; werd bespoten trad eveneens geen
klemhart op.
Iets minder effectief werkte de bespuiting, waarbij de grond werd afge dekt. Het percentage klenhart bedroeg hier 6,8 '/o. ïn groep 5> onbehandeld, had ongeveer de helft van het a£ klemhart (51>8 (/o) .
Op 3 juni werd het gewas voor de 2e maal ûÛCOl Cl ^ '-cJ -L O. • J..:. 0 U cr. Cjj 1 ~ tal uitval lers bleek nog groter te zijn geworden. In de meeste klemhartplanten was herstel opgetreden. Het percentage uitvallers,klemharten, herstelde en enigermate herstelde klemharten was als volgt:
/ z
1. potgrond + 10 g Mo/m met 3«5 c? a O O
zand gemengd
2. potgrond + 10 g Ho/m'5 in
water opgelost 47,6 O 0 2.4 2.4
3. 2fo opl. Mo spuiten na
planten 36.3 7.9 3.9 2.0 I3.8
4. 2 fo opl. Mo spuiten na op
potten ,grond afdekken 35.O 7-7 9.6 5.8 23.I
5. Onbehandeld 30.0 19.7 25.0 21.5 66.1
In de twee eerste groepen, resp. potgrond met ammoniumniolybûaat met zand gemengd en potgrond met opgeloste amm.molybdaat kwamen geen klemharten voor. Het effect van de bespuitingen is wat minder, het aantal klemharten bedraagd bij bespuiting na oppotten zonder en mét grond afdekking resp.
7.9 7° en 7-7 /«• Het hoogste percentage wera aangetroffen in de onbehandelde
groep, ril. 19-7 ']•"
In totaal is in deze laatste groep ook het hoogste totaal percentage klem-hart opgetreden, nl. 66.1 f».
Herstel.
In groep 2, potgrond + amm.molybdaa.t opgelost in water trad in de enige klemhartplanz enigermate herstel op. In groep 3 5 waarin IJ.8 fo van
de planten kiemhart vertoonden, was 3.9 % geheel hersteld en 2.0 fo eniger
mate hersteld, dus ongeveer de helft van het aantal klemharten. In groep 4 trad verhoudingsgewijs meer herstel op, nl. van de 23-1 fo klemharten was 9.6 fo geheel en 5*8 fo enigermate hersteld.
Hieruit blijkt dus wel, dat de werkzaamheid van ammoniummolybdaat groter is, naarmate dit beter door de wortels kan worden opgenomen. Immers, intensieve vermening met de potgrond resulteerde in het uitblijven van klemiiart. Bij bespuiting na oppotten was het resultaat al veel minder. 'Waar alleen blaübespuiting plaats had, waren de resultaten het minst.
Het belangrijkst was echter het herstel in de onbena.ndeidegroep 5? van de $6.1 fo klemhartplanten was 25.0 f» geheel en 21.5 1° enigermate hersteld.
Eet percentage klemharten bleef echter het hoogst.
5.
steeds iets hoger is, dan de in geringere mate herstelde planten.
0 o g s t "b e p a linden.
Oogstbepalingen zijn niet verricht, wegens liet grote percentage uitval en de zeer ongelijke stand veroorzaakt dooi" koolvliegaantasting.
Conclmsie.
Toediening van annaoniummolybdaat, set zand gemengd, of in water opgelost aan de potgrond geeft een afdoende beveiliging tegen het optreden van klemhart.
Sespuiting nä oppotten heeft eveneens een gunstig effect op het optreden van klemhart, maar is geenszins afdoende.
31adbespuiting bleek ook een remmende invloed te hebben op de afwijking, de resultaten waren echter veel minder dan bij bespuiting van grond en
»
planten het geval was.
het vermengen van de potgrond vóór het oppotten met ammoniummolybdaat verdient dus voorkeur boven liet spuiten na oppotten.
November i960. R.E. De proefnemer.
M 1—1 PO ro p a r .
<
V>J VM & 4^ -î^ s VJl VJl V>J 0\ p a r . 4^-p a r . < VJl CD td 1—1 vo > ro 1 0 s -P* 1 1 >r< on 1 2 4 < h-1 M V>J O ro 1 4 V» VJl M s 1 6 ho M -<! M H < N) 1 8 fci VM 6l 4^ 2 0 ro O 4 F-C_;. CD < o I—1 rrv-4 p CD 4 CQ ro c p p et" CD £ P eh eh 0 (Jo 4 O FT M CD » 4 eh 4 O CD H> oJ !—1 O CD O O F-2 p; 0 < O !—1 M (H? Cç 4 O Î3 p-VO VJl VO VJl 4^ V^J ro h-1 P 0 V X V • v • |—K Kb 0? < O eh 1—J eh M O 1—1 c- f—1 eh 0 2 0 0 Ïö o 0 O P h-1 cy £ OQ Î3 r:. CS £5 PJ CD 0 0»3 CD 0^ HT' P P H £ c+ P g r* O P Cfa?
G\ -F^ 0£ hj t-'-i
&
CQ |E5 P' O VJlQi O • • eh • B CJ 0 HJ & F • • • O O 0 f—1 P-' O O f fr) E3 1—1 1—1 [_i C o ht2 • HJ «<! H 1—1 1—1 eh O eh CD oJ «<J £ f"C • eh p. P^ CJ c' Ul r.*-à~- P P-' p.; m pj *TD P P- P P 0 0 4 FJ eh eh 4-'-' P O P eh et- 4 0 CO VJl VJl V F- Hj eh 0 CD C_i. F- M M V>J VM F-O • » 4 P O F-P O" c' o eh C_J. t~b CD 0 eh oç CD 1 CO CO G*5 4 <! 0 •"Ö hj (j • O P- O O o ft £ 0 eh eh P-: 0 0 P- • et- i-> • h3 P F- 0 P P eh O O CN ho P P l-Q hö eh £ O o CD Pu eh eh 4