• No results found

Framing the informed consent of cookies : experimenteel onderzoek naar de effecten van verschillende frames in de informed consent en de rol van websitetype en bekendheid met de organisatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Framing the informed consent of cookies : experimenteel onderzoek naar de effecten van verschillende frames in de informed consent en de rol van websitetype en bekendheid met de organisatie"

Copied!
69
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Framing the informed consent of cookies

Experimenteel onderzoek naar de effecten van verschillende frames in de

informed consent en de rol van websitetype en bekendheid met de organisatie

Master program Communication Science – Persuasive Communication

Naam Romina L. P. Benfatto

Studentnummer 10260226

Onderzoek Master Thesis

Instelling Graduate School of Communication -

Universiteit van Amsterdam

Specialisatie Persuasive Communication

Begeleidende onderzoekster H.A.M. Voorveld

Datum 26 juni 2015

(2)

Samenvatting

Online Behavioural Advertising speelt een steeds prominentere rol voor adverteerders. Cookies vormen het fundament van Online Behavioural Advertising. Hierdoor wordt de manier waarop internetgebruikers worden ingelicht over cookies ook steeds belangrijker. Het huidige onderzoek heeft als doel om inzicht te geven in de mogelijke effecten van het framen van een informed consent tekst op weerstand, privacy bezorgdheid, attitude t.o.v. de informed consent en cookies, en acceptatie. Daarnaast is de rol van websitetype en bekendheid met de organisatie onderzocht. Een experiment onder studenten aan de Universiteit van Amsterdam (N = 181) heeft aangetoond dat de wijze waarop de informed consent tekst geframed wordt, invloed heeft op de privacy bezorgdheid en attitude t.o.v. de informed consent en cookies. Een loss frame zorgt voor minder privacy bezorgdheid en een positievere attitude t.o.v. de informed consent dan een gain frame. Het toepassen van een gain frame heeft daarentegen een positievere attitude t.o.v. cookies tot gevolg. Een acknowledging of resistance frame brengt in vergelijking met een loss en gain frame positievere resultaten teweeg voor zowel privacy bezorgdheid als attitude t.o.v. de informed consent en cookies. Daarnaast lieten de analyses zien dat websitetype geen direct en modererend effect heeft op weerstand, privacy bezorgdheid, attitude t.o.v. de informed consent en cookies, en acceptatie. Bekendheid met de organisatie bleek daarentegen wel een belangrijke modererende rol te spelen op attitude t.o.v. de informed consent. Op de website van een bekende organisatie leverde het toepassen van een loss frame een positieve attitude op t.o.v. de informed consent. Op de website van een onbekende organisatie leidde juist een gain frame tot een positieve attitude t.o.v. de informed consent. Het gebruiken van een acknowledging of resistance frame resulteerde in de

positiefste attitude t.o.v. de informed consent voor zowel bekende als onbekende organisaties. Geconcludeerd kan worden dat het type frame een belangrijke invloed heeft op verschillende consumentenreacties.

(3)

1. Introductie

De groei van het Internet heeft de ontwikkeling van nieuwe advertisings-technieken teweeg gebracht (McDonald & Cranor, 2010). Online Behavioural Advertising (OBA) is een speciale vorm van adverteren waarbij informatie wordt verzameld over het online surfgedrag van internetbezoekers door middel van ‘cookies’ (Smit, van Noort, & Voorveld, 2013). Een cookie is een klein stukje informatie dat door een internetservice wordt verstuurd naar een browser. Dit kleine stukje informatie wordt opgeslagen op het mobiele apparaat van de gebruiker, zoals een smartphone of laptop, en vervolgens weer teruggestuurd naar de

internetservice (van Noort, Voorveld, Wottrich, & Smit, 2015). Adverteerders kunnen aan de hand van deze informatie een gebruikersprofiel schetsen van elke websitebezoeker en deze in het vervolg voorzien van relevante reclame (McDonald & Cranor, 2010).

Met ingang van maart dit jaar is er in Nederland een nieuwe telecommunicatiewet omtrent cookiebepalingen van toepassing (‘’Cookiewet: regels en…’’, 2015). De nieuwe wetgeving heeft met name gevolgen voor analytische cookies. Tot voorheen moest op basis van de cookiewet voor alle cookies, behalve technisch noodzakelijke cookies, toestemming worden gevraagd. Het was hierdoor voor de gemiddelde internetgebruiker moeilijk te onderscheiden welke cookie privacygevoelig is en welke niet (‘’Wijziging cookiewet…’’, 2014). Met ingang van de nieuwe cookiewet zijn websites niet langer verplicht toestemming te vragen voor het gebruik van analytische cookies, doordat deze nauwelijks gevolgen hebben voor de privacy van websitebezoekers. Zij worden gebruikt om de technische tools op

websites te optimaliseren. Voor het plaatsen van zogenaamde ‘third-party-’ of ‘tracking-’ cookies moet een website een bezoeker nog wel altijd informeren en expliciet om

toestemming vragen. Deze cookies worden gebruikt om individueel surfgedrag bij te houden en hebben om deze reden betrekking op de privacy van bezoekers (‘’Cookiewet: regels en…’’, 2015). Wanneer voortaan om toestemming wordt gevraagd op een website, zal een bezoeker dus weten dat het om privacygevoelige cookies gaat. Websites vragen bezoekers doorgaans om toestemming voor het plaatsen van een cookie door middel van een informed

consent. De informed consent voorziet een internetgebruiker van informatie over cookies en

laat de gebruiker zelf beslissen of hij (persoonlijke) informatie wil delen met de website door de cookies te accepteren, dan wel af te wijzen (Friedman, Felten, & Millett, 2000).

De manier waarop de informed consent tekst is beschreven, verschilt per website. Dit komt doordat wettelijk alleen is vastgesteld dat websites bezoekers moeten informeren over cookies. Er is echter geen richtlijn over hoe zij deze informatie moeten formuleren

(4)

cookies accepteert (‘’50 % van alle…’’, 2014), maar dat dit percentage aanzienlijk verschilt per website (‘’Cookie-onderzoek top 20…’’, 2012). Dit duidt aan dat de manier waarop de informed consent tekst geformuleerd wordt mogelijk invloed heeft op de mate waarin websitebezoekers cookies waarderen (Levin, Schneider, & Gaeth, 1998). Hierdoor is het belangrijk om te weten welk ‘frame’ het meest effectief is. Uit onderzoek in andere velden blijkt dat het type frame waarin een boodschap wordt geplaatst invloed heeft op hoe mensen informatie beoordelen (Bellman, Johnson, & Lohse, 2001; O’Keefe & Jensen, 2007). Het doel van dit onderzoek is dan ook om te onderzoeken in hoeverre verschillende frames, toegepast in de informed consent, invloed hebben op weerstand, privacy bezorgdheid, attitude ten opzichte van de informed consent, attitude ten opzichte van cookies en uiteindelijk de acceptatie van cookies.

In deze studie wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende frames. Binnen persuasieve communicatie zijn gain en loss frames veelal toegepaste framingsstrategieën. Een gain frame promoot de positieve gevolgen voor de gebruiker wanneer hij een boodschap accepteert en een loss frame legt de nadruk op de negatieve gevolgen wanneer de gebruiker een boodschap afwijst (Rothman, Bartels, Wlaschin, & Salovey, 2006; Gallagher &

Updegraff, 2011). Voor beide frames is steun gevonden dat zij invloed kunnen hebben, afhankelijk van de situatie (Bartels, Kelly, & Rothman, 2010; Gallagher & Updegraff, 2011; Gallagher & Updegraff, 2012). Het derde frame dat wordt onderzocht, is het acknowledging

of resistance frame, welke veelal wordt toegepast wanneer de zender veel weerstand verwacht

van de ontvanger voor een bepaalde boodschap. Deze strategie geeft erkenning aan de weerstand die ontvangers hebben tegen de boodschap, waardoor de weerstand die de

ontvangers ervaren afneemt en de boodschap wordt geaccepteerd (Knowles & Linn, 2004). Ondanks dat de informatie in de informed consent zelf een prominente rol speelt, toont onderzoek aan dat de acceptatie van cookies ook beïnvloed kan worden door de type websites (Ur, Leon, Cranor, Shay, & Wang, 2012). Ur et al. (2012) verklaren dat gebruikers eerder persoonlijke gegevens delen met commerciële websites dan met gezondheidswebsites. Informatie op het gebied van gezondheid wordt als persoonlijker en privacygevoeliger ervaren. Bovendien stellen deze auteurs ook dat bekendheid met de organisatie een rol speelt in de beoordeling van mensen; ‘’onbekend maakt onbemind’’. Voor het verkrijgen van persoonlijke data is men eerder bereid toestemming te verlenen aan organisaties die zij kennen (Ur et al., 2012). Gesteld kan worden dat het tot dusver onduidelijk is welk frame in welke situatie invloed uitoefent. Om deze reden tracht dit onderzoek antwoord te geven op de vraag: In hoeverre heeft het type frame dat wordt gebruikt in een informed consent invloed op

(5)

weerstand, privacy bezorgdheid, attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en de acceptatie van cookies, en welke rol spelen websitetype en bekendheid met de organisatie in dit verband?

2. Theoretisch kader

2.1 Theoretische verklaring voor de effectiviteit van frames in boodschappen Welk type frame is het effectiefst? Gain frame vs. loss frame. Een informed consent heeft naast een informerende rol ook als doel een websitebezoeker te overtuigen om cookies te accepteren. Het succes van deze overtuiging is gebonden aan het feit of lezers begrijpen waarover zij worden geïnformeerd (Friedman, Felten, & Gillet, 2000). Naast de informatie zelf hangt de effectiviteit van de informed consent tevens sterk af van de manier waarop de tekst is geformuleerd (Friedman, Felten, & Millett, 2000; Levin, Schneider, & Gaeth, 1998). Een boodschap, zoals een informed consent, kan worden weergegeven in een bepaald type frame. Een frame is het perspectief waar vanuit de boodschap is geschreven. Hierbij wordt op bepaalde aspecten meer nadruk gelegd dan op andere (Nabi, 2003). Martin en Marschall (1999) beschrijven message framing als het benadrukken van positieve of negatieve elementen in een boodschap, of de voordelen of nadelen van het uitvoeren van het gedrag dat is gepresenteerd in de boodschap. Het type frame wordt bepaald door de zender van de boodschap en heeft invloed op de manier waarop de ontvanger de boodschap

interpreteert, verwerkt en waardeert (Bellman, Johnson, & Lohse, 2001; O’Keefe & Jensen, 2007; Hong, 2012). Deze waardering zorgt er vervolgens voor dat websitebezoekers cookies accepteren of afwijzen. Het is echter onduidelijk welke formulering leidt tot vermindering van weerstand en privacy bezorgdheid, een positieve attitude t.o.v. de informed consent, een positieve attitude t.o.v. cookies en meer acceptatie.

Geïnspireerd op het onderzoek van Kahneman en Tversky (1981), domineren twee typen frames de afgelopen jaren het toneel binnen persuasieve communicatie; gain frames en

loss frames (Kahneman & Tversky, 1981; Maheswaran & Meyers-Levy, 1990; Rothman &

Salovey, 1997). Hierbij promoot een gain frame de positieve gevolgen voor een gebruiker wanneer hij de boodschap accepteert en legt een loss frame de nadruk op de negatieve gevolgen wanneer een gebruiker de boodschap afwijst (Rothman, Bartels, Wlaschin, & Salovey, 2006; Gallagher & Updegraff, 2011). Voorgaande onderzoeken maken onderscheid tussen deze twee typen frames, doordat blijkt dat er verschillende keuzes worden gemaakt wanneer een boodschap is beschreven in termen van winst (gain frame) dan wanneer deze is beschreven in termen van verlies (loss frame). Het maken van de verschillende keuzes wordt

(6)

verklaard aan de hand van de prospect theorie. Deze theorie heeft betrekking op het beslissingsproces van mensen in risicovolle situaties en verklaart dat de keuze die gemaakt wordt sterk afhangt van het woordgebruik, zoals het type frame. Indien een boodschap is beschreven in termen van winst, is men eerder geneigd om onzekere en risicovolle uitkomsten te vermijden en wordt vaak gekozen voor zekerheid. Wanneer dezelfde boodschap echter is beschreven in termen van verlies, is men eerder geneigd om risico’s te nemen, doordat men verlies ten alle tijden wil voorkomen (Tversky & Kahnemen, 1981).

Aan de hand van de literatuur kan echter geen algehele conclusie worden getrokken over welk frame de meest effectieve resultaten oplevert op attitudes en gedrag van mensen (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990; Levin, Schneider, & Gaeth, 1998). Gain frames en loss frames worden tegenwoordig toepast in veel verschillende communicatieboodschappen, waarbij veel verschillende uitkomsten het toneel domineren (Rothman et al., 2006; Bartels, Kelly, & Rothman, 2010; Gallagher & Updegraff, 2011; Gallagher & Updegraff, 2012). Enkele onderzoeken tonen aan dat een gain frame leidt tot meer overtuiging van de boodschap dan een loss frame (Levin & Gaeth, 1988; Maheswaran & Meyers-Levy, 1990; Keller,

Lipkus, & Rimer, 2003; Latimer, Salovey, & Rothman, 2007; Nan, 2007; O’Keefe & Jensen, 2007). Andere onderzoeken verklaren daarentegen dat niet een gain frame, maar juist een loss frame positieve resultaten oplevert voor attitude, intenties en gedrag (Meyerowitz & Chaiken, 1987; Block & Keller, 1995; Kalichman & Coley, 1995). Levin, Schneider en Gaeth (1998) hebben om deze reden een typologie gemaakt waaraan zij veel verschillende onderzoeken naar framing hebben onderworpen. Zij vergeleken onder andere het domein, de framing effecten en de resultaten van deze onderzoeken. Vervolgens zijn alle resultaten geplaatst in een overzicht. Ondanks dat dit overzicht niet eenduidig uitwijst welk frame het meest effectief is, verklaren de auteurs dat over het algemeen een negatief frame (loss frame) een effectievere impact heeft dan een positief frame (gain frame). Zo zorgt het toepassen van een loss frame bijvoorbeeld voor positievere attitudes ten opzichte van de boodschap, verlaging van weerstand en privacy bezorgdheid, en het uitvoeren van een het voorgestelde gedrag (Meyerowitz & Chaiken, 1987; de Dreu, Emans, & van der Vliert, 1992; Banks, Salovey, Greener, Rothman, Moyer, Beauvais, & Epel, 1995; Miyazaki, 2008). Dit idee wordt wederom ondersteund door de gedachte dat mensen ten alle tijden verlies willen vermijden (Kahneman, Knetsch, & Thaler, 1990; Ganzach & Karsahi, 1995).

Wanneer deze kennis wordt betrokken op het huidige onderzoek, wordt verwacht dat het toepassen van een loss frame in de informed consent uiteindelijk resulteert in meer acceptatie. In een informed consent staan vaak de gevolgen van het accepteren of afwijzen

(7)

van cookies beschreven. Indien een loss frame is toegepast in de informed consent ligt de nadruk op het verlies dat websitebezoekers oplopen wanneer zij de cookies afwijzen. Volgens de theorie wil men verlies echter ten alle tijden voorkomen, waardoor een loss frame in een informed consent mogelijk effectiever is dan een gain frame. Zo zal men bijvoorbeeld niet het risico willen lopen dat de website minder goed functioneert of dat zij relevante aanbiedingen mislopen, doordat zij de cookies afwijzen. Aan de hand van deze theoretische basis is de volgende hypothese opgesteld:

H1: Het toepassen van een loss frame in de informed consent resulteert in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een gain frame

Acknowledging of resistance frame. Naast gain en loss frames is er een derde frame mogelijk van invloed voor de informed consent, namelijk het acknowledging of resistance frame. Dit frame is afkomstig uit het onderzoek van Knowles & Linn (2004), waarin

verschillende strategieën uiteengezet zijn die zenders van persuasieve boodschappen kunnen toepassen in een boodschap om de weerstand bij de ontvangers van deze boodschappen weg te nemen. Het acknowledging of resistance frame richt zich met name op de weerstand die gebruikers hebben tegenover een bepaald fenomeen. Door in de boodschap erkenning te geven aan deze weerstand, tracht het acknowledging of resistance frame de weerstand die ontvangers ervaren te verminderen. Hierdoor ontstaat een positievere attitude en wordt de boodschap aangenomen (Knowles & Linn, 2004). Een voorbeeld van dit frame is: ‘’U zult het niet geloven, maar…’’ (Linn & Knowles, 2002). In dit onderzoek zijn het websitebezoekers die mogelijk weerstand bieden tegen de informed consent en cookies. Informed consents en cookies kunnen weerstand veroorzaken, doordat zij als doel hebben bezoekers te overtuigen en doordat bezoekers bezorgd zijn om hun privacy (Friedstad & Wright, 1994; Darke & Ritchie, 2007; Miyazaki, 2008). Uit twee studies van Linn en Knowles (2002) naar de effectiviteit van het acknowledging of resistance frame blijkt dat het toepassen van dit frame resulteert in minder weerstand en meer overtuiging van de boodschap dan een neutraal frame. Mogelijk zou het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed

consent ervoor kunnen zorgen dat de weerstand en privacy bezorgdheid afneemt en bezoekers een positievere attitude krijgen t.o.v. de informed consent en cookies. Doordat het

(8)

gain en loss frame, is onduidelijk welke van deze drie frames tot de meeste acceptatie van cookies leidt. Hierdoor is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

RQ 1: In hoeverre resulteert het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed consent in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een gain frame of loss frame?

2.2 Theoretische verklaring waarom websitetype een rol speelt voor de verschillende frames binnen informed consent teksten

Vergelijking van websitetypen: Commercieel vs. gezondheid. Naast dat framing van de informed consent mogelijk van invloed is op de acceptatie van cookies, toont onderzoek aan dat websitetype ook een belangrijke rol speelt (Ur, Leon, Cranor, Shay, & Wang, 2012; Smit, van Noort, & Voorveld, 2013). Smit, van Noort en Voorveld (2013) toonden in hun onderzoek naar OBA aan dat de mate waarin internetgebruikers bereid zijn cookies te accepteren, verschilt per type website. Zo bleek ongeveer 45% van de deelnemers niet bereid cookies te accepteren van corporate websites van profit en non-profit organisaties, terwijl maar 35% van de deelnemers niet bereid was dit te doen voor nieuwswebsites of overheidswebsites (Smit, van Noort, & Voorveld, 2013). Ook Ur et al. (2012) hebben onderzoek gedaan naar de percepties van internetgebruikers over OBA. Zij hebben

verschillende websitetypen en de bereidheid van internetgebruikers om persoonlijke gegevens te delen met elkaar vergeleken. Hieruit kwam naar voren dat er een verschil is in attitude voor commerciële- en gezondheidswebsites. Internetgebruikers hebben ten opzichte van

commerciële websites veelal een positieve attitude. Bovendien zijn zij bereid toestemming te geven tot hun persoonlijke gegevens, omdat commerciële websites worden ervaren als ‘ongevaarlijk’. Deelnemers verklaren dat wanneer zij online shoppen of informatie zoeken over huishoudelijke producten, het relevant kan zijn wanneer ze informatie ontvangen over acties: ‘’Misschien is er wel iets in de aanbieding dat ik toch al wilde kopen’’ (Ur et al., 2012). Daarentegen hebben internetgebruikers ten opzichte van gezondheidswebsites veelal een minder positieve attitude en zijn zij minder snel bereid persoonlijke gegevens af te staan aan dergelijke sites. Informatie op het gebied van gezondheid wordt als persoonlijker en privacygevoeliger ervaren dan voor commerciële websites, omdat de laatste betrekking hebben op onpersoonlijke materialistische producten. Voor gezondheidswebsites ervaren

(9)

websitebezoekers de acceptatie van cookies als een groter risico voor hun privacy (Ur et al., 2012).

Het verschil tussen commerciële- en gezondheidswebsites voor de bereidheid van het delen van persoonlijke informatie online, kan verder onderbouwd worden aan de hand van risicoperceptie en privacy involvement (Larose & Rifon, 2007; Youn & Hall, 2008).

Risicoperceptie heeft een positieve invloed op privacy bezorgdheid. Wanneer er meer risico wordt ervaren bij het uitvoeren van een bepaald gedrag online, nemen de zorgen voor de privacy veiligheid toe (Youn & Hall, 2008). Hoe bezorgder een persoon is over zijn privacy, hoe meer hij deze wil beschermen en des te hoger is zijn privacy involvement. Een hogere privacy involvement heeft tot gevolg dat er meer aandacht wordt besteed aan een boodschap en roept hierdoor meer weerstand op tegenover een overtuigingsboodschap (Larose & Rifon, 2007). Uit het onderzoek van Ur et al. (2012) bleek dat het afstaan van persoonlijke data op een gezondheidswebsite als een groter risico voor de privacy wordt ervaren dan op een commerciële website. Wanneer deze theorieën met elkaar worden gecombineerd, kan worden gesteld dat er sprake is van een hogere risicoperceptie en een hogere privacy involvement voor gezondheidswebsites dan voor commerciële websites (Larose & Rifon, 2007; Youn & Hall, 2008; Ur et al., 2012). Het plaatsen van een informed consent op een

gezondheidswebsite zal hierdoor mogelijk leiden tot meer weerstand en privacy bezorgdheid en een negatievere attitude dan op een commerciële website. Hierdoor wordt verwacht dat:

H2: Het plaatsen van een informed consent op een gezondheidswebsite resulteert in een hogere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een lagere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan het plaatsen van een informed consent op een commerciële website

Framing en de interacterende rol van commerciële websites en

gezondheidswebsites. Om ervoor te zorgen dat internetgebruikers toch bereid zijn

persoonlijke informatie middels cookies met websites te delen, ook al ervaren zij veel risico, biedt framing mogelijk een oplossing. Zo hebben Maheswaran en Meyers-Levy (1990) onderzoek verricht naar involvement en framing binnen persuasieve boodschappen. In dit onderzoek stellen zij dat involvement een belangrijke factor is voor de effectiviteit van een frame. Zij verklaren dat wanneer iemand high involved is, een boodschap overtuigender is wanneer deze geplaatst is in een loss frame. Het tegenovergestelde wordt echter verwacht wanneer iemand low involved is. In dat geval leidt het hanteren van een gain frame in een

(10)

boodschap tot meer overtuiging (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990). Doordat er mogelijk sprake is van een hogere (privacy) involvement voor gezondheidswebsites dan voor

commerciële websites (Larose & Rifon, 2007), kan aan de hand van deze theorie worden gesteld dat het toepassen van een loss frame binnen een boodschap op een

gezondheidswebsite leidt tot een verlaging van weerstand en privacy bezorgdheid, een positievere attitude t.o.v. de informed consent, een positievere attitude t.o.v. cookies en een hogere acceptatie. Voor commerciële websites is daarentegen sprake van een lagere (privacy) involvement (Larose & Rifon, 2007). Hierdoor zal het plaatsen van een informed consent in een gain frame op een commerciële website mogelijk juist leiden tot minder weerstand en privacy bezorgdheid, een positievere attitude t.o.v. de informed consent, een positievere attitude t.o.v. cookies en een hogere acceptatie. Vanuit deze theoretische onderbouwing, zijn de volgende verwachtingen opgesteld:

H3: Op een gezondheidswebsite zal het toepassen van een loss frame in de informed consent resulteren in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een gain frame

H4: Op een commerciële website zal het toepassen van een gain frame in de informed consent resulteren in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een loss frame

Eerder is al beschreven dat een hogere privacy involvement leidt tot meer aandacht voor een boodschap en hierdoor tot meer weerstand tegenover deze overtuigingspoging (Larose & Rifon, 2007). Ook Petty en Cacioppo (1979) en Maheswaran en Meyers-Levy (1990) tonen aan dat de weerstand tegenover een persuasieve boodschap toeneemt wanneer men high involved is bij het onderwerp. Hierdoor wordt verwacht dat een informed consent op een gezondheidswebsite meer weerstand oproept dan op een commerciële website. Het acknowledging of resistance frame poogt weerstand te verlagen door deze te adresseren, waardoor het toepassen van dit frame binnen een informed consent op een

gezondheidswebsite mogelijk zal leiden tot effectievere resultaten dan op een commerciële website (Knowles & Linn, 2004). Voor commerciële websites is immers sprake van minder privacy bezorgdheid en weerstand (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990; Larose & Rifon, 2007). Het is echter onduidelijk in hoeverre het acknowledging of resistance frame meer of minder effectief is dan een loss frame of gain frame op de verschillende websitetypen. Hierdoor is naast een hypothese, ook een onderzoeksvraag opgesteld:

(11)

H5: Het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed consent op een gezondheidswebsite resulteert in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan op een commerciële website

RQ 2: In hoeverre resulteert het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed consent op een commerciële website of een gezondheidswebsite in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een gain frame of loss frame?

2.3 Theoretische verklaring waarom bekendheid met de organisatie een rol speelt voor de verschillende frames binnen informed consent teksten

Vergelijking van organisaties: Bekend vs. onbekend. Naast dat onderzoek heeft aangetoond dat websitetype een belangrijke factor speelt voor het delen van persoonlijke informatie (Ur et al., 2012; Smit, van Noort, & Voorveld, 2013), is de organisatie zelf ook van groot belang. De bereidheid van websitebezoekers voor het delen van persoonlijke informatie is afhankelijk van de bekendheid met de organisatie (Ur et al., 2012). Wanneer bezoekers bekend zijn met een organisatie, zijn zij eerder bereid om toestemming te verlenen voor het vergaren van persoonlijke data door derden dan wanneer zij de organisatie niet kennen (Smit, Bronner, & Tolboom, 2007; Ur et al., 2012). Ook andere studies hebben enkele voordelen van bekende merken en organisaties ten opzichte van onbekende merken en organisaties

aangetoond (Sundaram & Webster, 1999; Park & Stoel, 2005). De bereidheid om eerder persoonlijke gegevens af te staan aan bekende organisaties wordt verklaard aan de hand van vertrouwen en relatiesterkte. Bekende organisaties worden meer vertrouwd dan onbekende organisaties (Delgado-Ballester & Munuera-Alemán, 2001; Ur et al., 2012). Daarbij heeft een gebruiker een bepaalde (sterke) relatie met een bekende organisatie, wat met een onbekende organisatie onmogelijk is (Smit, Bronner, & Tolboom, 2007). Zo hebben gebruikers kennis over de prestaties van bekende organisaties, welke voor onbekende organisaties ontbreekt (Matzler, Grabner-Kräuter, & Bidmon, 2008). Een goede relatie tussen een organisatie en een gebruiker zorgt ervoor dat de angst dat een organisatie inadequaat omgaat met

privacygegevens afneemt. Dit resulteert in minder weerstand en privacy bezorgdheid en een positievere attitude (Smit, Bronner, & Tolboom, 2007). Hierdoor zijn gebruikers mogelijk sneller bereid om persoonlijke data te delen met een bekende organisatie. Verwacht wordt dat:

(12)

H6: Het plaatsen van een informed consent op de website van een bekende organisatie

resulteert in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan het plaatsen van een informed consent op de website van een onbekende organisatie

Framing en de interacterende rol van bekende en onbekende organisaties. Dat gebruikers mogelijk sneller bereid zijn persoonlijke gegevens af te staan aan bekende websites, werd mede verklaard door vertrouwen en relatiesterkte (Delgado-Ballester & Munuera-Alemán, 2001; Ur et al., 2012; Smit, Bronner, & Tolboom, 2007). Dit heeft tot gevolg dat gebruikers zich mogelijk meer betrokken voelen bij een bekende organisatie. Hoe meer vertrouwen gebruikers hebben in een organisatie, hoe hoger de betrokkenheid bij deze organisatie (Delgado-Ballester & Munuera-Alemán, 2001). In lijn met eerder besproken onderzoek naar framing en involvement (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990), kan ook hier worden gesteld dat een loss frame effectievere resultaten oplevert wanneer er sprake is van high involvement. Doordat gebruikers meer vertrouwen hebben in een bekende organisatie en hierdoor high involved zijn, leidt het toepassen van een loss frame in plaats van een gain frame in een informed consent op de website van een bekende organisatie mogelijk tot minder weerstand en privacy bezorgdheid en een positievere attitude (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990; Delgado-Ballester & Munuera-Alemán, 2001; Smit, Bronner, & Tolboom, 2007; Ur et al., 2012). Daarentegen hebben gebruikers minder vertrouwen in onbekende organisaties, waardoor zij low involved zijn. Hierdoor kan worden gesteld dat het voor onbekende

organisaties beter werkt om de voordelen te adresseren voor het accepteren van cookies door middel van een gain frame in plaats van een loss frame. Gebruikers zijn onbekend met wat een onbekende organisatie aanbiedt en hebben (nog) geen attitude ten opzichte van deze organisatie. Een positieve formulering van een gain frame kan in dit geval mogelijk als een

cue werken voor het vormen van een (positieve) attitude ten opzichte van onbekende

organisaties (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990). Zo vormen gebruikers die low involved zijn een attitude op basis van perifere cues, welke positief of negatief kunnen zijn (Petty & Cacioppo, 1979; Maheswaran & Meyers-Levy, 1990). Mogelijk zou de positiviteit en winst die een gain frame benadrukt ervoor kunnen zorgen dat er een positief beeld ontstaat van de onbekende organisatie onder websitebezoekers, waardoor weerstand en privacy bezorgdheid afnemen en cookies worden geaccepteerd. Hierdoor wordt gesteld dat:

(13)

H7: Voor een bekende organisatie zal het toepassen van loss frame in de informed consent resulteren in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een gain frame

H8: Voor een onbekende organisatie zal het toepassen van een gain frame in de informed consent resulteren in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een loss frame

Het wantrouwen dat gebruikers hebben ten opzichte van een onbekende organisatie, zorgt er mogelijk voor dat gebruikers weerstand bieden tegen een boodschap van een onbekende organisatie (Kreuter, Green, Cappella, Slater, Wise, Storey, Clark, O’Keefe, Erwin, Holmes, Hinyard, Houston, & Woolley, 2007). De weerstand die ontstaat, maakt het interessant te onderzoeken of een acknowledging of resistance frame deze weerstand kan laten afnemen. Mogelijk is er sprake van meer weerstand ten opzichte van onbekende organisaties dan bekende organisaties, waardoor het toepassen van dit frame binnen een informed consent van een onbekende organisatie kan leiden tot effectievere resultaten. Doordat op dit gebied echter theorie ontbreekt over de verhouding tussen gain frames, loss frames en acknowledging of resistance frames, is onduidelijk welke van de frames in de informed consent van een (on)bekende organisatie leidt tot de meeste vermindering van weerstand en privacy bezorgdheid en de positiefste attitudes. Hieruit zijn de volgende hypothese en onderzoeksvraag opgesteld:

H9: Het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed consent van een onbekende organisatie resulteert in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan voor een bekende website

RQ 3: In hoeverre resulteert het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed consent van een onbekende organisatie of bekende organisatie in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid, en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan een gain frame of loss frame?

Een compleet overzicht van de besproken theorieën en verwachtingen is weergegeven in het conceptuele model (Figuur 1).

(14)

Figuur 1 Conceptueel model.

3. Methode

3.1 Sample

Om er zeker van te zijn dat de participanten toegang hebben tot het internet en bekend zijn met informed consent teksten en cookies, is het onderzoek afgenomen onder een groep studenten van de Universiteit van Amsterdam. Zij hebben zelf aangegeven aan het onderzoek te willen meewerken. De studenten kregen 0,5 participatiepunt of 2.50 euro in ruil voor deelname aan het onderzoek. In totaal hebben 192 participanten aan het onderzoek deelgenomen, waarvan 11 vroegtijdig zijn gestopt en uit de sample zijn verwijderd. De verdere analyses zijn uitgevoerd op de data van de overige 181 deelnemers. Onder deze deelnemers waren 45 mannen en 136 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 22 jaar (M = 21,85, SD = 4,36). Zij maken zeer regelmatig gebruik van het internet (M = 6,81,

SD = 0,45) en besteden hier gemiddeld zo’n 5 uur per dag aan (M = 4,72, SD = 2,44). Het

merendeel gebruikt het internet om sociale netwerksites bij te houden (42%) of informatie te zoeken (30,9%).

3.2 Experimenteel design & materiaal

Er is gebruik gemaakt van een 3 (frame: gain vs. loss vs. acknowledging of resistance) x 2 (websitetype: commercieel vs. gezondheid) factorieel tussen proefpersonen design om de opgestelde verwachtingen te onderzoeken. Het experiment bestond uit zes condities. De onafhankelijke variabele is het type frame. Afhankelijk van de conditie waarin de participant zich begaf, kreeg deze een informed consent te zien welke geplaatst was in een gain frame,

(15)

een loss frame of een acknowledging of resistance frame. Deze informed consent werd, tevens afhankelijk van de conditie van de participant, getoond op een commerciële website of een gezondheidswebsite. Het stimulusmateriaal in dit onderzoek bevatte een screenshot van een website met daarop een informed consent. Hierin werden de participanten geïnformeerd over cookies. Bekendheid met de organisatie is niet gemanipuleerd, maar gemeten aan de hand van stellingen, waardoor de (verwachte) modererende rol van deze variabele alsnog kon worden bepaald. Nadat de participanten de website aandachtig hadden bekeken, zijn de effecten van het stimulusmateriaal gemeten op de afhankelijke variabelen weerstand, privacy bezorgdheid, attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie. Dit is gedaan door middel van een online vragenlijst (bijlage 5). Voor het selecteren van passend materiaal is voorafgaand aan het experiment een inhoudsanalyse uitgevoerd.

3.3 Inhoudsanalyse informed consents

Sample. Om het stimulusmateriaal zo realistisch mogelijk vorm te gegeven, is een inhoudsanalyse uitgevoerd op 59 bestaande informed consents die uiteenlopende bedrijven op dit moment toepassen op hun website. Op deze manier kon worden vastgesteld hoe websites over het algemeen een informed consent tekst formuleren en welk frame zij doorgaans

toepassen. Voor de inhoudsanalyse is gebruik gemaakt van de door consumenten beoordeelde top 100 beste websites van 2014 in Nederland (‘’WUA! Top 100…’’, 2014). Vanaf nummer één zijn vervolgens alle websites geselecteerd die een informed consent over cookies

bevatten, totdat een totaal van 50 websites was bereikt. Doordat in deze top 100 enkel commerciële websites zijn opgenomen, is ook een inhoudsanalyse uitgevoerd op de negen beste gezondheidswebsites die een informed consent over cookies op hun website tonen (‘’Gezondheid’’, 2015; ‘’De best bezochte…’’, 2015).

Codeboek. Om de aanwezigheid van gain en loss frames te onderzoeken, is een codeboek opgesteld middels de classificering en definities van Ganzach en Karsahi (1995) en Ahern, Bortree en Smith (2012). De codering voor het acknowledging of resistance frame is afkomstig uit het onderzoek van Knowles en Linn (2004). Naast het type frame dat in de informed consents wordt toegepast, is middels de inhoudsanalyse ook gekeken naar de plaatsing van de informed consents op de websites (bovenin, midden, onderin) en het specifieke woordgebruik binnen deze informed consents (bijlage 1 & 2). Doorgaans bestaat de informed consent uit twee delen; een deel waarin websitebezoekers worden geïnformeerd over het gebruik van cookies en een deel waarin websitebezoekers gevraagd worden

(16)

toestemming te verlenen voor de plaatsing van cookies (‘’Regels voor het…’’, 2015). Voor beide delen is per informed consent handmatig genoteerd welke kernwoorden er zijn gebruikt en op welke wijze de bezoeker de cookies kan accepteren, dan wel afwijzen. Het overzicht van alle informed consents waarop de analyse verricht is, staat afgebeeld in bijlage 3.

Resultaten inhoudsanalyse & samenstelling van de informed consent. Uit de analyse bleek dat een gain frame verreweg het meest toegepaste frame is binnen informed consents van cookies. Dit frame werd in 48 van de 59 informed consents gebruikt. Opvallend was dat in geen enkele informed consent een loss frame of een acknowledging of resistance frame is toegepast. In de overige 11 informed consents werd namelijk een ‘neutraal’ frame gebruikt. Hierin is louter medegedeeld dat de website gebruik maakt van cookies. In totaal bevonden 31 informed consents zich onderaan de webpagina, 24 informed consents bovenaan de webpagina en vier in het midden van de webpagina (als het ware een pop-up). Voor het stimulusmateriaal in het huidige onderzoek is aan de hand van deze resultaten ervoor gekozen de informed consent onderaan de webpagina te plaatsen, doordat deze plaatsing het meeste voorkomt. Analyse naar het informerende woordgebruik van de informed consent wees uit dat de meeste websites vrijwel dezelfde soort woorden toepassen om uit te leggen waarom zij cookies gebruiken. De drie meest genoemde redenen waren: (1) betere website ervaring, (2) doen van relevante aanbieden en (3) integratie met sociale media. Deze drie redenen zijn hierdoor ook verwerkt in de informed consents van het huidige onderzoek. Voor het tweede deel is gekeken hoe de websites in de informed consent vragen om toestemming voor het plaatsen van cookies. Hieruit kwam sterk naar voren dat er zelden een optie met de tekst ‘afwijzen’ werd getoond, maar vaak alleen een optie ‘accepteren’. Naast een optie

‘accepteren’ konden websitebezoekers een cookie doorgaans afwijzen door te klikken op een optie als ‘klik hier voor meer informatie’. Zodra zij hierop klikken vinden zij meer informatie over cookies en kunnen zij deze afwijzen. In plaats van een directe optie ‘afwijzen’ is om deze reden in dit onderzoek ook gekozen om ‘klik hier voor meer informatie’ te tonen naast de optie ‘accepteren’.

De resultaten van de inhoudsanalyse tonen het belang van het huidige onderzoek nogmaals aan. Zo wordt een gain frame veelal gebruikt, maar is er niet eerder onderzoek gedaan naar de effecten van dit frame voor de acceptatie van cookies. Daarnaast toont de theorie aan dat loss frames en acknowledging of resistance frames ook effectief kunnen zijn, maar de inhoudsanalyse wijst uit dat deze nog niet worden toegepast in de praktijk.

(17)

3.4 Pre-test voor bekendheid en onbekendheid organisatie

Sample. Om de kwaliteit van het stimulusmateriaal te verbeteren, is middels een pre-test eerst de bekendheid van organisaties onderzocht onder een kleine groep participanten (N = 28). Ook is de attitude die participanten hadden tegenover deze organisaties gemeten. Het is namelijk van belang dat de deelnemers een neutrale houding hebben tegenover de organisatie, zodat resultaten van het experiment niet zijn toe te schrijven aan het feit dat de organisatie enorm geliefd is onder de participanten. In totaal is voor de pre-test gebruik gemaakt zes verschillende organisaties, waarvan drie commerciële organisaties en drie

gezondheidsorganisaties. De commerciële organisaties zijn Philips, Calvé en Douwe Egberts en de gezondheidsorganisaties zijn GGD, SOAIDS en Diabetes Fonds.

Operationalisatie. Elke participant heeft twee willekeurige organisaties beoordeeld op bekendheid en attitude. Zo is voor elke organisatie die de participant te zien kreeg, gevraagd: ‘In hoeverre bent u bekend met de organisatie die u zojuist hebt gezien?’ (Bickart & Ruth, 2012). De participanten konden de bekendheid met de organisatie aangegeven aan de hand van een Likertschaal lopend van 1 (geheel onbekend) t/m 7 (geheel bekend). Attitude ten opzichte van de organisatie is gemeten middels vijf bestaande semantische differentialen, lopend van 1 t/m 7, die samen een betrouwbare schaal vormden (α = 0.81, M = 4,47, SD = 0,78) (Spears & Singh’s, 2004). Voorbeelden van de stellingen zijn: ‘Ik ervaar deze organisatie als… (onaantrekkelijk/aantrekkelijk, onplezierig/plezierig)’. Een overzicht van alle organisatie logo’s die gebruikt zijn in de pre-test, staat afgebeeld in bijlage 4.

Resultaten & keuze organisaties. De resultaten van de pre-test toonden aan dat Philips de meest geschikte commerciële organisatie is voor het hoofdexperiment, doordat deze organisatie de meest ‘gemiddelde’ score heeft op bekendheid (M = 5,55, SD = 1,06). Zo waren er deelnemers die aangaven bekend te zijn met Philips, maar ook deelnemers die onbekend waren met deze organisatie. Naast bekendheid is ook de attitude ten opzichte van de organisatie gemeten. De resultaten tonen aan dat de participanten de meest neutrale hebben tegenover Philips (M = 4,92, SD = 0,55) in vergelijking met Calvé (M = 6,17, SD = 0.98) en Douwe Egberts (M = 6,11, SD = 1,05). Van de drie gezondheidsorganisaties (GGD, SOAIDS en Diabetes Fonds) blijkt de GGD de meest gepaste organisatie voor het hoofdexperiment (M = 5,38, SD = 1,51). Ook blijkt uit de analyse dat de participanten een neutrale houding hebben tegenover de organisatie GGD (M = 4,30, SD = 0,47) in vergelijking met SOAIDS (M = 2,56,

(18)

SD = 2,41) en Diabetes Fonds (M = 2,73, SD = 1,95). Om deze reden zijn Philips en de GGD

gebruikt als organisaties in het hoofdexperiment.

3.5 Procedure

De verwachtingen in dit onderzoek zijn onderzocht aan de hand van een online

experiment waarin het stimulusmateriaal en de vragenlijst zijn verwerkt. De participanten zijn via een random toewijzing verdeeld over de condities, zodat elke participant willekeurig aan enkel één van de condities is toegewezen. Hierbij kregen de participanten enkel één website met één informed consent te zien. Voordat de participanten zijn blootgesteld aan het

stimulusmateriaal en de vragenlijst, kregen zij eerst een tekst te lezen waarin genoteerd stond dat zij ten alle tijden kunnen stoppen en hun privacy wordt gewaarborgd. Hierna vulden de participanten enkele vragen in welke betrekking hebben op demografische kenmerken, zoals geslacht, leeftijd en internetgebruik. Ook beantwoordden zij vragen waarvoor binnen dit onderzoek wordt gecontroleerd, zoals ‘attitude ten aanzien van de website’, ‘betrokkenheid bij de organisatie’ en ‘kennis van OBA en cookies’. Hierna zijn de participanten blootgesteld aan het stimulusmateriaal en stellingen die de afhankelijke variabelen weerstand, privacy bezorgdheid, attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. de cookie en acceptatie meten. De vragenlijst werd afgesloten met een manipulatiecheck, waarna de participanten vriendelijk zijn bedankt voor hun deelname.

3.6 Meetinstrumenten: Afhankelijke variabelen

Weerstand. Om te onderzoeken of de participanten weerstand ervaren tegenover de informed consent, zijn vier items gebruikt die dit construct samen meten. Deze stellingen zijn afkomstig uit het onderzoek van Quick en Considine (2008). Enkele voorbeelden van deze stellingen zijn: ‘’Het bericht maakt mij…; ‘geïrriteerd’, ‘verontwaardigd’’’. Alle items zijn gemeten op een 7-punts Likertschaal lopend van 1 (helemaal mee oneens) t/m 7 (helemaal mee eens). Na het uitvoeren van een betrouwbaarheidsanalyse blijkt dat de items een zeer betrouwbare schaal vormen (α = 0,90, M = 3,76, SD = 1,44).

Privacy bezorgdheid. Om een goed beeld te krijgen privacy bezorgdheid, is een combinatie gemaakt van twee bestaande schalen uit het onderzoek van Fogel en Nehmad (2009) en Smit, van Noort en Voorveld (2013). In het onderzoek van Fogel en Nehmad (2009) bedraagt privacy bezorgdheid drie items welke zijn gemeten op een 5-punts Likertschaal lopend van 1 (helemaal mee oneens) t/m 5 (helemaal mee eens). Een hogere

(19)

score initieert dat iemand zich meer zorgen maakt over zijn of haar privacy. Voorbeelden van de items zijn achtereenvolgens: ‘Ik ben bezorgd dat de informatie die ik deel op het internet misbruik wordt’ en ‘Ik ben bezorgd over het delen van informatie online, omwille van wat anderen er mogelijk mee (zouden kunnen) doen’. De items uit het onderzoek van Fogel en Nehmad (2009) worden aangevuld door de stellingen uit het onderzoek van Smit, van Noort en Voorveld (2013). Dit zijn vijf stellingen die elk zijn gemeten aan de hand van een 7-punts Likertschaal, lopend van 1 (helemaal mee oneens) t/m 7 (helemaal mee eens). Voorbeelden van de stellingen zijn achtereenvolgens: ‘’Als ik cookies op deze specifieke website

accepteer,… ‘vrees ik dat informatie niet veilig zal worden opgeslagen’ en ‘voel ik me oncomfortabel dat er informatie wordt gedeeld zonder mijn toestemming’’’. Uit de analyse bleek dat de acht stellingen samen laadden op één factor die tevens betrouwbaar was (EV = 5,50, R2 = 68,78, α = 0,93, M = 4,19, SD = 1,39).

Attitude ten opzichte van de informed consent. Om de attitude t.o.v. de informed consent te meten, is gebruik gemaakt van een bestaande schaal uit het onderzoek van Smit, van Noort en Voorveld (2013), waarin attitude ten opzichte van een ‘op het surfgedrag aangepaste advertentie’ wordt gemeten. Doordat een informed consent, net als een dergelijke advertentie, plots getoond wordt op een website (zonder dat de websitebezoeker hier naar opzoek was of om heeft gevraagd), zijn deze stellingen zeer goed toepasbaar om attitude t.o.v. de informed consent te meten. De attitude is gemeten aan de hand van 11 stellingen op een 7-punts Likertschaal, lopend van 1 (helemaal mee oneens) t/m 7 (helemaal eens). Enkele

voorbeelden van deze stellingen zijn: ‘’Als ik word geconfronteerd met een tekst over cookies op een website die ik bezoek, dan… ‘denk ik na over wat ik zelf vind van de tekst’ en ‘vorm ik een negatieve mening over deze tekst’’’. Ondanks dat attitude t.o.v. de informed consent wordt gemeten aan de hand van items uit bestaand onderzoek, is onduidelijk in hoeverre deze stellingen samen een betrouwbare schaal vormen. De resultaten van de factoranalyse wijzen uit dat attitude t.o.v. de informed consent bestaat uit drie componenten. Wanneer de resultaten verder worden geanalyseerd, blijkt echter dat twee componenten enkel bestaan uit één

stelling. Zo bestaat één component alleen uit de stelling ‘negeer ik deze tekst’ en één component alleen uit de stelling ‘pas ik mijn cookie instellingen aan’. Om deze reden zijn deze stellingen niet meegenomen in verdere analyses. De overige negen stellingen laadden samen op één factor en vormden tevens een betrouwbare schaal (EV = 4,63, R2 = 31,04, α = 0,87, M = 3,34, SD = 1,10).

(20)

Attitude ten opzichte van cookies. Doordat cookies nog een vrij nieuw fenomeen zijn, kan in de literatuur geen bestaande schaal worden gevonden die het construct attitude t.o.v. cookies meet. Om toch deels een theoretische basis te creëren voor de meting van deze afhankelijke variabele, is gebruik gemaakt van een schaal uit het onderzoek van Smit, van Noort en Voorveld (2013). In het onderzoek van Smit, van Noort en Voorveld is de variabele ‘attitude t.o.v. OBA’ opgenomen. Deze variabele bestond uit negen stellingen en is gemeten op een 7-punt Likertschaal, lopend van 1 (helemaal mee oneens) t/m 7 (helemaal mee eens). Voor het huidige onderzoek zijn deze stellingen aangepast op attitude t.o.v. cookies.

Voorbeelden zijn achtereenvolgens: ‘Ik vind het prima dat cookies ervoor zorgen dat websites advertenties laten zien die afgestemd zijn op mijn interesses’ en ‘Ik vind het prima dat

cookies ervoor zorgen dat websites die ik bezoek mij kortingen aanbieden die afgestemd zijn op mijn interesses’. De resultaten tonen aan dat de items samen een zeer betrouwbare schaal vormen (α = 0,88, M = 4,27, SD = 1,19).

Acceptatie. Acceptatie van cookies is in dit onderzoek gemeten aan de hand van één stelling: ‘’Ik zou het gebruik van cookies voor deze specifieke website accepteren’’. De stelling is beantwoord middels een 7-punts Likertschaal, lopend van 1 (zeer zeker niet) t/m 7 (zeer zeker wel), waarbij cookies gemiddeld vaak worden geaccepteerd (M = 5,86, SD = 1,39).

3.7 Meetinstrumenten: Controle variabelen en modererende variabele

Bekendheid met de organisatie. Ondanks dat ‘bekendheid met de organisatie’ in dit onderzoek dient als modererende variabele, is deze niet gemanipuleerd maar gemeten aan de hand van stellingen. De mate van bekendheid met de organisatie is gemeten middels drie stellingen op een 7-punts Likertschaal, lopend van 1 (geheel onbekend) t/m 7 (geheel

bekend), waarvan één afkomstig uit bestaand onderzoek (Bickart & Ruth, 2012). Voorbeelden van de items zijn: ‘In hoeverre bent u bekend met de organisatie waarvan u zojuist de website hebt bekeken?’ en ‘Hoe vaak maakt u gebruik van de diensten en/of producten van deze organisatie’, 1 (nooit ) t/m 7 (dagelijks). Resultaten van de factoranalyse wezen uit dat de stellingen wel samen laadden op één factor, maar dat deze geen betrouwbare schaal vormden (EV = 1,48, R2 = 49,33, α = 0,46, M = 3,56, SD = 1,19). Om deze reden is in verdere analyses, net als in de pre-test, enkel gebruik gemaakt van de bestaande stelling uit het onderzoek van Bickart en Ruth (2012) om bekendheid met de organisatie te meten (M = 5,32, SD = 1,52).

(21)

Attitude ten aanzien van de website. Er is gecontroleerd voor attitude t.a.v. de website, omdat deelnemers cookies mogelijk niet accepteren vanwege de negatieve houding die zij hebben tegenover een website. De attitude van de participant t.a.v. de website is gemeten middels 7-punts semantische differentialen, gebaseerd op een bestaande schaal (Bruner, 1998): ‘Ik vind de website… (onaantrekkelijk/aantrekkelijk, van slechte

kwaliteit/van goede kwaliteit)’. De items vormen samen een zeer betrouwbare schaal (α = 0,89, M = 3,54, SD = 0,94).

Attitude ten opzichte van de organisatie. De attitude van de participant t.o.v. de organisatie is net als in de pre-test voor bekendheid met de organisatie gemeten aan de hand van vijf bestaande semantische differentialen, lopend van 1 t/m 7, afkomstig uit het onderzoek van Spears & Singh’s (2004). Voorbeelden zijn achtereenvolgens: ‘Ik ervaar deze organisatie als… (niet leuk/leuk, onplezierig/plezierig)’. De betrouwbaarheidsanalyse wijst uit dat er sprake is van een betrouwbare schaal (α = 0,81, M = 4,90, SD = 0,83).

Betrokkenheid bij de organisatie. Er wordt gecontroleerd voor betrokkenheid bij de organisatie, doordat theorie heeft uitgewezen dat betrokkenheid een belangrijk onderliggend proces is voor de effectiviteit van een frame (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990). De controle variabele is gemeten aan de hand van een betrokkenheidsschaal afkomstig uit het onderzoek van Zaichkowsky (1994), waarin merkbetrokkenheid is gemeten. De variabele is met behulp van vijf items gemeten op een 7-punts Likertschaal, lopend van 1 (helemaal mee oneens) t/m 7 (helemaal mee eens). Voorbeelden van de stellingen zijn achtereenvolgens: ‘Ik voel me betrokken bij organisatie X’ en ‘Organisatie X is belangrijk voor mij’. Resultaten van de betrouwbaarheidsanalyse tonen aan dat de items samen een zeer betrouwbare schaal vormen (α = 0,91, M = 3,48, SD = 1,31).

Kennis van Online Behavioural Advertising. Voorgaand onderzoek heeft aangetoond dat kennis van OBA een belangrijke rol speelt (Smit, van Noort, & Voorveld, 2013). Een deelnemer die niet beschikt over enige kennis omtrent OBA zal een informed consent hoogstwaarschijnlijk op een andere manier ervaren dan een participant die beschikt over veel kennis omtrent dit onderwerp. Om de kennis van OBA te meten, is gebruik gemaakt van een bestaande schaal uit het onderzoek van Smit, van Noort en Voorveld (2013). Hierin is kennis gemeten middels acht items waarop de deelnemers waar of onwaar konden

(22)

code 0. Hierdoor konden de participanten een score behalen lopend van 0 (geen enkel

antwoord correct) tot 8 (alle antwoorden correct). Voorbeelden van de stellingen zijn: ‘Als ik een website bezoek, krijg ik dezelfde advertenties te zien als iemand anders die deze website bezoekt’ en ‘Het is strafbaar voor bedrijven om informatie te verzamelen en te bewaren over het internetgedrag van individuen’. Gemiddeld behaalde 11,05% van de deelnemers een score van vier of lager (weinig kennis) en 88,95% een score van vijf of hoger (veel kennis).

Kennis van cookies. Tenslotte is gecontroleerd voor kennis van cookies. Net als kennis van OBA zou kennis van cookies ook invloed kunnen hebben op de afhankelijke variabelen. Deze variabele is eveneens gemeten aan de hand van acht bestaande items uit het onderzoek van Smit, van Noort en Voorveld (2013). Hiervoor is ook gebruik gemaakt van stellingen waarop de participanten niet waar/waar konden antwoorden. Voorbeeld items zijn: ‘Cookies doen hetzelfde als de browsergeschiedenis; ze slaan op, op welke website je geweest bent’ en ‘Door middel van cookies wordt je internetgeschiedenis opgeslagen’. Ook hier zijn de correcte antwoorden gecodeerd met 1 en de incorrecte antwoorden met 0, waardoor deelnemers een maximale score van acht konden halen. Gemiddeld behaalde 55,80% van de deelnemers een score van vier of lager (weinig kennis) en 44,20% een score van vijf of hoger (veel kennis).

3.8 Manipulatiecheck

Om met zekerheid te kunnen stellen dat de manipulatie van het stimulusmateriaal geslaagd is, gaven de participanten antwoord op enkele vragen die dit controleren. Om te checken of de informed consents op de juiste manier zijn geframed, zijn in het onderzoek drie stellingen opgenomen afkomstig uit bestaande onderzoeken (de Dreu & McCusker, 1997; Lecheler & de Vreese, 2012). De stellingen zijn op een 7-punts Likertschaal gemeten, lopend van 1 (helemaal mee oneens) t/m 7 (helemaal mee eens): ‘De tekst waarin ik werd ingelicht over het gebruik van cookies beschreef de voordelen voor mij wanneer ik de cookie zou accepteren’ (gain frame), ‘De tekst waarin ik werd ingelicht over het gebruik van cookies beschreef de nadelen voor mij wanneer ik de cookie zou afwijzen’ (loss frame) en ‘De tekst waarin ik werd ingelicht over het gebruik van cookies beschreef de voordelen voor mij wanneer ik de cookie zou accepteren, maar dat ik dit mogelijk niet zou geloven’ (acknowledging of resistance frame).

(23)

4. Resultaten

4.1 Voorbereidende analyses

Manipulatiecheck. Uit de resultaten van de meerwegs-variantieanalyse blijkt dat er significante verschillen aanwezig zijn tussen de groepen (Wilks Lambda = 0,66, F(6, 352) = 13,34, p < 0,001, η2 = 0,19). Hierbij verschillen gain frame (F(2, 178) = 8,38, p < 0,001, η2 = 0,09), loss frame (F(2, 178) = 20,57, p < 0,001, η2 = 0,19) en acknowledging of resistance frame (F(2, 178) = 19,24, p < 0,001, η2 = 0,18) significant van elkaar. De gemiddelden en post-hoc bonferroni toetsen tonen aan dat de manipulatie over het algemeen is geslaagd. Van de deelnemers die een acknowledging of resistance frame zagen, heeft het merendeel ook aangegeven dat zij dit frame hebben gezien (M = 4,69, SD = 1,88) in plaats van een loss frame (M = 2,97, SD = 1,56, p < 0,001) of gain frame (M = 3,33, SD = 1,36, p < 0,001). Ook

deelnemers die zijn blootgesteld aan een loss frame hebben gemiddeld het vaakst aangegeven dat zij dit frame hebben gezien (M = 4,20, SD = 2,18) in tegenstelling tot een gain frame (M = 2,69, SD = 1,58, p < 0,001) of acknowledging of resistance frame (M = 2,27, SD = 1,40, p < 0,001). De deelnemers die zijn blootgesteld aan een gain frame hebben gemiddeld echter niet altijd aangegeven dat dit het frame is dat zij zagen (M = 4,19, SD = 1,79). Zij hebben vaker aangegeven dat zij een acknowledging of resistance frame (M = 5,41, SD = 1,65, p < 0,001) of loss frame (M = 4,23, SD = 2,04, p = 1,00) hebben gezien. Er bleek daarentegen geen sprake te zijn van een significant verschil tussen gain frame en loss frame. Een verklaring dat het acknowledging of resistance frame hoger scoort dan het gain frame, terwijl de deelnemers zijn blootgesteld aan een gain frame, is dat de vragen van deze twee stellingen erg met elkaar overlappen. Zo benadrukken beide frames de voordelen voor een deelnemer wanneer de cookie geaccepteerd wordt. Doordat de groepen significant en (bijna) allemaal op de ‘juiste’ manier van elkaar verschillen, kan worden gesteld dat de manipulatiecheck over het algemeen gelukt is.

Outliers. Allereerst is middels een boxplot gecontroleerd of er participanten zijn die extreem hebben gescoord. Er is enkel een outlier gevonden voor de afhankelijke variabele attitude t.o.v. de informed consent, namelijk op de stelling ‘bedenk ik me wat mijn vrienden en/of familie vinden van de tekst’. Het antwoord van de participant op deze stelling is een

missing value gemaakt, zodat deze niet wordt meegenomen in verdere analyses. De overige

afhankelijke variabelen bevatten geen outliers, waardoor alle antwoorden van alle participanten mee zijn genomen in de analyses.

(24)

Check voor random toewijzing. Om te controleren of de random toewijzing is geslaagd, is een Chikwadraattoets en een meerwegs-variantieanalyse (MANOVA) uitgevoerd met de onafhankelijke variabele frame en de controle variabelen geslacht, leeftijd,

internetgebruik, hoeveelheid uur besteedt aan internet per dag en meeste gebruik internet. Voor de onafhankelijke variabele frame blijken geen verschillen tussen de condities aanwezig voor geslacht (chikwadraat (2) = 0,34, p = 0,843), leeftijd (F(2, 164) = 1,69, p = 0,187), internetgebruik (F(2, 164) = 0,68, p = 0,509), hoeveelheid uur besteedt aan internet per dag (F(2, 164) = 0,68, p = 0,507) en waarvoor internet het meest wordt gebruikt (F(2, 164) = 1,02,

p = 0,362). De overige controle variabelen zijn gemeten nadat de participanten waren

blootgesteld aan het stimulusmateriaal, waardoor de groepen van elkaar kunnen verschillen door het experimentele materiaal. Om deze reden zijn deze controle variabelen niet

onderworpen aan een check voor random toewijzing. Ook voor de modererende variabele websitetype is gecontroleerd of de randomisatie gelukt is, met daarbij dezelfde controle variabelen als voor de onafhankelijke variabele frame. Ook voor websitetype blijken geen significante verschillen tussen de condities voor geslacht (chikwadraat (1) = 0,01 p = 0,941), leeftijd (F(1, 165) = 0,34, p = 0,561), internetgebruik (F(1, 165) = 0,51, p = 0,474),

hoeveelheid uur besteedt aan internet per dag (F(1, 165) = 0,07, p = 0,794) en waarvoor internet het meest wordt gebruikt (F(1, 165) = 0,00, p = 0,953). Aan de hand van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat de randomisatie is geslaagd.

Check voor controle variabelen. Om te controleren of er controle variabelen van invloed zijn op de veronderstelde verbanden, is voor elke afhankelijke variabele gecheckt of er samenhang is met een controle variabele. Resultaten van de correlatieanalyse wijzen uit dat attitude t.o.v. de informed consent samenhangt met de controle variabelen betrokkenheid bij de organisatie (r = 0,22, p < 0,01) en kennis van OBA (r = -0,21, p < 0,01), maar dit zijn beide zwakke verbanden. Ook is een correlatie gevonden tussen acceptatie en leeftijd, maar hierbij is tevens sprake van een zwakke samenhang (r = -0,16, p < 0,05). Ondanks dat er enkele correlaties zijn van controle variabelen met afhankelijke variabelen, zijn deze allemaal zeer zwak, waardoor voor deze variabelen niet is gecontroleerd in verdere analyses.

Van de vijf afhankelijke variabelen zijn er echter vier waarbij een significante

(zwakke) samenhang is gevonden met de controle variabele kennis van cookies. Zo correleert kennis van cookies met privacy bezorgdheid (r = -0,17, p < 0,05), attitude t.o.v. de informed consent (r = -0,27, p < 0,001), attitude t.o.v. cookies (r = -0,20, p < 0,01) en acceptatie (r = 0,17, p < 0,05). Ondanks de zwakke verbanden hangt deze controle variabele met bijna elke

(25)

afhankelijke variabele samen. Kennis van cookies speelt hierdoor mogelijk een belangrijke rol, waardoor voor deze variabele is gecontroleerd in de verdere analyses.

4.2 De effecten van framing

Om te onderzoeken of het toepassen van verschillende frames in de informed consent invloed heeft op weerstand, privacy bezorgdheid, attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie (H1 & RQ1), is een meerwegs-variantieanalyse (MANCOVA) uitgevoerd. De resultaten van de analyse tonen aan dat er verschil is in de groepen op de afhankelijke variabelen (Wilks Lambda = 0,88, F(10, 328) = 2,27, p < 0,05, η2 = 0,07). Framing van de informed consent heeft invloed op privacy bezorgdheid (F(2, 168) = 5,64, p < 0,01, η2 = 0,06), attitude t.o.v. de informed consent (F(2, 168) = 6,09, p < 0,01, η2 = 0,07) en attitude t.o.v. cookies (F(2, 168) = 2,95, p < 0,05, η2 = 0,03). Er zijn geen significante resultaten gevonden van framing op weerstand (F(2, 168) = 1,57, p = 0,211) en acceptatie (F(2, 168) = 1,34, p = 0,264).

Privacy bezorgdheid. Deelnemers die zijn blootgesteld aan een loss frame zijn minder bezorgd over hun privacy (M = 4,31, SD = 1,29) dan deelnemers die zijn blootgesteld aan een gain frame (M = 4,53, SD = 1,25, p = 1,00), maar resultaten van de post-hoc

bonferroni toetsen tonen aan dat dit verschil niet significant is. Wel geven de resultaten van de post-hoc bonferroni toetsen aan dat het acknowledging of resistance frame significant

verschilt van een gain frame en loss frame. Het acknowledging of resistance frame zorgt voor minder privacy bezorgdheid (M = 3,72, SD = 1,52) dan een loss frame (M = 4,31, SD = 1,29,

p < 0,05) en een gain frame (M = 4,53, SD = 1,25, p < 0,01).

Attitude ten opzichte van de informed consent en cookies. Voor attitude t.o.v. de informed consent en cookies betekent een hogere gemiddelde score een minder positieve attitude. Deelnemers hebben een positievere attitude t.o.v. de informed consent wanneer zij een loss frame (M = 3,35, SD = 0,94) in plaats van een gain frame (M = 3,58, SD = 1,13, p = 0,733) zagen, maar de post-hoc bonferroni toetsen tonen aan dat dit verschil niet significant is. Ook hebben de deelnemers een positievere attitude t.o.v. de informed consent wanneer zij zijn blootgesteld aan een acknowledging of resistance frame (M = 3,07, SD = 1,20) in plaats van een loss frame (M = 3,35, SD = 0,94, p = 0,46) of gain frame (M = 3,58, SD = 1,13, p < 0,05). Er is echter enkel sprake van een significant verschil tussen het acknowledging of resistance frame en gain frame. Daarentegen geldt voor attitude t.o.v. cookies dat deelnemers

(26)

gemiddeld een positievere attitude hebben wanneer zij zijn blootgesteld aan een gain frame (M = 4,34, SD = 1,22) in plaats van een loss frame (M = 4,47, SD = 1,15, p = 1,00), maar de verschillen zijn niet significant. Net als voor attitude t.o.v. de informed consent leidt het acknowledging of resistance frame ook tot een positievere attitude t.o.v. cookies (M = 3,99,

SD = 1,18) dan een loss frame (M = 4,47, SD = 1,15, p < 0,10) of gain frame (M = 4,34, SD =

1,22, p = 0,35), maar de post-hoc bonferroni toetsen tonen aan dat de verschillen tussen de frames niet significant zijn.

Aan de hand van de data kan worden gesteld dat er een trend zichtbaar is. Het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed consent resulteert in positievere effecten op de afhankelijke variabelen privacy bezorgdheid, attitude t.o.v. de informed consent en cookies dan het toepassen van een gain frame of loss frame.

Geconcludeerd kan worden dat hypothese 1 alleen deels is bevestigd. Een loss frame leidt enkel tot minder privacy bezorgdheid en een positievere attitude t.o.v. de informed consent dan een gain frame.

4.3 Framing en de rol van verschillende type websites

Naast het directe effect van framing is ook verondersteld dat websitetype een mogelijke rol speelt binnen dit verband. Hypothese twee stelt een direct effect van websitetype, waarbij het plaatsen van een informed consent op een gezondheidswebsite negatievere effecten tot gevolg heeft dan het plaatsen van een informed consent op een commerciële website. De meerwegs-variantieanalyse toont echter aan dat er geen significante verschillen zijn gevonden tussen de groepen op de afhankelijke variabelen (Wilks Lambda = 1,00, F(10, 164) = 0,17, p = 0,973). Zo is er geen verschil tussen een gezondheidswebsite of commerciële website gevonden op weerstand (F(1, 168) = 0,42, p = 0,519), privacy

bezorgdheid (F(1, 168) = 0,20, p = 0,653), attitude t.o.v. de informed consent (F(1, 168) = 0,00, p = 0,949), attitude t.o.v. cookies (F(1, 168) = 0,21, p = 0,646) en acceptatie (F(1, 168) = 0,16, p = 0,690). Om de effecten van websitetype op framing te onderzoeken (H3, H4, H5 & RQ2), is via de meerwegs-variantieanalyse tevens onderzocht of de veronderstelde interactie-effecten aanwezig waren. De resultaten tonen aan dat er geen significante

verschillen aanwezig zijn tussen de groepen op de afhankelijke variabelen (Wilks Lambda = 0,96, F(10, 328) = 0,64, p = 0,783). Er is geen significant interactie-effect is gevonden tussen framing en websitetype op weerstand (F(2, 168) = 0,04, p = 0,961), privacy bezorgdheid (F(2, 168) = 1,01, p = 0,365), attitude t.o.v. de informed consent (F(2, 168) = 0,16, p = 0,855),

(27)

attitude t.o.v. cookies (F(2, 168) = 0,95, p = 0,387) en acceptatie (F(2, 168) = 0,01, p = 0,994).

De resultaten maken het mogelijk hypothese twee te verwerpen. Het plaatsen van cookies op een gezondheidswebsite leidt niet tot meer weerstand en privacy bezorgdheid, een negatievere attitude t.o.v. de informed consent, een negatievere attitude t.o.v. cookies en minder acceptatie dan een commerciële website. Ook hypothese drie, vier en vijf kunnen niet worden bevestigd. Het toepassen van een loss frame in de informed consent op een

gezondheidswebsite resulteert niet in minder weerstand en privacy bezorgdheid, een

positievere attitude t.o.v. de informed consent, een positievere attitude t.o.v. cookies en meer acceptatie dan een gain frame. Ook het tonen van een gain frame in de informed consent op een commerciële website leidt niet tot positievere resultaten dan een loss frame. Tevens zorgt het toepassen van een acknowledging of resistance frame op een gezondheidswebsite niet significant voor minder weerstand en privacy bezorgdheid, een positievere attitude t.o.v. de informed consent en cookies, en een hogere acceptatie dan op een commerciële website. Tot slot kan onderzoeksvraag twee worden beantwoord. Het toepassen van een acknowledging of resistance frame in de informed consent op een commerciële website of gezondheidswebsite resulteert niet in positievere resultaten dan een gain frame of loss frame.

4.4 Framing en de rol van bekendheid met de organisatie

Om de rol van bekendheid met de organisatie te onderzoeken, is in de meerwegs-variantieanalyse onderscheid gemaakt tussen twee groepen. Deelnemers die een vier of lager hebben gescoord op de zevenpuntsschaal waarmee bekendheid met de organisatie is gemeten, vallen onder de groep ‘onbekend met de organisatie’. Alle deelnemers die een vijf of hoger hebben gescoord op deze schaal, zijn bestempeld als ‘bekend met de organisatie’.

De zesde hypothese onderzocht of het plaatsen van een informed consent op de website van een bekende organisatie resulteert in een lagere score op weerstand en privacy bezorgdheid en in een hogere score op attitude t.o.v. de informed consent, attitude t.o.v. cookies en acceptatie dan het plaatsen van een informed consent op een onbekende website. De meerwegs-variantieanalyse toont aan dat er geen sprake is van een significant verschil tussen bekende en onbekende organisaties op de afhankelijke variabelen (Wilks Lambda = 0,97, F(5, 164) = 1,02, p = 0,407). Deelnemers die een bekende organisatie hebben gezien, verschillen niet significant van deelnemers die een onbekende organisatie zagen op weerstand (F(1, 168) = 0,32, p = 0,573), privacy bezorgdheid (F(1, 168) = 0,00, p = 0,953), attitude t.o.v. de informed consent (F(1, 168) = 0,33, p = 0,565), attitude t.o.v. cookies (F(1, 168) =

(28)

1,47, p = 0,227) en acceptatie (F(1, 168) = 0,46, p = 0,497). Geconcludeerd kan worden dat hypothese 6 wordt verworpen.

Naast een direct effect van bekendheid met de organisatie is ook een interactie-effect van bekendheid met de organisatie op framing verondersteld (H7, H8, H9 & RQ3). De

resultaten van de meerwegs-variantieanalyse tonen aan dat er geen verschil tussen de groepen aanwezig is op de afhankelijke variabelen (Wilks Lambda = 0,952, F(10, 328) = 0,81, p = 0,615). Er is geen sprake van een significant interactie-effect van framing en bekendheid met de organisatie op weerstand (F(2, 168) = 0,31, p = 0,736), privacy bezorgdheid (F(2, 168) = 0,60, p = 0,548), attitude t.o.v. cookies (F(2, 168) = 0,69, p = 0,502) en acceptatie (F(2, 168) = 0,47, p = 0,624). Wel blijkt bij een significantieniveau van 0,10 dat er een significant verband aanwezig is van framing en bekendheid met de organisatie op attitude t.o.v. de informed consent (F(2, 168) = 2,49, p < 0,10, η2 = 0,03).

Attitude ten opzichte van de informed consent. In lijn met hypothese zeven blijkt dat het toepassen van een loss frame in de informed consent van een bekende organisatie leidt tot een positievere attitude t.o.v. de informed consent (M = 3,28, SD = 0,90) dan een gain frame (M = 3,58, SD = 1,21, p = 0.732), maar de post-hoc bonferroni toetsen lieten geen significant verschil zien. Daarbij blijkt overeenkomend met hypothese acht dat wanneer sprake is van een onbekende organisatie, deelnemers juist een positievere attitude hebben t.o.v. de informed consent wanneer deze geplaatst is in een gain frame (M = 3,59, SD = 1,64) in plaats van een loss frame (M = 3,62, SD = 1,05, p = 0.732), al is het verschil tussen de gemiddelden nihil en niet significant. Zoals hypothese 9 stelde, resulteert het plaatsen van een acknowledging of resistance frame op de website van een onbekende organisatie in een positievere attitude t.o.v. de informed consent (M = 2,68, SD = 1,41) dan een bekende organisatie (M = 3,18, SD = 1,13). Daarbij toont de analyse aan dat het acknowledging of resistance frame voor bekende organisaties leidt tot een positievere attitude t.o.v. de informed consent (M = 3,18, SD = 1,12) dan een gain frame (M = 3,58, SD = 0,97, p < 0,05) of loss frame (M = 3,28, SD = 0,90, p = 0,456). Ook voor onbekende organisaties resulteert dit frame is een positievere attitude (M = 2,68, SD = 1,41) dan een gain frame (M = 3,59, SD = 1,63, p < 0,05) of loss frame (M = 3,62, SD = 1,05, p = 0,456). De post-hoc bonferroni toetsen lieten echter enkel significante verschillen zien tussen het acknowledging of resistance frame en gain frame. Opvallend is dat net als bij de directe effecten van framing, ook hier opnieuw sprake is van een trend. Het acknowledging of resistance frame leidt tot positievere

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vicki Koen, a PhD student at the North-West University, Vaal Triangle Campus, is conducting this study to determine the prevalence of psychosocial well-being in families

Vir hierdie rede sal ek ‘n bietjie van u tyd baie waardeer en wil ek graag met u ‘n afspraak reël en ‘n onderhoud voer aangesien u tans, volgens my wete, ‘n aktiewe deelnemer in

Berard, who developed the auditory integration training method , asserts that people who have auditory peaks in their hearing based on the audio test, will likely

Where the research involves sensitive issues (such as questions of ethnicity, sexual behaviour, health, political beliefs, or illegal behaviour), then special attention should

Omdat er eenvoudigweg geen juridische rechtvaardigingen zijn om de patiënt deze zeggenschap te ontnemen, brengt de eis tot informed consent de plicht voor artsen mee pa

heden om de eigen toegankelijkheidsstrategie te verantwoorden. Verwacht wordt dat het oplossen van deze knelpunten in combinatie met een meer ontspannen houden betreffende

This thesis Targeted Informed Consent – Empowering young participants in medical-scientific research addresses these issues and thereby contributes to insights in how to empower

Ons speciaal geval komt bij hem niet voor; de driehoeken met modulus één cor - responderen met een deelverzameling in de afbeeldingsruimte, maar door de asymmetrie van onze figuur