• No results found

De onbeweeglijkheid van het gemeentelijk staatsrecht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De onbeweeglijkheid van het gemeentelijk staatsrecht"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

s &...o 2 2ooo

CRISIS IN DE LOKALE POLITIEKI

Soms zou je wensen dat Thorbecke op meer pun ten zijn zin had gekregen. De burgemeester? Naar de geest van zijn tijd stelde Thorbecke voor deze door

De

onbeweeg-lijkheid van het

gemeentelijk

staatsrecht

aanpak gaat mogelijk mo-del staan voor de rest van Engeland. Ook de Duitse deelstaten zijn de afgelopen jaren de een na de ander de Kroon te Iaten

benoe-overgestapt op een model met een rechtstreeks geko-men. Maar, voegde hij er

aan toe, het is onjuist om de Kroonbenoeming vast te

PIETER NIEUWENHUIJSEN zen burgemeester. Vroeger

bestond bij de oosterburen !egg en in de Grondwet, want daarmee wordt de

'ge-wone' wetgever tekort gedaan. Want die bepaalt de rollen en posities in het gemeentelijke bestuur en daar kan de positie van de burgemeester niet van worden uitgezonderd, meende Thorbecke met recht. Er leek geen speld tussen te krijgen, maar een conservatieve parlementaire meerderheid volgde hem niet: de Kroonbenoeming werd in 1 848 vast-genageld in de constitutie en dat is anderhalve eeuw later nog steeds het geval, aile pogingen tot 'decon-stitutionalisering' ten spijt.

Anderhalve eeuw tevergeefs zwoegen op zoiets futiels tekent de onbeweeglijkheid van het gemeen-telijk staatsrecht in Nederland. Als je dit ziet kun je je geld maar beter niet zetten op het voorstel van de Staatscommissie-Elzinga voor een rechtstreeks ge-kozen burgemeester (om te beginnen in de grote steden). Zelfheeft de voorzitter van de commissie al Iaten weten weinig fiducie te hebben in de haalbaar-heid van dit voorstel. Zes-en-twintig senatoren zijn al genoeg om het te torpederen, aldus Elzinga. Het scenario voor een nieuwe Nacht van Wiegelligt dus al klaar.

Londen en de Duitse deelstaten

Haalbaar of niet, met haar voorstellen voor een de-mocratischer verkiezing van de burgemeester zit de commissie wei in de internationale trend. Verster-king van de democratische legitimatie van het bur-gemeesterschap is in diverse ons omringende Ianden aan de orde. Londen, dat lange tijd een eigen stads-bestuur ontbeerde, krijgt binnenkort zijn eerste rechtstreeks gekozen burgemeester en de Londense

deze figuur aileen in de zui-delijke deelstaten Beieren en Baden-Wiirttemberg (niet toevallig behoorden deze tot de vroegere Ame-rikaanse bezettingszone), maar onder invloed van de nieuwe oostelijke Lander die in 1990 alle kozen voor rechtstreekse verkiezing van de burgemeester, heeft de Direktwahl zich als een olievlek over de Bonds-republiek verbreid.

In Nederland gaat het allemaal wat minder een-voudig. AI een eeuw duurt het dispuut over de aan

-stelling van de burgemeester, maar een conserva-tieve meerderheid wist elke wijziging tegen te hou-den. Gezien de grondwettelijke bescherming van de Kroonbenoeming is verzet van een van de grote po-litieke stromingen in de praktijk a! voldoende om de benodigde grondwetswijziging te blokkeren.

En zo kan het bestaande paternalistische systeem nog jaren mee. Dat dit in Europese gremia als de Raad van Europa en het Comite van de Regio's zo nu en dan tot spanningen leidt- daar is de norm dat af-gevaardigden over een kiezersmandaat beschikken en worden de Nederlandse burgemeesters en CdK's als ambtenaren beschouwd -legt vooralsnog weinig politiek gewicht in de schaal. De hervormers zitten bovendien met de handicap dat ze onderling ver-deeld zijn. Zo wil de PvdA de burgemeester door de gemeenteraad Iaten kiezen, terwijl o66 de recht-streekse verkiezing voorstaat.

Onder dit gesternte moeten de voorstanders van verandering met een zeer overtuigend pleidooi komen, willen ze iets bereiken. Met een verhaal dat ook in de samenleving, buiten politiek Den Haag, steun weet te mobiliseren. De klassieke jaren-zestig-probleemstelling ('een gekozen burgemeester is

(2)

s &..o 2 2ooo

democratischer') is hiervoor onvoldoende. Men zal

de redenering moeten verbreden, moeten aantonen

dat er een verband is tussen het burgemeesterschap

en ontwikkelingen in de maatschappij.

Een goed voorbeeld daarvan zijn de voorstellen

van de regering-Blair. Want, dat de Londenaren (en

vervolgens wellicht aile Engelsen) straks hun

burge-meester rechtstreeks mogen kiezen is mooi vanuit

democratisch oogpunt, maar doorslaggevender

voor de Britse regering is dat Londen, bij

afwezig-heid van een eigen gekozen bestuur, internationaal

burgemeester - althans in de grote steden - berust

op de klassieke overweging dat zulks de democrati

-sche legitimatie het best client. Oat moge zo zijn,

maar als niet meer te berde wordt gebracht dan dit

overbekende 'jaren zestig' -argument maakt men het

de politici wel erg makkelijk om weer snel op de

ver-trouwde defensieve sjablonen terug te vallen. Wat

ook onmiddellijk na de publikatie van het rapport

gebeurde. De vvn-leden van de commissie

ver-woordden het zo simpel in hun minderheidsstand

-punt: Democratische legitimatie? Zeker, dat kan

van de kaart dreigt te

ver-dwijnen. Een representant

van Londen met een

krach-tig mandaat werd node

ge-mist, nationaal en

interna-tionaal, zeker nu

econo-mieen zich meer en meer

ontwikkelen via steden en stedelijke netwerken. Een

Een gekozen burgemeester

dient niet alleen de lokale

door verkiezing, maar ook

net zo goed door benoe-ming. Waarmee de hele

discussie weer terug was

democratie, maar oak zeer gewichtige

economische en maatschappelijke

belangen.

bij af.

Nu maakte de commis

-sie het er al niet beter op

door twee modellen als

ge-lijkwaardig te presenteren:

gekozen burgemeester client kortom niet alleen de

lokale democratie, maar ook zeer gewichtige

econo-mische en maatschappelijke belangen. Soortgelijke

overwegingen hebben ook in het sterk versted~lijkte

Noordrijn-Westfalen een rol gespeeld. De grote

be-tekenis van de steden vroeg om duidelijker

verhou-dingen binnen de stadsbesturen. De tweehoofdige

leiding, de 'Doppelspitz' van (een relatief zwakke)

Oberbiiraermeister en Stadtdirektor voldeed tegen die

achtergrond niet meer, liever een krachtige

repre-sentant die beide functies in zich verenigt: een

bur-gemeester met een rechtstreeks mandaat.

Een dergelijke analyse had ook het Nederlandse

bestuur niet misstaan. Als de beschouwingen over

de burgemeester in zo'n context waren geplaatst,

had het een interessant maatschappelijk debat

kun-nen opleveren, dat verder had gereikt dan de

be-stuurlijke kringen, waarin het rapport nu blijft

ste-ken. Het had de interesse kunnen wekken van het

bedrijfsleven en maatschappelijke

belangenorgani-saties. Het had tot een breder draagvlak voor

veran-dering kunnen lei den. En het had de politieke

tegen-standers van veranderingen gedwongen te reageren

op nieuwe argumenten.

Zo'n brede, maatschappelijk-economische

be-nadering zoekt men echter tevergeefs in het rapport

van de staatscommissie-Elzinga. De analyse reikt

niet verder dan de gemeentelijke politieke arena en

voorgesteld wordt om de rolverdeling aldaar te

mo-derniseren. De voorkeur van de meerderheid van de

commissie voor een rechtstreekse verkiezing van de

de rechtstreekse verkiezing, voorlopig

voorbehou-den aan de grote steden, en benoeming door de

kroon in de overige gemeenten. De presentatie van

de Kroonbenoeming als een gelijkwaardige optie

maakt het pleidooi voor de gekozen burgemeester

er niet sterker op.

Politiek Den Haas buitenspel?

Kan het rapport-Elzinga direct weer de

bureau-lade in, zoals diverse commentatoren beweerden?

Nee, daarvoor staan er te veel belangwekkende

voorstellen in, die ook nog eens politiek haalbaar

lij-ken - dat laatste kan niet van elke staatscommissie

worden gezegd worden (zie de geringe successen van 'Cals/Donner'en 'Biesheuvel'. De voorstellen

tot dualisering van de verhouding tussen raad en

col-lege kunnen op brede steun rekenen in het

parle-ment en betekenen een welkome en noodzakelijke

modernisering van de bestuurlijke verhoudingen in

de gemeenten. Al blijft het afwachten of de ge

-meenteraden hun nieuwe rol, kaders stellen en het

college controleren, met enige verve zullen weten

op te pakken.

Oat dit niet vanzelf zal gaan bleek bijvoorbeeld

uit een recente enquete van Binnenlands Bestuur

onder gemeenteraadsleden. Een zeer grote

meer-derheid voelt niets voor het opgeven van het

be-stuurlijk primaat (hoe weinig dat in de praktijk ook

moge voorstellen). Ook hervormingsvoorstellen als

het benoemen van wethouders van buiten de raad en

het schrappen van de combinatie van raadslid en

77

(3)

s &._o 2 2ooo

wethouder worden door een ruime meerderheid van de raadsleden afgewezen.

Hier manifesteert zich blijkbaar het gebrek aan traditie met een controlerende raad in Nederland. Gemeenteraadsleden kunnen zich blijkbaar nog weinig voorstellen bij de hun nieuw geboden kans om invloed terug te winnen op de ambtelijke macht, die ook op lokaal niveau ongezond groot geworden is. Lokale politici (wethouders en raadsleden) heb-ben het soms inderdaad voor het zeggen - dat geldt bij incidenten en in zaken waarop politici zich graag politiek profileren ( daar bemoeien ze zich zelfs graag tot in detail mee) - maar zodra over de waan van de dag moet worden heengekeken en beleid voor de lange termijn op de agenda staat zijn het de ambtelijke professionals die de toon zetten. Dualisering, waarbij de raad op gezonde afstand komt van het bestuur en naar verwachting politieker gaat functioneren, schept de institutionele voor-waarde voor de raad om meer greep op het beleid te krijgen.

Om de ambtelijke invloed te beteugelen zijn ook professionelere bestuurders nodig in het college. Daartoe client de 'wethouder van buiten', wat de re-cruteringsvijver voor wethouders veel grater kan maken. Ofhet er in de praktijk van komt blijft overi-gens afwachten. Want het is de raad die benoemt en voor de raadsleden zelf blijft het wethouderschap een begeerlijke volgende stap in hun carriere. Of die

zomaar opzij zullen gaan voor een wethouderskan-didaat van buiten?

Ook bij de aanstelling van de burgemeester zal er mogelijk wat veranderen. De gekozen burge-meester mag nog ver weg zijn, de lokale zeggen-schap krijgt een flinke steun in de rug als een meer-derheid akkoord zou gaan met het voorstel van de commissie om de gemeenteraden het recht van een enkelvoudige aanbeveling te geven, een aanbeveling van een kandidaat die de minister geacht is te volgen. Het ziet er naar uit dat het c DA dit voorstel zal steu-nen, waarmee een parlementaire meerderheid aan de horizon gloort. Dit recht van aanbeveling zou het politiek Den Haag vrijwel onmogelijk maken om in te breken in benoemingsprocedures.

Blijft natuurlijk de vraag naar de werkelijke bete-kenis van dit soort institutionele veranderingen. Het dieper liggende probleem is immers het maatschap-pelijke functieverlies, om niet te zeggen de margina-lisering, van de politieke partijen. De staatscommis-sie maakt er behartenswaardige opmerkingen over, zonder daar verder veel mee te doen. Of institutio-nele hervormingen dit fundamentele tekort kunnen compenseren? We wagen het te betwijfelen. PIETER NIEUWENHUIJSEN

Hoifdredacteur van 'Binnenlands Bestuur',

on4bankelijk weekblad voor bestuurders en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de rapportages de aanleiding vormen voor een actieve discussie tussen wethouders en topmanagers over het functioneren van de organi- satie, er op basis van die

Stereotypes play a central role in ironic memes (42069lmaoxd, 2020), but the normie identity type is based not so much on any generational, racial or gender stereotype, but on

Het lijkt er op dat er verschillende ArMV- stammen aanwezig zijn in bijvoorbeeld tulp, gladiool.

This thesis focuses on a variant of RUSS with the axioms of Church’s Thesis, Markov’s Principle and the Lesser Limited Principle of Omniscience (LLPO) with the aim of proving that

Kortom, ondanks dat het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP, 2018) onlangs concludeerde dat burgers tegenwoordig meer vertrouwen hebben in politici dan in de jaren zeventig,

Belangrijke redenen voor kiezers om thuis te blijven zijn dat ze geen vertrouwen in de politiek en een negatief beeld over politici hebben, dat ze de relevantie van de lokale

Deze bepaling was bij haar totstandkoming in machtigt de om, na raadpleging van Eerste zitters en de Conseil constitutionnel, alle vereiste. la l'indépendance de

constaterende, dat de APPA nog steeds niet voorziet in een over- gang naar volledige kapitaaldekking van en fondsvorming voor de pensioenen van politieke ambtsdragers;.