Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
ENDOFTALMITIS:
ENDOGENE BACTERIELE INFECTIE
• Klinische aspecten en commentareno Metastatische infectie.
o Moet behandeld worden met intravitreale antibiotica (zie lager) of vitrectomie (hangt af van de ernst van de pathologie).
o Intravitreale injectie van amikacine kan een maculair infarct veroorzaken.
o Om precipitatie te vermijden bij intravitreale injectie, moeten vancomycine en ceftazidime via aparte spuiten worden toegediend. • Betrokken pathogenen o Staphylococcus aureus. o Coagulase-negatieve stafylokokken. o Streptococcus pneumoniae. o Haemophilus influenzae. o Neisseria meningitidis.
o Bacillus cereus (bij intraveneuze druggebruikers).
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Intraveneuze druggebruikers.
▫ Eerste keuzes.
▲ Intravitreale toediening van (vancomycine + ceftazidime) + clindamycine.
▲ Intravitreale toediening van (vancomycine + ceftazidime) + vancomycine.
▫ Alternatieven.
▲ Intravitreale toediening van (vancomycine + amikacine) + clindamycine.
▲ Intravitreale toediening van (vancomycine + amikacine) + vancomycine. Andere patiënten.
▫ Eerste keuze: intravitreale toediening van (vancomycine + ceftazidime).
▫ Alternatief: intravitreale toediening van (vancomycine + amikacine).
o Standaard posologieën.
Amikacine: éénmalige intravitreale dosis van 0,4 mg. Ceftazidime: éénmalige intravitreale dosis van 2,25 mg. Clindamycine: 600 mg iv q8h.
Vancomycine.
Eénmalige intravitreale dosis van 1 tot 2 mg.
Oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus geti-treerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling.
Intravitreale antibiotica: éénmalige dosis [toedienen van een tweede dosis moet worden overwogen indien er geen klinische verbetering wordt gezien na 48 tot 72 uur (gedocumenteerde behandeling)]. Vancomycine, clindamycine: afhankelijk van de klinische evolutie van de patiënt.