Bezoek Maasvlakte 2 eind november 2011

AFZETTINGEN WTKG 33(1),2012 11

Bezoek Maasvlakte

2

eind

november 2011

Kees Peeters¹

De

afgelegde

route is

_langs

de buitenkantvan de kades

vanPrinses

_{Margriethaven}

enhet

_aangrenzende

deelvan de Prinses Amaliahaven. Dit

_{gebied ligt}

‘buiten de kades’

enzalvoor

oplevering

worden weggezogen.

Schelpen

Bivalven

Acanthocardia tuberculata

_(Linnaeus,

₁₇₅₈₎

-

geknob-belde

_hartschelp.

Veel voorkomendmet

daarbij

ook witte

_gebleekte

exemplaren

die

bij oppakken

direct uit elkaar vallen.

Acanthocardia echinata

_(Linnaeus,

₁₇₅₈₎

-

gedoomde

hartschelp.

Van dezesoortéén

_bijzonder

fris

exemplaar

verza-meldmetde doornser

ongeschonden

op,

duidelijk

recent

(fig. 2).

Cerastoderma edule

_(Linnaeus,

₁₇₅₈₎

-kokkel.

Cerastoderma

_{glaucum (Poiret, 1789)}

-brakwaterkokkel.

Mimachlamys

varia

(Linnaeus, 1758).

Hiervan één

_{vrij gaaf exemplaar}

verzameld. Dosinia

_{lupinus (Linnaeus,}

₁₇₅₈₎

-

dichtgestreepte

arte-misschelp.

Hier demeestvoorkomende artemis-soort. Mactra

_{glauca Bom,}

1778-brede

strandschelp.

Uitsluitend

_{grijsblauwe fragmenten,}

_maar

_duidelijk

herkenbaaraande

ligamentholte (fig.3).

Venerupis

aurea senescens

(Cocconi,

1873)

-

grijze

ta-pijtschelp.

Tja,

waarvind

je

die niet?

Tridonta borealis

_(Schumacher,

₁₈₁₇₎

- _groteastarte.

Veel

_exemplaren

vandeze

laat-pleistocene

astarte,

die

_{bijzonder vormenrijk}

is.

Spisula elliptica (Brown, 1827)

- ovale

strandschelp.

Naast normale

_exemplaren

ook veelmeteenverdikte

schelpvorm

als

_gevolg

_van

_parasieten.

Anomia

_{ephippium (Linnaeus,}

₁₇₅₈₎

-

paardenzadel.

Goed herkenbaaraanhet

parelmoer.

Laevicardium_crassum

_{(Gmelin, 1791)}

-noorse

hartschelp.

Zowelzwaar

beschadigde

als

_bijzonder

_gave

schel-pen komenvoor.

Op

ditmomentis Maasvlakte 2

_{(fig. 1)}

_nog

_volop

in

ont-wikkeling,

er wordt druk

_gebouwd

aan de kades aande

zuidoost kantvande Prinses Amaliahaven.

Vanwege

deze

activiteiten is het

_gebied

_zeer

_{beperkt (lees niet)}

toegan-kelijk

voor

schelpenrapers

die uitsluitend interesse hebben

in de fossielinhoud_van het

_aangevoerde

zand. Daar

_lijkt

in de

_loop

_vandit

_{voorjaar enige verbetering}

intekomen

gezien

de

_aankondiging

_vanAnton Janse. Eind

novem-ber werd ik in de

_{gelegenheid gesteld}

de

_huidige

bouw-plaats

te

bezoeken;

dit

_verslag

vanhet verzamelde

mate-riaal

magalseenopwarmervoor

toekomstige

WTKG-ex-cursies worden

_gezien.

Omdat

_je

eenfull

operational bouwplaats

betreedtmoet voldaan wordenaande

dresscode;

dus laarzenmetstalen

neuzen,helmen

hesje.

Eerst door de bouwstraat waarin de verschillende fasen van de bouw van de kademuur

goed

te

_{volgen zijn. Op}

de site_vanFuturelandstaatdit allemaal

duidelijk uitgelegd.

Zie

_{http://www.maasvlakte2.com/nl/}

AFZETTINGEN WTKG 33(1),2012 12

Uniocrassus

Philipson,

1788-bataafse stroommossel.

Opvallend

behalve de

_aanwezigheid

vandeze

zoet-watersoort

_zijn

de_gatenin de

_schelp.

In de

_eigen

ha-bitat komen geen hoordersvoor;

mogelijke

specula-tieve

_verklaringen

zouden het

_transport

of

_gebruik

als sieraad kunnen

_{zijn (fig. 4).}

Macoma balthica

_{(Linnaeus, 1758)}

-

nonnetje.

Komt zowel fossiel alsrecent voor.

Chamelea striatula

_{(Da Costa, 1778)}

-

venusschelp.

Zowel fossiel alsrecent

_langs

de

_gehele

kust.

Gastropoden

Nassarius reticulatus

_{(Linnaeus, 1758)}

- fuikhoren.

Eén

_{blauwgrijs exemplaar}

verzameld

_{(fig. 5a, 6a).}

Euspira

nitida

_(Donovan,

₁₈₀₄₎

-

tepelhoren.

Eénrecent

_{ogend exemplaar}

verzameld

_{(fig. 5b, 6b).}

Botten

De verzamelde

_{botfragmenten zijn}

herkenbaar als rendier/

edelhert,

neushoornenmammoet.

Verder werd er een molaarvan eenmammoetverzameld

enook een

strip

ivoorvan een

slagtand

vande

wolhari-gemammoet.

Conclusie

Wat

_opvalt

is het_groteverschil in conservatievan

deschel-pen;zwaar versleten

exemplaren

van

stevig gebouwde

soorten

(A.

tuberculataen M.

glauca)

naast

(bijzonder)

goed

bewaarde

_exemplaren

van

fragiele

soorten

(A.

echi-nataenM.

varia). Op grond

vande

schelpen

kunnenwehet

materiaal

_voorzichtig

duiden als

_{laat-pleistoceen (Eemien?)}

tot recenten

afkomstig

uiteenmarien milieumet fluvia-tiele invloed. De botten

_wijzen

_{op terrestische}

omstandig-heden onder

_{(peri)glaciale}

condities.

Belangrijkste

conclusie is dat Maasvlakte 2eenuitermate

interessant

_kijkje

_geeft

in de fossielinhoudvan een

(bui-tengaats) gebied

dat opeenandere

wijze

niet bezocht kan

worden. Ik wil de

_{aangekondigde excursie(s)}

dan ook_van harte aanbevelen.

Dankwoord

Gijs

Peeters

_{(Den Haag)}

voor het faciliterenvanhet be-zoekaan de Maasvlakte. Anton Janse

(Brielle)

en Dick

Mol

(Hoofddorp)

voor hunsteun

bij

totstand komenvan

dit

_artikel;

eventuele onvolkomenhedenmoeten deauteur

worden

_aangerekend.

Frank

_Wesselingh

kwammetde

ori-ginele suggestie

voor de

_gaatjes

in de boormossel.

Al het verzamelde materiaal is opgenomen in de collec-tie Peeters

(Nieuwveen).

Via de

_webpagina

http://peeter-ke.blogspot.com/2011/11/bezoek-maasvlakte-ii.html

zijn

meerfoto’s beschikbaar.

‘Kees

_Peeters,

_Korenveldweg

18, 2441 BHNieuwveen,