12 < syscope > 13 Landbouwkundige productie is vrijwel onmogelijk zonder bemesting.
Toediening van meststoffen voor de plant gaat echter onher roepe lijk gepaard met verlies van een deel van die stoffen. De minera len -verliezen zijn in de loop van de jaren al wel fors gedaald, maar nog steeds treden er verliezen op, zeker in de akkerbouw en volle -gronds groenteteelt op zandgrond. Een hardnekkig probleem dus en in termen van transitie een echt transitiepunt. Oplossingen zoeken langs nieuwe lijnen, met andere technieken, dat is de opgave voor het project Nutriënten Waterproof. Het project is gestart in 2004 en loopt tot op heden.
>> Efficiënter
De onderzoekers van Nutriënt Waterproof zoeken het in verschillen -de richtingen: in het werkelijk alles op alles zetten om via -de modern ste technieken zo min mogelijk meststoffen toe te dienen, |in het zo ver mogelijk terugbrengen van de organische stoftoevoer en in het opvangen en zuiveren van het water uit de drains. Hier -voor hebben de onderzoekers op proefbedrijf Vredepeel een proef aangelegd met drie landbouwsystemen naast elkaar: een geïnte -greerde met een minimale fosfaat- en organische stofaanvoer, een geïntegreerde met een normale organische stofaanvoer en een biologisch systeem.
Voor het landbouwsysteem met minimale toediening van mest stof -fen, waren de uit gangspunten om evenveel fosfaat te geven als de
plant opnam en om een uitspoeling van nitraat te bereiken die voldeed aan de normen van de nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water. Daarvoor berekenden de onderzoekers hoeveel stikstof een gewas uit de bodem kan halen, hoeveel stikstof het nodig heeft om te groeien en hoe efficiënt het kan omgaan met stikstof. Vervolgens is daar de bemesting op aangepast. Ook is geëxperimenteerd met rijenbemesting met dierlijke mest in maïs, een techniek die nog nauwelijks in de praktijk wordt gebruikt. Nieuw was verder het toe -dienen van vloei bare kunstmest in de bodem onder hoge druk. Allebei zijn het manieren om de voedingsstoffen zo dicht mogelijk bij de planten te brengen, zodat er zo min mogelijk verloren gaat.
>> Geen aanvoer organische stof
De onderzoekslijn van zo min mogelijk toevoer van organische stof komt voort uit de aanname dat je meststoffen beter kunt sturen in een systeem met zo min mogelijk organische stoftoevoer. Organi -sche mest, gewasresten of groenbemesters leveren weliswaar waardevolle voedingsstoffen voor planten, maar je weet nooit exact wanneer ze beschikbaar komen. Daarom richt één geïntegreerd systeem in het onderzoek zich op de afvoer van gewasresten zonder toe voer van organische mest. Het andere geïntegreerde systeem heeft een “normale” toevoer van organische stof, waarbij bemest wordt met drijfmest, digestaat en compost.
In het biologische systeem ligt het accent op de bodemvrucht baar
-Nieuwe oplossingen voor
gewasproductie zonder uitspoeling
Akkerbouw en groenteteelt zonder uitspoeling van nitraat. Dat is het uitgangspunt
van het project Nutriënten Waterproof. Het probleem blijkt hardnekkig: de ultieme
oplossing is er nog niet, wel zijn er stappen vooruit gezet.
heid en wordt vaste mest en compost ingezet. Daarnaast krijgen de gewassen met een hoge stikstofbehoef te runderdrijfmest en vinas se kali. In de vrucht wisseling is ook een tweejarige gras klaver opgeno men die stikstof uit de lucht bindt. Waar mogelijk worden groen -bemes ters geteeld. De aanvoer van meststoffen is fors lager dan in de geïntegreerde systemen.
>> Uitspoeling te hoog
De resultaten tot nu toe vallen tegen. Bij het normale organische stofniveau is de uitspoeling van nitraat ruim twee maal zo hoog als de norm. Bij het andere systeem is de uitspoeling wel 20 procent lager, maar lijkt de gewasgroei af te nemen, ook al krijgen de pla n -ten met de toevoer van meststoffen genoeg voeding toege diend. De productie was in het afgelopen jaar gemiddeld 3 procent lager dan in het systeem met de normale organische stofaanvoer. De verwachting is dat die daling alleen maar verder doorzet. Alleen het biologische systeem zit net onder de norm. Maar ook hier is de opbrengst lager. Bovendien vermeerderen diverse scha -de lijke aaltjes zich bij -de grasklaver, waar latere gewassen scha-de van kunnen ondervinden.
Janjo de Haan van Wageningen UR conclu deert: ‘Het lijkt erop of je op zandgrond alleen in een extensief systeem de nitraat norm kunt halen, maar in de gangbare situatie is dat economisch niet haalbaar. De echte doorbraak zit hier dus niet.’
>> Veelbelovende vernieuwingen
Het opvangen van drainwater en het zuiveren ervan via zuiverings -moerassen is bewerkelijk maar veelbelovend. Met deze methode wordt 20 procent van de stikstof uit het water dat onder een perceel vandaan komt opgevangen. De kosten zijn nu nog vrij hoog en de vraag is dan ook wie zo’n maatregel gaat betalen. Maar
De Haan verwacht dat de methode nog efficiënter te maken is, waar door maximaal 40 tot 50 procent van de stikstof uit het water dat onder uit het perceel stroomt te zuiveren is. ‘Veel andere maat rege -len zijn kleine stapjes. Dan is 20 procent een redelijk grote stap.’ Onlangs hebben onderzoekers en deelne mers uit het bedrijfsleven gekozen om een nog radicalere oplossingsrichting te verken nen. In een nieuw project zal los van de grond geteeld gaan worden met een vorm van recirculatie, net zoals in de glastuin bouw. De proef is gestart met prei en sla.
Een andere zoekrichting is een beter beheer van de bodem. De Haan: ‘Veel fundamentele kennis ontbreekt nog als het gaat om weerbaarheid van de bodem tegen ziekten en plagen, in combinatie met de bodem structuur en vocht- en mineralenvoorziening. De bodembiologie, -chemie en fysica zijn altijd gescheiden werelden geweest in het onderzoek. We gaan nu werken aan het samen -brengen van deze werelden.’
>> Uitstraling en spin-off
Het project heeft ondertussen veel discus sies aangezwengeld en onderzoek naar details mogelijk gemaakt en gestimuleerd. Diverse deelproeven en demonstraties zijn in de systemen uitgevoerd. De Haan: ‘We hebben heel veel discussie gehad over afvoeren van gewasresten. Niemand wilde daar aan. Nu zijn er boeren die daar mee experimenteren en er de mogelijkheden van inzien. Ook is detailonderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van het afvoeren van gewasresten. Daarnaast hebben we een aantal bijeenkomsten georganiseerd waarin we kennis uitwisselen met boeren en water -schappen over maatregelen die bijdragen aan de Kaderrichtlijn Water zoals rond zuiveringsmoerassen en het afvoeren van sloot -maaisel. Zo brengt het onderzoek in elk geval een beweging op gang.’
Meer informatie: Janjo de Haan, t 0320 291211, e janjo.dehaan@wur.nl Zie ook www.syscope.wur.nl > dossiers > bodem, water en bemesting