• No results found

Erkenning axiaalspuit binnen Lozingenbesluit

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Erkenning axiaalspuit binnen Lozingenbesluit"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

D

riftonderzoek voor de fruitteelt wordt in Nederland uitgevoerd met een dwarsstroomspuit als referentiespuit. Driftreducerende maat-regelen worden uitgedrukt ten opzichte van deze referentiespuitmachine. De mees-te mees-telers voeren de bespuitingen uit met een dwarsstroomspuit. Een aanzienlijke groep fruittelers maakt daarvoor gebruik van een axiaalspuit. Voor erkenning van deze spuit binnen het Lozingenbesluit Open teelt en Veehouderij zijn daarom vergelijkende driftmetingen gehouden. Hieruit blijkt dat de axiaalspuit niet meer drift geeft dan een dwarsstroomspuit. De driftbeperkende maatregelen (pakket-ten) zijn tot nu toe toegestaan bij bespui-tingen met een dwarsstroomspuit. Om te voorkomen dat axiaalspuiten niet meer langs watergangen gebruikt mogen worden heeft PPO-fruit, samen met Plant Research

International (PRI), op verzoek van de NFO driftmetingen met een dwarsstroom-spuit en een axiaaldwarsstroom-spuit uitgevoerd. In dit onderzoek stond de vraag centraal of de drift bij bespuitingen met een axiaal-spuit vergelijkbaar is met die van een dwarsstroomspuit. Kunnen bovendien de driftbeperkende maatregelen, zoals het eenzijdig bespuiten van de laatste gewasrij of het gebruik van driftreducerende spuit-doppen, ook gelden in combinatie met een axiaalspuit?

P r o e f u i t v o e r i n g

De driftmetingen werden gedaan op een proefperceel (Elstar) van PPO-fruit in Randwijk. De proe-ven werden in het voorjaar (‘kale’ bomen) en het volbladstadium uit-gevoerd. Voor het doen van drift-metingen moeten bepaalde proce-dures en regels worden gevolgd. Zo moet de windrichting tijdens de metingen loodrecht op de bo-menrijen staan en moeten de me-tingen in minstens acht herhalin-gen worden uitgevoerd. De spuitdrift (emissie) naar de grond wordt gemeten op de strook naast de boomgaard: van 1,5 tot 25 meter vanaf de laatste bomenrij.

De spuitdrift wordt bij een bespuiting met een fluorescerende stof bepaald, Brilliant Sulfo Flavine (BSF). Deze stof wordt op-gevangen met collectoren (filterdoeken) in de meetstrook. In het laboratorium wordt vervolgens vastgesteld hoeveel BSF er op de collectoren terecht is gekomen. Dit wordt omgerekend naar de hoeveelheid spuitdrift.

Spuitmachines en doppen De dwarsstroomspuit en de axiaalspuit waren van eenzelfde type, en beide uitge-rust met de hollekegeldoppen Albuz ATR lila (7 bar spuitdruk). De dwarsstroom-spuit was hierbij de referentiedwarsstroom-spuit. Bo-vendien werd met de axiaalspuit ook gespoten met gele Albuz-spuitdoppen (7 bar spuitdruk). Door het beperkte aantal spuitdoppen op de axiaalspuit – twee keer vier doppen in plaats van twee keer acht doppen zoals op de dwarsstroomspuit – wordt in de praktijk met deze doppen gespoten om een vergelijkbaar spuitvolu-me (200 liter/ha) te krijgen. Het effect van driftarme doppen werd bepaald met Lech-ler-venturispleetdoppen (ID90-01C; 5 bar spuitdruk). In de situatie met kale bomen werd gespoten met de luchtondersteuning in de lage stand en in de volbladsituatie in de hoge ventilatorstand.

Erkenning axiaalspuit binnen

L o z i n g e n b e s l u i t

In 2007 is het

Lozingen-besluit Open teelt en Vee-houderij aangepast. Voor de fruitteelt geldt nu stan-daard een teeltvrije zone van 9 meter langs water-gangen. Deze zone kan smaller zijn als er gebruik wordt gemaakt van erkende driftreducerende maat-regelen.

FR U I T T E E L T21, 23 M E I2008, J A A R G A N G9 8

1 6

ON D E R Z O E K

De meeste telers voeren de bespuitingen uit met een dwarsstroomspuit. Foto’s: PPO-fruit

De axiaalspuit geeft niet meer drift dan een dwars-s t r o o m dwars-s p u i t .

(2)

V o o r j a a r s m e t i n g e n

Uit de metingen blijkt dat bij een kaal ge-was de axiaalspuit met lila of gele Albuz-hollekegeldoppen evenveel of zelfs minder drift geeft dan de dwarsstroomspuit met lila Albuz-doppen. De driftcurves voor de axiaalspuit en de dwarsstroomspuit met Albuz-hollekegeldoppen verlopen iden-tiek. Dat geldt voor het hele meettraject van 1,5 tot 25 meter vanaf de buitenste bo-menrij. Ook voor de driftreducerende (grove druppel) venturidoppen blijken de driftcurves voor de axiaalspuit en de dwarsstroomspuit gelijk te verlopen. Opvallend bij de venturidoppen is dat ten opzichte van de bespuitingen met de Albuz-werveldoppen (nevelen = fijne druppels) de driftdepositie op korte af-stand van de buitenste bomenrij veel hoger is. Vanaf 5 tot 6 meter achter de buitenste bomenrij worden deze doppen driftredu-cerend bij tweezijdige bespuiting van de buitenste bomenrij. Dit is bekend uit eer-der oneer-derzoek. Eenzijdige bespuiting van de buitenste bomenrij of het verminderen van de hoeveelheid luchtondersteuning is dan noodzakelijk om voldoende driftre-ductie te krijgen bij een teeltvrije zone van 3 meter (Fruitteelt 10, 2004, pagina 10 en 11).

V o l b l a d s i t u a t i e

In de volbladsituatie blijkt opnieuw dat spuiten met de axiaalspuit met lila of gele Albuz-werveldoppen niet meer drift geeft dan de referentiedwarsstroomspuit met lila Albuz-doppen. Wanneer er met de Lech-ler-venturidoppen (ID 90-01C) gespoten wordt, verandert het beeld. Opnieuw geven de venturidoppen meer driftdeposi-tie op korte afstand van de buitenste bo-menrij dan de werveldoppen. Maar de axiaalspuit geeft met de Lechler-venturi-doppen op korte afstand van de buitenste

bomenrij minder drift dan de dwars-stroomspuit met venturidoppen. Vanaf 9 meter vanaf de buitenste bomenrij geeft de axiaalspuit met venturidoppen echter meer drift dan een dwarsstroomspuit met de-zelfde venturidoppen. Dit kan voorkomen worden door een meer driftreducerende dop te gaan gebruiken. Welke doppen daarvoor in aanmerking komen, moet het project ‘Doppenclassificatie voor drift-reductie in de fruitteelt’ uit gaan wijzen. Axiaalspuit en doptypen

Uit de proeven blijkt dus dat de axiaalspuit met standaard hollekegeldoppen niet meer drift veroorzaakt dan een dwarsstroom-spuit. Uitzondering hierop was het spuiten met de driftarme venturidop in de volblad-situatie. Op grotere afstand (9 meter teelt-vrij) van de boomgaard was de drift groter ten opzichte van de dwarsstroomspuit met dezelfde venturidoppen. Bij een 3 meter teeltvrije zone geeft dit geen problemen.

De resultaten van het onderzoek zijn in-middels beoordeeld door de Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT-CIW) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het ministerie heeft het ver-zoek van de NFO ingewilligd om de inzet van de axiaalspuit binnen het Lozingenbe-sluit Open teelt en Veehouderij goed te keuren. Het driftreducerende pakket van een 3 meter teeltvrije zone in combinatie met een venturidop en het eenzijdig be-spuiten van de buitenste bomenrij kan dan met een dwarsstroomspuit en een axiaal-spuit worden toegepast.

Momenteel worden de waterschappen be-naderd om voornoemd advies over te ne-men. Daarmee kunnen dan de toegestane venturidoppen ook met een axiaalspuit ge-bruikt worden. Dit zijn de Lechler ID 90-01 en grover (venturispleetdoppen, maximaal 5 bar) en de Albuz TVI 80-01 tot en met de 80-03 (venturihollekegeldop-pen, maximaal 7 bar). In het project

‘Dop-penclassificatie voor driftreductie in de fruitteelt’ wordt verder onderzocht hoe spuitdoppen worden ingedeeld in verschil-lende driftreducerende klassen (bijvoor-beeld 50%, 75%, 90% en >90% driftredu-cerend)

Marcel Wenneker (PPO-fruit) en Jan van de Zande (PRI)

m a r c e l . w e n n e k e r @ w u r . n l j a n . v a n d e z a n d e @ w u r . n l

FR U I T T E E L T21, 23 M E I2008, J A A R G A N G9 8

1 7

Dit onderzoek werd gefinancierd door het Productschap Tuinbouw en het ministerie van

LNV.

PPO-fruit is op de Fruitteelt Vakbeurs aanwezig in stand 97. 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

Figuur 1. Gemiddelde spuitdrift op verschillende afstanden vanaf de buitenste bomen-rij bij een bespuiting in de kaleboomsituatie

Afstand vanaf de buitenste bomenrij (meter) Dwarsstroom - Albuz lila Axiaal - ID 90-01C Dwarsstroom - ID 90-01C Axiaal - Albuz geel Axiaal - Albuz lila

0 5 10 15 20 25 30 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

Figuur 2. Gemiddelde spuitdrift op verschillende afstanden vanaf de buitenste bomen-rij bij een bespuiting in de volbladsituatie

Afstand vanaf de buitenste bomenrij (meter) Dwarsstroom - Albuz lila Axiaal - ID 90-01C Dwarsstroom - ID 90-01C Axiaal - Albuz geel Axiaal - Albuz lila

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kumxholo wombongo othi: 'Kuyasetyezelwana'; kwiphepha 40, nalapha umbhali uvelisa udano olungazenzisiyo kuba izinto ebelindele ukuba zenzeke azenzeki.. Amathuba emisebenzi

De  laatste  dag  van  de  bestraling  krijgt  u  op  het  secretariaat  Radiotherapie  &  Oncologie  een  ondertekend  attest  voor  terugbetaling  van 

Op basis van het grasgroeimodel betekent dit voor de bemesting van de eerste snede dat bij uitstel van de maaidatum tot 1 juni nog een bemesting van 40 kg N mogelijk is, bij

7.3 Het effect van de onttrekking van (meer) cultuur- tuurgrond op de ontwikkeling van de landbouw De groei van de bevolking verloopt aanmerkelijk trager dan in het verleden en zal

Het "Bauernverband" werkt met het "Raiffeisenverband" en de "Landwirtschaftskammern" samen in de "Bundesarbeitsgemeinschaft der

Ten einde hierdie vraag te beantwoord moet eers vasgestel word hoe sodanige kennis oar die alge- meen verskaf word, om dan vervolgens die onderrig deur middel

a) ARINA FICK, BRIAN H HARVEY, DE WET WOLMARANS (2018): Different behavioural phenotypes and their relation to dopaminergic potentiation in the deer mouse model of

The analysis using the 2012 ESNUT survey estimates the effect of eligibility on short-run outcomes, namely the number of check-ups attended, growth indicators,