16 & 17
juli
2009
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 2
C
olofon© 2011
© Kale - Leie Archeologische Dienst, David Vanhee figuren © Auteurs (KLAD), tenzij anders vermeld
layout: D. Vanhee
druk- & bindwerk: Zquadra, Kortrijk
verantwoordelijke uitgever: Kale - Leie Archeologische Dienst
Kasteelstraat 26 9880 Aalter www.deklad.be
I. Voorwoord
Dit document biedt een bondig overzicht van het vooronderzoek met proefsleuven uitgevoerd op de terreinen van de nieuwe verkaveling aan de Aaltersesteenweg te Deinze en uitgevoerd door interge-meentelijk archeoloog D. Vanhee van de KLAD.
Aan de hand van dit rapport werd geen PVE opgemaakt gezien het vooronderzoek nauwelijks sporen opleverde.
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 4
II. Inhoud
I. Voorwoord 3
II. Inhoud 5
III. Administratieve gegevens 7
IV. Projectomschrijving 9
IV.1 Aanleiding van en opbouw naar het onderzoek 9
IV.2 Tijdskader 9
IV.3 Financieel kader 9
V. Archeologische en historische voorkennis 11
VII. Besluit 15
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 6
III. Administratieve gegevens
l
oCatiegegevensGemeente: Deinze
Plaats/straat: Aaltersesteenweg
Kadastrale gegevens: Deinze, 1ste afdeling, sectie A, nrs. 326e en 329p.
o
pgravingsdoCumentatieVergunning: 2009/177
Geldig: 01/07/09 – 01/10 /09
Naam aanvrager: David Vanhee
Naam vooronderzoek: Aaltersesteenweg
Opgravingscode: Dnz – Aal – VO09
Datum: 16 en 17 juli 2009
Te onderzoeken oppervlakte: ca. 1 ha.
Algemene methodiek: vooronderzoek met proefsleuven (ca. 12 m tussen),
eventueel aangevuld met kijkvensters
B
ouwheerVillabouw Francis Bostoen nv Koninginnelaan 2-3
9031 Drongen Tel: 09/216.16.16
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 8
Figuur 1: Bodemkaart van het projectgebied. (© http://geo-vlaanderen.gisvlaanderen.be) Figuur 2: De luchtfoto met de projectie van de sleuven. (© google maps)
11,84 11,78 11,74 11,68 11,68 11,90 11,68 11,70 11,78 11,90 12,20 12,40 12,28 12,09 12,74 12,36 12,30 12,36 13,10 13,12 12,98 13,49 11,71 12,66 13,76 13,58 13,65 13,63 13,44 13,31 13,17 13,14 12,71 12,32 11,86 12,77 12,99 11,48 12,48 12,37 12,05 11,60 11,09 11,95 11,13 11,86 11,80 11,50 10,97 10,46 10,33 10,27 10,22 10,19 10,2210,25 10,17 10,21 10,27 10,36 10,46 10,40 10,33 10,23 10,15 10,06 10,68 10,73 10,57 10,47 10,38 10,34 10,52 10,53 10,36 10,36 10,36 10,48 10,35 10,46 9,98 9,86 9,91 10,08 9,94 9,97 10,21 10,11 10,13 10,32 10,18 10,20 10,3710,26 10,28 10,68 10,47 10,46 10,61 10,32 10,28 10,34 10,42 10,77 10,77 10,8210,97 10,76 10,67 10,84 10,79 10,76 10,79 10,7610,62 10,65 10,71 10,59 10,68 10,57 10,5610,61 10,6810,74 11,02 11,08 11,01 10,98 10,86 10,84 10,97 10,94 10,86 10,90 10,9311,00 11,24 11,34 11,2911,26 11,12 11,15 11,24 11,1311,12 11,17 11,24 11,57 11,5811,50 11,36 11,40 11,54 11,48 11,38 11,3911,41 11,46 11,49 11,78 11,81 11,73 11,70 11,56 11,60 11,66 11,58 11,57 11,63 11,66 11,71 12,35 12,26 10,31 12,40 12,60 12,80 12,20 12,00 11,80 11,60 11,40 10,20 10,40 10,60 10,80 11,00 11,20 11,40 11,60 11,80 12,00 12,20 12,40 12,60 12,80 13,00 13,20 13,40 13,60 1 89286,22 187175,25 2 89259,34 187135,89 3 89220,91 187162,13 4 89220,36 187165,03 5 89221,99 187167,42 6 89282,21 187120,26 R0 89284,18 187174,54 R1 89257,56 187135,59 R2 89220,09 187161,20 R3 89219,66 187168,19 R4 89277,17 187122,21 330m 326e/e x 326f
N
0 25mIV. Projectomschrijving
iv.1 a
anleiding van en opBouw naar het onderzoekHet project omvat de aanleg van een verkaveling met tien loten en een nieuwe weg nabij de Aalter-sesteenweg te Deinze. Deze terreinen zijn kadastraal gekend als Deinze, 1ste afdeling, sectie A, nrs. 326e en 329p.
Het plangebied ligt op een kouterrug langsheen de Zeverenbeek en vertoont een uitgesproken helling vanaf de Aaltersesteenweg in het westen ca. 11,00 m TAW met als hoogste punt ca. 13,75 m TAW in het oosten. De bodemkaart van België karteert het gebied als Sbc of droge lemige zandbodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B-horizont.
De verkaveling komt in een gebied met hoge archeologische potentie, op een hogere kouterrug langs-heen de Zeverenbeek.
iv.2 t
ijdskaderHet vooronderzoek ging door op 16 en 17 juli 2009.
iv.3 f
inanCieel kaderDe kosten van het vooronderzoek op de verkaveling werden verdeeld tussen de KLAD, die de interge-meentelijk archeoloog D. Vanhee ter beschikking stelde en de bouwheer die zorgde voor een kraan met kraanman en een landmeter.
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 10
V. Archeologische en historische voorkennis
Voor de aanvang van het vooronderzoek was er voor het plangebied archeologische niks gekend. De ligging op een hogere kouter langs Zeverenbeek, maakte de kans echter bijzonder groot dat er op dit terrein archeologische sporen zouden gevonden worden. Lithische prospectievondsten op deze kouter
richting Tielt wijzen op de mogelijke aanwezigheid steentijdsites (ryckbosch b., 1980-81).
Voor Deinze en de deelgemeenten zijn de resultaten van landelijk onderzoek echter eerder beperkt te noemen. De oudste vondsten zijn voornamelijk prospectievondsten. Het gaat om enkele geïsoleerde Tjongerspitsen die mogelijk afkomstig zijn van rondtrekkende jager-verzamelaars behorend tot de Federmessencultuur en microlieten die te dateren zijn in het mesolithicum. Voor het neolithicum zijn er meer aanwijzingen van menselijke aanwezigheid. Op sommige plaatsen is er zelfs sprake van meer-dere honderden vondsten, zoals in Grammene Westaarde, Gottem Molenhoek, Bachte-Maria-Leerne Vosselareput en vlakbij het plangebied Zeveren Leeuwkenshoek. Mogelijk komen deze locaties over-een met de eerste nederzettingen van de landbouwers-herders in de regio uit het 4e tot 3e millenium
v.C. (crombé Ph., 2007). Bij de opvolging van een waterzuiveringsinstallatie te Bachte-Maria-Leerne
zijn bewoningsstructuren uit deze periode ontdekt (de clercq W. & VAn strydonck m., 2002). Deze
neolithische sites bevinden zich allemaal op de droogste gronden met een lemig zandige tot lichtlemig
zandige structuur en in de nabijheid van een beek of rivier (crombé Ph., 2007).
In de meeste deelgemeenten van Deinze zijn circulaire structuren uit de bronstijd ontdekt door lucht-fotografie. In Deinze is een dubbele grafcirkel gekend te Jeruzalem. Op de kouter van Gottem zijn op verschillende plaatsen cirkels aangetroffen nabij de Mandelbeek. Op Gottem Molenhoek en op Sint-Anna-Kapel is er zelfs sprake van grafvelden, gezien er meerdere grafcirkels samen liggen. Nog een ander grafveld ligt in Petegem nabij de Rode Poorthoeve (Machelen). Ook te Meigem, Vinkt,
Wontergem (De Bek) en Zeveren (De Haan) zijn cirkels geïnventariseerd (bourgeois J. & megAnck m.,
2007). Dergelijke circulaire structuren worden algemeen verbonden met de grafritus uit de vroege tot midden-bronstijd (1.800 tot 1.500 v.C.) waarbij de doden (van de elite) begraven werden onder een
grafheuvel, omring met één of meerdere grachten (bourgeois J. etAl, 1999). Ook het merendeel van
deze sites is aangetroffen op de droge zandruggen langsheen de belangrijke beken en langs de Leie. Voor de fusiegemeente Deinze zijn er nauwelijks aanwijzingen van sites uit de late-bronstijd en zelfs voor de vroege ijzertijd. Voor de late ijzertijd zijn er prospectievondsten van aardewerk op verschil-lende plaatsen en bij de opgraving van de waterzuiveringsinstallatie te Bachte-Maria-Leerne zijn
bewoningsstructuren uit deze periode ontdekt (bourgeois J. & megAnck m., 2007).
Voor de Romeinse periode beschikken we over meer gegevens, hoewel het niet vergelijkbaar is met de grote hoeveelheid gegevens waarover we beschikken voor de KLAD-gemeenten Aalter, Knesselare of Nevele. Ook hier maken prospectievondsten een belangrijk aandeel uit van de gekende informatie. Zo werden (alweer) op de kouterruggen van Gottem, Grammene en die tussen Vosselare (Nevele), Bachte-Maria-Leerne en Sint-Martens-Leerne verspreide concentraties van Romeins materiaal
vastge-steld (bAuters l. & VAnhee d., 2007).
Het aantal opgegraven sites is eerder beperkt. Bij de aanleg van een fietspad langs de Wakkense
Heirweg werden paalsporen met Romeins materiaal gevonden (bAuters l. & VAnhee d., 2007). Bij
de opvolging van een Aquafintracé langs de Witte Kaproenenstraat werden een waterput, enkele
kuilen en een wegtracé uit de Romeinse periode aangesneden (de clercq W. & deschieter J., 2000).
Er zijn wel heel wat aanwijzingen van grafvelden uit deze periode in Deinze. In de Astenemolenstraat werden enkele brandrestengraven aangetroffen. Daarbij werd een pot in lokaal aardewerk uit de 1e
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 12
tot 3e eeuw n.C., enkele losse scherven en een ceramieken spinschijfje gevonden. Ook in de Cas-selrijlaan, eveneens te Astene, werden twee brandrestengraven gevonden .Ook hier werden enkele grafgiften gevonden waaronder een beker in terra-nigra (50 tot 150 n.C.) en twee ijzeren armban-den. Bij de aanleg van de waterzuiveringsinstallatie te Bachte-Maria-Leerne zijn 5 brandrestengraven ontdekt. Ook in de deelgemeenten Zeveren (Blekerij) en te Grammene (Jeruzalem) zijn brandresten-graven aangetroffen. In de A. Cassimanstraat te Sint-Martens-Leerne werd een relatief groot grafveld met 16 graven aangetroffen. De grafgiften waren uitzonderlijk luxueus. Opmerkelijk is dat de graven
en grafvelden steeds voorkomen op de hoogste punten in het landschap, nl. de kouterruggen (bAuters
l. & VAnhee d., 2007).
Ook het aantal sporen na het vertrek van de Romeinen is beperkt. Voor de vroege middeleeuwen zijn er alweer prospectievondsten die her en der werden opgeraapt. Langs de Leernsesteenweg zijn 2 rechthoekige kuilen met verschillende fragmenten van een biconus en fragmenten van (een) ijzeren voorwerp(en) gevonden, die mogelijk als Merovingische vlakgraven kunnen geïnterpreteerd worden
(de clercq W., 1998). Bij de opvolging van een Aquafintracé langs de Witte Kaproenenstraat
VI. Resultaten
Er werden 4 sleuven aangelegd over het terrein. Daarbij werd rekening gehouden met de te bebou-wen zones.
De bodem bestond inderdaad uit droog lemig zand met plaatselijk sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B-horizont (Sbc). Er werden enkele losse scherven in prehistorische techniek in de sleuven aangetroffen, maar er konden geen archeologische sporen worden afgelijnd.
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 14 11,84 11,78 11,74 11,68 11,68 11,78 11,70 11,68 11,90 11,90 12,20 12,40 12,28 12,09 12,74 12,36 12,30 12,36 13,10 13,12 12,98 13,49 11,71 12,66 13,76 13,58 13,65 13,63 13,44 13,31 13,17 13,14 12,71 12,32 11,86 12,77 12,99 11,48 12,48 12,37 12,05 11,60 11,09 11,95 11,13 11,86 11,80 11,50 10,97 10,46 10,33 10,27 10,22 10,19 10,22 10,25 10,17 10,21 10,27 10,36 10,46 10,40 10,33 10,23 10,15 10,06 10,68 10,73 10,57 10,47 10,3810,34 10,52 10,53 10,36 10,36 10,36 10,48 10,35 10,46 9,98 9,86 9,91 10,08 9,94 9,97 10,21 10,11 10,13 10,32 10,18 10,20 10,37 10,26 10,28 10,68 10,47 10,46 10,61 10,32 10,28 10,34 10,42 10,77 10,77 10,82 10,97 10,76 10,67 10,84 10,79 10,76 10,79 10,76 10,62 10,65 10,71 10,59 10,68 10,57 10,56 10,61 10,68 10,74 11,02 11,08 11,01 10,98 10,86 10,84 10,97 10,94 10,86 10,90 10,93 11,00 11,24 11,34 11,29 11,26 11,12 11,15 11,24 11,13 11,12 11,17 11,24 11,57 11,58 11,50 11,36 11,40 11,54 11,48 11,38 11,39 11,41 11,46 11,49 11,78 11,81 11,73 11,70 11,56 11,60 11,66 11,58 11,57 11,63 11,66 11,71 12,35 12,26 10,31 12,40 12,60 12,80 12,20 12,00 11,80 11,60 11,40 10,20 10,40 10,60 10,80 11,00 11,20 11,40 11,60 11,80 12,00 12,20 12,40 12,60 12,80 13,00 13,20 13,40 13,60 1 89286,22 187175,25 2 89259,34 187135,89 3 89220,91 187162,13 4 89220,36 187165,03 5 89221,99 187167,42 6 89282,21 187120,26 R4 89277,17 187122,21 R3 89219,66 187168,19 R2 89220,09 187161,20 R1 89257,56 187135,59 R0 89284,18 187174,54 330m 326e/e x 326f
N
0 25m Figuur 6: Sleuvenplan.I
IV
III
II
VII. Besluit
Het vooronderzoek op de percelen (Deinze, 1ste afdeling, sectie A, nrs. 326e en 329p) van de toe-komstige verkaveling aan de Aaltersesteenweg leverde geen relevante archeologische sporen op. Er dient dan ook geen verder archeologisch onderzoek te gebeuren.
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 16
VIII. Bibliografie
bAuters l. & VAnhee d., 2007. Het platteland in de Romeinse tijd. In tempore romano. In: Geschiedenis
van Deinze. Deel 3. Het platteland en de dorpen in Deinze. Pp. 43 - 54.
bourgeois J., megAnck m., semey J. & VerlAeckt k., 1999. Cirkels in het land. Een inventaris van
cirkel-vormige structuren in de provincies Oost- en West-Vlaanderen III. Gent.
bourgeois J. & megAnck m., 2007. Bronstijd en ijzertijd. En toen kwamen ze met metalen wapens,
sieraden en werktuigen. In: Geschiedenis van Deinze. Deel 3. Het platteland en de dorpen in Deinze. Pp. 35 - 42.
crombé Ph., 2007. De oudste bewoners in de steentijden. In: Geschiedenis van Deinze. Deel 3. Het
platteland en de dorpen in Deinze. Pp. 30 - 34.
de clercq W., 1998. De vroege Middeleeuwen op het grondgebied van het land van Nevele. In:
VOBOV-info, 47, pp. 61 - 63.
de clercq W. & deschieter J., 2000. Deinze. Noodonderzoek op de Aquafin-collector Deinze.
Ro-meinse en middeleeuwse bewoningssporen langs de Witte Kaproenenstraat. In: Bauters L., Cock S., De CLercq W. et al. Monumentenzorg en cultuurpatrimonium, Jaarverslag van de Provincie Oost-Vlaanderen 1999. Pp. 136 - 137.
de clercq W. & VAn strydonck m., 2002. Final report from the Rescue Excavation at the Aquafin
RWZI Plant Deinze (Prov. East-Flanders, Belgium): Radiocarbon Dates and Interpretation. In: Lunula, 10, pp. 3 - 6.
ryckbosch b., 1980-81, Archeologisch onderzoek van de stad Deinze: prospectie-analyse-synthese,
Kale-Leie Archeologische Dienst 2011, KLAD-Rapport 38 18