• No results found

De invloed van lage opslagtemperaturen op de houdbaarheid van tomaten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van lage opslagtemperaturen op de houdbaarheid van tomaten"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S P R E N G E R I N S T I T U U T H a a g s t e e g 6 , W a g e n i n g e n

T e l . : 0 8 3 7 0 - 1 9 0 1 3

Publikatie uitsluitend met toestemming van de directeur

RAPPORT NO. 2 004

Mej. H.W. Stork en drs. S.P. Schouten DE INVLOED VAN LAGE OPSLAGTEMPERA-TUREN OP DE HOUDBAARHEID VAN TOMA-TEN

/

Uitgebracht aan de directeur van het Sprenger Instituut. Proj.no. 101

(2)

DE INVLOED VAN LAGE OPSLAGTEMPERATUREN OP DE HOUDBAARHEID VAN TOMATEN

Inleiding

Het is bekend dat tomaten niet van lage temperaturen houden. De beste bewaartemperatuur ligt tussen 12,5° en 15°C. In het vroege voorjaar en ook in de herfst worden tomaten vaak enige tijd aan • koude blootgesteld. Dit kan het geval zijn in het traject van teler naar veiling en tijdens het transport van de veiling naar de grossier of detaillist. Het CBTV heeft gedurende de koudste perioden het afdekken der tomatenbakjes met dekvellen verplicht gesteld. Niemand weet echter precies wanneer er zich schade kan voordoen. Dit hangt o.a. af van de verblijfsduur en het tempera-tuurniveau.

In 1976 werd in drie proeven schade waargenomen na 4 dagen op-slag bij 3-4°C in de vorm van gele putjes, vooral bij 'rood' ge-oogste vruchten. Ook werd het uitstalleven verkort; de totale levensduur was echter langer.

Voor het verkrijgen van wat meer inzicht in de temperatuurgevoe-ligheid van tomaten werd in 1977 de hier beschreven proef geno-men.

Werkwij ze

Voor de proef werden tomaten van het ras Sonato genomen, afkom-stig van vijf telers.

Om de invloed van de bedrij fshandelingen na te gaan, werd de ene helft bij elke teler voorzichtig geoogst (zonder handling), en de andere helft achter de sorteermachine verzameld (met handling) In de proef werden twee plukstadia betrokken, nl. groen (stadium 3 tot 4) en rood (stadium 5) van de C-sortering, daar veronder-steld wordt dat de kleine tomaten de zwakste zijn.

Er werd op 9 maart 1977 van de eerste tros geoogst.

Direct na de oogst werden de partijen per herkomst door drie men-sen, waaronder een gewasspecialist, beoordeeld op kwaliteit vol-gens normen van de veilingkeur. Opslag vond plaats op genummer-de pakblagenummer-den gedurengenummer-de drie dagen bij 3°C, 6°C en 15°C met een r.v. van 70-801. Vervolgens werd het produkt overgezet naar 20°C en 70-80% r.v.

(3)

De tomaten werden dagelijks per stuk beoordeeld op:

1. kleur: het moment waarop stadium 6 (1001 oranje) werd bereikt werd genoteerd;

2. diverse schadebeelden: kleurafwijkingen, ingezonken plekjes, voortijdig slap worden, enz.;

3. rot;

4. slap: het moment dat stadium 8 werd bereikt. De tomaten werden dan doorgesneden voor het bepalen van holheid en de kleur van de loculaire massa.

Uitstalleven en totale houdbaarheid werden per tomaat bepaald. Het aantal tomaten per object bedroeg hiervoor 25.

Resultaten met bespreking

In de bijlage staan de resultaten betreffende houdbaarheid en in-en uitwin-endige kin-enmerkin-en.

Om meer inzicht te krijgen omtrent het voorkomen van koudeschade in de vorm van ingezonken plekjes, werd onderstaande tabel ge-maakt.

Totalen van percentages vruchten met gele putjes met handling groen rood 52 40 zonder handling groen rood 172 112

In tegenstelling tot vorig jaar hebben de groen geoogste vruchten nu meer zichtbare koudeschade dan de rood geoogste. Overigens is dit wel in overeenstemming met eerder gedane waarnemingen (1965-1970), toen de groene tomaten in de regel gevoeliger bleken.

Een merkwaardig en tot nu toe onverklaarbaar feit is dat de

vruchten mét handling aanmerkelijk minder ingezonken plekjes heb-ben dan die zonder handling en wel met een verschil van een

fac-tor 3.

Daar 'mishandelde' vruchten meestal gevoeliger zijn voor miskleu-ren zou men eerder het omgekeerde verwachten. Een verklaring voor dit fenomeen werd dus nog niet gevonden.

(4)

Ten slotte volgen hieronder de belangrijkste gegevens uit ver-slag no. 175 van de wiskundig-statistische verwerking van waar-nemingsuitkomsten.

Alleen de effecten die significant waren bij een betrouwbaar-heid van 951 zijn in het volgende vermeld.

De invloed van de herkomst was zowel voor de totale levensduur als voor het uitstalleven significant. De invloed van de tempera-tuur eveneens. Geen der interacties van een van de andere facto-ren met de temperatuur wafacto-ren significant.

Invloed van de opslagtemperatuur 4.~™~ levensduur temp. ,, ,. v (dagen) 3°C 6°C 15°C 13,6]

13,2j]

12,7 J

uitstalleven (dagen) 7,3 7,3, 9,1 Gemiddelden die voor eenzelfde doorgetrokken streep staan zijn niet significant verschil-lend t.o.v. elkaar (P >, 951)'.

Ook de invloed van de handling was significant, doch er waren geen significante interacties tussen een der andere factoren en de handling.

Invloed van de handling

, j , . levensduur uitstalleven

handling ,, -. fA .

6 (dagen) (dagen)

met 12,4 7,2 zonder 13,9 8,6

De invloed van de kleur was alleen voor de totale levensduur sig-nificant. Hiervoor was bovendien de interactie herkomst*kleur significant (zie grafiek).

Het verschil tussen groen en rood was voor de herkomsten 1 en 2 aanzienlijk groter dan voor de herkomsten 4 en 5.

(5)

• 4 -f rl-flrTPnl ~_ 16 -1 5 " rgggggg-i 1 4 -13 r 12 11 10 9 8 7 6 5 - f r r r r r - gggggg r r r r r gggggg -/ / ' / / ëüügüiT - r r r r r _ -gggggg-- r r r r r • s ' ^

y^

/ \ /

-////t

• g g g g g r r r r r r r r r r - -gggggg-/

y

/ / /

y

t o t a l e levensduur u i t s t a l l e v e n g = gro - ggggg r r r r r ggggg - gggggg-- r r r r r •

S'

^ \ ^ r = roo rgggggg] r r r r r ,

r r r r r

- rggggg-Herk. 1 beoordeling bij de oogst 8

Herk. 2 Herk. 3 Herk. 4 Herk. 5

Weergave van interactie herkomst*kleur

De beoordeling direct na de oogst bleek min of meer in overeenstem-ming met de bewaarresultaten: herkomst 5, die met een 7 als laagste werd gewaardeerd, was ook het minst houdbaar. . .

Samenvatting, en- conclusies- „. •_;...v..?>_-. ;.< ••.,'%.•..•.- ••.:...,•-.-•' ' :,:-,-..•

Groen en rood geoogste tomaten van vijf herkomsten werden geduren-de drie dagen opgeslagen bij 3, 6 en 15°C met een r.v. van 70-80%

en vervolgens nabewaard bij 19-20°C en 70-80% r.v. De helft van de.vruchten had de gehele.oogstlijn doorlopen ,(= met handling), terwijl de andere' hèift 'voorzichtig was geplukt (= zonder handling) De belangrijkste resultaten zijn:

(6)

1. Er zijn grote herkomstverschillen.

2. Lage opslagtemperaturen verkorten het uitstalleven, terwijl de totale levensduur erdoor wordt verlengd. Tevens vertonen de vruchten in vele gevallen een schadebeeld in de vorm van

lichtgekleurde putjes.

3. Voorzichtig geoogste vruchten zijn langer houdbaar dan vruch-ten die alle oogsthandelingen hebben ondergaan.

4. De totale levensduur van groen geoogste tomaten is langer dan van rood geoogste. Wat het uitstalleven betreft zijn de

re-sultaten wisselend indien de tomaten de oogstlijn hebben door-lopen.

Bij voorzichtig plukken hebben rood geoogste tomaten een langer uitstalleven.

Deze uitkomsten zijn een bevestiging van de in 1976 genomen proe-ven.

Conclusie

Drie dagen opslag bij 3° en 6°C met een r.v. van 70-801 kan

koude-schade bij tomaten tot gevolg hebben. Het uitstalleven wordt erdoor verkort, de totale houdbaarheid wordt verlengd.

Wageningen, 4-11-1977 HWS/LV

(7)

-6-Bijlage 1. Totale levensduur en uitstalleven van vijf herkomsten tomaten

h e r -k o m s t 1 2 3 4 5 o p s l a g -t e m p . 3°C 6°C 15°C 30c 6°C 15°C 3°C 60C 15°C 3°C 60C 15°C 3°C 6°C 15°C t o t a l e 1 met handling groen rood 14,9 14,1 15,0 15,6 16,3 16,2 13,5 • 13,0 12,4 14,2 13,5 14,5 11,3 10,0 8,1 12,3 10,3 8,2 13,2 12,4 13,4 13,3 12,6 11,4 12,2 12,4 11,7 9,0 8,8 8,3 . e v e n s d u u r zonder handling groen rood 15,3 16,1 13,2 17,1 17,0 17,0 16,2 15,9 15,0 16,2 15,1 14,3 11,2 11,2 9,2 14,3 14,5 12,8 12,7 14,4 12,7 16,2 14,0 14,6 13,9 12,7 12,9 9,6 10,1 12,4 u i t s t a l l e v e n met h a n d l i n g groen rood 7,7 7,2 10,2 7,6 8,6 10,6 7,6 7,9 9,5 6,4 6,3 9,6 5,0 4,2 4,0 6,7 4,9 5,7 8,3 7,3 11,1 8,5 7,9 9,8 6,4 6,5 8,8 3,4 3,6 5,5 zonder groen 7,8 8,8 8,2 9,2 9,3 11,8 9,8 10,6 11,5 7.7-7,7 9,1 4,8 5,0 4,8 handling rood 8,9 9,8 10,2 7,6 9,8 10,0 11,0 9,0 12,7 7,9 7,0 9,4 4,0 5,0 9,5 ' " " . • . • • ; * . ' •

(8)

5-1 P

I

5-1 cd ^3 •P 10 O •r-> • P

a

cd P ö 0 o 0) o 5-1 p

S

<D U cd to 10 o 5-1 • H cd CD P 3 5-i >

3

Ö • p CD

g

5* •r—i P PU 00 5-1 a (D -H ^ ^ S'a N TO bO ö • H P r-l ÇD 'TD' bO 5-< Ö Cü - H •X) i - l o r t N ro b û P rH bO S'S N ro bO P --I bû 5-1 Ö O TH p! t 3 N ro bO cü T J T3 O O 5-1 O 5-1 bO T 3 O O 5-i o S-i bO Ti o o Sn

g

O 5-1 b û O o 5-1 o 5-1 b û T 3 O O 5-1 Ö Cü O U bO T3 O

g

O 5-1 bO X ) O o 5H

g

S

O Cü O b û I 5-1 ro CÜ 3 çu a) ro O P 5-1 I p 5-1 ÇQ Q) g

^3

C N I C S I ' * o ^fr o O O O O ^fr CNt O O " ^ CN] r— K ) "*fr O <N1 O CM r - K ) K ) ^ L O O O O O O O OO O O o o o o *3- o N i - T - CM CM LO CM K> CM CM CM t^") CO OOOO 0 0 > * O O O OO O O O O CM O O C M • * C M ^fr ^ j T— K J L O ^ -O "^i" CM -O "=fr -O V -O N -O *fr *fr -O CM CM *fr T - T — K ) L T ) L O M M < * O O O O O O O O O O O O 0 " 3 - 0 CM «fr "*fr O O O O ^ o o o o < * > J O O O O O O O O O O O O O O 0 * 3 - 0 O O O C D O O o *fr o *fr o o O t O - * o o o en o en v O v D O O en cr> oo O O l O o o cri O CD O CD CD O O O O O O O O O O o o en O O O o en o O O O CD O O O O O CD O O O O O en o en v O \ 0 0 en en o o > o o o en o •=fr o o co o en CM CM oo en en oo v O O O en CD CD O O CM en o en o en o 0 0 0 ( 0 o oo en O N O en en en o o *fr en en oo •5fr ^t- O O O O O O O O « * O O "=fr O (Si T— o O O ^ O O O O C D O O O ^ O O O O CM CM r f r T— O OO O O O O O O * v f O O " * 0 0 0 0 0 0 O < * 0 0 O O O C D O O O ^ J - O 0 0 O O CS) T— u u u u o u u u u u o o u u u O O O O O O O O O O O O O O O t o o i / i b o o m ( O \ o w t o o L T ) K ) O L O CN1 to LO

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit de resultaten van deze metingen kon worden afgeleid, dat ruwvoeders met een hoog droge-stofgehalte, zoals voordroogsilage en hooi, aanleiding geven tot een pens- flora die in

• Smarttag leg voor de registratie van staan/liggen, en aantal stappen • SensOor voor de registratie van

Wageningen University &amp; Research collaborates with NEPLUVI (association of the Dutch poultry processing industry) and the primary poultry sector to reduce Campylobacter

De Manager/ondernemer horeca volgt de markt waarbinnen het bedrijf actief is en ontwikkelt op basis van deze informatie arrangementen en speciale activiteiten. Hij berekent prijzen

Dit geschiedt met behulp van ervaring van deskundigen, proeven en andere gegevens 0 Deze classificatie kan niet eerder worden uitgevoerd en in kaart worden gebracht dan wanneer

Hij maakt een ronde door het horecabedrijf en controleert of alle noodzakelijke en afrondende werkzaamheden zijn verricht en of het bedrijf voor de volgende dag bedrijfsklaar is.

Hij gebruikt bij het leggen van een parketvloer de machines en gereedschappen doeltreffend voor het op maat maken en bevestigen van de vloer en deelt het materiaal optimaal in,

§ bezit kennis van alle voorkomende machines, gereedschappen en hulpmiddelen voor het leggen van parketvloeren zoals zaagtafels, tackers, schuurmachines, plaatsingsmaterialen