• No results found

Zakelijke netwerken daar bedoel ik (n)iets persoonlijks mee

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zakelijke netwerken daar bedoel ik (n)iets persoonlijks mee"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

persoonlijks mee…

Een onderzoek naar sociale netwerken en ondernemerschap

18-10-2010

Centrum voor Ondernemerschap Smart Services Boulevard Hogeschool Zeeland

(2)

Samenvatting

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Centrum voor Ondernemerschap, onderdeel van de Smart Services Boulevard, aangesloten bij de Hogeschool Zeeland.

De toenemende aandacht die wordt besteed aan het onderwerp “social media” en de

ontwikkelingen die sociale netwerken doormaken, de impact van deze ontwikkelingen vormen de achtergrond van dit onderzoek naar sociale netwerken en ondernemerschap.

Onderzocht is welke mogelijkheden nieuwe online en traditionele offline sociale netwerken ondernemers, met name (oud) HZ-studenten met een eigen onderneming, in de regio Zeeland bieden om met elkaar in contact te komen c.q. te blijven.

Het onderzoek is uitgevoerd in drie fasen: de beginfase waarin deskresearch en literatuuronderzoek is uitgevoerd om de verschillende soorten sociale netwerken in kaart te brengen en het ontstaan van netwerken te schetsen. De tweede fase bestaat uit een onderdeel van het onderzoek uitgevoerd onder een groep Student Company studenten en een groep studenten van de Minor

Ondernemerschap. De eerste groep is bevraagd door middel van een enquête en de tweede groep is ondervraagd door middel van een vragenlijst. De laatste fase van het onderzoek bestaat uit

interviews onder 14 ondernemers en 4 experts over online en offline sociale netwerken en bepaalde elementen van ondernemerschap.

De resultaten van de enquête onder de Student Company en de vragenlijst onder de studenten van de Minor Ondernemerschap leiden tot inzicht in welke studenten affectie hebben met

ondernemerschap, en hoe zij bereikbaar zijn via, en gebruik maken van, online en offline sociale netwerken.

De interviews met de ondernemers maken inzichtelijk van welke online en offline sociale netwerken ondernemers, verdeeld in twee categorieën: de start- en groeifase en de gevorderde fase, gebruik maken. Daarnaast is weergegeven wat voor hen de aanleiding, het doel, het belang en de resultaten van online en offline sociale netwerken zijn.

Met betrekking tot online sociale netwerken is in kaart gebracht hoe de ondernemers en experts denken over het ontstaan van de netwerken en de toekomst van en met de netwerken.

Als laatste wordt in kaart gebracht wat de ondernemers en experts ervaren als voor- en nadelen van online en offline sociale netwerken.

Dit rapport wordt afgerond met samenvattende conclusies aan de hand van de hoofd- en deelvragen en er worden aanbevelingen gedaan aan het Centrum voor Ondernemerschap. De aanbevelingen zijn erop gericht om het Centrum voor Ondernemerschap handvatten te geven voor het eventueel opstarten van activiteiten om ondernemende studenten en ondernemers te adviseren, begeleiden en stimuleren bij de inzet van sociale netwerken. De aanbevelingen kunnen echter ook in een breder kader gelezen worden, waardoor ook andere ondernemers geïnspireerd en gemotiveerd raken om sociale netwerken meer of op een andere wijze in te zetten. De belangrijkste aanbevelingen die in dit rapport genoemd worden zijn: Neem tijdig deel aan online sociale netwerken, zodat men vaardig wordt met het gebruik van de netwerken. Maak bewuste keuzes met betrekking tot het gebruik van online sociale netwerken, wees hierbij bewust van de openbaarheid van de netwerken; welke informatie kan en mag gedeeld worden met de hele wereld. Met betrekking tot offline sociale netwerken wordt ook geadviseerd om hierin bewuste keuzes te maken, en het beoogde resultaat af te wegen tegen de inspanningen en tijd die deelname aan de netwerken kost.

(3)

Voorwoord

U heeft nu het rapport in handen dat geschreven is naar aanleiding van mijn afstudeeronderzoek naar sociale netwerken en ondernemerschap. Het onderzoek is gestart in april 2010 en nu, 6 maanden later, naar mijn tevredenheid is afgerond. De opdracht voor dit afstudeeronderzoek is tot stand gekomen bij het Centrum voor Ondernemerschap, onderdeel van de Smart Services Boulevard en aangesloten bij de Hogeschool Zeeland.

Na vier jaar Management, Economie en Recht gestudeerd te hebben aan de Hogeschool Zeeland dacht ik zo’n beetje alles al wel eens tegen gekomen te zijn, maar hierop ben ik tijdens mijn afstudeeronderzoek toch terug gekomen. Vóór mijn afstuderen wist ik weinig af van sociale netwerken of ondernemerschap. Ik moet concluderen dat er nog zoveel valt te leren en zo veel te doen, maar dat ik inmiddels al meer gevoel heb ontwikkeld voor de beide onderwerpen.

Ik besef me dat ik dit resultaat niet had kunnen neerzetten zonder hulp van anderen.

Mijn dank gaat dan ook uit naar de studenten van Student Company en de Minor Ondernemerschap voor hun medewerking aan het onderzoek. Ook de 14 inspirerende ondernemers en de 4 betrokken experts die tijd vrij hebben kunnen en willen maken om deel uit te maken van mijn onderzoek ben ik enorm dankbaar. Jullie hebben me niet alleen de data waarop dit onderzoek gebaseerd is gegeven, maar ook stof tot nadenken, inspiratie en goede ideeën. Ik hoop dat ik, door mijn manier van interviewen en dit rapport, jullie ook iets heb kunnen geven.

Het is jammer dat ik in dit rapport alleen wat woorden zoals “hartelijk bedankt” kan plaatsen om mijn dank aan mijn begeleiders: Willem Ausems en Marjolein van Noort te betuigen. Ik ben jullie echt enorm dankbaar voor jullie begeleiding, steun en geduld, zonder jullie had ik het niet gered. Ook wil ik de medewerkers van de Smart Services Boulevard bedanken, de werkzaamheden die ik voor jullie heb verricht waren een welkome afwisseling tijdens het afstuderen.

Wim, Willem, Sandra, Martin, Sonja en Peter jullie hebben me echt een leuke en leerzame tijd bezorgd en ik zie uit naar verdere samenwerking!

Als laatste wil ik mijn lieve vrienden en familie bedanken, want ik ben erachter gekomen dat als je weet en merkt dat er iemand achter je staat, je altijd genoeg energie, doorzettingsvermogen en geduld hebt om je einddoel te bereiken.

Esther Niemantsverdriet Vlissingen, 11 oktober 2010

(4)

Inhoudsopgave Samenvatting ... 1 Voorwoord ... 2 1. Inleiding ... 4 §1.1 Aanleiding onderzoek ... 4 §1.2 Achtergrond onderzoek ... 4 §1.3 Hoofd- en deelvragen ... 5

§1.4 Beschrijving en verantwoording onderzoek ... 6

§1.5 Leeswijzer ... 6

2. Sociale netwerken ... 7

§2.1 Online sociale netwerken ... 8

§2.2 Van offline naar online ... 8

§2.3 Offline sociale netwerken ... 9

3. Methoden van Onderzoek ... 10

§3.1 Methoden en werkwijzen ... 10

4. Gebruik Sociale netwerken ... 12

§4.1 Resultaten onderzoek: Studenten ... 12

§4.2 Resultaten onderzoek: Ondernemers ... 13

§4.3 Aanleiding voor deelname ... 14

5. Doel, belang en resultaat van sociale netwerken ... 16

§5.1 Doel ... 16

§5.2 Belang ... 17

§5.3 Resultaat ... 18

6. Online sociale netwerken ... 19

§6.1 Ontstaan ... 19

§6.2 Verwachtingen ... 21

7. Voors en tegens ... 23

§7.1 Voordelen online sociale netwerken ... 23

§7.2 Nadelen online sociale netwerken ... 23

§7.3 Voordelen offline sociale netwerken ... 24

§7.4 Nadelen offline sociale netwerken ... 24

8. Conclusies ... 25

9. Aanbevelingen ... 27

Bronnenlijst ... 29

Bijlage 1: Beschrijving soorten sociale netwerken ... 31

Bijlage 2: Respondenten onderzoek ... 35

Bijlage 3: Enquête studenten Student Company ... 36

Bijlage 4: Vragenlijst studenten Minor Ondernemerschap ... 38

Bijlage 5: Interviewvragen Sociale netwerken en Ondernemerschap ... 41

Bijlage 6: Turflijsten gesloten vragen interviews ... 44

Bijlage 7: Overzicht gebruik sociale netwerken ... 45

Bijlage 8: Resultaten enquête studenten Student Company ... 47

Bijlage 9: Resultaten vragenlijst studenten Minor Ondernemerschap ... 50

(5)

1. Inleiding

Dit hoofdstuk geeft weer hoe het onderzoek tot stand is gekomen, welke hoofd- en deelvragen zijn behandeld. Het geeft een beschrijving van en verantwoording over het kader van het onderzoek. De structuur van dit rapport wordt besproken bij de leeswijzer.

§1.1 Aanleiding onderzoek

Dit onderzoek is ontstaan vanuit het Centrum van Ondernemerschap, onderdeel van de Smart Services Boulevard en verbonden aan de Hogeschool Zeeland.

Het Centrum voor Ondernemerschap is erop gericht om studenten van de Hogeschool Zeeland te informeren en te stimuleren met betrekking tot ondernemerschap. In dit kader worden diverse Student Companies begeleid en is er een Minor Ondernemerschap voor studenten die een eigen onderneming hebben of willen starten.

§1.2 Achtergrond onderzoek

In de media en de wandelgangen wordt steeds vaker bericht over de ontwikkeling van sociale netwerken en het (al dan niet zakelijke) gebruik daarvan.

De impact van online sociale netwerken valt samen te vatten in de beschrijving van een aantal ontwikkelingen:

> Er is een nieuwe manier van communiceren ontstaan, door de voortdurende toegang tot het internet zijn we in staat om plaats- en tijdonafhankelijk te werken, consumeren en produceren. “Oude” informatiebronnen zoals krant, televisie en radio moeten plaats maken voor internet, zoals in de tijdlijn van figuur 1 staat weergegeven. Steeds vaker wordt er door traditionele

informatiebronnen naar internet verwezen, omdat dit een meer actuele stand van zaken biedt. Hierdoor beginnen online sociale netwerken dé belangrijkste bron van informatievoorziening en -deling te worden.

Figuur 1: Ontwikkelingen in informatiebronnen [Thomas Beakdal, 2009]

> De informatie die nodig is voor het ontwikkelen van kennis is niet langer in handen van organisaties, maar komt binnen handbereik van iedereen die er gebruik van wil maken.

Hiërarchische modellen waarbij bedrijven en instellingen alleen beschikken over kapitaal en kennis vallen uit elkaar en kennis en informatie wordt voor iedereen beschikbaar en toegankelijk.

> Consumenten, medewerkers en kiezers wenden zich af van gevestigde instituties zoals de kerk, politieke partijen, media en vakbonden. Mensen vertrouwen en bouwen op elkaar, ze willen gehoord worden en zich echt verbonden voelen met bedrijven en merken.

> Massacommunicatie is niet langer alleen voorbehouden aan een selecte groep

mediapartijen, maar iedereen heeft nu de mogelijkheid om inzichten, meningen en nieuws via internet te delen met de hele (online) wereld.

> Het verwerven van kennis wordt steeds meer een middel in plaats van een doel. Het is van belang om patronen te herkennen en associaties, en nieuwe combinaties van informatie te maken. Men heeft en gebruikt het vermogen om nieuwe en/of ongebruikelijke oplossingen te vinden voor bestaande uitdagingen, creatief denken dus.

(6)

> Men kan 24 uur per dag, overal (door middel van hulpmiddelen zoals een mobiele telefoon) met elkaar verbonden zijn. Dit brengt met zich mee dat men van elkaar verwacht 24 uur per dag, overal beschikbaar en bereikbaar te zijn. Dit geldt zowel voor persoonlijke contacten als zakelijke contacten. Consumenten verwachten van bedrijven dat ook buiten kantooruren een helpdesk of servicedienst beschikbaar is.

[Menno Lanting, 2010]

Het Centrum van Ondernemerschap heeft deze ontwikkelingen opgemerkt en wenst inzicht te krijgen in hoe (oud) HZ studenten met een eigen onderneming en ondernemers, betrokken bij het Centrum voor Ondernemerschap, gebruik (kunnen) maken van sociale netwerken en welke invloed de bovengenoemde ontwikkelingen hebben op ondernemerschap.

Het doel van dit rapport is dan ook een kader te schetsen waarbinnen het Centrum voor

Ondernemerschap activiteiten kan ontwikkelen om ondernemende studenten en ondernemers te adviseren, begeleiden en stimuleren bij de inzet van sociale netwerken.

§1.3 Hoofd- en deelvragen

De hoofdvraag waar dit onderzoek zich op richt luidt als volgt:

“ Welke mogelijkheden bieden online en offline sociale netwerken (oud)

HZ studenten met een eigen onderneming om met ondernemers in

Zeeland en met elkaar in contact te komen?”

De deelvragen die in dit onderzoek aan de orde zijn:

1. “Wat zijn sociale netwerken, en hoe komen ze tot stand?”

2. “Welke (oud) HZ studenten hebben op dit moment een eigen onderneming, en hoe zijn ze te contacteren?”

3. “Voor welke activiteiten maken deze (oud) HZ studenten gebruik van sociale netwerken?” 4. “Hoe zijn starters en ondernemers in de groeifase1, betrokken bij het Centrum voor

Ondernemerschap, te contacteren?”

5. “Hoe zijn gevorderde ondernemers2, betrokken bij het Centrum voor Ondernemerschap, te contacteren?”

6. “Voor welke activiteiten maken de ondernemers gebruik van sociale netwerken?”

1

Met starters en ondernemers in de groeifase wordt bedoeld; die ondernemers waarvan de inschrijving van hun onderneming in het handelsregister van de Kamer van Koophandel 0-5 jaar geleden heeft plaats gevonden.

2

(7)

§1.4 Beschrijving en verantwoording onderzoek

Dit onderzoek is een verkennend onderzoek waarbij het gebruik en de mogelijkheden van sociale netwerken in kaart worden gebracht. Ook komen zakelijke belangen, doelen en resultaten aan bod. Daarnaast wordt de frequentie van het aantal studenten met een eigen onderneming en het gebruik van sociale netwerken weergegeven, evenals de samenhang tussen gebruik en soort netwerk. Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van deskresearch en literatuuronderzoek,

enquêtes/vragenlijsten en gedeeltelijk gestructureerde diepte-interviews, evenals open interviews.

Dit onderzoek wordt benaderd vanuit een sociologisch perspectief. Hiervoor is gekozen omdat dit inzicht geeft in de beweegredenen, gewoontes en behoeften van de mens. Uit vooronderzoek blijkt dat er veel onderzoek is gedaan naar de ontwikkelingen op het gebied van online sociale netwerken vanuit een marketingtechnisch en organisatiekunde perspectief. Ook kan geconcludeerd worden dat er weinig regio-breed en organisatie-overkoepelend onderzoek is gedaan naar het gebruik en effect van offline sociale netwerken. Door de sociologische/sociale benadering van dit onderzoek wordt een breder beeld gecreëerd van de impact van sociale netwerken op organisaties, waarmee het belang van meerdere partijen wordt gediend. Zo kan de uitkomst van dit onderzoek niet alleen gelezen worden met het oog op (oud) HZ-studenten met een eigen onderneming, maar ook met het oog op andere (startende en gevorderde) ondernemers binnen Zeeland.

§1.5 Leeswijzer

Het begin van deze scriptie is een inleidend hoofdstuk met daarin de achtergrond van en aanleiding voor dit onderzoek. Daarna volgt een theoretisch hoofdstuk waarin wordt beschreven wat sociale netwerken zijn, de verschillende vormen worden uitvoerig toegelicht en er wordt beschreven hoe sociale netwerken tot stand komen. Het derde hoofdstuk bevat een beschrijving van welke

methoden en werkwijzen worden toegepast bij de uitvoering van dit onderzoek. In opvolging op het theoretische hoofdstuk volgen na hoofdstuk 3, vier hoofdstukken waarin de resultaten van het onderzoek worden besproken. Afsluitend wordt in het hoofdstuk conclusies en het hoofdstuk aanbevelingen besproken welke conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek zijn ontstaan, waarna het rapport wordt afgesloten met een bronnenlijst en bijlagen.

Elk hoofdstuk start met een korte omschrijving waar het hoofdstuk over gaat en wordt afgesloten met (in het paarse kader) een korte samenvatting van de belangrijkste punten uit het hoofdstuk.

In dit hoofdstuk is besproken dat dit onderzoek is ontstaan vanuit het Centrum voor Ondernemerschap. De ontwikkelingen waaraan online sociale netwerken ten grondslag liggen werden weergegeven als achtergrond van dit onderzoek. Ook is aangegeven wat de hoofdvraag en de zes deelvragen zijn waar dit onderzoek zich op richt. Als laatste is het kader geschetst waarbinnen het onderzoek heeft

(8)

2. Sociale netwerken

In dit hoofdstuk vindt u antwoord op de vraag ‘Wat zijn sociale netwerken, en hoe komen ze tot stand?’. Hierbij worden de begrippen online en offline sociale netwerken toegelicht en wordt u meegenomen in de geschiedenis van online sociale netwerken, met daarop volgend een beschrijving hoe de ontwikkeling van online sociale netwerken in relatie staat tot offline sociale netwerken.

Wat zijn sociale netwerken?

“Een sociaal netwerk kan alleen tot stand komen door de aanwezigheid van interactie en

communicatie en is een georganiseerd geheel van posities en relaties tussen mensen.” [www.acco.be] “Door middel van communicatie kunnen mensen relaties opbouwen en onderhouden en op elkaar inwerken.” [Otto Marmet/Alle Meyer red. “Kleine sociale psychologie” blz. 21]

In dit onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen twee “soorten” sociale netwerken, namelijk online en offline sociale netwerken.

Met online sociale netwerken wordt bedoeld: ‘een website of ander digitaal domein waar mensen contact kunnen leggen met andere mensen op basis van een profiel’.

Bijvoorbeeld Hyves, LinkedIn en Twitter.

Met offline sociale netwerken wordt bedoeld: ‘een fysieke omgeving of organisatie die (bij gelegenheid) erop gericht is om mensen fysiek in contact te brengen met elkaar’.

Voorbeelden hiervan zijn: ondernemersverenigingen, kennisnetwerken, maar ook netwerkborrels en andere bijeenkomsten.

In bijlage 1 is een beschrijving opgenomen van de 5 in dit onderzoek meest genoemde online sociale netwerken en een beschrijving van 5 voor het Centrum voor Ondernemerschap belangrijke offline sociale netwerken.

Men kan er vanuit gaan dat ieder individu connecties heeft met andere individuen door middel van een onderliggend netwerk, en dat de groepen en categorieën waaraan wij onszelf verbinden, en waarnaar wij refereren gelijk zijn aan een subgroep van ons netwerk. Deze subgroepen overlappen elkaar op bepaalde punten, waardoor een complexe samenstelling ontstaat, die zonder zichtbare lijnen moeilijk weer te geven is. Door de opkomst van online sociale netwerken worden deze verbindingen tussen personen zichtbaar. Dit biedt niet alleen overzicht, maar maakt connecties ook tastbaar. Dit heeft tot gevolg dat men makkelijker en toegankelijker contact legt met een onbekende waarmee men een zichtbare connectie heeft, zoals een gedeelde passie, hobby of kennisgebied. Ook via-via contacten, wat in principe potentiële relaties zijn, zoals hieronder in figuur 2 schematisch wordt weergegeven, worden makkelijker aangehaald, omdat men inzicht heeft in andermans netwerk. [Lars Backstrom, Dan Huttenlocher, Jon Kleinberg, Xiangyang Lan 2006]

Een sociaal netwerk bestaat uit drie kringen: 1. Persoonlijk, wat voornamelijk actuele relaties zijn 2. Via, wat zowel actuele als potentiële relaties kunnen zijn 3. Via-via, wat voornamelijk potentiële relaties op basis van

een gezamenlijke factor zijn.

(9)

Sociale netwerken zijn tools om mensen bij elkaar te brengen. Door de opkomst van internet zijn sociale netwerken steeds belangrijker geworden. Internet biedt de mogelijkheid om op een open en creatieve manier te communiceren en kennis te delen en te ontwikkelen. Online sociale netwerken bieden tools om inhoud (content) te genereren, om meningen uit te wisselen, gesprekken te voeren en samen te werken waarbij men nauwelijks nog afhankelijk is van landsgrenzen, tijdzones, cultuur en taal. [Menno Lanting, 2010]

Hoe komen sociale netwerken tot stand?

“Al eeuwen vormen mensen sociale netwerken met elkaar. Wat begon als een netwerk rond de ‘familiestam’, ook wel gemeenschap genoemd, breidde zich uit door natuurlijke, economische, technische veranderingen én contact met andere samenlevingen. Daarmee werden het relaties gebaseerd op andere wederzijdse afhankelijkheden: waarden, visies, ideeën of transacties.” [Klaas J. Hoeksema, Siep van der Werf, 2004]

§2.1 Online sociale netwerken

Het eerste online sociale netwerk is ontwikkeld in 1997 onder de naam SixDegrees.com. SixDegrees was een website die het gebruikers mogelijk maakte om een profiel en een lijst met “vrienden” (medegebruikers die zij kenden) aan te maken. De vriendenlijsten van andere gebruikers konden geraadpleegd worden, op zoek naar nieuwe bekenden. Een jaar na de ontwikkeling van SixDegrees.com werd het ook mogelijk gemaakt om berichten te sturen naar de mensen in een vriendenlijst. Er waren op dat moment nog niet veel mensen ‘online’, waardoor het netwerk snel begon te vervelen. SixDegrees werd gestopt, maar er kwamen andere sites voor in de plaats, zoals Friendster. Friendster was eigenlijk het eerste succes op het gebied van online sociale netwerken, maar is gezwicht onder het eigen succes. Friendster bood de mogelijkheid om profielen te bekijken van 4e graads relaties (vrienden van vrienden van vrienden van eigen vrienden) maar men bleek nieuwsgierig naar andere mensen verder weg dan een 4e graads relatie. Om toegang te krijgen tot het profiel van deze mensen werden er nep-profielen (Fakesters) aangemaakt met populaire namen van artiesten en dergelijke. Ook begonnen gebruikers vrienden te verzamelen, iedereen die men maar enigszins kende werd toegevoegd aan het profiel om zo bij de 4e graads relaties te kunnen komen. Friendster zag dit als een bedreiging en begon profielen te blokkeren en te verwijderen, hierdoor verloor zij haar trouwe gebruikers. Ondertussen werden er meer online sociale netwerken opgericht, die het trucje van Friendster na probeerde te doen, en door betere voorbereiding en technische ondersteuning wél succesvol werden. [Danah M Boyd en Nicole B. Ellison, 2008]

§2.2 Van offline naar online

In veel adviezen over het gebruik van online sociale netwerken wordt aangegeven dat men de kracht en het gebruik van offline sociale netwerken nog niet uit het oog moet verliezen.

De ontwikkeling van online sociale netwerken is nog erg jong, zoals eerder aangegeven is deze ontwikkeling pas na de millenniumwisseling serieuze vormen aan gaan nemen. Dit heeft tot gevolg dat nog niet iedereen deel is gaan nemen aan online sociale netwerken, om verscheidene redenen. Eén van die redenen is dat de ontwikkeling van online sociale netwerken vaak haaks staat op de manier waarop veel bedrijven en organisaties ingericht zijn. Ook zouden de online sociale netwerken teveel tijd in beslag nemen en zouden alleen ICT-technici met de online netwerken om kunnen gaan. Dit blijkt echter niet de enige waarheid te zijn en daarom is het zinvol om de mogelijkheden van de netwerken in kaart te brengen. [Huib Koeleman, 2009]

(10)

Het merendeel van de ondernemers is er inmiddels wel van overtuigd dat ze “iets moeten” met online sociale netwerken, maar weten vaak nog niet wat en hoe. Ook willen zij hun trouwe

achterban, de late majority en de laggards op het gebied van online sociale netwerken, niet voor het hoofd stoten, dus blijft men gebruik maken van ‘traditionele’ offline sociale netwerken.

Toch zijn er al genoeg bedrijven en organisaties die wel een manier hebben gevonden om het beste uit allebei te halen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Ondernemersvereniging Borsele.

De Ondernemersverenging is een offline netwerk, bedoeld om ondernemers binnen de regio Borsele fysiek bij elkaar te brengen om kennis te delen en samen te werken. De OVB maakt

dankbaar gebruik van de opkomst van online sociale netwerken, en probeert via Twitter de passieve leden op de hoogte te houden van (offline) bijeenkomsten en nieuws.

§2.3 Offline sociale netwerken

Offline sociale netwerken bestaan al eeuwen in diverse vormen. Zo zijn er brancheorganisaties, vakbonden, regionale organisaties en landelijke, branche-overstijgende organisaties.

Deze netwerken hebben in ieder geval één ding gemeen; ze brengen mensen bij elkaar.

Dit kan plaatsvinden in fysieke vorm, doormiddel van het organiseren van bijeenkomsten, maar ook in niet fysieke vorm, waarbij gedacht kan worden aan belangenbehartiging.

Het fysiek bij elkaar willen brengen van mensen rust op wat wij allemaal kennen als het woord “netwerken”, of terwijl ‘het proactief delen van kennis, informatie, ervaring en contacten’. Het stukje belangenbehartiging rust op het verschijnsel ‘macht der grote getalen’, wat in deze inhoudt dat door verschillende organisaties de belangen tot één gezamenlijk belang worden samengebracht en dat men daarmee probeert een sterkere positie in te nemen ten aanzien van bijvoorbeeld overheidsinstanties.

In dit hoofdstuk is beschreven dat er onderscheid te maken is tussen online sociale netwerken, die mensen via digitale middelen met elkaar in contact brengen en offline sociale netwerken, die mensen op fysieke wijze met elkaar in contact brengen. Sociale netwerken kunnen worden omschreven als het web van alle contacten tussen personen. Om dit web inzichtelijk te maken zijn online sociale

netwerken ontstaan. Offline sociale netwerken bestaan al eeuwen in verschillende vormen en met verschillende doelen.

(11)

3. Methoden van Onderzoek

In dit hoofdstuk staat beschreven welke methoden en werkwijzen worden toegepast bij de uitvoering van dit onderzoek.

§3.1 Methoden en werkwijzen

Voor het theoretisch kader van dit onderzoek wordt deskresearch en literatuuronderzoek uitgevoerd. Hierbij worden verschillende databronnen ingezet, namelijk boeken, rapporten en internet. Deze data wordt via methoden van skimmen en scannen doorgenomen en de relevante tekst wordt in een apart document opgenomen, welke vervolgens gebruikt zal worden voor het schrijven van de tekst in het hoofdstuk ‘sociale netwerken’. Ook worden de gegevens van het deskresearch en literatuuronderzoek, in het vervolg van het onderzoek, gebruikt om tot zinvolle vragen voor de enquêtes, vragenlijsten en interviews te komen.

Voor de beantwoording van de deelvraag “Welke HZ studenten hebben op dit moment een eigen onderneming, en hoe zijn ze te contacteren?” wordt een kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Hiervoor wordt enerzijds gebruik gemaakt van enquêtes onder 39 Student Company studenten, in schooljaar 2009/2010. Voor deze enquête worden studenten geselecteerd die begeleid worden vanuit het Centrum voor Ondernemerschap. Daarnaast wordt ook gebruik gemaakt van data uit een eerder onderzoek in de vorm van een enquête, welke in oktober 2009 onder 200 Student Company studenten is gehouden, naar het effect van Student Company. De respons op deze enquête is 43%, 86 studenten.

Tevens wordt een gestructureerd groepsinterview gehouden onder 6 studenten die gedurende het tweede Semester van schooljaar 2009/2010 deelnemen aan de minor Ondernemerschap, voor de beantwoording van de deelvraag. De vragen die worden gesteld in de enquête en vragenlijst zullen voor een groot deel afkomstig zijn uit deskresearch en het literatuuronderzoek, waaraan een eigen interpretatie wordt gegeven. Ook worden de vragen uit de eerdere enquête onder de student Company studenten van oktober 2009 gebruikt ter ondersteuning. De enquête en vragenlijst die gebruikt worden om tot de kwantitatieve gegevens van het onderzoek te komen zijn in dit rapport opgenomen als bijlagen 3 en 4.

Voor de beantwoording van de andere deelvragen worden gedeeltelijk gestructureerde individuele interviews gehouden met 14 ondernemers in Zeeland. Deze groep ondernemers wordt

onderverdeeld in twee categorieën, namelijk de categorie: ‘start- en groeifase’, waarbij de onderneming 0 tot 5 jaar ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel en de categorie: ‘gevorderde fase’, waarbij de onderneming 5 jaar of meer ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel.

In beide categorieën worden 7 ondernemers ondervraagd, welke betrokken zijn bij het Centrum voor Ondernemerschap. Hierbij wordt aandacht besteed aan het gegeven of de ondernemers werkzaam zijn in verschillende branches, aan het gegeven of de onderneming zich in het business-to-business of business-to-consumer segment begeeft en of men een dienst dan wel een product levert. Hierbij moet opmerkt worden dat 12 van de 14 respondenten business-to-business werkzaam zijn én een dienst leveren. Een overzicht van de respondenten die medewerking hebben verleend aan dit onderzoek is terug te vinden in bijlage 2. De interviewvragen komen voort uit de gegevens van het kwantitatieve onderdeel van dit onderzoek en uit deskresearch en literatuuronderzoek, waarbij ook de eigen interpretatie van de onderzoeker mee speelt. De interviewvragen zijn opgenomen in dit rapport als bijlage 5.

(12)

In dit hoofdstuk is besproken welke fasen het onderzoek heeft doorgemaakt; de beginfase waarin deskresearch en literatuuronderzoek is uitgevoerd met betrekking tot de soorten sociale netwerken en hoe de netwerken tot stand komen. Daarna is een enquête en groepsinterview d.m.v. een vragenlijst gehouden onder Student Company studenten en studenten van de Minor Ondernemerschap.

Vervolgens zijn diepte-interviews gehouden onder 14 ondernemers in de start- en groeifase, dan wel de gevorderde fase. Als laatste zijn vier open interviews gehouden met experts.

Ter onderbouwing van dit onderzoek worden tevens 4 individuele open interviews gehouden. Hiervoor worden 4 experts geselecteerd die betrokken zijn bij het Centrum voor Ondernemerschap, én die een bepaalde functie of professionaliteit bekleden die aansluit op de kern van dit onderzoek.

Voor de verwerking van de gegevens van de interviews wordt, met toestemming van de respondenten, gebruik gemaakt van een digitale voicerecorder. Vervolgens zal de data van de digitale voicerecorder uitgewerkt worden tot een woordelijk verslag. Deze verslagen worden ter inzage en goedkeuring verzonden naar de respondenten. Het voordeel van deze aanpak is dat de onderzoeksdata dus uit zeer volledige (woordelijke) gespreksverslagen bestaat. Waardoor de onderzoeker minder snel gegevens zal missen/vergeten of anders zal interpreteren dan bedoeld is.

De gespreksverslagen zullen vervolgens geprepareerd en geanalyseerd worden door data-analyse toe te passen in de vorm van fragmentatie en labellen, met gebruik van kernwoorden en tekens. [Baarda, De Goede en Teunissen, 2009]

Om verbanden binnen de data weer te geven worden mind mapping/webbing-technieken3

toegepast. De data met betrekking tot de gesloten vragen in het interview worden verzameld door middel van turven. De turflijsten van de gesloten vragen in het interview zijn opgenomen als bijlage 6.

3

Een mindmap is een grafisch schema (of informatieboom), dat vertrekt van een centraal onderwerp en daaraan bijzaken en verwante concepten linkt. Een mindmap zou bij het studeren helpen details van

(13)

4. Gebruik Sociale netwerken

In dit hoofdstuk worden allereerst de resultaten van de enquête/vragenlijst onder de Student Company studenten en studenten van de Minor Ondernemerschap behandeld. Daarna staat omschreven van welke online en offline sociale netwerken ondernemers gebruik maken. Als laatste wordt in kaart gebracht wat voor de ondernemers de aanleiding is geweest om deel te nemen aan sociale netwerken.

§4.1 Resultaten onderzoek: Studenten

Uit de enquête onder de Student Company studenten blijkt dat 62 van de 86, en 20 van de 38 studenten geen ervaring hebben met ondernemerschap. 18 van de 86 en 11 van de 38 studenten geven aan ervaring met ondernemerschap te hebben door ouders/familie en kennissen. Waaruit blijkt dat 6 van de 86 en 7 van de 38 studenten zelf ervaring hebben met ondernemerschap. Een deel daarvan wordt toegekend aan ervaring vanuit de course Student Company, een ander deel daarvan heeft daadwerkelijk een eigen onderneming.

Op de vraag of men van plan is zelf een onderneming te starten antwoorden 21 van de 86 studenten uit schooljaar 2008/2009 “ja”. Van de Student Company studenten uit schooljaar 2009/2010

antwoorden er 6 van de 39 “ja”, en 21 van de 39 studenten beantwoorden deze vraag met “misschien”. Hieruit blijkt dat ongeveer een kwart van de studenten affectie heeft met ondernemerschap.

Aan de 39 Student Company studenten uit schooljaar 2009/2010 is gevraagd aan te geven van welke online sociale netwerken zij gebruik maken, waarbij meerdere antwoorden mogelijk waren.

Figuur 3 is een schematische weergave van de vier meest genoemde netwerken met het aantal gebruikers van de 37 studenten die deze vraag hebben beantwoord.

Online sociaal netwerk Aantal gebruikers

Hyves 27

LinkedIn 9

Facebook 22

Twitter 6

Figuur 3: De 4 meeste genoemde online sociale netwerken met het aantal gebruikers per netwerk.

De 6 minorstudenten is gevraagd van de vier meest genoemde online sociale netwerken aan te geven of zij gebruik maken van dat netwerk en of zij de netwerken voornamelijk zakelijk of privé of voor beide doeleinden inzetten.

De resultaten zijn opgenomen in onderstaande tabel (figuur 4).

Online Sociaal netwerk Totaal aantal gebruikers Zakelijk gebruik Privé gebruik Beide

Hyves 4 0 4 0

LinkedIn 4 3 0 1

Facebook 4 1 3 0

Twitter 4 1 1 2

3 Figuur 4: Gebruik online sociale netwerken door studenten minor Ondernemerschap.

Een volledig overzicht van alle resultaten van de enquête onder de Student Company studenten en het groepsinterview met de studenten van de Minor Ondernemerschap, vindt u in bijlagen 8 en 9.

(14)

§4.2 Resultaten onderzoek: Ondernemers

Op de vraag of de ondernemers, betrokken bij het Centrum voor Ondernemerschap online sociale netwerken voornamelijk zakelijk, privé of voor beide doeleinden inzetten heeft één ondernemer niet geantwoord. 10 van de 13 ondernemers antwoordden dat men de netwerken voor beide doeleinden inzet, slechts 3 van de 13 ondernemers geven aan de netwerken puur zakelijk in te zetten, het argument hiervoor is dat het persoonlijke netwerk liever en beter op een andere wijze onderhouden kan worden. Een schematisch overzicht van deze gegevens is terug te vinden in bijlage 6, turflijst soort gebruik.

De ondernemers (waarvan één niet) hebben tijdens het interview aangegeven hoe men het eigen gebruik van online sociale netwerken zou omschrijven aan de hand van het als figuur 4 opgenomen schema.

Passief Met een profiel aanwezig zijn op het netwerk en

informatie vergaren die anderen beschikbaar stellen.

Reactief Reageren op berichten en discussies.

Accepteren van uitnodigingen

Actief Kennis delen, groepen aanmaken, discussie

initiëren, (micro)blog bijhouden, zoeken naar nieuwe contacten, personeel werven, service verlenen door te zoeken naar relevante vragen en de oplossing bieden.

Figuur 5:Passief, reactief of actief gebruik van (online) sociale netwerken [Sandra Brandenburg, Hessel van Oorschot 2010] Op basis van bovenstaand schema gaven 3 ondernemers aan reactief gebruik te maken, één actief gebruik te maken en één passief gebruik te maken, de andere 6 ondernemers gaven aan een combinatie van actief/reactief gebruik te maken en 2 anderen gaven aan passief/reactief gebruik te maken. Als aanvullende opmerking werd nog gezegd dat men de online sociale netwerken vooral niet-regionaal, dus voor relaties buiten de regio inzet. In totaal gaven 5 ondernemers aan de online sociale netwerken voornamelijk informatief, dus voor het verzamelen van informatie, in te zetten. In deze context hebben 2 ondernemers aangegeven dat ze online sociale netwerken, en dan met name Skype inzetten voor thuiswerken. Skype biedt hen de mogelijkheid om via conference calls te vergaderen, maar ook om via 1 op 1 “telefoon”gesprekken te communiceren met

collega’s/werknemers. Een schematische weergave van de vorm van gebruik is terug te vinden in bijlage 6.

Martijn Hamelink van Hampro Prijs en Omzetadvies gaf in het interview aan dat het eerste belang voor de onderneming is om geld te verdienen, en dat hij de online sociale netwerken ziet als secundaire werkzaamheden, wat impliceert dat hij niet verwacht omzet te kunnen genereren door het gebruik van online sociale netwerken. Marcel Ganzeman van de Brabants-Zeeuwse

Werkgeversvereniging (BZW) bracht in zijn interview ter sprake dat elke ondernemer tot doel heeft om zijn product of dienst te verkopen, en dat hij daarom afwegingen moet maken in welke (soort) netwerken hij inzet om dat doel te bereiken en hoe de ondernemer van de netwerken gebruik zal maken.

Uit een kwart van de interviews met de ondernemers blijkt dat men van mening is dat online sociale netwerken het beste ingezet kunnen worden door ondernemers die in het business-to-consumer segment zitten en massaproducten ofwel consumptiegoederen leveren. Tevens wordt hierbij ook opgemerkt dat de online sociale netwerken door consumenten ook ingezet worden voor de oriëntatie op luxegoederen, maar dit zal volgens de ondernemers niet direct tot omzet leiden.

(15)

Door Marcel Ganzeman van de BZW en Wim Brouwer van de Smart Services Boulevard (SSB) wordt dit ook onderkend, waarbij ook aangegeven wordt dat het naast het segment waarin men actief is ook afhankelijk is van de verschillende branches.

Volgens de experts vertonen verschillende branches ook verschillende culturen en daarmee ook verschillend gedrag waarbij ook opgemerkt mag worden dat gedrag en cultuur in een offline sociaal netwerk beter tot uiting komt dan in een online netwerk.

Marcel Ganzeman merkt over dit onderwerp op dat de BZW aan het onderzoeken is welke invloed de ontwikkeling van online sociale netwerken heeft op (deelname aan) de BZW. Hieruit komt tot nu toe voornamelijk naar voren dat jonge ondernemers veel meer neigen naar inzet van online sociale netwerken. Met het gebruik van online sociale netwerken willen de jonge ondernemers belangen dienen, die oudere ondernemers dienen met de inzet van offline sociale netwerken. Daarnaast halen de jonge ondernemers uit de online sociale netwerken ook een stuk voldoening. Marcel geeft ook aan dat er verschil waar te nemen is in de wijze waarop en voor welk doel de ondernemers online sociale netwerken inzetten, dit blijkt branche-technisch en doelgroep afhankelijk.

Met betrekking tot de offline sociale netwerken geven 2 ondernemers aan deze voornamelijk voor semi-zakelijke doeleinden in te zetten, en voornamelijk gebruik te maken van regionale

bijeenkomsten. Twee andere ondernemers geven aan helemaal geen gebruik te maken van offline sociale netwerken omdat de bijeenkomsten te algemeen zijn, waardoor ze niet echt een

toegevoegde waarde voor de onderneming hebben.

Op de vraag van welke netwerken de ondernemers gebruik maken lopen de antwoorden redelijk uiteen. In bijlage 7 staat een overzicht met de door de ondernemers genoemde netwerken, met daarbij beschreven of deze netwerken voornamelijk voor zakelijke of voor privé doeleinden (kunnen) worden ingezet, of voor een combinatie van beide.

Van de experts is ook in kaart gebracht van welke online sociale netwerken zij gebruik maken, deze gegevens zijn ook opgenomen in het overzicht in bijlage 7.

§4.3 Aanleiding voor deelname

In de interviews is de ondernemers gevraagd aan te geven wat de aanleiding voor hen was om deel te nemen aan online dan wel offline sociale netwerken. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt of er al organisaties/groepen actief zijn in het adviseren/begeleiden en faciliteren van het gebruik van sociale netwerken, en of hiermee een taak is weggelegd voor het Centrum van Ondernemerschap.

Op de vraag wat de aanleiding is geweest voor de ondernemers om deel te nemen aan online sociale netwerken hebben 13 van de 14 ondernemers geantwoord. Enkele ondernemers hebben meerdere antwoorden gegeven.

Van de 13 ondernemers geven er 5 aan dat zij deel zijn gaan nemen naar aanleiding van kennissen die hen wezen op het nut en bestaan van de online sociale netwerken.

Twee van de ondernemers geven aan dat de eigen werkzaamheden aanleiding zijn geweest om deel te nemen en 3 ondernemers geven aan dat de aanleiding te vinden is in een vorig dienstverband. Op deze vraag hebben 3 ondernemers geantwoord dat de doorslaggevende factor in deze de berichtgeving in de media was. Twee van de ondernemers geven aan dat deelname is ontstaan uit eigen wens of interesse in online sociale netwerken. Eén van de geïnterviewde ondernemers geeft aan deel te zijn gaan nemen nadat hij per email een uitnodiging had ontvangen van een kennis.

De vraag wat de aanleiding was om deel te nemen aan offline sociale netwerken is door 12 van de 14 ondernemers beantwoord.

De meeste, 6 van de 12 ondernemers geven aan op eigen initiatief deel te zijn gaan nemen aan offline sociale netwerken. Op deze vraag hebben 3 ondernemers geantwoord dat de aanleiding voor deelname in een vorig dienstverband is ontstaan. Twee ondernemers geven hierbij aan dat ze ingegaan zijn op uitnodigingen van mensen in het netwerk om zich erbij aan te sluiten.

(16)

In het interview met André de Korte van het Zeeuws Instituut voor Organisatieontwikkeling (ZIO) komt naar voren dat het voor startende ondernemers van groot belang is om een coach te hebben die kan ondersteunen en adviseren bij het opstarten van de onderneming. Volgens André zou dat een goede aanleiding kunnen vormen voor startende ondernemers om eens rond te kijken bij offline sociale netwerken, om te kijken of ze daar gevorderde ondernemers kunnen leren kennen waarmee ze een coachingsband kunnen opbouwen. André de Korte geeft aan dat dit niet alleen tot stand zou kunnen komen via offline sociale netwerken, maar dat dat waarschijnlijk wel is waar gevorderde ondernemers het makkelijkst te bereiken zijn.

Hij ziet ook mogelijkheden voor de opstart van een online community voor recentelijk

gestarte/startende HZ-alumni ondernemers, waarbij zij elkaar kunnen ondersteunen met advies en oplossingen. Uit die community zou ook een coachingsband kunnen ontstaan, omdat er volgens André de Korte ook maar genoeg “jonge wijze mensen” zijn die het ook leuk vinden om andere starters te coachen.

In het expertinterview met Riaan Lous van de Hogeschool Zeeland, Informatie Processen en

Systemen kwam ter sprake wat de reden zou kunnen zijn voor HZ studenten om deel te nemen aan online sociale netwerken. Riaan Lous gaf aan dat hij had waargenomen dat de online sociale netwerken voor sommige studenten een stukje veiligheid bieden. Studenten die anders niet zo snel iets zouden zeggen of ergens op zouden reageren, doen dit online wel.

Online sociale netwerken nodigen uit tot actieve deelname, dat is iets wat twee van de ondernemers in het interview ook naar voren lieten komen. Zij gaven aan online sociale netwerken actieve

deelname, sociale betrokkenheid en zelfs arbeidsparticipatie, door bijvoorbeeld thuiswerken, kunnen vergroten en daardoor een grote rol kunnen spelen in de sociale ontwikkeling van de maatschappij.

Dit hoofdstuk heeft vermeld dat uit dit onderzoek blijkt dat de top vier van meest gebruikte online sociale netwerken bestaat uit: LinkedIn, Hyves, Facebook en Twitter. Deze netwerken worden voor zowel zakelijke als privé doeleinden ingezet. Tevens is beschreven hoe de ondernemers in dit onderzoek gebruik maken van online en offline sociale netwerken. Als laatste onderdeel van dit hoofdstuk is vermeld wat de aanleiding voor de ondernemers is geweest om deel te nemen aan online en offline sociale netwerken.

(17)

5. Doel, belang en resultaat van sociale netwerken

In dit hoofdstuk staat omschreven welk belang de ondernemingen hebben bij deelname aan sociale netwerken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de, met inzet van sociale netwerken beoogde, doelen en resultaten. Een schematische weergave van de doelen, belangen en resultaten die worden besproken in dit hoofdstuk is terug te vinden als bijlage 10 op pagina 53 van dit rapport.

§5.1 Doel

Met betrekking tot de online sociale netwerken komen een aantal punten naar voren welke als doel voor het gebruik worden aangemerkt. Hierbij mag opgemerkt worden dat de meeste ondernemers niet slechts één doel wensen te dienen door inzet van de netwerken, dus dat men meerdere antwoorden heeft gegeven.

Zo geven in totaal 8 ondernemers aan dat ze de online sociale netwerken gebruiken om contacten te onderhouden of te herstellen. Het gaat dan meestal om contacten met (potentiële) klanten en leveranciers, maar ook contacten met oud-collega’s, branchegenoten en andere ondernemers. Zeven ondernemers geven aan nieuwe contacten te zoeken en te vinden via online sociale netwerken, waarmee hun netwerk wordt vergroot.

Ook geven 7 ondernemers aan dat ze via online sociale netwerken ‘voorkennis’ opdoen over personen, waarmee ze een zakelijke afspraak hebben, met als doel afspraken beter voor te kunnen bereiden, waardoor het sluiten van een deal makkelijker wordt.

Zoals eerder aangegeven gelden de online sociale netwerken nog niet voor iedereen als dagelijks onderdeel van de werkzaamheden, 4 ondernemers geven in deze context dan ook aan dat ze online sociale netwerken alleen als extra (communicatie)middel inzetten om hun doelen te bereiken.

Zes van de ondernemers geven aan geregeld kennis/advies te delen of te informeren door middel van online sociale netwerken, waarbij 2 ondernemers aangeven dat dit tot doel heeft om een flow naar de eigen website te genereren, 2 ondernemers aangeven dat dit tot doel heeft om latente vraag bij de connecties te activeren en 2 ondernemers geven aan dat ze hiermee voornamelijk het doel relatiebeheer dienen.

Met betrekking tot offline sociale netwerken wordt ook door 6 ondernemers aangeven dat men de netwerken gebruikt om kennis te delen en gegevens uit te wisselen, maar hierbij wordt aangegeven dat voornamelijk het doel kennisverbreding en verruimen van het referentiekader hieraan ten grondslag ligt.

Slechts 3 ondernemers geven aan dat ze offline sociale netwerken inzetten om naamsbekendheid te bereiken, zodat daar mogelijk business en omzet uit ontstaat.

Opvallend is dat 7 ondernemers over offline sociale netwerken aangeven dat ze vooral ingezet worden om een leuke tijdsbesteding te hebben. Wim Brouwer van de SSB merkt hierbij op dat het voor sommige ondernemers inderdaad een soort hobby is, welke het doel dient om voor de ondernemer meer plezier in het werk te creëren. André de Korte van ZIO geeft ook aan dat offline sociale netwerken niet alleen op het zakelijke gericht hoeven te zijn, maar dat het ook een stukje plezier is. Volgens hem heeft dat ook zo zijn toegevoegde waarde.

Volgens de experts Wim Brouwer en Marcel Ganzeman is het doel van sociale netwerken om dingen tot stand te laten komen, en gezamenlijk problemen op te lossen en kansen aan te pakken. Volgens Riaan Lous en André de Korte is het doel van sociale netwerken vooral: kennis verwerven, kennis overdragen, kennis delen en inzicht creëren in (leer)processen.

(18)

§5.2 Belang

Omdat online sociale netwerken nog niet zo lang geleden geïntroduceerd zijn, in het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt het nogal lastig om aan te geven welk belang de ondernemingen hebben bij het bestaan van de netwerken. Bij offline sociale netwerken zou dat dan per definitie makkelijker

moeten zijn omdat deze al veel langer bestaan, maar het blijkt toch lastig om hier een duidelijk beeld van te krijgen.

Het belang van offline sociale netwerken voor de onderneming blijkt bij 6 van de ondernemers meer in de sociale hoek te zitten, zo geven 4 ondernemers aan dat ze regionale betrokkenheid belangrijk vinden en 2 ondernemers geven aan dat ze maatschappelijk betrokken willen zijn, met andere woorden Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Zes ondernemers geven aan dat het vooral van belang is voor hun onderneming om aanwezig, vindbaar en bereikbaar te zijn op internet en dat men daarvoor de online sociale netwerken inzet. Hierbij speelt voor 3 ondernemers een stukje positionering, profilering en conformeren (aanpassen aan de geldende regels/ het gedrag in een groep) een rol. Men wil graag laten zien via internet wie men is, wat men kan, en dat men mee gaat met de tijd. Ook wordt door één van de ondernemers opgemerkt dat het een stukje professionalisering is om deel te nemen aan online sociale netwerken.

Uit het expertinterview met Riaan Lous komt ook naar voren dat positionering bij studenten een rol speelt om deel te nemen aan online sociale netwerken. Hierbij merkt hij ook op dat dit middel mogelijkheden biedt voor zelfreflectie en dat kan een zeer belangrijke tool zijn voor ondernemers. Het belang zit hem volgens Riaan in het controleren van de Google zoekresultaten; de eerste 5 resultaten zijn het belangrijkst, en als die een eerlijke, duidelijke en up-to-date weergave zijn van de ondernemer en zijn onderneming, dan is dát de positie die de ondernemer heeft aangenomen en ook aan hem zal worden toegekend.

Voor 2 van de 14 ondernemers is deelname aan online sociale netwerken van belang omdat het aansluit op de corebusiness van het bedrijf. Zij hebben dan ook tot doel gesteld zich vaardig en kundig te maken op het gebied van online sociale netwerken, en wanneer gewenst daarover advies uit te brengen aan klanten.

Uit het interview met Marcel Ganzeman kwam naar voren dat ondernemers verschillende redenen hebben om deel te nemen aan een offline sociaal netwerk. De één hecht meer waarde aan de netwerkfunctie die het offline netwerk biedt, een ander meer aan de belangenbehartiging en weer een ander meer aan de mogelijkheden om kennis op te doen en te delen.

De BZW heeft onderzoek gedaan naar eventuele verbanden tussen branche en aanleiding voor deelname, maar volgens Marcel is hieruit alleen gebleken dat het persoonsgebonden is, en dus niet zozeer dat er binnen een bepaalde branche meer belang en aandacht is voor bijvoorbeeld

kennisdeling of ‘netwerken’ of iets dergelijks.

Riaan Lous merkte tijdens het interview op dat het voor ondernemers van groot belang is om hun klanten tevreden te houden. Volgens hem is het belang van online sociale netwerken voor ondernemers dan ook voornamelijk het monitoren van signalen vanuit de doelgroep. De online sociale netwerken bieden mogelijkheden om vrijblijvend contact te onderhouden met een doelgroep en dat is een enorme powertool voor ondernemers, aldus Riaan.

Ook gaf hij aan dat hij zelf vooral kennisdeling, kennisverrijking en kennisoverdracht/opslag door inzet van online sociale netwerken belangrijk vindt. Hij merkte hierbij op dat door de mogelijkheid om kennis die tot stand is gekomen via online systemen, om die terug te halen en/of op te slaan, er minder kennis verloren zal gaan.

(19)

Johan Sieraad van Vir2Worlds bracht dit tijdens het interview ook ter sprake. Hij gaf aan dat er steeds minder mensen zijn die zich in (traditionele) ambachten hebben gespecialiseerd. Om deze kennis en kunde niet verloren te laten gaan moeten online sociale netwerken ingezet worden om de kennis en kunde te delen en over te brengen op volgende generaties.

§5.3 Resultaat

Vijf van de 14 ondernemers geeft aan geen of weinig resultaat te hebben behaald door deelname aan sociale netwerken. Er wordt aangegeven dat er in ieder geval niet (direct) cashflow uit ontstaat. Daarentegen geven ook 5 ondernemers aan dat ze wel degelijk afspraken en opdrachten krijgen uit de sociale netwerken. Deze ondernemers bevinden zich in verschillende branches en leveren verschillende diensten, maar zijn wel allemaal gericht op het business-to-business segment.

Twee van de 14 ondernemers geven in deze context aan dat deelname aan sociale netwerken beter gezien zou kunnen worden als een (lange) termijninvestering.

Vijf van de 14 ondernemers geeft aan dat het resultaat van deelname aan sociale netwerken bestaat uit herstelde/vernieuwde of nieuwe contacten, welke mogelijk ooit tot business kunnen leiden. En 4 ondernemers geven aan dat het resultaat bestaat uit mond-tot-mond reclame en een stukje bekendheid/erkenning.

Dit hoofdstuk heeft in kaart gebracht welke doelen de ondernemers uit dit onderzoek willen bereiken door inzet van online en offline sociale netwerken. Daarnaast is beschreven welk belang de onderneming of de ondernemer heeft bij het gebruik van online en offline sociale netwerken. Als laatste is weergegeven welke resultaten de ondernemers hebben behaald door gebruik te maken van sociale netwerken.

(20)

6. Online sociale netwerken

In dit hoofdstuk wordt in kaart gebracht hoe de ondernemers en experts denken over het ontstaan of de aanleiding voor online sociale netwerken en hoe zij de toekomst van en met online sociale

netwerken zien. Een schematische weergave van de punten die in dit hoofdstuk worden besproken is te vinden in bijlage 10 op pagina 54 van dit rapport.

§6.1 Ontstaan

Aan de hand van 3 stellingen in het interview is onderzocht welk beeld de ondernemers hebben bij het ontstaan van online sociale netwerken. De stellingen luidden als volgt:

- In hoeverre bent u het eens met de stelling “online sociale netwerken zijn ontstaan omdat men het steeds drukker heeft gekregen, men heeft daarom behoefte aan makkelijk toegankelijke

communicatie en informatie, het is dus vooral een kwestie van gemak en efficiëntie.”?

- In hoeverre bent u het eens met de stelling “online sociale netwerken zijn ontstaan omdat men steeds meer de eigen mening wil uiten, het is dus vooral een kwestie van oordelen, beoordelen, vergelijken en aanbevelen.”?

- In hoeverre bent u het eens met de stelling “online sociale netwerken zijn ontstaan omdat de techniek het mogelijk heeft gemaakt om over langere afstanden contact te onderhouden met iemand, het is dus vooral een kwestie van sociale ontwikkeling.”?

Van de 14 geïnterviewde ondernemers gaven er 12 aan dat men van mening is dat online sociale netwerken zijn ontstaan door ontwikkeling van de techniek.

Eén ondernemer geeft aan dat het ontstaan van de online sociale netwerken te danken is aan de behoefte aan sociaal contact. Hij merkt hierbij op dat als deze behoefte er niet zou zijn, er ook geen offline sociale netwerken waren geweest, en men dan waarschijnlijk nooit op het idee was gekomen om een online sociaal netwerk op te richten.

De andere ondernemer geeft aan dat hij van mening is dat online sociale netwerken zijn ontstaan vanuit forums, en dat vooral vergelijken en aanbevelen een grote rol hebben gespeeld in het ontstaan van online sociale netwerken.

Met betrekking tot de eerste stelling geven 6 ondernemers aan dat ze van mening zijn dat gemak en efficiëntie wel een rol spelen bij het gebruik van online sociale netwerken. Tijdens de interviews komt, buiten deze stelling om, 8 keer ter sprake dat online sociale netwerken vooral een stuk gemak dienen.

Met betrekking tot de tweede stelling geven 6 ondernemers aan dat men wel van mening is dat er sprake is van propaganda, maar dat dit niet de reden is dat de online sociale netwerken zijn

ontstaan. Hierbij geeft één ondernemer ook aan dat de behoefte om de mening te uiten is gegroeid doordat online sociale netwerken een stukje anonimiteit bieden. Ook wordt aanvullend opgemerkt dat dit wel eens de reden zou kunnen zijn voor het ontstaan van zakelijke online sociale netwerken, zoals LinkedIn. Als laatste merkt één van de ondernemers op dat de ontwikkeling van online sociale netwerken het voordeel biedt dat deelname en openheid wordt gestimuleerd, nadeel is wel dat er misbruik van gemaakt wordt.

Met betrekking tot de laatste stelling geven 3 ondernemers aan dat online sociale netwerken wel een stukje sociale ontwikkeling tot gevolg hebben. Zo wordt opgemerkt dat men door inzet van de netwerken grensoverschrijdend kan communiceren, informatie kan inwinnen en ervaringen en cultuur kan delen. Eén van de ondernemers merkt op dat men hierdoor meer contact kan

onderhouden met familie en vrienden die niet naast de deur wonen. Een andere ondernemer geeft aan dat het een kwestie is van gemeenschapszin; behoefte aan verbinden en delen.

(21)

Zelf-ontplooing Behoefte aan erkenning en waardering Behoefte aan sociaal contact Behoefte aan veiligheid en zekerheid Lichamelijke behoeften

De experts is ook gevraagd aan te geven wat volgens hen de aanleiding is geweest voor de totstandkoming en ontwikkeling van online sociale netwerken. Hierbij is aandacht besteed aan de behoefte aan erkenning en waardering, behoefte aan sociaal contact en behoefte aan veiligheid en zekerheid (vertrouwen) als lagen van de Piramide van Maslow (zie figuur 5).

Ook zijn onderwerpen als conformeren (aanpassen aan de geldende regels/ het gedrag in een groep) en individualisering/geografische spreiding ter sprake gekomen.

Figuur 6: Piramide van Maslow

Volgens Marcel Ganzeman zit de behoefte aan sociaal contact ingesloten in de netwerkfunctie die sociale netwerken vervullen. Over de behoefte aan erkenning en waardering geeft hij aan dat iedereen wel op zoek is naar een bepaalde erkenning. Dat uit zich in de sociale netwerken volgens hem doordat ondernemers trots zijn op hun bedrijf en dat graag in het contact met anderen willen uitdragen. Aanvullend geeft hij ook aan dat hij een ontwikkeling heeft waargenomen met betrekking tot het gebruik van online sociale netwerken. Hij geeft aan dat online sociale netwerken voor

ondernemers zijn begonnen als een middel om productinformatie te verschaffen, maar dat het langzamerhand verschuift naar een middel van klanten om discussie te voeren over de

producten/diensten van bedrijven. Sommige bedrijven spelen hierop in en proberen op die manier de publieke opinie bij te sturen. Deze ontwikkeling zou volgens Marcel Ganzeman nog weleens een hele grote invloed kunnen hebben op het bedrijfsleven in het algemeen. Met betrekking tot behoefte aan veiligheid en zekerheid geeft hij aan dat offline sociale netwerken waardevol worden bevonden door ondernemers omdat de kern van ‘waardevol’ voor een ondernemer is dat er zakelijke contacten kunnen ontstaan. Uit deze zakelijke contacten moet samenwerking, gedeelde kennis en afzet kunnen ontstaan. Aan al deze transacties ligt volgens Marcel vertrouwen ten grondslag, en het is door het face-to-face contact dat offline plaatsvindt, makkelijker om iemand te leren kennen waardoor er sneller een vertrouwensband ontstaat.

Uit het interview met Riaan Lous kwam naar voren dat erkenning door een Peergroup een belangrijke rol speelt binnen online sociale netwerken. Zo wijst hij op de ontwikkeling dat steeds meer professionals op LinkedIn om recommendations vragen. Hij geeft aan dat ‘het ergens bij horen’ wel eens de basis zou kunnen zijn voor online sociale netwerken. Op de vraag of deelname aan online sociale netwerken volgens hem een kwestie van conformeren is antwoordt hij dat het ook hier weer om de Peergroup draait, en dat conformeren vooral voor jong volwassenen een belangrijke rol speelt. Hierbij gaat het volgens hem dan vooral om het identificeren aan een bepaalde groep en daarmee jezelf een identiteit verschaffen. In het interview met Erik Mol van Molcon Interwheels kwam ter sprake dat hij van mening is dat wanneer iemand zich kan

identificeren met het netwerk waaraan men deelneemt, de participatiegraad daarmee aanzienlijk verhoogd zou worden.

(22)

Riaan Lous geeft in zijn interview aan dat de rol die behoefte aan sociaal contact speelt, afhangt van de persoon waarom het gaat. Hierin wordt hij door Wim Brouwer in zijn mening ondersteund, die aangeeft dat mensen sociale wezens zijn, maar dat sociaal contact voor de een nu eenmaal belangrijker is dan voor de ander. Vier ondernemers ondersteunen deze mening ook in de interviews; ook zij geven aan dat het feit, dat mensen sociale wezens zijn, een rol speelt binnen sociale netwerken.

André de Korte geeft aan dat hij niet van mening is dat waardering c.q. status een belangrijke rol speelt bij online sociale netwerken. Volgens hem zetten ondernemers online sociale netwerken meer in als een soort overlevingsstrategie, op een gegeven moment hebben ze geen/weinig keuze meer. Status wordt een ondernemer toegekend door zijn klanten, status zal dus geen beweegreden zijn voor ondernemers om deel te nemen aan online sociale netwerken, aldus André.

Erkenning daarentegen speelt volgens André de Korte wel degelijk een rol in deze, volgens hem is dat de brandstof waarmee je als ondernemer vooruit kunt, waar je nieuwe energie uit opdoet. Wim Brouwer onderkent dit ook en geeft aan dat hij van mening is dat erkenning en waardering vooral gericht is op onderlinge relaties. Dat speelt volgens hem een grotere rol binnen offline sociale netwerken, dan binnen online sociale netwerken. Wat volgens Wim Brouwer niet wegneemt dat erkenning en waardering ook bij online sociale netwerken een rol, maar een minder grote rol, spelen.

Aan André de Korte is gevraagd in hoeverre hij van mening is dat individualisering en geografische spreiding een rol spelen bij het gebruik van sociale netwerken. Het antwoord daarop luidt dat online sociale netwerken de wereld om ons heen verkleinen en overzichtelijker maken en daardoor

toegankelijker. Dit brengt als groot voordeel met zich mee dat het verleggen van grenzen en leren kennen van andere culturen en landen ontzettend veel leerervaringen met zich mee brengen. We worden hierdoor volgens André de Korte allemaal wat meer ‘wereldwijs’.

§6.2 Verwachtingen

De ondernemers is gevraagd een beeld te schetsen van wat zij verwachten van online sociale netwerken in de toekomst. Ook is gevraagd of men van mening is dat online sociale netwerken op dit moment een institutionalisering zijn, wat zoveel inhoudt als dat het een onderdeel van de dagelijkse gang van zaken is, danwel een gestandaardiseerde manier van doen.

Opvallend is dat 13 van de 14 ondernemers aangeven dat ze verwachten dat deelname aan online sociale netwerken zal toenemen. Drie ondernemers geven daarbij aan dat ze verwachten dat de netwerken wel een andere vorm aan zullen nemen. Vijf ondernemers geven aan dat ze verwachten dat de netwerken meer opgesplitst zullen worden en daardoor meer overzichtelijk. Deze opsplitsing zou vorm kunnen krijgen door verschillende netwerken voor verschillende sociale categorieën, maar bijvoorbeeld ook doordat bepaalde netwerken alleen nog maar over bepaalde onderwerpen zullen gaan, waarbij men de ene keer aan het ene netwerk deelneemt en de andere keer aan een ander.

Eén ondernemer geeft aan dat hij verwacht dat deelname aan online sociale netwerken zal afnemen omdat men zich meer bewust zal worden van de nadelen, waardoor men niet meer deel wil nemen.

Aanvullend wordt door 6 ondernemers aangegeven dat de verwachting is dat men steeds meer bewust gebruik zal maken van online sociale netwerken. En dat bewust zijn gaat dan over de risico’s van de openbaarheid, een keuze in wat men wel en niet wil delen en voor welke doeleinden men de netwerken inzet.

Ook geven 3 ondernemers aan dat ze verwachten dat er een toename van het aantal deelnemende bedrijven zal plaatsvinden. De bedrijven zullen de netwerken dan steeds meer als

(23)

Ook verwacht men dat zal blijken dat steeds meer bedrijven omzet kunnen genereren door inzet van online sociale netwerken, waardoor alleen nog maar meer bedrijven deel zullen gaan nemen.

Twee ondernemers geven aan dat ze verwachten dat de waarde van contacten binnen offline sociale netwerken alleen maar groter zal worden als online sociale netwerken meer ingezet worden, ook geeft één ondernemer aan dat hij verwacht dat door de online sociale netwerken de frequentie van offline bijeenkomsten zal teruglopen.

Met betrekking tot institutionalisering van online sociale netwerken geven 4 ondernemers aan dat online sociale netwerken nog geen institutionalisering zijn, maar dat zou in de toekomst wel kunnen komen. Eén ondernemer geeft aan dat online sociale netwerken in ieder geval niet meer weg te denken zijn uit onze samenleving. Zeven van de 14 ondernemers geven aan dat er eerder sprake is van een duurzame ontwikkeling dan van een institutionalisering.

Aanvullend wordt door 2 ondernemers opgemerkt dat voor jongeren, ‘de nieuwe generatie’ online sociale netwerken wel degelijk een institutionalisering zijn, omdat zij ermee opgegroeid zijn en zij in hun levensfase veel belang hebben bij het opbouwen en uitbreiden van een netwerk, om zich zo een identiteit aan te meten.

Door één van de ondernemers wordt opgemerkt dat wanneer het om internet gaat er wel sprake is van een institutionalisering, hij verwijst daarbij naar bedrijven die niet meer zouden kunnen bestaan als internet voor langere tijd niet zou functioneren.

Ook de experts is gevraagd aan te geven hoe zij de toekomst zien met de ontwikkelingen die zich op dit moment voordoen op het gebied van online en offline sociale netwerken.

Hierbij geeft Wim Brouwer aan dat de online sociale netwerken geen vervanging van de offline sociale netwerken in de absolute zin, maar mogelijk wel in de relatieve zin. Volgens hem zal de frequentie waarmee offline contact plaatsvindt afnemen en zal men vaker communiceren via online sociale netwerken. André de Korte geeft aan dat hij dit ook herkent en nu al waarneemt.

Ook geeft hij aan dat men tegenwoordig weinig tijd meer heeft voor offline contact. Voor het onderhouden van relaties zet men dan dus ook de online sociale netwerken in. Volgens André de Korte zullen online en offline sociale contacten altijd naast elkaar blijven bestaan. Riaan Lous geeft over dit onderwerp aan dat hij verwacht dat er wel een verschuiving plaats zal vinden in de functies die de online en offline sociale netwerken vervullen, maar dat het één het ander niet (absoluut) zal kunnen vervangen. Offline contact heeft toch altijd nog een meerwaarde, doordat non-verbaal dingen uit gewisseld kunnen worden, aldus Riaan. Marcel Ganzeman van de BZW geeft ook aan dat het één het ander niet zal vervangen, maar dat de netwerken elkaar zullen versterken, zo zullen offline sociale netwerken zich voornamelijk richten op functies die online moeilijk te vervullen zijn zoals belangenbehartiging. Online sociale netwerken kunnen dan meer een rol gaan spelen in het uitwisselen en verrijken van kennis en het onderhouden van contacten. Ook geeft hij aan dat hij verwacht dat de frequentie van het offline contact waarschijnlijk wel zal afnemen.

In dit hoofdstuk is aangegeven hoe de ondernemers in dit onderzoek denken over het ontstaan van en de aanleiding voor online sociale netwerken. Hiervoor hebben ze tijdens het interview drie stellingen voorgelegd gekregen waarop men heeft gereageerd. De reacties zijn in dit hoofdstuk besproken. Ook is besproken hoe de 4 geïnterviewde experts denken over het ontstaan van en de aanleiding voor online sociale netwerken, hierbij is echter meer uitgeweid over de behoeftepiramide van Maslow. Als laatste werd in dit hoofdstuk beschreven wat de verwachtingen van de ondernemers en experts zijn met betrekking tot de online en offline sociale netwerken in de toekomst.

(24)

7. Voors en tegens

Dit hoofdstuk is bedoeld om de voor- en nadelen van online en offline sociale netwerken inzichtelijk te maken. Een schematische weergave van de voor- en nadelen die worden behandeld in dit hoofdstuk is terug te vinden in bijlage 10 op pagina 55 van dit rapport.

§7.1 Voordelen online sociale netwerken

Op de vraag welke voordelen een online sociaal netwerk heeft ten aanzien van een offline sociaal netwerk hebben 9 ondernemers geantwoord dat het vooral de snelheid en snelle interactie is. De besparing in kosten en tijd die online sociale netwerken opleveren ten aanzien van offline sociale netwerken wordt door 8 van de ondernemers opgemerkt, waarbij door één ondernemer als extra opmerking wordt geplaatst dat deze besparing te danken is aan gericht zoeken door

selectiemogelijkheden die online sociale netwerken bieden.

Door 6 ondernemers wordt het grote bereik van online sociale netwerken als voordeel over offline sociale netwerken benoemd.

Vijf van de 14 ondernemers geven in deze context aan dat de laagdrempeligheid van online sociale netwerken maken dat ze toegankelijk en inzichtelijk zijn, wat als groot voordeel ten opzichte van offline sociale netwerken wordt aangemerkt.

Van de 14 ondernemers wordt door 3 personen aangegeven dat het tekstueel informeren met grafische ondersteuning, zoals filmpjes, foto’s en schema’s een gewin is ten aanzien van offline sociale netwerken.

Ook vinden 2 van de ondernemers de ontwikkeling dat vooraf informatie gevonden kan worden over personen ten behoeve van een afspraak een noemenswaardig voordeel.

Wim Brouwer geeft aan dat door inzet van online sociale netwerken heel snel en efficiënt bepaalde problemen getackeld kunnen worden, omdat de kennis en ervaring van mensen over de hele wereld als input kunnen dienen voor de oplossing van het probleem. Riaan Lous onderschrijft dit met de opmerking dat door online sociale netwerken de hele wereld ad hoc vragen gesteld kan worden waarop antwoorden vanuit verschillende invalshoeken verkregen worden.

Ook geeft hij aan dat het inzicht in (leer)processen, wat verschaft kan worden door de inzet van online sociale netwerken, een groot voordeel is voor lerende organisaties.

André de Korte geeft aan dat het aanbieden van je producten/diensten via online sociale netwerken meer een open vraag is of je iets voor iemand kunt betekenen. Het is minder direct omdat niemand persoonlijk wordt aangesproken, waardoor niemand zich ergens toe verplicht hoeft te voelen. De openheid die gebruikelijk is bij online sociale netwerken is volgens hem dus een voordeel.

Volgens Wim Brouwer is de openheid ook een voordeel omdat sommige mensen daardoor eerder bepaalde dingen aan de orde durven te stellen.

§7.2 Nadelen online sociale netwerken

Op de vraag welke nadelen online sociale netwerken ten aanzien van offline sociale netwerken hebben geven 8 ondernemers als antwoord dat de anonimiteit, het niet kunnen verifiëren van iemands identiteit, wordt ervaren als nadeel. Hierbij geven 2 ondernemers aan dat ze het als nadeel ervaren dat men daardoor eerder misbruik maakt van de mogelijkheden van online sociale

netwerken. Zes van de 8 ondernemers geeft bij deze aan dat ze het een nadeel vinden dat de online sociale netwerken daardoor onbetrouwbaar zijn of worden gevonden. Daarnaast geven 4

ondernemers aan dat ze het een nadeel vinden dat online sociale netwerken onpersoonlijk zijn, wat volgens hen ook kan leiden tot misbruik van de netwerken.

(25)

Als laatste wordt door 4 ondernemers opgemerkt dat ze ‘prijs als doorslaggevende factor’ als een nadeel ervaren van online sociale netwerken. Gebruikers van online sociale netwerken zijn volgens hen zich niet zozeer bewust van een goede prijskwaliteit verhouding, maar zijn alleen op zoek naar de goedkoopste aanbieder.

Riaan Lous geeft bij deze vraag aan dat hij het een nadeel vindt dat sommige personen zichzelf verliezen in online sociale netwerken, waardoor kostbare tijd en energie verloren gaat, welke ook aan een ander doel besteed hadden kunnen worden.

De andere experts geven aan dat via online sociale netwerken niet gelijk feedback gegeven wordt op hetgeen gecommuniceerd wordt, waardoor men niet weet hoe iets overkomt, welke emoties het oproept, daardoor kunnen misverstanden ontstaan.

§7.3 Voordelen offline sociale netwerken

Over offline sociale netwerken geven 8 van de 14 ondernemers aan dat ze het een voordeel ten aanzien van online sociale netwerken vinden dat je elkaar (echt) kunt leren kennen. Hierbij wordt door één ondernemer tevens aangegeven dat daardoor een soort ‘gun’-factor ontstaat, die er voor zorgt dat men eerder geneigd zal zijn om een bepaalde opdracht uit te besteden aan iemand die ze kennen.

Ook geeft André de Korte aan dat offline sociale netwerken de mogelijkheid bieden om elkaar te leren kennen, waardoor er vertrouwen ontstaat. Dat is volgens hem een groot voordeel van offline sociale netwerken. Ook geeft hij aan dat offline sociale netwerken juist voor starters van groot belang zijn, omdat ze daardoor in contact kunnen komen met ervaren ondernemers, die de starters een stukje coaching of advies kunnen geven.

Acht ondernemers geven aan dat de mogelijkheid om een vertrouwensband op te bouwen een groot voordeel van offline sociale netwerken ten aanzien van online sociale netwerken is. Twee van hen zijn ervan overtuigd dat door die vertrouwensband men opener en eerlijker tegenover elkaar is. Over vertrouwen merkt André de Korte op dat hij van mening is dat dit een van de belangrijkste kwaliteiten van offline sociale netwerken is, omdat men alleen zaken doet met iemand die ze in de ogen hebben kunnen kijken en er een beeld/gevoel bij hebben.

Zes van de ondernemers geven aan dat persoonlijk contact wat offline sociale netwerken kenmerkt als voordeel worden gezien, waarbij men aanvullend opmerkt dat daardoor non-verbale

communicatie mogelijk is, wat een groot deel uitmaakt van communicatie tussen personen. Ook geven 6 ondernemers in dit verband aan dat ze het als voordeel ten aanzien van online sociale netwerken ervaren dat je “iets” kunt overbrengen, waarbij dat ‘iets’ wordt gekenmerkt als: een gevoel, een beleving, signalen/interpretatie, of kennis en ervaring.

§7.4 Nadelen Offline sociale netwerken

Als nadeel van offline sociale netwerken ten aanzien van online sociale netwerken wordt door 6 ondernemers aangegeven: het beperkte bereik (dezelfde mensen, regionale gebondenheid) van offline sociale netwerken.

Een ander nadeel, zoals 4 van de 14 ondernemers opmerkt is het tijdsbeslag van de offline sociale netwerken. Deelname kost volgens hen vaak veel tijd en het resultaat van de investering in tijd is onduidelijk.

Uit de expertinterviews komt ook naar voren dat voornamelijk het tijdsbeslag en de beperkte mogelijkheden van offline communicatie wel eens als een nadeel kunnen gelden voor offline sociale netwerken.

In dit hoofdstuk zijn de door de ondernemers en experts benoemde voordelen en nadelen van online sociale netwerken ten aanzien van offline sociale netwerken besproken. Tevens zijn de voor- en nadelen van offline sociale netwerken ten aanzien van online sociale netwerken in dit hoofdstuk ter sprake gekomen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In dit artikel is gekeken naar de samenstelling van sociale netwerken bij EK-c’s en welke type netwerk kansen biedt voor het realiseren van sociaal kapitaal. Uit de analyse

Bespreek per situatie welke reactie jullie het beste vinden en waarom?. Stel samen een reactie top

een student zich wenst in te schrijven voor eenopleiding en zijn diploma of getuigschrift genoemd in artikel 10 niet voldoet aan de in artikel 12 genoemde eisen en het college van

Grondexploitatie leent zich als onderwerp naar de opvatting van de rekenkamercommissie goed voor een onderzoek, omdat het financieel technisch ingewikkeld is en ondoorzichtig

Het traditionele grammatica- onderwijs lijkt daartoe niet de aangewezen route; wer- ken vanuit overkoepelende taalkundige concepten heeft een veel beter effect.. In deze

Wij zijn blij dat enkele aanpassingen gedaan worden zodat de wet beter aansluit op de geldende praktijk, cliënten betere ondersteuning kunnen ontvangen en administratieve

Daarnaast wordt er met deze studie de totale dagelijkse werklast (in minuten) berekend per type patiënt op basis van gemeten directe verpleegkundige activiteiten en een

De vierde hypothese is opgedeeld in twee delen, het eerste deel luidt: ‘bedrijven met een centrale positie in het netwerk zijn gemiddeld groter dan de overige bedrijven in