• No results found

De tewerkstelling van buitenlandse profvoetballers: een rechtsvergelijkend onderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De tewerkstelling van buitenlandse profvoetballers: een rechtsvergelijkend onderzoek"

Copied!
46
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De tewerkstelling van buitenlandse

profvoetballers: een rechtsvergelijkend onderzoek

MASTERSCRIPTIE

Naam: Anouk Geugjes

Studentnummer:

Universiteit: Universiteit van Amsterdam

Master: Arbeidsrecht

Begeleider: mr. R.C. Branco Martins Inleverdatum: 28 juli 2016

Abstract

Het onderwerp van deze scriptie is de tewerkstelling van buitenlandse profvoetballers in Nederland. Door middel van een prescriptief rechtsvergelijkend onderzoek is onderzocht in hoeverre aanpassing van de Nederlandse regels wenselijk is om de concurrentiepositie van

(2)

Nederland als voetballand te verbeteren. Naast het Nederlandse recht is het Belgische, Duitse en Zweedse recht onderzocht.

De belangrijkste voorwaarden waaraan moet zijn voldaan voordat aan een buitenlandse voetballer een tewerkstellingsvergunning wordt afgegeven, zijn het inkomenscriterium, kwaliteitscriterium, leeftijdscriterium en de speler moet uitkomen in de hoogste

competitieafdeling.

Uit het rechtsvergelijkend onderzoek is gebleken dat aanpassing van de Nederlandse regels er inderdaad toe kan leiden dat de Nederlandse concurrentiepositie zal verbeteren in die zin dat sprake is van een gelijke uitgangspositie en dat aanpassing dus wenselijk is. Om de

concurrentiepositie echter significant te verbeteren, is een quotum op Europeesrechtelijk niveau wenselijk.

INHOUDSOPGAV

(3)

1. HOOFDSTUK 1 Inleiding ………...2

1.1 Relevantie ...2

1.2 Methodologie ...6

2. HOOFDSTUK 2 Nederlands recht ……….……7

2.1 Totstandkoming Wet arbeid vreemdelingen...7

2.2 Hoofdregel...8 2.3 Begrippen...8 2.3.1 Vreemdeling...8 2.3.2 Werkgever...8 2.3.3 Arbeid verrichten...9 2.4 Overige regels...10 2.4.1 Aanvraag...10 2.4.2 Weigeringsgronden...10 2.4.3 Intrekking...11 2.4.4 Toezicht en handhaving...12 2.5 Vrijstellingen vergunningplicht...12

2.5.1 Incidentele arbeid sportwedstrijden...12

2.5.2 Proeftrainingen...12

2.5.3 Kennismigrantenregeling...13

2.6 Criteria profvoetbal...13

2.7 Reglementen KNVB en FIFA...14

2.8 Verblijf...15

3. HOOFDSTUK 3 Buitenlands recht ……….….16

3.1 België...16 3.1.1 Hoofdregel...16 3.1.2 Begrippen...16 3.1.3 Overige regels...17 3.1.3.1 Aanvraag...17 3.1.3.2 Weigeringsgronden...17 3.1.3.3 Intrekking...18 3.1.3.4 Toezicht en handhaving...18 3.1.4 Vrijstellingen vergunningplicht...19 3.1.5 Criteria profvoetbal...19 3.1.6 Reglement KBVB...20 3.1.7 Verblijf...20 3.2 Duitsland...21 3.2.1 Hoofdregel...21 3.2.2 Begrippen...22 3.2.3 Overige regels...23 3.2.3.1 Aanvraag en verblijf...23 3.2.3.2 Weigeringsgronden...23 3.2.3.3 Intrekking...24

(4)

3.2.3.4 Toezicht en handhaving...24 3.2.4 Vrijstellingen vergunningplicht...24 3.2.5 Criteria profvoetbal...25 3.2.6 Reglementen DFB...25 3.3 Zweden...26 3.3.1 Hoofdregel...26 3.3.2 Begrippen...27 3.3.3 Overige regels...27 3.3.3.1 Aanvraag...27 3.3.3.2 Weigeringsgronden...28 3.3.3.3 Intrekking...28 3.3.3.4 Toezicht en handhaving...28 3.3.4 Vrijstellingen vergunningplicht...29 3.3.5 Criteria profvoetbal...29 3.3.6 Reglementen SFB...30 3.3.7 Verblijf...30 4. HOOFDSTUK 4 Conclusies ...………...32 4.1 Inleidende opmerkingen...32

4.2 Aanpassing van Nederlandse wet- en regelgeving...32

4.2.1 Inkomenscriterium...32

4.2.2 Kwaliteitscriterium...33

4.2.3 Overige regels...34

4.3 Maatregelen op Europees niveau...34

4.3.1 Beperkingen in het opstellen van buitenlanders...34

4.3.2 Beperkingen in de toegang tot de arbeidsmarkt...35

5. HOOFDSTUK 5 Conclusie ………...37

(5)

Lijst van afkortingen

AufenthG - Aufenthaltsgesetz

BeschV - Beschäftigungsverordnung

BuWav - Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen

DFB - Deutscher Fußball-Bund

EU - Europese Unie

EEG - Europese Economische Gemeenschap

EER - Europese Economische Ruimte

FBO - Federatie van Betaald voetbal Organisatie

FIFA - Fédération Internationale de Football Association

HvJ EU - Hof van Justitie van de Europese Unie

IND - Immigratie- en Naturalisatiedienst

Inspectie SZW - Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid

K.B. - Koninklijk Besluit

KBVB - Koninklijke Belgische Voetbalbond

KNVB - Koninklijke Nederlandse Voetbalbond

MVV - Machtiging Voorlopig Verblijf

RSTP - Regulations on the Status en Tranfer of Players

RuWav - Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen

SvFF - Svenska Fotbollförbundet

twv - tewerkstellingsvergunning

UEFA - Union Européenne de Football Association

UWV - Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

(6)

Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Relevantie

“Geen werkvergunning meer voor FC Twente-speler Shadrach Eghan”.1 Omdat de

tewerkstellingsvergunning van de voetballer Eghan per februari 2016 afliep, was FC Twente verplicht om de arbeidsovereenkomst van de uit Ghana afkomstige speler open te breken en het salaris te verhogen naar €394.000,-. Vanwege de financiële problemen waarin de club verkeert, was salarisverhoging niet mogelijk. De speler kon niet bij FC Twente in dienst blijven en is daarom noodgedwongen verhuurd aan de Noorse voetbalclub Stabaek Fotball. De Nederlandse voorwaarden om buitenlandse voetballers te contracteren zijn terug te vinden in de Wet arbeid vreemdelingen en aanverwant besluit en regeling. De regels die op

voetballers van toepassing zijn, wijken af van de regels die voor andere werknemers gelden. Tevens hanteren andere landen andere regels voor de toelating van buitenlandse voetballers, waardoor er sprake is van een ongelijke uitgangspositie in het voetbal. In deze scriptie zullen, naast de Nederlandse wet- en regelgeving, de regels van België, Duitsland en Zweden

onderzocht worden. Vervolgens worden overeenkomsten en verschillen met elkaar vergeleken en volgt een oordeel over de wenselijkheid om de Nederlandse regels aan te passen. De probleemstelling die in deze scriptie onderzocht zal worden, luidt:

“In hoeverre is aanpassing van de regels betreffende de tewerkstelling van buitenlandse profvoetballers wenselijk om de internationale concurrentiepositie van Nederland als voetballand te verbeteren?”

Aanpassing van wet- en regelgeving kan wenselijk zijn om de concurrentiepositie van Nederland als voetballand te verbeteren. Deze positie is namelijk de laatste jaren aan het verslechteren.

Na een uiteenzetting van de concurrentiepositie van Nederland, zal in hoofdstuk twee de Nederlandse wet- en regelgeving behandeld worden. Vervolgens wordt in het derde hoofdstuk het Belgische, Duitse en Zweedse recht beschreven. In hoofdstuk vier volgen de conclusies. Ten slotte wordt in hoofdstuk vijf door middel van een eindconclusie antwoord gegeven op de probleemstelling.

1 http://www.gelderlander.nl/algemeen/sport/voetbal/geen-werkvergunning-meer-voor-fc-twente-speler-shadrach-eghan-1.5479929, nieuwsbericht van 26 november 2015.

(7)

Concurrentiepositie

Het Nederlands elftal boekt de laatste jaren matige resultaten. Dit blijkt onder meer uit het feit dat het Nederlands elftal zich voor het eerst sinds 1984 niet heeft gekwalificeerd voor een eindronde van het Europees Kampioenschap. Het mislopen van het EK is voor de

Nederlandse economie slecht, nu veel ondernemers hun omzet zien dalen doordat zij geen EK gerelateerde acties kunnen organiseren.2 Daarnaast loopt de KNVB inkomsten mis doordat bonussen van sponsors niet kunnen worden geïncasseerd en er minder gevraagd kan worden voor tv-gelden en het spelen van oefenwedstrijden. De laatste twee schadeposten hangen samen met het feit dat Nederland door de slechte prestaties imagoschade oploopt.3 Door deelname aan het Wereldkampioenschap van 2014, waar Nederland de halve finale bereikte, maakte de KNVB €2 miljoen winst.4

De resultaten van Oranje zijn terug te zien op de FIFA World Ranking. Deze ranglijst geeft de resultaten weer van de gespeelde interlandwedstrijden van de laatste vier jaren. Voor iedere wedstrijd krijgt een land, afhankelijk van de uitslag, tegenstander en het soort wedstrijd, een aantal punten. Op dit moment neemt Nederland de zeventiende plaats in op de ranglijst, terwijl Nederland in augustus 2011 de lijst nog aanvoerde. Voor bijvoorbeeld België vindt het tegenovergestelde plaats. In januari 2012 nam het land de veertigste positie in, maar inmiddels staat België, na zelfs bovenaan te hebben gestaan, op plek twee. 5

Ook op de UEFA Ranking zakt Nederland. De UEFA hanteert een rangschikking per nationaal elftal, per voetbalbond en per club. Op de ranglijst voor nationale elftallen neemt Nederland plaats zeven in6, in juni 2015 was dit nog plek vier. Doordat het Nederlands elftal zich niet geplaatst heeft voor het EK van 2016 en daar geen punten behaald kunnen worden, zal Nederland nog verder zakken op de ranking.

Aan de hand van de coëfficiëntenlijst per voetbalbond wordt bepaald hoeveel startbewijzen een land krijgt om uit te komen in de Europese competities. Bovendien geldt: hoe hoger een

2 http://www.nu.nl/ondernemen/4120664/mogelijke-uitschakeling-oranje-ek-miljoenenstrop.html, geraadpleegd op 12 februari 2016.

3 http://www.ad.nl/ad/nl/1049/Oranje/article/detail/4163053/2015/10/14/Afgang-Oranje-kan-KNVB-miljoenen-kosten.dhtml, geraadpleegd op 12 februari 2016.

4 Persoonlijk emailbericht KNVB van 29 februari 2016. Over de misgelopen inkomsten van het EK 2016 kan de KNVB niets zeggen, omdat hier geen onderzoek naar gedaan is en dit mede afhangt van de kosten voor verblijf van het Nederlands elftal.

5 FIFA World Ranking, bijgewerkt tot 5 mei 2016. Te raadplegen via www.fifa.com

(8)

land op de ranglijst staat, hoe minder voorrondes er gespeeld dienen te worden om te mogen starten in de groepsfase van de Champions of Europa League. Het aantal punten dat verdiend wordt hangt af van het resultaat van een wedstrijd en het behalen van een bepaalde ronde. Op deze ranking neemt Nederland plaats tien in. Uit een vergelijking van de cijfers per seizoen van de seizoenen 2002/2003 - 2008/2009, en de seizoenen 2009/2010 - 2015/2016, blijkt dat Nederland gemiddeld anderhalve plaats op de ranglijst is gedaald. Nederland staat op dit moment op de laagste plaats sinds in seizoen 2002/2003 met de huidige telling is begonnen. Daarnaast presteert België sinds het seizoen 2012/2013 beter dan Nederland, en sinds seizoen 2015/2016 heeft België Nederland ingehaald op de ranking. België neemt nu de negende plek in. Duitsland presteert vanaf het begin van de telling vrij stabiel en staat op dit moment tweede op de ranglijst. Zweden neemt plek 21 in en bevindt zich gemiddeld genomen rond plaats 24.7

Met het spelen van Europees voetbal gaan grote financiële belangen gemoeid. Voor het bereiken van de groepsfase van de Champions League krijgt een club €12 miljoen. Voor iedere gewonnen wedstrijd in de groepsfase krijgt een club €1,5 miljoen, voor een gelijkspel €500.000. Met het bereiken van de 1/8 finales wordt €5,5 miljoen verdiend, waarna het te verdienen bedrag steeds hoger wordt. Winst van de finale levert €15 miljoen op, verlies €10,5 miljoen. De opbrengsten van de Europa League zijn beduidend lager, maar de winnaar

verdient in totaal alsnog zo’n €15 miljoen. Daarnaast hebben alle clubs recht op inkomsten uit de marketpool. De hoogte van dit bedrag hangt af van de prestaties en de populariteit van een team.8

Slechte prestaties in Europa zijn dus onlosmakelijk verbonden met minder opbrengsten. Als gevolg hiervan hebben clubs een lagere begroting en dus minder budget om nieuwe spelers aan te trekken. De succesvolste clubs kopen de beste spelers en de verschillen tussen landen en clubs worden daarmee groter. Daarnaast is het spelen van wedstrijden in Europees verband een uitstekende mogelijkheid om spelers een podium te bieden zich om ‘in de kijker’ te spelen en een transfer te maken. Een transfer levert een club geld op om bijvoorbeeld nieuwe spelers aan te trekken en jeugdspelers op te leiden.

Wanneer een speler in dienst treedt bij een club, wordt een arbeidsovereenkomst voor

7 UEFA country ranking, bijgewerkt tot 15 april 2016.

(9)

bepaalde tijd gesloten. De FIFA Regulations on the Status en Transfer of Players zijn van toepassing op internationale transfers. Het arbeidscontract moet gerespecteerd worden en kan alleen eindigen bij wederzijds goedvinden of na het verstrijken van de periode waarvoor het is aangegaan.9 Bij voortijdige beëindiging van het arbeidscontract dient een geldsom betaald te worden. Het gaat hier om een vorm van schadevergoeding. Tussentijdse beëindiging is wel mogelijk indien er sprake is van een ‘just cause’.10 Wanneer hiervan sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Het beëindigen van het contract zonder just cause leidt tot financiële compensatie en eventueel tot sportieve sancties.11

Clubs hebben recht op een solidariteitsbijdrage bij iedere transfer die een speler maakt. Vijf procent van de transfersom wordt naar rato verdeeld over alle clubs waarbij de speler tot en met zijn 23e jaar heeft gespeeld.12 Bovendien hebben clubs recht op een opleidingsvergoeding voor spelers die (een deel van) de jeugdopleiding van de club hebben doorlopen.13 De club ontvangt een vergoeding wanneer de speler zijn eerste buitenlandse profcontract tekent of een buitenlandse transfer maakt, tot het einde van het seizoen waarin de speler 23 jaar wordt. De vergoeding is geobjectiveerd en kan, afhankelijk van het niveau waarin de voetbalbond van de club die de speler heeft opgeleid is ingedeeld, oplopen tot €90.000,- per opleidingsjaar.14 Bij binnenlandse transfers is een vergoeding van €1.490,- per opleidingsjaar verschuldigd.15 Met behulp van het spelerspaspoort kan worden achterhaald aan welke clubs een vergoeding verschuldigd is.16 Internationale transfers zijn overigens, behoudens uitzonderingen, pas toegestaan wanneer de speler de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.17

Wanneer de selecties van de beste vijf Nederlandse, Belgische, Duitse en Zweedse clubs18 met elkaar vergeleken worden, valt een aantal dingen op. In Nederland speelt maar liefst 40,8% van de voetballers bij de club die de speler (deels) heeft opgeleid. In Zweden is dit 31,7%, in België 22,6% en in Duitsland 21,2%. Het is echter wel zo dat, op enkele uitzonderingen na, voetballers die bij de club spelen waardoor zij zijn opgeleid minder waard zijn dan voetballers

9 Art. 13 FIFA RSTP. 10 Art. 14 FIFA RSTP. 11 Art. 17 FIFA RSTP.

12 Art. 21 FIFA RSTP, Annexe 5 FIFA RSTP. 13 Art. 20 FIFA RSTP.

14 Commentary Annexe 4 FIFA RSTP.

15 Art. 12 lid 4 KNVB Reglement Overschrijvingsbepalingen Algemeen, Opleidingsvergoeding en Solidariteitsbijdrage.

16 Commentary Art. 7 FIFA RSTP. 17 Art. 19 FIFA RSTP.

(10)

die bij een andere club hun opleiding hebben genoten.19 Een mogelijke verklaring hiervoor is dat talentvolle voetballers al op jonge leeftijd vertrekken naar rijke clubs uit buitenlandse competities. Op het moment dat een speler daadwerkelijk doorbreekt in de Eredivisie, staan buitenlandse clubs in de rij om de voetballer over te nemen. Vanwege verschillen in begroting is het voor Nederlandse clubs vaak lastig om spelers te behouden.

1.2 Methodologie

In deze scriptie zullen, door middel van een prescriptief rechtsvergelijkend onderzoek, de Nederlandse regels omtrent de toegang tot de arbeidsmarkt voor buitenlandse profvoetballers worden vergeleken met die van België, Duitsland en Zweden. Er is voor België en Duitsland gekozen vanwege de geografische ligging. Bovendien maakt het Belgische voetbal de laatste jaren een sterke ontwikkeling door. De Duitse competitie is daarnaast één van de sterkste competities van Europa. Er is tevens gekozen voor een rechtsvergelijking met Zweden omdat het Zweedse recht op dit gebied afwijkt van het Nederlandse recht. Daarbij is gebruik

gemaakt van wet- en regelgeving, bondsreglementen, literatuur, jurisprudentie en kamerstukken.

Hoofdstuk 2: Nederland

19 Gebaseerd op de gegevens van transfermarkt.nl. De marktwaarde van een speler wordt vastgesteld op basis van kwaliteit en potentie, het niveau van de club en competitie, prestaties, leeftijd en positie. Gegevens van 25 april 2016.

(11)

2.1 Totstandkoming Wet arbeid vreemdelingen

Sinds de jaren dertig van de 20e eeuw wordt de toelating van vreemdelingen gereguleerd in Nederland door middel van de Wet tot regeling van het verrichten van arbeid in loondienst door vreemdelingen. De wet werd ingevoerd vanwege de werkloosheid ten gevolge van economische crisis. Bij de beoordeling van de toelating tot de Nederlandse arbeidsmarkt werd gekeken of er bezwaren tegen de toelating van een buitenlander bestonden. Na de Tweede Wereldoorlog werd een twv verleend indien het in het Nederlands belang was dat de vreemdeling toegang tot Nederland kreeg.20

In 1969 trad de Wet arbeidsvergunning vreemdelingen in werking. Er was inmiddels een tekort aan werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt, waardoor soepele regels gewenst waren. Daarnaast was aanpassing noodzakelijk door het Benelux-arbeidsverdrag en het vrij verkeer van werknemers binnen de EEG.21

Er ontstond daarna steeds minder noodzaak om buitenlandse werknemers naar Nederland te halen. Dit hing samen met de massale migratie in de voorgaande jaren, uitbreiding van de EEG en automatisering. Er kwam meer vraag naar geschoolde arbeid, terwijl veel

buitenlandse werknemers juist ongeschoold waren. Een twv werd met name nog verkregen voor onder andere beroepssporters.22 In 1979 werd de Wet arbeid buitenlandse werknemers ingevoerd, waarin een nog restrictiever beleid gevoerd werd.23

In 1995 trad de Wav in werking. Vervanging van de Wabw was wenselijk omdat de wet te weinig mogelijkheden bood voor maatwerk. De voortdurende uitbreiding van de Europese Unie en de omvang van migratie werden daarnaast ook als argumenten aangedragen om een nog restrictiever toegangsbeleid te hanteren. Bovendien moest de werkloosheid en het beroep op bijstandsuitkeringen worden beperkt.24 De wet is inmiddels diverse keren aangepast, onder meer door invoering van de kennismigrantenregeling in het BuWav en een strengere

arbeidsmarkttoets.25 De huidige Wav en de aanverwante regels zullen in dit hoofdstuk besproken worden. 2.2 Hoofdregel 20 De Lange 2007, p. 44. 21 Franssen 2013, p. 5. 22 De Lange 2007, p. 93. 23 Franssen 2013, p. 6. 24 Franssen 2013, p. 7. 25 Kamerstukken II 2012/2013, 33 475, nr. 3, p. 2 en 3.

(12)

De hoofdregel van de Wet arbeid vreemdelingen luidt als volgt:

“Het is een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning of zonder dat een vreemdeling in het bezit is van een gecombineerde vergunning voor werkzaamheden bij die werkgever.”26

Voor een goed begrip van bovengenoemd artikel, is het van belang om enkele begrippen toe te lichten.

2.3 Begrippen

2.3.1 Vreemdeling

De Wav verwijst voor de betekenis van het begrip vreemdeling naar de Vreemdelingenwet 2000.27 Uit art. 1 sub m Vreemdelingenwet 2000 volgt dat iedere persoon die de Nederlandse nationaliteit niet bezit en niet op grond van een wettelijke bepaling als Nederlander moet worden behandeld, een vreemdeling is. Het arbeidsverbod geldt niet voor een vreemdeling ten aanzien van wie een twv niet mag worden verlangd.28 Het gaat om EU-onderdanen die op grond van het vrij verkeer van werknemers in de gehele Europese Unie arbeid mogen

verrichten, zonder voorwaarden te stellen die gebaseerd zijn op nationaliteit.29 Op dit moment geldt een uitzondering voor onderdanen van Kroatië. Omdat het land pas sinds 1 juli 2013 lid is van de EU, is het mogelijk het vrij verkeer van werknemers uit te stellen tot maximaal 2020. Hier heeft Nederland gebruik van gemaakt.30 Op grond van het akkoord dat is gesloten in het kader van de EER is ook voor onderdanen van Noorwegen, IJsland en Liechtenstein geen twv nodig. De EER heeft daarnaast een overeenkomst gesloten met Zwitserland31 waardoor voor Zwitserse onderdanen geen twv vereist is. Ook voor Japanners geldt de vergunningplicht niet vanwege het Nederlands-Japans Verdrag.32

2.3.2 Werkgever

De werkgever is degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten, evenals de natuurlijke persoon die een ander huishoudelijke of persoonlijke

26 Art. 2 lid 1 Wav. 27 Art. 1 sub c Wav. 28 Art. 3 lid 1 sub a Wav. 29 Art. 45 VWEU.

30 Kamerstukken II 2014/2015, 29 407, nr. 203. 31 Trb 2000, nr. 16, p. 13.

(13)

diensten laat verrichten.33 Het gaat om een feitelijk werkgeversbegrip. Onder werkgever wordt zowel een natuurlijke persoon als rechtspersoon verstaan. Niet van belang is of een

arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW bestaat, maar louter of de werkgever een ander arbeid laat verrichten. Er is voor een feitelijk begrip gekozen omdat in de praktijk op diverse manieren werd geprobeerd om de vergunningplicht te omzeilen.34 Wanneer een voetballer vanuit het buitenland gehuurd wordt door een Nederlandse voetbalclub, is de Nederlandse club werkgever en is een twv vereist. De Nederlandse club laat de speler immers arbeid verrichten. Ook voor spelers die binnen Nederland verhuurd worden, is een nieuwe twv vereist.35 Het feit dat een speler geregistreerd moet zijn voordat hij officiële wedstrijden mag spelen, zorgt ervoor dat er vrijwel geen onduidelijkheid bestaat over wie de werkgever is.36

2.3.3 Arbeid verrichten

De Wav geeft niet aan wat onder ‘arbeid verrichten’ verstaan moet worden. Voldoende is dat het gaat om gedragingen die zijn verricht in opdracht of ten dienste van de werkgever.37 Of er opdracht is gegeven om de arbeid te verrichten is niet van belang.38 Ook de omvang van de arbeid is niet relevant, maar de omstandigheden van het geval kunnen ertoe leiden dat er toch geen twv vereist is.39 Voor EU-burgers die onder het begrip vreemdeling vallen, zoals op dit moment onderdanen van Kroatië, geldt het werknemersbegrip van art. 45 VWEU. Iedereen die reële en daadwerkelijke arbeid verricht, met uitsluiting van werkzaamheden die van zo geringe omvang zijn dat zij louter marginaal en bijkomstig zijn, valt onder het

werknemersbegrip. Dat er eventueel geen loon betaald wordt doet niet af aan het feit dat sprake is van het verrichten van arbeid.40 Voor personen waarop art. 45 VWEU van

toepassing is, is echter wel vereist dat er een beloning tegenover de werkzaamheden staat.41 Tevens neemt het leereffect van bepaalde werkzaamheden, behoudens enkele uitzonderingen, niet weg dat het gaat om arbeid.42 Wanneer een voetballer die valt onder het

vreemdelingenbegrip dus meespeelt en/of –traint bij een club, zal in beginsel een twv vereist

33 Art. 1 sub b Wav.

34 Kamerstukken II 1993/1994, 23 574, nr. 3, p. 13.

35 FBO 2011, p. 17. Uitspraak inzake speler Roda JC die verhuurd werd aan MVV. 36 Art. 53 KNVB Reglement Betaald Voetbal.

37 ABRvS 3 juni 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BI6084. 38 ABRvS 3 december 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG5912. 39 Franssen 2013, p. 38.

40 Franssen 2013, p. 39. 41 HvJEU 3 juli 1986, 66/85.

(14)

zijn. Hij verricht immers arbeid ten behoeve van de club. 2.4 Overige regels Wet arbeid vreemdelingen

2.4.1 Aanvraag

De twv moet op grond van art. 6 lid 1 Wav door de werkgever worden aangevraagd. De FBO43 doet meestal de aanvragen namens de Nederlandse betaald voetbalorganisaties.44 De aanvraag vermeldt onder andere de personalia van de vreemdeling en voor welke

werkzaamheden een twv gewenst is.45 Het UWV is de instantie die vervolgens beslist of een twv wordt afgegeven.46 De termijn waarbinnen het besluit moet zijn genomen, bedraagt volgens art. 6 lid 2 Wav vijf weken. De twv wordt in beginsel voor ten hoogste één jaar verleend.47 Voor het voetbal geldt een maximale termijn van drie jaar.48 Het is het gehele jaar mogelijk een aanvraag in te dienen.49 Indien de werkgever de twv wil verlengen, moet

opnieuw een aanvraag ingediend worden en moet opnieuw aan alle vereisten worden voldaan. Voor een vreemdeling die met een twv vijf jaar in Nederland heeft gewerkt, is op grond van art. 4 lid 2 sub b Wav geen twv meer vereist.

2.4.2 Weigeringsgronden

In art. 8 lid 1 sub a-h Wav staan de imperatieve weigeringsgronden. Wanneer een van deze gronden van toepassing is, mag er geen twv worden verleend. De twv wordt geweigerd indien er voldoende prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt aanwezig is. Dit wordt de

arbeidsmarkttoets genoemd.50 Nederlanders, EU-burgers waarvoor het vrij verkeer van werknemers geldt en vreemdelingen met een verblijfsvergunning waaruit blijkt dat geen beperkingen zijn verbonden aan het verrichten van arbeid, die aanwezig zijn op de arbeidsmarkt en in staat zijn om de aangeboden werkzaamheden te verrichten, hebben

voorrang op een vreemdeling zonder twv. Het gaat hier niet om concrete beschikbaarheid, de werkgever dient namelijk zelf actief op het aanbod te werven.51 Een vacature moet daarnaast minstens vijf weken voordat een twv wordt aangevraagd bij het UWV zijn gemeld. Is dit niet

43 De Federatie Betaald voetbal Organisatie is de werkgeversorganisatie in het Nederlandse betaald voetbal. Zie www.fbo.nl

44 Kroes 2011, p. 127. 45 Art. 7 lid 1 Wav.

46 Art. 5 lid 6 jo art. 1 RuWav. 47 Art. 11 lid 1 Wav.

48 Par. 17 RuWav. 49 FBO 2011, p. 7.

50 Franssen 2013, p. 113, 116.

(15)

gebeurd, dan wordt de twv geweigerd. De werkgever moet ook voldoende inspanningen hebben verricht om de vacature te laten vervullen door prioriteitgenietend aanbod. Een twv wordt tevens geweigerd indien de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen of

arbeidsomstandigheden beneden het niveau liggen dat wettelijk vereist is of in een bepaalde bedrijfstak gebruikelijk is. Voor een vreemdeling zonder verblijfsvergunning is het niet mogelijk om een twv te verkrijgen. Een twv wordt ook geweigerd wanneer de werkgever niet ten minste het minimumloon betaald. Voor een deeltijdbaan moet minimaal het maandelijkse wettelijk minimumloon betaald worden voor een fulltimebaan.52 Ten slotte kan geen twv verleend worden indien deze aangevraagd wordt voor werkzaamheden die niet in het

Nederlands belang zijn of indien een limiet is gesteld aan het aantal te verlenen vergunningen en deze limiet bereikt is.

Art. 9 lid 1 sub a-j Wav bevat een aantal facultatieve weigeringsgronden. Het UWV heeft de bevoegdheid om een twv te weigeren indien een weigeringsgrond van toepassing is, maar is hiertoe niet verplicht. Een twv mag onder andere geweigerd worden indien voorzienbaar is dat binnen redelijke termijn prioriteitgenietend aanbod beschikbaar zal komen. Een twv kan bovendien worden geweigerd aan een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt of ouder is dan 45 jaar.53 Weigering is ook mogelijk indien een werkgever zich in het verleden niet heeft gehouden aan een beperking of voorschrift. Daarnaast is het mogelijk dat geen twv wordt verleend als geen passende huisvesting voor de vreemdeling beschikbaar is.

2.4.3 Intrekking

Een twv kan worden ingetrokken indien onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en een andere beslissing ten aanzien van de twv zou zijn genomen indien deze gegevens bekend waren geweest. Als verblijf in Nederland aan de vreemdeling is geweigerd of wanneer geen gebruik wordt gemaakt van de twv is intrekking ook mogelijk.54 In art. 12a en 12b Wav worden enkele andere intrekkingsgronden genoemd, waaronder het opgelegd hebben gekregen van een bestuurlijke boete. Art. 13 Wav geeft aan dat intrekking ook mogelijk is indien in strijd wordt gehandeld met opgelegde beperkingen of voorschriften.

2.4.4 Toezicht en handhaving

De Inspectie SZW is belast met het toezicht op de naleving van de Wav. Op grond van art.

52 Kamerstukken II 2012/2013 33 475, nr. 3, p. 7. 53 Art. 9 RuWav.

(16)

19a Wav wordt een bestuurlijke boete aan de werkgever opgelegd indien een overtreding wordt geconstateerd. Onder andere het laten werken van een vreemdeling zonder twv is een overtreding.55 De hoogte van de bestuurlijke boete bedraagt voor rechtspersonen €8.000,- en voor natuurlijke personen €4000,-, zie art. 19d lid 6 Wav joBeleidsregels boeteoplegging Wav.56 Bij recidive of een ernstige overtreding kan de boete verhoogd worden.57 Matiging is, afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, evenredigheid en de mate van

verwijtbaarheid, mogelijk op grond van art. 10 Beleidsregels boeteoplegging Wav. Bij

recidive kan de Inspectie SZW op grond van art. 17b Wav, na een schriftelijke waarschuwing voor een eerdere overtreding binnen vijf jaar, maximaal drie maanden het werk stilleggen. De stillegging heeft het preventieve doel herhaling van de overtreding te voorkomen.

2.5 Vrijstellingen vergunningplicht

In het Besluit uitvoering Wav worden diverse voorwaarden gegeven waaronder geen twv vereist is. Enkele uitzonderingen zijn relevant voor het voetbal en zullen in deze paragraaf besproken worden.

2.5.1 Incidentele arbeid sportwedstrijden

Art. 1 lid 1 sub a onder 6 BuWav geeft aan dat geen twv vereist is voor een vreemdeling die zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft en incidentele arbeid verricht uitsluitend bestaande uit deelname aan sportwedstrijden. Hierbij kan gedacht worden aan een voetballer in dienst van een buitenlandse voetbalclub die in het kader van een toernooi, zoals de Champions League, een enkele wedstrijd in Nederland speelt. De maximale duur van deze incidentele arbeid is zes aaneengesloten weken binnen een periode van 13 weken.58

2.5.2 Proeftrainingen

Daarnaast is geen twv vereist voor een vreemdeling die onbeloond deelneemt aan een

proeftraining in het betaald voetbal.59 De proeftraining en proeftrainingsperiode moeten in het kader van een sollicitatieprocedure schriftelijk zijn overeengekomen. De training duurt maximaal vier aaneengesloten weken binnen een tijdsbestek van een jaar.60 Bovendien moet de voetballer minimaal de leeftijd van 17 jaar hebben bereikt om onder deze uitzondering te

55 Art. 18 Wav.

56 Stcrt. 2015, nr. 36169. Zie RvS 7 oktober 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3138. 57 Art. 19a en 19d Wav.

58 Art. 1 lid 2 onder c BuWav. 59 Art. 1 lid 1 sub a onder 8 BuWav. 60 Art. 1 lid 2 sub d BuWav.

(17)

kunnen vallen.61 Er mag een onkostenvergoeding worden uitgekeerd aan de speler.62 De speler mag deelnemen aan oefenwedstrijden, maar niet aan wedstrijden met een meer officieel karakter.63

2.5.3 Kennismigrantenregeling

Een vreemdeling die als kennismigrant tewerk wordt gesteld op basis van een

arbeidsovereenkomst heeft ook geen twv nodig om in Nederland te kunnen werken. Het maakt in principe niet uit welke werkzaamheden hij komt verrichten. Het enige vereiste dat geldt is het inkomenscriterium. De kennismigrant moet ten minste €3.108,- bruto per maand (€37.296,- op jaarbasis) verdienen indien hij de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt. Voor personen vanaf 30 jaar geldt een minimumbrutosalaris van €4.240,- per maand (€50.880,- op jaarbasis).64 Er wordt getoetst of het salaris marktconform is. Voor

beroepsvoetballers geldt de kennismigrantenregeling echter niet, in tegenstelling tot voor andere sporters.65

2.6 Criteria profvoetbal

In paragraaf 16 en 17 RuWav worden de criteria gegeven waaraan voldaan moet worden voordat voor een beroepsvoetballer een twv wordt afgegeven. In het verleden moesten clubs aantonen waarom een buitenlandse speler beter was dan een Nederlandse voetballer, maar dit was niet objectief vast te stellen.66

Ten eerste geldt een inkomenscriterium. Voor iedere sport geldt dat de beloning

marktconform moet zijn. Hier is sprake van indien de beloning minimaal gelijk is aan de beloning voor spelers die behoren tot de beste 20% van de betreffende sport. De beloning dient in het voetbal minimaal 150% van de gemiddelde beloning in de Eredivisie in het voorgaande seizoen te bedragen, inclusief resultaatafhankelijke premies, tekengeld en vakantiegeld.67 Voor 18- en 19-jarige spelers gaat het om 75% van het gemiddelde

Eredivisiesalaris. Het inkomensgemiddelde voor het seizoen 2015/2016 bedraagt €263.077,- bruto. Het inkomenscriterium is daarmee €394.616,- en voor 18- en 19-jarigen €197.308,-.68 Indien de club de twv wil verlengen en dus een nieuwe twv voor de speler aanvraagt, dient het

61 Art. 1 lid 3 BuWav. 62 FBO 2011, p. 16. 63 Franssen 2015, p. 37. 64 Art. 1d lid 1 sub a BuWav. 65 Art. 1d lid 2 sub a Buwav. 66 Branco Martins 2004, p. 31. 67 Branco Martins 2004, p. 31.

(18)

salaris aangepast te worden aan de leeftijd van de speler op dat moment.

De voetballer moet daarnaast ook voldoen aan het kwaliteitscriterium. Dit houdt in dat de speler direct voorafgaande aan de tewerkstelling op geregelde basis heeft deelgenomen aan een competitie die ten minste even sterk is als de hoogste Nederlandse competitieafdeling. De speler moet in het seizoen voorafgaande aan de tewerkstelling zijn uitgekomen in de hoogste competitie van een land dat, op het moment van indienen van de aanvraag voor de twv, behoort tot de beste 40 landen op de FIFA World Ranking.69 De speler mag ook op andere wijze bewezen hebben over vergelijkbare kwaliteiten te beschikken. Hierbij kan gedacht worden aan deelname aan een wereldkampioenschap, waarbij tevens internationale jeugdkampioenschappen meetellen.70

De twv moet aangevraagd worden voor een arbeidsplaats in de hoogste competitieafdeling. Hieronder vallen zowel de Eredivisie als Eerste Divisie. Zoals eerder vermeld, kan een twv geweigerd worden indien de speler de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt. In principe wordt de twv altijd geweigerd, tenzij sprake is van een uitzonderlijk talent.71

2.7 Reglementen KNVB en FIFA

In de reglementen van de KNVB staan enkele bepalingen omtrent de twv. In deze paragraaf zullen de relevante bepalingen kort worden besproken.

De geldigheid van een spelerscontract mag niet afhankelijk worden gesteld van het verkrijgen van een twv.72 Dit volgt ook uit art. 18 lid 4 FIFA RSTP. Een speler mag pas deelnemen aan door de KNVB uitgeschreven of goedgekeurde wedstrijden indien de speler voldaan heeft aan de wettelijke eisen, inclusief de eisen met betrekking tot de twv.73

Wanneer een contractspeler wil uitkomen in bindende wedstrijden, is overschrijving nodig om speelgerechtigd te kunnen zijn.74 Een speler moet namelijk bij een club geregistreerd staan.75 In het Domestic Transfer Matching System dienen alle relevante gegevens van de speler vermeld te worden, waaronder verplichtingen ten aanzien van een twv.76 Wanneer het om een internationale overschrijving gaat, moet door de KNVB eerst een internationaal

transfercertificaat worden aangevraagd bij de voetbalbond van de voetbalclub waar de speler

69 FBO 2011, p. 7. 70 Kroes 2011, p. 129. 71 Kroes 2011, p. 129.

72 Art. 53 lid 2 KNVB Reglement Betaald Voetbal.

73 Art. 5 lid 1 sub b KNVB Reglement Wedstrijden Betaald Voetbal. 74 Art. 3 lid 1 KNVB Reglement Overschrijvingsbepalingen Betaald Voetbal. 75 Art. 9 FIFA RSTP.

(19)

wenst te vertrekken.77 Het overschrijvingsverzoek moet ingevoerd worden in het International Transfer Matching System en moet in overeenstemming zijn met de reglementen van de FIFA.

2.8 Verblijf

Een twv geeft een vreemdeling geen recht om in Nederland te verblijven. Bij het IND moet een aanvraag ingediend worden voor een verblijfvergunning. Alvorens de vreemdeling naar Nederland afreist, is een MVV vereist. De MVV procedure wordt in het betaald voetbal in de regel opgestart door de referent (verblijfgever) van de vreemdeling. De referent dient een adviesaanvraag in bij de IND, bedoeld ter ondersteuning van de later in te dienen MVV-aanvraag bij de Nederlandse ambassade in het land van herkomst van de vreemdeling. Vervolgens zendt de IND een advies naar de Nederlandse ambassade. Indien er geen

bezwaren zijn, ontvangt de vreemdeling een sticker in zijn paspoort en kan hij naar Nederland afreizen. Deze procedure duurt gemiddeld drie maanden. Gedurende deze periode mag de vreemdeling niet in Nederland verblijven. Indien de procedure via de FBO loopt, kan de termijn aanzienlijk verkort worden.78 Er zijn bovendien landen waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten waardoor voor ingezetenen van deze landen geen MVV vereist is. Bij aankomst in Nederland dient een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd te worden

aangevraagd. Het is mogelijk om bij de IND een verblijfsvergunning met aantekening ‘arbeid in loondienst’ aan te vragen. Omdat het om een gecombineerde vergunning gaat, hoeft een twv niet apart te worden aangevraagd. De IND informeert bij het UWV over het

arbeidsgedeelte.79 De gecombineerde vergunning wordt voor maximaal een jaar verleend.80 Na vijf jaar onafgebroken en rechtmatig verblijf kan een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd worden verleend.81

Hoofdstuk 3 – Buitenlands recht 3.1 België

77 Art. 3 lid 3 KNVB Reglement Overschrijvingsbepalingen Betaald Voetbal, art. 9 FIFA RSTP. 78 FBO 2011, p. 13.

79 Art. 14a Vreemdelingenwet 2000 jo art. 5 lid 2 Wav. 80 Art. 14 lid 5 Wav.

(20)

3.1.1 Hoofdregel

De Belgische regels inzake de tewerkstelling van buitenlanders zijn verankerd in de

Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.82 De wet is van toepassing op buitenlandse werknemers en op de werkgevers.83 De hoofdregel staat in art. 4 § 1 en luidt:

“De werkgever die een buitenlandse werknemer wenst tewerk te stellen moet vooraf een arbeidsvergunning hebben verkregen van de bevoegde overheid. De werkgever mag de diensten van deze werknemer enkel gebruiken binnen de perken van deze vergunning.”

Een buitenlandse werknemer dient over een arbeidskaart te beschikken.84

3.1.2 Begrippen Buitenlander

Een buitenlandse onderdaan of werknemer is een onderdaan of werknemer die niet de Belgische nationaliteit bezit.85 Een buitenlandse onderdaan die anders dan krachtens een arbeidsovereenkomst, arbeid verricht onder het gezag van een ander persoon, wordt gelijkgesteld met een buitenlandse werknemer.86 Een onderdaan van een derde land is een onderdaan van een land dat geen lid is van de EER of een onderdaan van een land waarvoor het vrij verkeer niet geldt.87

Werkgever

Een werkgever is degene die een werknemer tewerkstelt, op basis van een

arbeidsovereenkomst of vanwege het feit dat er onder gezag arbeid wordt verricht.88 Net als in Nederland, is in België de definitie van werkgever dus uitgebreid tot een feitelijk begrip.

Arbeid

Alle arbeid die onder gezag van een werkgever wordt verricht, valt onder arbeid in de zin van de Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

82 Officiële benaming is Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. 83 Art. 3 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

84 Art. 5 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 85 Art. 2 onder 1 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 86 Art. 3 onder 1 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 87 Art. 2 onder 4 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 88 Art. 3 onder 2 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

(21)

3.1.3 Overige regels 3.1.3.1 Aanvraag

De aanvraag voor een arbeidsvergunning wordt ingediend door de werkgever. Bij een succesvolle aanvraag van de arbeidsvergunning, wordt gelijktijdig een arbeidskaart B

afgegeven aan de werknemer. Dit is een arbeidskaart die geldig is voor de duur van maximaal twaalf maanden en slechts geldig is bij één werkgever.89 De aanvraag moet worden ingediend bij ‘de bevoegde overheid’, te weten de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. 90 Bij de aanvraag dient een geneeskundig getuigschrift te worden toegevoegd waaruit blijkt dat de werknemer niet op korte termijn arbeidsongeschikt zal raken.91 Op voorhand dient een arbeidsovereenkomst te worden gesloten en bijgevoegd.92 In principe wordt binnen tien werkdagen beslist op de aanvraag.93 Een maand voordat de arbeidsvergunning en –kaart hun geldigheid verliezen, moet een eventuele verlengingsaanvraag worden ingediend. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als bij de eerste aanvraag, er hoeft echter niet opnieuw een geneeskundig getuigschrift te worden bijgevoegd.

Nadat de werknemer vier jaar binnen tien jaar wettig en ononderbroken verblijf in België arbeid verricht heeft met een arbeidskaart B, kan hij een arbeidskaart A aanvragen. Voor onderdanen van landen waarmee België internationale overeenkomsten gesloten heeft, is de termijn drie jaar.94 De arbeidskaart A geldt voor onbepaalde tijd en voor alle in loondienst uitgeoefende beroepen.95 Als de werknemer over een arbeidskaart A beschikt, is niet langer een arbeidsvergunning vereist.96

3.1.3.2 Weigeringsgronden

De arbeidsvergunning en arbeidskaart worden geweigerd indien de aanvraag onvolledige of onjuiste gegevens bevat of wanneer de voorwaarden genoemd in de wet en

uitvoeringsbesluiten niet zijn vervuld. Weigering is tevens aan de orde als de tewerkstelling strijdig is met de openbare orde, openbare veiligheid, wetten en reglementen of internationale overeenkomsten en akkoorden. Het persoonlijk gedrag van de werknemer kan ook een reden zijn om de arbeidsvergunning en –kaart te weigeren. Ook moet worden voldaan aan de

89 Art. 3 onder 2 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. Officiële benaming is het Koninklijk Besluit houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

90 Art. 2 onder 2 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet jo art. 6 § 1, IX onder 3 Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.

91 Art. 14 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 92 Art. 12 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 93 Hendrickx e.a. 2004, p. 67.

94 Art. 16 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 95 Art. 3 onder 1 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 96 Art. 4 § 1 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

(22)

Belgische loon- en arbeidsvoorwaarden. Daarnaast moet de werknemer met de inkomsten die tegenover de arbeid staan, in staat gesteld worden in zijn behoeften te voorzien. Ten slotte wordt een vergunning geweigerd indien er negatief is beslist op het verblijf van de

werknemer.97

Indien het binnen de arbeidsmarkt van België en de EER mogelijk is binnen een redelijke termijn een werknemer te vinden die geschikt is om een arbeidsplaats te bekleden, wordt aan deze persoon de voorkeur gegeven. Eventueel kan een gepaste beroepsopleiding gevolgd worden, zolang de werknemer maar op een bevredigende wijze en binnen een redelijke termijn de functie kan uitoefenen.98 Dit is de arbeidsmarkttoets.

Een arbeidsvergunning wordt alleen toegekend aan onderdanen van landen waarmee België door internationale overeenkomsten of akkoorden inzake tewerkstelling van werknemers verbonden is.99 Voor beroepssporters en andere bijzondere categorieën van werknemers geldt deze weigeringsgrond niet.100

Ten slotte wordt een arbeidsvergunning niet aan de werkgever verleend indien de

buitenlandse onderdaan naar België is gekomen om er te worden tewerkgesteld voordat de werkgever over een arbeidsvergunning beschikt.101

3.1.3.3 Intrekking

De arbeidsvergunning en arbeidskaart worden ingetrokken indien, nadat de vergunning en kaart zijn afgegeven, zich een van de weigeringsgronden voordoet. Indien achteraf blijkt dat de werknemer of werkgever gebruik heeft gemaakt met bedrieglijke praktijken zal ook intrekking plaatsvinden.102

3.1.3.4 Toezicht en handhaving

Wanneer een werkgever een buitenlandse onderdaan die niet rechtmatig in België verblijft, arbeid laat verrichten, kan een gevangenisstraf volgen van zes maanden tot drie jaar, en/of een strafrechtelijke geldboete van €600,- tot €6000,-. Wordt niet tot strafrechtelijke vervolging overgegaan, dan kan een administratieve geldboete van €300,- tot €3000,- worden

opgelegd.103 Een werknemer zonder arbeidsvergunning dan wel –kaart arbeid laten verrichten

97 Art. 34 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 98 Art. 8 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 99 Art. 10 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 100 Art. 11 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 101 Art. 4 § 2 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 102 Art. 35 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 103 Art. 12 § 1 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

(23)

wordt bestraft met een strafrechtelijke geldboete variërend van €100,- tot €1000,-, of een administratieve geldboete van €50,- tot €500,-.104 Via de rechter kan een sluiting van de onderneming worden opgelegd voor de duur van één maand tot drie jaar. Het besluit van de rechter moet met redenen omkleed zijn en moet noodzakelijk en in verhouding staan tot het geheel van de betrokken sociaaleconomische belangen. Voor het laten verrichten van arbeid zonder arbeidsvergunning is geen bedrijfssluiting mogelijk.105

3.1.4 Vrijstellingenvergunningplicht

Het Koninklijk Besluit behorende bij de Buitenlandse Arbeidskrachtenwet geeft aan in welke gevallen geen arbeidskaart vereist is. De werkgever hoeft in dat geval ook niet over een arbeidsvergunning te beschikken.106 Voor sporters zijn de onderstaande vrijstellingen relevant. In verband met het vrij verkeer van werknemers zijn Zwitserse en EER-onderdanen

vrijgesteld van de verplichting tot het verkrijgen van een arbeidskaart.107 In België geldt ook voor onderdanen van Kroatië het vrij verkeer van werknemers.108

Tevens is voor buitenlandse sporters die in het buitenland tewerkgesteld worden door een buitenlandse werkgever en naar België komen om aan internationale sportwedstrijden mee te doen geen arbeidsvergunning en -kaart vereist. Wanneer de sporter een Belgische werkgever heeft, is wel een arbeidsvergunning en –kaart nodig.109 Dit geldt ook voor scheidsrechters, begeleiders, officiële vertegenwoordigers, personeelsleden en andere personen geaccrediteerd of erkend door nationale dan wel internationale sportfederaties. Hierbij geldt dat het verblijf in België de duur van drie aaneengesloten maanden niet mag overschrijden.110

3.1.5 Criteria profvoetbal

Het Belgische recht kent geen criteria die specifiek voor het profvoetbal gelden. Wel bestaan er regels die van toepassing zijn op iedere professionele sporter. De sporter moet in dat geval aangeworven zijn met een arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars.111 Dit impliceert dat de arbeidsovereenkomst voldoet aan de bepalingen van de Wet betreffende arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. Met name is van belang dat de sporter de verplichting aangaat om zich voor te bereiden of deel te nemen aan een sportcompetitie of

104 Art. 12 § 3 onder 1 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 105 Art. 12 § 6 jo §8 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 106 Art. 7 Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

107 Art. 2 onder 1 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 108 Art. 38ter K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 109 Hendrickx e.a. 2004, p. 50.

110 Art. 2 onder 16 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet. 111 Art. 1 onder 11 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

(24)

–exhibitie onder het gezag van een ander persoon en dat het overeengekomen salaris een bepaald bedrag overschrijdt. Voor het seizoen 2015-2016 is dat bedrag €9.600,-.112 Ingeval het brutoloon minstens het achtvoudige van bovengenoemd bedrag is, wordt bij de toekenning van de arbeidsvergunning en –kaart de arbeidsmarkttoets niet toegepast.113 Het bruto jaarloon dient dus op zijn minst €76.800,- te bedragen en bestaat uit het vaste loon, winstpremies en tekengelden.114 Indien het loon lager is, gelden de gewone regels en wordt de

arbeidsmarkttoets wel toegepast.115 De minimumleeftijd die een voetballer bereikt moet hebben om een voltijdse arbeidsovereenkomst te tekenen, is 18 jaar.116

3.1.6 Reglement KBVB

Bij de aanvraag van de spelerslicentie aan de KBVB voor een voetballer die onderdaan is van een derde land moet een kopie van de arbeidskaart of een officiële mededeling waarin

vermeld wordt dat een arbeidsvergunning is toegestaan, worden bijgevoegd.117 Een club die een proflicentie aanvraagt, moet zich daarnaast houden aan de wetten en decreten omtrent de arbeidsvergunning.118 Bij een binnenlandse transfer moet het document overlegd worden waaruit blijkt dat de speler over een tewerkstellingsvergunning beschikt.119

3.1.7 Verblijf

Na het ontvangen van de arbeidskaart B, kan de buitenlandse werknemer bij de Belgische ambassade in zijn eigen land een visum D aanvragen om voor langer dan drie maanden in België te kunnen verblijven.120 De Dienst Vreemdelingenzaken neemt hierover het besluit.121 De machtiging wordt verleend voor maximaal een jaar, afhankelijk van de duur van de activiteiten in België.122 Na het ontvangen van de arbeidskaart en het visum, laat de vreemdeling zich inschrijven bij de gemeente waar hij zal verblijven en wordt een

112 Art. 2 lid 1 Wet betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars. 113 Art. 9 onder 1 K.B. Buitenlandse Arbeidskrachtenwet.

114 http://www.werk.be/online-diensten/werknemers-buitenlandse-nationaliteit/bijzondere-categorieen-arbeidskaart-b/betaalde-sportbeoefenaars/elementen-van-bezoldiging, geraadpleegd op 19 mei 2016. 115 Hendrickx e.a. 2004, p. 51.

116 Art. 6 Wet betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars jo art. 1 K.B. tot vaststelling, voor de uitoefening van bepaalde sporttakken, van de minimumleeftijd die vereist is om een

arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars te kunnen aangaan. 117 Art. 334 Reglement KBVB.

118 Art. 407 onder 8 Reglement KBVB. 119 Art. 906 onder 53 Reglement KBVB. 120 Art. 6 Vreemdelingenwet.

121 Art. 9 Vreemdelingenwet. 122 Art. 13 § 1 Vreemdelingenwet.

(25)

vreemdelingenkaart A afgegeven.123 3.2 Duitsland

3.2.1 Hoofdregel

De Aufenthaltsgesetz en Beschaftigüngsverordnung regelen de toegang, het verblijf en de tewerkstelling van vreemdelingen. Het doel van de Aufenthaltsgesetz is het controleren, begrenzen en reguleren van migratie, waarbij rekening wordt gehouden met de economische en arbeidsmarktpolitieke belangen van Duitsland.124 De hoofdregel met betrekking tot tewerkstelling luidt als volgt:

“Ein Aufenthaltstitel, der einem Ausländer die Ausübung einer Beschäftigung erlaubt, kann nur mit Zustimmung der Bundesagentur für Arbeit erteilt werden, soweit durch

Rechtsverordnung nicht etwas anderes bestimmt ist. Die Zustimmung kann erteilt werden, wenn dies in zwischenstaatlichen Vereinbarungen, durch ein Gesetz oder durch

Rechtsverordnung bestimmt ist.”125

Een verblijfstitel op grond waarvan een vreemdeling arbeid mag verrichten, kan alleen met toestemming van het Bundesagentur für Arbeit worden toegekend, tenzij anders is bepaald. De toestemming kan worden verleend indien dit in een internationale overeenkomst, of in wet of regelgeving bepaald is.

Er moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan voordat het Bundesagentur für Arbeit zijn toestemming verleent.126 De tewerkstelling van buitenlanders mag geen nadelige gevolgen voor de arbeidsmarkt hebben en er mogen geen Duitse werknemers en hiermee

gelijkgestelden op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn om de vacature te vervullen

(arbeidsmarkttoets). Indien na onderzoek blijkt dat de invulling van arbeidsplaatsen met buitenlanders gerechtvaardigd is voor bepaalde bedrijfstakken of beroepsgroepen, wordt toch een vergunning verleend. Voor buitenlanders mogen geen ongunstigere arbeidsvoorwaarden gelden dan de voorwaarden die op vergelijkbare Duitse werknemers van toepassing zijn. De werkgever dient daarover inlichtingen omtrent loon, arbeidstijden en andere voorwaarden te verstrekken aan het Bundesagentur für Arbeit. In de Beschäftigungsverordnung wordt

123 Art. 6 Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten.

124 Art. 1 (1) AufenthG. 125 Art. 39 (1) AufenthG. 126 Art. 39 (2) AufenthG.

(26)

aangegeven in welke gevallen geen toestemming van het Bundesagentur für Arbeit vereist is en in welke gevallen er voor bepaalde groepen werknemers andere voorwaarden gelden. 127

3.2.2 Begrippen

Vreemdeling (Ausländer)

Een vreemdeling is iedere persoon die op grond van art. 116 Grundgesetz geen Duitser is.128 Volgens dit artikel is een ieder met de Duitse nationaliteit een Duitser en iedereen die niet Duitse nationaliteit bezit een vreemdeling of buitenlander. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het Aufenthaltsgesetz niet van toepassing is op buitenlanders op wie het vrij verkeer van toepassing is.129 Zoals eerder genoemd, zijn dit de lidstaten van de EU, EER en Zwitserland. In Duitsland geldt sinds 1 juli 2015 het vrij verkeer van werknemers voor Kroatische

onderdanen, waardoor ook zij vrije toegang tot de Duitse arbeidsmarkt hebben.

Werkgever (Arbeitgeber)

Het Duitse recht kent geen wettelijke omschrijving van het werkgeversbegrip. Uit de hieronder uitgewerkte definitie van arbeid valt af te leiden dat het werkgeversbegrip als een feitelijk begrip moet worden gezien, waarbij met name de aanwezigheid van gezag van doorslaggevende betekenis is.

Arbeid (Erwerbstätigkeit)

Onder arbeid valt zowel zelfstandige arbeid (selbständige Tätigkeit), als arbeid in loondienst (nichtselbständige Beschäftigung) in de zin van art. 7 van het vierde Sozialgesetzbuch.130 Arbeid in loondienst is onzelfstandige arbeid, in het bijzonder op basis van een

arbeidsovereenkomst. Kenmerkend voor het verrichten van arbeid in loondienst is het moeten opvolgen van instructies en het opgenomen worden in de arbeidsorganisatie.131 Enkel arbeid in loondienst valt onder de vergunningplicht van art. 39 (1) AufenthG. Ook het verwerven van professionele kennis, vaardigheden en ervaring binnen een bedrijf wordt gezien als het

verrichten van arbeid.132

3.2.3 Overige regels 127 Art. 1 (1) BeschV. 128 Art. 2 (1) AufenthG. 129 Art. 1 (2) nr. 1 AufenthG. 130 Art. 2 (2) AufenthG. 131 Art. 7 (1) SGB4.

(27)

3.2.3.1 Aanvraag en verblijf

Er zijn verschillende titels op grond waarvan een buitenlander in Duitsland mag verblijven, waaronder een Aufenthaltserlaubnis.133 Dit is een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd en wordt alleen verleend indien het doel waarvoor de buitenlander naar Duitsland komt in de wet wordt genoemd.134 Volgens art. 18 van het Aufenthaltsgesetz is het verrichten van arbeid één van deze doelen. De verblijfstitel wordt aangevraagd bij de Ausländerbehörde

(vreemdelingendienst). Onderdanen uit bepaalde landen hebben een visum nodig voordat zij naar Duitsland mogen reizen.135

Zoals eerder aangegeven, is toestemming van het Bundesagentur für Arbeit in beginsel vereist. De toestemming wordt voor de duur van arbeidsovereenkomst en voor maximaal drie jaren verleend.136 Binnen twee weken moet de beslissing zijn genomen.137 Het Bundesagentur für Arbeit kan bij zijn beslissing beperkingen in onder andere plaats en werkgever

opleggen.138 In principe gelden voor verlenging van de verblijfstitel dezelfde voorwaarden als bij de eerste aanvraag.139 De toestemming kan verlengd worden zonder een arbeidsmarkttoets toe te passen indien de arbeid voor minstens een jaar bij dezelfde werkgever wordt

voortgezet.140 Nadat een buitenlander vijf jaren over een Aufenthaltserlaubnis beschikt, kan onder voorwaarden een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd, een

Niederlassungserlaubnis, verkregen worden op grond waarvan arbeid verricht mag worden.141

3.2.3.2 Weigeringsgronden

De toestemming voor een arbeidsvergunning zal worden geweigerd, indien de werknemer als uitzendkracht tewerkgesteld zal gaan worden of indien de arbeidsverhouding door middel van illegale arbeidsbemiddeling of werving tot stand is gekomen.142 De arbeidsvergunning kan daarnaast worden geweigerd op basis van zwaarwegende gronden gelegen in de persoon van de werknemer of indien de werkgever of buitenlandse werknemer een overtreding van bepaalde artikelen heeft begaan, waaronder het zonder vergunning laten werken van een

133 Art. 4 (1) AufenthG. 134 Art. 7 (1) AufenthG. 135 Art. 6 (3) AufenthG. 136 Art. 34 (2) BeschV. 137 Art. 36 (2) BeschV. 138 Art. 34 (1) BeschV. 139 Art. 8 (1) AufenthG. 140 Art. 35 (5) BeschV. 141 Art. 9 AufenthG. 142 Art. 40 (1) AufenthG.

(28)

buitenlander.143 De buitenlandse werknemer moet bij overtreding schuldbewust gehandeld hebben.144 De werkgever moet in de afgelopen vijf jaren een geldboete hebben opgelegd gekregen145 of zijn veroordeeld tot een geld- of vrijheidsstraf.146

3.2.3.3 Intrekkingsgronden

De arbeidsvergunning kan worden herroepen indien zich op een later moment een van de weigeringsgronden van art. 40 AufenthG voordoet. Ook het toepassen van ongunstigere arbeidsvoorwaarden op buitenlandse werknemers is een reden om toestemming in te trekken.147

3.2.3.4 Toezicht en handhaving

Het laten werken van een vreemdeling zonder dat toestemming is gegeven om te werken, wordt bestraft met een gevangenisstraf van maximaal een jaar of een geldboete.148 Voor de werkgever kan de boete maximaal €500.000,- bedragen, voor de werknemer maximaal €5.000,-.149

3.2.4 Vrijstellingen vergunningplicht

Voor een groot aantal categorieën van werknemers is geen toestemming nodig van het Bundesagentur für Arbeit voor het verrichten van arbeid, waaronder voor wetenschappers, journalisten en zakenreizigers. Er wordt onmiddellijk een arbeidsvergunning verleend. Personen die ter voorbereiding, deelname, uitvoering en nabereiding van internationale sportevenementen in Duitsland verblijven hebben eveneens geen toestemming nodig. De vrijstelling is van toepassing op sporters, scheidsrechters, technisch personeel en

medewerkers van mediabedrijven en personeel van deelnemende sportteams.150

Arbeid op grond van art. 22 of 23 Beschäftigungsverordnung die voor maximaal 90 dagen per jaar verricht wordt, wordt niet gezien als arbeid in de zin van het Aufenthaltsgesetz. Hier is

143 Het gaat om overtreding van art. 404 lid 1 of 2 nr. 2 sub 2-13 SGB3, artt. 10, 10a of 11

Schwarzarbeitsbekämpfungsgesetz of artt. 15, 15a of 16 lid 1 nr. 2 Arbeitnehmerüberlassungsgesetz. 144 Art. 40 (2) onder 1 AufenthG.

145 Voor overtreding van art. 404 lid 1 of 2 nr. 3 SGB3.

146 Voor overtreding van artt. 10, 10a of 11 Schwarzarbeitsbekämpfungsgesetz of artt. 15, 15a of 16 lid 1 nr. 2 Arbeitnehmerüberlassungsgesetz.

147 Art. 41 AufenthG.

148 Art. 95 (1a) jo (1) AufenthG jo art. 404 (2) nr. 4 SGB3.

149 https://www.berlin.de/sen/arbeit/berlinarbeit-ziel-2/schwarzarbeitsbekaempfung/strafen-und-bussgelder/illegale-auslaenderbeschaeftigung/, geraadpleegd op 28 mei 2016.

(29)

dus in het geheel geen verblijfstitel voor vereist.151

Voor andere categorieën van werknemers gelden speciale voorwaarden om toegelaten te worden tot de arbeidsmarkt, waaronder voor sporters. In sommige gevallen wordt de arbeidsmarkttoets niet verricht en wordt de toestemming voor een langere periode dan drie jaren verleend.152

3.2.5 Criteria Profvoetbal

De regeling voor beroepssporters is tevens van toepassing op professionele voetballers, nu ook zij onder het begrip beroepssporter vallen. Dit betekent dat geen toestemming van het Bundesagentur für Arbeit vereist is indien een speler bij een club in dienst wil treden en dat geen arbeidsmarkttoets wordt uitgevoerd. Daarbij moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. De persoon moet de leeftijd van zestien jaar hebben bereikt en de sporter moet minimaal een brutoloon ontvangen dat 50% bedraagt van het salaris waarover premies af moeten worden gedragen . Dit komt neer op een bedrag van €25.425,- per jaar.153 Ten slotte moet de voor de sport verantwoordelijke bond in overeenstemming met de Duitse Olympische Sportbond de sportieve kwalificatie als beroepssporter bevestigen.154

3.2.6 Reglementen DFB

In de DFB Spielordnung worden geen beperkingen gesteld voor eerste elftallen. Wel wordt in art. 12 nr. 2 Spielordnung het aantal buitenlandse spelers in tweede elftallen dat bij de

wedstrijdselectie mag zitten voor een competitie- of bekerwedstrijd teruggebracht naar maximaal drie van de achttien spelers. ‘Fußballdeutscher’ worden hierbij niet meegerekend 155 Een spelerspas kan daarnaast pas door de DFB verleend worden na overleg van een

verblijfstitel die de uitoefening van voetbal toestaat. De spelerspas wordt tot het einde van het seizoen verleend welke de verblijfsvergunning volledig dekt.156

3.3 Zweden

151 Art. 30 nr. 2 BeschV.

152 Zie bijvoorbeeld Art. 11 (1) BeschV.

153 https://www.bundesregierung.de/Content/DE/Artikel/2015/10/2015-10-14-sozialversicherung.html, geraadpleegd op 6 juni 2016.

154 Art. 22 nr. 4 BeschV.

155 Dit zijn voetballers die de laatste vijf jaren, waarvan drie jaren als jeugdspeler, onafgebroken bij Duitse voetbalverenigingen hebben gespeeld.

(30)

3.3.1 Hoofdregel

De Zweedse vreemdelingenwet en -verordening, de Utlänningslag157 en

Utlänningsförordning158, regelen het verblijf en de tewerkstelling van buitenlanders in Zweden. De hoofdregel staat in § 7 van het tweede hoofdstuk van de Utlänningslag, dat voorwaarden voor buitenlanders stelt om toegang tot Zweden te verkrijgen en er te mogen verblijven en werken. § 7 is als volgt geformuleerd:

“Arbetstillstånd är ett tillstånd att arbeta i Sverige. En utlänning som skall arbeta i Sverige på grund av anställning här eller utomlands skall ha arbetstillstånd.”

Het artikel geeft aan dat een arbeidsvergunning een vergunning is om arbeid te verrichten in Zweden. Een buitenlander die uit hoofde van een dienstbetrekking arbeid wil verrichten in Zweden, heeft een arbeidsvergunning nodig.

Hoofdstuk 6 van de Utlänningslag bevat een aantal voorwaarden die moeten zijn vervuld voordat een arbeidsvergunning wordt verleend. Een arbeidsvergunning kan worden verleend aan een buitenlander aan wie een dienstbetrekking is aangeboden als deze hem in staat stelt om in zijn levensonderhoud te voorzien en het salaris, de verzekeringen en andere

voorwaarden niet slechter zijn dan de voorwaarden in collectieve overeenkomsten of dan de voorwaarden die in de praktijk worden toegepast in de betreffende beroepsgroep of

bedrijfstak. Het minimumbrutosalaris bedraagt 13.000 Zweedse kroon per maand, omgerekend €1.400,-.159 De arbeidsvoorwaarden worden gecontroleerd door de relevante vakbond, waarna een verklaring wordt afgegeven.160 Ten slotte moet aanwervingsprocedure in overeenstemming zijn met Europees recht.161 Dit houdt in dat de vacature tien dagen geplaatst is geweest om eventueel prioriteitgenietend aanbod voorrang te geven op de vacature.162

3.3.2 Begrippen

Buitenlander (Utlänning)

157 Lag (2005:716). 158 Förordning (2006:97).

159 http://www.migrationsverket.se/English/Other-operators-English/Employers/Employing-people-from-non-EU-countries-/Work-permit-requirements.html, geraadpleegd op 1 juni 2016.

160 http://www.migrationsverket.se/English/Other-operators-English/Employers/Employing-people-from-non-EU-countries-/If-the-person-will-apply-for-a-work-permit.html, geraadpleegd op 1 juni 2016.

161 H6 § 2 Utlänningslag.

(31)

Gelet op de bepalingen van de relevante wet- en regelgeving, valt iedere persoon die niet de Zweedse nationaliteit bezit onder het begrip buitenlander.

Werkgever (Arbetsgivare)

In H2 § 7 Utlänningslag wordt niet gesproken over het feit dat er een arbeidsovereenkomst moet bestaan tussen werkgever en werknemer, maar wel dat de werknemer op grond van een ‘anställning’, een dienstbetrekking, arbeid moet verrichten. Met name de gezagsverhouding is dus van belang om te kunnen spreken van een werkgever.

Arbeid (Arbeta)

De arbeid waarvoor een arbeidsvergunning is vereist, is beperkt tot arbeid verricht voor een werkgever. Zelfstandigen hebben geen arbeidsvergunning nodig en de arbeid die zij

verrichten valt dus niet onder vergunningplichtige arbeid in de zin van de Utlänningslag.163

3.3.3 Overige regels 3.3.3.1 Aanvraag

Een buitenlander die wil werken in Zweden moet een arbeidsvergunning hebben aangevraagd en verkregen voordat hij het land heeft betreden. Een aanvraag indienen kan online of via de Zweedse ambassade.164 Indien de aanvraag nadat de buitenlander Zweden in is gereisd nog niet geheel is afgehandeld, wordt in beginsel geen vergunning verleend.165 Een uitzondering wordt bijvoorbeeld gemaakt voor een buitenlander die reeds in Zweden is voor een

sollicitatiegesprek voor een baan in een bedrijfstak waarin veel vraag is naar arbeid.166 Een lijst met veelgevraagde arbeid wordt bijgehouden door de Migrationsverket.167

Een arbeidsvergunning wordt verleend voor bepaalde tijd, verwijst naar een bepaald soort werk en is overeenstemming met de overige voorwaarden.168 De duur van de

arbeidsvergunning is maximaal twee jaar en niet langer dan de duur van het dienstverband. De totale duur is maximaal vier jaar en kan in bijzondere gevallen verlengd worden tot zes jaar.169 De vergunning mag niet worden verleend voor een langere periode dan de periode die de

163 https://www.migrationsverket.se/Privatpersoner/Arbeta-i-Sverige/Eget-foretag.html, geraadpleegd op 1 juni 2016. 164 H5 § 8 Utlänningsförordning. 165 H6 § 4 Utlänningslag. 166 H5 § 18 Utlänningslag. 167 H5 § 12 Utlänningsförordning. 168 H6 § 1 Utlänningslag. 169 H6 § 2a Utlänningslag.

(32)

werknemer is toegestaan om in Zweden te verblijven.170 Bij een verlenging moet in de voorgaande periode aan alle voorwaarden zijn voldaan, anders is verlenging niet mogelijk.171 De vergunning moet gekoppeld worden aan een bepaalde werkgever. Na twee jaar wordt de arbeidsvergunning enkel nog aan een bepaald soort arbeid gekoppeld.172 Indien de werknemer verandert van werkgever of arbeid, moet dus een nieuwe arbeidsvergunning worden

aangevraagd. De minimumleeftijd voor het verkrijgen van een arbeidsvergunning is 18 jaar.173 Het besluit om een arbeidsvergunning te verlenen wordt genomen door de

Migrationsverket174, de Zweedse Migratiedienst die zonder invloed van de

Arbetsförmedlingen175 deze besluiten mag nemen.176 De termijn waarbinnen de procedure is afgehandeld varieert van een enkele maand tot meer dan een jaar.177

3.3.3.2 Weigeringsgronden

De Zweedse wet- en regelgeving bevat geen expliciet opgenomen weigeringsgronden. Wanneer echter niet aan de vereisten voor het verlenen van een arbeidsvergunning wordt voldaan, wordt de arbeidsvergunning uiteraard geweigerd.

3.3.3.3 Intrekkingsgronden

Een arbeidsvergunning kan worden ingetrokken indien de buitenlander opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt of opzettelijk omstandigheden heeft verzwegen die van belang waren bij het verlenen van de vergunning.178 Tevens kan een arbeidsvergunning ingetrokken worden indien hier bijzondere redenen voor zijn.179

3.3.3.4 Toezicht en handhaving

Er kan een boete worden opgelegd aan een buitenlander die opzettelijk of door nalatigheid werkzaam is geweest zonder arbeidsvergunning, terwijl deze vergunning wel vereist was.180 Daarnaast kan een boete of, bij verzwarende omstandigheden, een gevangenisstraf van

170 H5 § 9 Utlänningsförordning.

171 Migrationsöverdomstolen 27 maart 2015, MIG 2015:11. 172 H6 § 2a Utlänningslag.

173 http://www.svenskidrott.se/ImageVaultFiles/id_48512/cf_394/-verenskommelse_arbetstillst-nd.PDF, Overeenkomst tussen Migrationsverket en Riksidrottsförbundet, geraadpleegd op 5 juni 2016.

174 H6 § 5 Utlänningslag.

175 Deze instantie is vergelijkbaar met het Nederlandse UWV, zie www.arbetsformedlingen.se. 176 Adlercreutz & Nyström 2015, p. 59.

177 Zie de applicatie op http://www.migrationsverket.se/English/Contact-us/Time-to-a-decision.html, geraadpleegd op 1 juni 2016.

178 H7 § 1 Utlänningslag. 179 H7 § 2 Utlänningslag. 180 H20 § 3 Utlänningslag.

(33)

maximaal een jaar worden opgelegd aan degene die opzettelijk of door nalatigheid een buitenlander heeft aangesteld die niet het recht heeft om in Zweden te verblijven of die niet over een arbeidsvergunning beschikt.181 De boete bedraagt voor werkgevers minimaal 5000 en maximaal 10.000.000 Zweedse kroon, oftewel €542,- tot €1.100.000,-.182 In het algemeen volstaat een boete van 10.000 tot 20.000 Zweedse kroon.183

3.3.4 Vrijstellingen vergunningplicht

Vrijgesteld van de vergunningplicht zijn onderdanen van de Scandinavische landen

Denemarken, Finland, IJsland en Noorwegen. Een arbeidsvergunning is ook niet vereist voor een persoon met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd en burgers met een

verblijfsrecht.184 Hiermee worden bijvoorbeeld EU- en EER-onderdanen, inclusief Kroaten, en zelfstandigen bedoeld.185 Zwitserse onderdanen hoeven ook niet over een

arbeidsvergunning te beschikken.186 Een professionele sporter mag drie maanden per jaar zonder arbeidsvergunning in Zweden verblijven om er deel te nemen aan internationale sportevenementen.187

3.3.5 Criteria profvoetbal

Voor professionele sporters gelden criteria die afwijken van de hoofdregel en deze aanvullen. Er zijn geen regels die enkel voor voetballers gelden. De Migrationsverket en de

Riksdrottsförbundet188 hebben een overeenkomst gesloten waarin richtsnoeren zijn opgesteld om te kunnen oordelen of een arbeidsvergunning kan worden verleend. 189

Indien een Zweedse voetbalclub een buitenlandse sporter in dienst wil nemen, moet deze club of de associatie waaronder de club valt, aangesloten zijn bij de Riksidrottsförbundet.

Uiteraard is dit het geval met de Zweedse Voetbalbond, en daarmee met de clubs.

De club moet een arbeidscontract met de sporter sluiten. Dit contract wordt bij de aanvraag toegevoegd. Het brutomaandloon moet minimaal 14.300 Zweedse kroon bedragen,

181 H20 § 5 Utlänningslag. 182 H36 § 8 Brottsbalk (1962:700).

183 Svea hovrätt 14 november 2012, RH 2013:7. 184 H2 § 8c Utlänningslag.

185 H3a § 1 jo § 3 Utlänningslag. 186 H5 § 1 Utlänningsförordning.

187 H5 § 2 onder 9 Utlänningsförordning.

188 De Riksidrottsförbundett is de Zweedse sportbond, zie www.rf.se

189 http://www.svenskidrott.se/ImageVaultFiles/id_48512/cf_394/-verenskommelse_arbetstillst-nd.PDF, Overeenkomst tussen Migrationsverket en Riksidrottsförbundet, geraadpleegd op 5 juni 2016.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit juridisch advies (zie www.ponprimair.nl ) blijkt dat de gemaakte afspraken over werkgelegenheids- en ontslagbeleid voor wat betreft de effectuering van een formatief ontslag

Vooral sinds de jaren zeventig is veel van ons nationale ar- beidsrecht ingevoerd, dan wel aangepast door de invloed van intemationale rechtsbronnen. Sommige bepalingen

Overigens wordt nog wel eens vergeten dat er goede redenen kunnen zijn om een ruime vergoeding tevoren af te spreken, bijvoorbeeld om het afbreukrisico te compenseren voor een

Als iemand die valt onder de doelgroep van de cao Aan de slag direct in dienst treedt bij een publieke werkgever (provincie, waterschap of de rijksoverheid) of bij een

Fig. 4 Recommended settings to phase certain amounts of individuals. a Genome-wide phasing of NA12878 using combination of 40 Strand-seq libraries with 30× short Illumina reads,

Van het totale aantal werkenden met een buitenlandse nationaliteit blijkt in 2015 ongeveer één op de tien tewerkgesteld als dienstenchequewerknemer (10,2% voor

Deze toename kan zowel worden waargenomen in de populatie uit een EU-land als in de populatie van buiten de EU, aangezien beide populaties ongeveer zijn

To better understand whether a possible overrepresentation of positive online reviews on sharing economy platforms can be attributed to dissatisfied customers not leaving