• No results found

Invloed drinkwatersystemen op ammoniakemissie bij vleeskuikens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Invloed drinkwatersystemen op ammoniakemissie bij vleeskuikens"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Invloed drinkwatersystemen op

ammoniakemis-sie bij vleeskuikens

J. van Harn en J.H. van Middelkoop, onderzoekers vleeskuikenhouderij

Het PP heeft onderzocht in hoeverre het toegepaste drinksysteem de ammo-niakemissie uit vleeskuikenstallen beïnvloed. Uit het onderzoek komt naar voren, dat de ammoniakemissie niet vermindert, wanneer ronddrinkers worden vervangen door drinknippels.

Inleiding

Het gebruik van drinknippels en cups heb-ben bij vleeskuikens in vergelijking met rond-drinkers in het algemeen een positieve invloed op de strooiselkwaliteit.

De strooiselkwaliteit is niet alleen van belang voor het behalen van goede technische re-sultaten en slachtkwaliteit, maar houdt ook verband met de ammoniakontwikkeling in de strooiselmest.

Vanwege het hogere drogestofgehalte wordt in de praktijk aangenomen, dat bij het ver-vangen van ronddrinkers door drinknippels de ammoniakemissie uit vleeskuikenstallen lager wordt.

Het PP onderzocht in hoeverre de ammo-niakemissie beïnvloed wordt door het toege-paste drinkwatersysteem. Dit onderzoek werd financieel ondersteund door het FOMA. Voor een uitgebreid verslag van het onderzoek wordt verwezen naar PP-uitgave no. 23 (effect drinkwatersysteem op ammo-niakemissie vleeskuikens).

Proefopzet

Het onderzoek is uitgevoerd in de vleeskui-kenstal PI van het Praktijkonderzoek. Gedurende 4 ronden zijn vijf drinkwatersys-temen onderzocht, te weten: ronddrinkers (Plasson) swish cups (Chore Time/Brock In-ternational), drinknippels (Val), aquatrack systeem (Heesen Technocom) en drip cups (Impex).

In de eerste proefronde kon er geen ammo-niakemissie per drinksysteem worden be-paald, omdat er per klimaat gescheiden afdeling verschillende drinkwatersystemen waren geïnstalleerd.

Voor het bepalen van de ammon’iakemissie is het noodzakelijk dat er per klimaat ge-scheiden afdeling één drinksysteem is geïn-stalleerd. In de tweede, derde en vierde ronde was dit wel het geval. Het onderzoek naar de invloed van drinkwatersystemen op de ammoniakemissie heeft dus betrekking op drie rondes. Door omstandigheden waren bij de laatste ronde geen vijf, maar vier kli-maat gescheiden afdelingen beschikbaar voor het onderzoek. Als gevolg hiervan is in deze ronde de rondrinker niet meer in de vergelijking meegenomen.

Per klimaat gescheiden afdeling werden tel-kens 3000 kuitel-kens opgezet.

De kuikens kregen volop voer en water. Van-wege de mogelijke invloed van het lichtsche-ma op de wateropname werd het onderzoek zowel bij continu als bij intermitterend licht uit gevoerd.

De ammoniakemissie werd bepaald aan de hand van de ammoniakconcentratie en het ventilatiedebiet. De bepaling werd uitge-voerd conform de Handleiding Meetmetho-de Ammoniakemissie uit Mechanisch Geventileerde Stallen.

(2)

+ Ronddrlnker + A Drlp cup 0 Drinknippel + Swlah cup A Aquatrack 5.80 6.00 6.20 6.40 6.60 Waterverbrulk (1)

Figuur 1: relatie waterverbruik per kuiken en drogestofgehalte in de strooiselmest op 6 weken.

Resultaten en discussie

Waterverbruik en strooiselkwaliteit

Het waterverbruik per kuiken was, zowel continu licht als bij intermitterend licht, bij ronddrinkers hoger dan bij de andere drink-watersystemen. Een verklaring hiervoor moeten we zoeken in de vermorsing. Figuur 1 laat zien dat het droge stofgehalte van het strooisel sterk gerelateerd is aan het waterverbruik cq drinksysteem.

Het droge stofgehalte in het strooisel is ho-ger bij de systemen met een laho-ger waterver-bruik.

Het verloop van het gemiddelde drogestof-gehalte in het strooisel per drinkwatersys-teem wordt weergegeven in tabel 1. Zoals verwacht, was het drogestof gehalte in het strooisel het laagste bij de ronddrinkers en het hoogste bij de drinknippels.

Tabel 1: verloop van het gemiddelde drogestofgehalte in het strooisel gedurende de mestperiode. Systeem Ronddrinkers * Drip cup Drinknippel Swish cup Aqua track 2 wk 3 wk 74,1* 65,0* 76,8 68,3 74,7 70,6 77,2 67,8 74,6 69,4 Leeftijd vleeskuikens 4 wk 5 wk 66,O. 58,6* 63,9 62,2 67,6 67,5 63,2 62,7 68,i 65,i 6 wk gem. 56,6* 64,1* 63,8 67,0 68,2 69,7 57,7 65,7 60,5 67,5

(3)

klimaatsgescheiden afdeling.

Ronde Ronddrinker Drip cup Drinknippel Swish cup Aquatrack

2 26,4 40,8 42,7 45,7 53,i 3 29,8 33,6 37,6 27,7 43,2

4 25,3 37,l 20,2 29,4

gem. 28,1* 33,2 39,l 31,2 41,9

*

dit gemiddelde betreft alleen ronde 2 en 3

Ammoniakemissie

In tabel 2 is de ammoniakemissie per drinksysteem weergegeven. Het blijkt dat de ammoniakemissie behoorlijk kan variëren per ronde. Op zich is dit niet zo verwonder-lijk, daar de metingen telkens in een ander periode (seizoen) en dus ook onder andere omstandigheden zijn verricht. De variatie in emissie tussen de rondes werd verwacht. Anders dan werd verwacht is het feit, dat de emissie bij de ronddrinkers niet hoger is, dan bij de nippelsystemen.

In het algemeen werd vaak aangenomen dat door het overschakelen van ronddrinkers naar nippels de ammoniakemissie zou afne-men, omdat bij de laatste het strooisel droger blijft. Het lijkt er eerder op dat de ammonia-kemissie hoger is bij drinksystemen met dro-ger strooisel (zie figuur 2). De gevonden resultaten worden toegeschreven aan het feit, dat het strooisel bij een relatief laag drogestof gehalte dicht slaat en daardoor de ammoniakvorming wordt geremd.

60 A 40. 0 A + 30-+ 20 ” ‘I ““1 ” ” ‘I 1 63 65 67 69 7 1 c + A Ronddrinker Drlp cup Drlnknlppel Swish cup Aquatrack Droge stof (%) F i g u u r 2 : r e l a t i e g e m i d d e l d e d r o g e s t o f g e h a l t e v a n d e s t r o o i s e l m e s t e n d e ammoniakemissie.

(4)

Ronddrinker

Drip cup

(5)

Aquatrack

Conclusie

De ammoniakemissie uit vleeskuikenstallen neemt niet af wanneer ronddrinkers

worden vervangen door drinknippels. Droger (en ruller) strooisel betekent niet altijd een lagere ammoniakemissie. Dit komt doordat er vrijwel geen ammoniak uit het strooisel komt als de strooisellaag is dichtgeslagen. In die omstandigheden zal ook de ammoniakvorming in het strooisel minder zijn.[7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Melkveehouders die het kalf niet direct na de geboorte scheiden van de koe staan relatief vaker open voor argumenten als ‘natuurlijk gedrag’ en ‘maatschappelijke wensen’ en zijn

Wageningen University & Research Business Unit Glastuinbouw Violierenweg 1, 2665 MV, Bleiswijk www.wur.nl/glastuinbouw..

Hieronder valt veredelen en telen voor inhoudstoffen, het ontwerpen van nieuwe productiesystemen, het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen, maar ook metabolomics en

Voor de toekomst van het histo- rische landschap in het Groene Hart lijkt het van belang dat het accent komt te liggen bij een opvatting van land- bouw waarin het ‘cultiveren

Bij een zure bodem gaat verwering van moedermateriaal snel- ler, terwijl de schimmels minder goed in staat zijn om vrijkomende nutriënten vast te houden.. Dit

De fysicus doet zeer nauwkeurige waarnemingen aan onzuivere stoffen, de chemicus doet onnauwkeurige waarnemingen aan zeer zuivere stoffen, aldus een oud en misschien wat

De achtergrondconcentraties van stikstof en fosfor voor waterlichamen in deelgebied Verenigde polders zijn afgeleid op basis van de waterbalans en de nutriëntenbelasting van

Uit tekstkader 2.1 is af te leiden dat de Natuurverkenning en met name de kijkrichtingen vooral inzicht moeten geven (onder andere aan hoe er invulling gegeven kan worden aan