• No results found

Juridica; Decentraal wat kan, centraal wat moet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Juridica; Decentraal wat kan, centraal wat moet"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

37 januari 2011

Decentraal wat kan,

centraal wat moet

De nieuwe Wet ruimtelijke

ordening (Wro) introduceert zoals

bekend een nieuwe bevoegdheid

voor provincie en Rijk: zij kunnen

met wetgeving doorwerking

van rijks- en provinciaal

ruimtelijk beleid afdwingen. Ze

kunnen met deze zogenoemde

‘doorzettingsmacht’ van provinciale

ruimtelijke verordeningen (PRVs) en

Algemene Maatregelen van Bestuur

(AMvBs) gemeenten overrulen.

Een spectaculair voorbeeld is onder meer de PRV Oostvaarderwold met wildernisnatuur dwars door Flevoland, veiliggesteld door de provincie (zie eerdere Juridica in Vakblad maart 2010, p. 38). De gemeente Zeewolde met zijn bijkans voortdurende bouwplannen stond daarbij knarsentandend langs de zijlijn. In juridische vakliteratuur van de afgelopen maanden wordt deze nieuwe Wro-bevoegd-heid opeens in strijd met de Grondwet (Gw) geoordeeld. Staatsrechtelijke argumenten worden kennelijk van stal gehaald om het oude regime van gemeentelijke dominantie en autonomie in de ruimtelijke ordening zo-veel mogelijk te bestendigen. Artikel 124 Gw zou deze gemeentelijke huishouding ofwel ‘autonomie’ waarborgen. In een eerder en

jonger leven heb ik twintig jaar staatsrecht gedoceerd aan de Universiteit van Amster-dam en als ik één ding wel geleerd heb is dat gemeentelijke autonomie een uiterst vaag grondwettelijk begrip is.

Gedecentraliseerde eenheidsstaat Artikel 124 van de Grondwet noemt in het eerste lid inderdaad deze gemeentelijke autonomie, maar noemt meteen in het tweede lid de hiërarchie van rijk, provincie en gemeente. Er is dus tegelijkertijd ook sprake van gemeentelijke onderschikking. Dit wordt in jargon lokaal ‘medebewind’ genoemd. Gemeenten zijn in de staatsrechtelijke hië-rarchie domweg de laagste bestuurslaag. Ze hebben wat autonomie, maar ze moeten zich uiteindelijk schikken in medebewind. Beiden bestaan in dit land en niemand weet waar lokale autonomie ophoudt en medebewind begint. Nederland is grondwettelijk gezien namelijk een gedecentraliseerde eenheidsstaat leerden wij onze studenten, maar je kon er meteen aan toevoegen dat eenheid (hiërar-chie) en decentralisatie (autonomie) in wezen tegenstrijdig zijn en het staatsrechtelijk prin-cipe van gedecentraliseerde eenheidsstaat

dus een duaal, vaag, tegenstrijdig en hybride rechtsbeginsel is waar je in de bestuursprak-tijk van alledag niks mee kon. Eenduidiger zou het geweest zijn om gewoon uit te gaan van een gecentraliseerde eenheidsstaat zoals bijvoorbeeld traditioneel Engeland en Frank-rijk doen: je regelt je land vanuit Londen of Parijs en er is alleen gemeentelijk medebe-wind en geen lokale autonomie. Nederland doet dit dus niet: wij zouden gedecentrali-seerd zijn, maar ook een eenheid vanuit Den Haag.

In strijd met de Grondwet?

Zowel eenheid als autonomie willen is in feite zoiets als van twee walletjes willen eten. Is dat erg? Nee hoor. De Europese Unie doet het ook: het subsidiariteitsbeginsel gaat ook uit van zowel autonomie (lidstaat) als hiërarchie vanuit Brussel. Zowel katholieken als calvinisten (‘souvereiniteit in eigen kring’) kennen dit fenomeen al eeuwenlang, dus het zit er bij ons van beide kanten ingeramd. Grappig genoeg kennen Engelsen en Scan-dinaviers het dus niet (wel protestant, maar respectievelijk Anglicaans en Luthers). De Schotten kennen het weer wel (calvinistische staatskerk en staatsinrichting).

Maar is de nieuwe Wro nu in strijd met de Grondwet?

Nee dus, want de Grondwet kent zowel centrale en provinciale doorzettingsmacht als gemeentelijke autonomie, maar geeft niet aan waar die autonomie begint of ophoudt. Dat is overgelaten aan de wetgever en die heeft gesproken; in de nieuwe Wro dus. PRVs en AMvBs bepalen waar die autonomie ophoudt.

Fred Kistenkas, fred.kistenkas@wur.nl

Staatsrechtelijke

argumen-ten worden kennelijk van

stal gehaald om het oude

regime van gemeentelijke

dominantie en autonomie

in de ruimtelijke ordening

zoveel mogelijk te

bestendi-gen.

advertentie

Cursussen Natuurbeheer en -ontwikkeling 2011

Onderzoekcentrum B-WARE | Radboud Universiteit Nijmegen | Postbus 6558 | 6503 GB Nijmegen | T 024-3652813 | E info@b-ware.eu | W www.b-ware.eu

‡Waterplanten en Waterkwaliteit18, 19, 20, 25, 26 en 27 mei 2011

‡1DWXXURQWZLNNHOLQJRSYRRUPDOLJHODQGERXZJURQG22, 23 en 24 juni 2011

‡(FRORJLVFK+HUVWHOEHKHHUKHLGHYHQQHQHQKRRJYHQHQ22, 23, 28, 29 en 30 september 2011

2QGHU]RHNFHQWUXP%:$5(HHQVSLQRIIEHGULMIYDQGH5DGERXG8QLYHUVLWHLW1LMPHJHQ FRPELQHHUW WRHJHSDVW HQ ZHWHQVFKDSSHOLMN RQGHU]RHN QDDU GH ELRJHRFKHPLVFKH HQ HFRORJLVFKHSURFHVVHQGLHEHSDOHQG]LMQYRRUKHWIXQFWLRQHUHQYDQ QDWWH HFRV\VWHPHQ

Om kennisuitwisseling tussen onderzoek en beheer of beleid te stimuleren organiseert B-WARE cursussen op het gebied van natuurbeheer en -ontwikkeling.

In 2011 worden de volgende cursussen gegeven:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De coffeeshophouder ontdoet zich van de hennep of hasjiesj die op grond van artikel 7, tweede lid, ten behoeve van de beoordeling door klanten onverzegeld in de coffeeshop

Katholiek Onderwijs Vlaanderen - Vicariaat Onderwijs Bisdom Brugge – oktober 2021, week 09.. WAT DE RUPS HET EINDE NOEMT, NOEMT DE REST VAN

Het gaat om sancties als het gedeeltelijk opschorten, lager vaststellen, intrekken, terugvorderen of ten nadele van de ontvanger wijzigen van (een deel van) de bekostiging.

Een erkenning ITK als bedoeld in het eerste lid wordt verleend onder de voorwaarde dat de kwaliteitszorg uiterlijk twee jaar na de datum waarop de erkenning ITK in werking

In artikel 1b, eerste en tweede lid, wordt telkens “artikel 1a, vierde lid, onderdeel n” vervangen door “artikel 1a, vierde lid, onderdeel m”D. Artikel 1d, eerste lid, onderdeel

Een leerling die in het bezit is van een diploma vmbo in de theoretische leerweg kan de toelating tot het vierde leerjaar van het havo worden geweigerd, indien het eindexamen

De bedoeling van het besluit is om de procedure voor vaststelling van gebiedsspecifiek beleid te versnellen, waarmee eerder rekening kan worden gehouden met

Indien de schuldbemiddeling niet heeft geleid tot totstandkoming van een overeenkomst tot schuldregeling met alle bekende schuldeisers, mag geen vergoeding worden bedongen,