• No results found

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

20 juni 2016

(2)

Background

NL vloot heeft 80% Noordzee tong quota

Zorgen over traditionele vangstmethode (boomkor)

effecten wekkerketting op zeebodem en bodemleven

kleine maaswijdte  veel bijvangst ondermaatse vis

hoog brandstofverbruik (kosten)

Pulskor:

grotere vangstselectiviteit

vermindering brandstofkosten

sinds 2009 (commerciële fase)

tijdelijke vergunningen

(3)

Aantal pulsvissers in Noordzee

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 N u m b er o f ac ti ve v esse ls

84 vergunningen

Experimentele fase

(4)

Zorgen over ontwikkeling pulsvisserij

Toename visserij efficiëntie en risico van

overexploitatie?

Negatieve effecten van elektriciteit op mariene organismes?

sterfte

verwondingen

zweren 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 % V oor kom en Zweren op schar

Totaal letsels zweren

(5)

Effecten op vangsten

(vergeleken met boomkor)

Vergelijkend vissen (paarsgewijs boomkor - pulskor), discardsonderzoek onder EU Datacollectie Programma (DCF), zelfbemonsteringsprogram ma’s visserij, analyse van aanlandingen door IMARES

(6)

Vangsten marktwaardige vis

(vergeleken met boomkor)

 Aanlandingen per eenheid inspanning (LPUE) 2011: : puls vangt relatief minder (71% minder schol, 86% minder tong)

 Zelfbemonstering (2013): vergelijkbare vangsten tong, minder schol

Indicaties dat

vangstefficiëntie tong toeneemt

(7)

Vangsten: vis discards

(vergeleken met boomkor)

 Vergelijkend vissen (2006, 2011): significant minder totale vis discards en schol  Zelfbemonstering vs. DCF

waarnemersprogramma (2013): minder tong en minder schol discards

(8)

Vangsten: bodemleven

(vergeleken met boomkor)

 Vergelijkend vissen (2006, 2011): significant minder bodemleven in pulsvisserij  Zelfbemonstering vs. DCF waarnemersprogramma (2013): significant minder bodemleven in pulsvisserij

(9)

Effecten van elektriciteit

Laboratorium experimenten en veldobservaties door

ILVO België, Universiteit van Gent, IMARES

Wageningen UR

(10)

Effecten op kabeljauw (beschadiging

ruggengraat)

 In lab (kweek kabeljauw): • schade afhankelijk. van

grootte kabeljauw en positie t.o.v. elektrodes • effecten op grote

kabeljauw (50%)

• kleintjes onbeschadigd  Commerciële vangst:

• ca. 10% beschadigd

• op Noordzee schaal is dit 0.5%

(11)

Effecten op schar (zweren)

3 groepen van elk 50 scharren

Eenmalige blootstelling

Maximale blootstelling

DELMECO puls (60V)

HFK puls (70V)

referentiegroep (niet blootgesteld)

Na 1 week alle scharren gecontroleerd op letsel, zweren, wonden en parasieten

Geen ‘verwondingen’ door puls blootstelling waargenomen

(12)

Effecten op electroreceptoren haaien en

roggen

• Fysieke respons • Geen sterfte

• Gedrag of eetgedrag niet beïnvloed

• Ei productie niet beïnvloed

(13)

Ecosysteem effecten

(14)

Ecosysteem effecten

(vergeleken met boomkor)

Vermindering van:

bijvangst ondermaatse vis

bijvangst ongewervelde bodemdieren

penetratie diepte vistuig

verandering topografische diepte bodem

(waarschijnlijk)

Sterfte in het sleepspoor van het tuig

lopend onderzoek

Veranderingen in verspreidingspatroon visserij

(15)

Verandering verspreiding pulsvisserij:

gevolgen voor ecosysteem

Boomkor met

(16)
(17)

Onderzoeksprogramma:

AIO1 - Effect op mariene organismen

Doel

ontwikkeling van een voorspellende model m.b.t. de verspreiding van het elektrische veld in

verschillende organismen en het effect op hun activiteit en overleving

Aanpak:

laboratorium experimenten (vis, bodemleven)

modelering

Soorten in model

rondvis, platvis, haaien en roggen

schelpdieren, schaaldieren, borstelwormen, zee-egels

(18)

Onderzoeksprogramma:

AIO2 Effect op het bodemecosysteem

Doel

ontwikkeling van een voorspellend model m.b.t. het effect van elektrische pulsen op het functioneren

van het bodemecosysteem en in het bijzonder op zijn biochemie

Aanpak

laboratorium- en veldexperimenten

gebruik van gesloten gebieden (Oestergronden, Friese Front)

(19)

Onderzoeksprogramma: Opschalen

effecten naar vloot- en ecosysteemniveau

Doel

ontwikkeling van voorspellende modellen m.b.t. ecosysteemeffecten (bijvangst, aandeel

beschadigde vis, functioneren bodemecosysteem) op het niveau van de vloot en de Noordzee

Aanpak

modelering ruimtelijk verspreiding pulsvisserij in relatie tot bodemhabitats (hoge resolutie)

modelering effect pulsvisserij op functioneren ecosysteem

(20)

We kennen de

ecosysteemeffecten van de pulsvisserij nog niet volledige, maar de

aanwijzingen zijn dat de puls techniek een

belangrijke rol kan spelen in

resultaat-gebaseerd beheer (RBM, ‘results-based

management’).

(21)

Dank voor de

aandacht!

Meer informatie: www.pulsefishing.eu nathalie.steins@wur.nl 21

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5 c shows the extracted ion traces of PA and its oxidation products, formed at a poten- tial of 1750 mV (vs. IrOx pseudo-reference) applied to the working electrode.. The used flow

giften blijkbaar kwantitatief belangrijk zijn. Behalve van nitraat, kan eveneens uitspoeling optreden van andere verbindingen_die voor de waterkwaliteit van belang

In het algemeen is de belasting van de mens door consumptie van visserijprodukten voor lood, cadmium , koper en zink gering in vergelijking met de opname van

Deelnemers die meer gefocust zijn op de korte termijn zullen minder sceptisch zijn over klimaatverandering als het PR-bericht geframed is naar het hier-en-nu dan naar

Omdat wij geconstateerd hebben dat de Belastingdienst niet zomaar een meer effectieve vorm van beleid heeft ingevoerd, maar een volledige herschikking van de relatie tussen

De resultaten van het onderzoek naar de schade aan vis geven aan dat bij gedwongen doorvoer bij oppompen voor brasem een verlies van 15 procent optrad, bij blankvoorn 38 procent

Scholtz bespeur ook 'sigbare vol- doening' by Smit as hy verslag doen van gebeure waar hy, soos Scholtz dit stel, aktief die geskiedenis betree (pp. 3-18) baie swaar geleun

De betrokken instanties zijn onder andere de Voedingsraad, de Voedingsorganisatie TNO, het Ministerie van Landbouw en Visserij, het Voorlichtingsbureau voor de Voeding,