• No results found

Pneumonie bij immuuncompetente patiënten, nosocomiale (HAP) en ventilator geassocieerde (VAP) infectie, voorafgaandelijke opmerk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Pneumonie bij immuuncompetente patiënten, nosocomiale (HAP) en ventilator geassocieerde (VAP) infectie, voorafgaandelijke opmerk"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017

PNEUMONIE BIJ IMMUUNCOMPETENTE PATIENTEN:

NOSOCOMIALE (HAP) OF VENTILATOR GHEASSOCIEERDE (VAP) INFECTIE,

VOORAFGAANDELIJKE OPMERKINGEN

• Algemene opmerkingen

o Betreft pneumonieën die optreden ≥ 48 uur na de ziekenhuisopname.

o Longinfiltraten bij geventileerde patiënten: frequent niet infectieus. Gramkleuring en cultuur van sputum en hemoculturen essentieel. Diagnostische procedures zoals broncho-alveolaire lavage (BAL) of endotrache-ale aspiratie moeten worden overwogen (en uitgevoerd voor de initiatie van behandeling).

o Empirische behandeling: gebaseerd op richtlijnen die rekening houden met risicofactoren zoals de kans op infecties door resistente pathogenen, het tijdstip van de aanvang van de infectie, de lokale epidemiologie en resistentiepatronen. Inadequate initiële behandeling is geassocieerd met hogere mortaliteit.

o De-escalatie van de behandeling is aangewezen (gebaseerd op de klinische respons op de initiële behan-deling, de identificatie van pathogenen en de gevoeligheidsbepalingen).

o Herevaluatie na 2 tot 3 dagen, indien geen bevestiging van de diagnose (geen infiltraten op rx thorax, kli-nisch beeld niet supportief voor HAP of VAP, geen significante culturen, geen ernstige sepsis of septische shock) moet overwogen worden te stoppen met de toediening van antibiotica.

o Isolatie van Candida spp. in luchtwegstalen (ook die bekomen via BAL) is praktisch steeds te beschouwen als kolonisatie en derhalve geen indicatie voor specifieke behandeling. Pneumonie door Candida spp. is een bijzonder zeldzame klinische entiteit (histopathologische bevestiging noodzakelijk).

o Nosocomiale pneumonie kan ook veroorzaakt worden door Legionella pneumophila.

o “Healthcare associated” pneumonie (bij patiënten die langdurig verblijven in verzorgings- en revalidatie-instellingen, ...).

Dit concept werd in 2005 ingevoerd door de ATS en de IDSA als een nieuwe pneumonie-entiteit, die eerder gelijkt op een nosocomiale dan op een community acquired pneumonie [microbiologie (inclu-sief resistente bacteriën), klinische afloop en mortaliteit] en dus van in het begin een behandeling vereist met breedspectrum antibiotica.

Het concept blijft echter controversieel (het gebruik van breedspectrum antibiotica lijkt het klinisch resultaat niet te beïnvloeden).

• Anti-infectieuze behandeling bij infecties door resistente pathogenen

o Patiënten met risicofactoren voor infecties door of gekoloniseerd door MRSA: regimes voor patiënten zonder risicofactoren voor infecties door resistente pathogenen + vancomycine (oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door een intermittent infuus q12h getitreerd om dalserumconcentraties te bereiken van 15 tot 20 µg/ml).

o Patiënten met risicofactoren voor infecties door of gekoloniseerd door VRE: regimes voor patiënten zonder risicofactoren voor infecties door resistente pathogenen + linezolid (600 mg iv q12h).

o Patiënten met risicofactoren voor infecties door of gekoloniseerd door ESBL producerende Enterobacteria-ceae: regimes voor patiënten zonder risicofactoren voor infecties door resistente pathogenen + (indien nog niet in het regime opgenomen) meropenem (2 g iv q8h).

o Patiënten met risicofactoren voor infecties door of gekoloniseerd door CPE: regimes voor patiënten zonder risicofactoren voor infecties door resistente pathogenen + 2 of 3 van de volgende antibiotica (indien nog niet in het regime opgenomen).

Amikacine: doses van 25 tot 30 mg/kg iv toegediend met de kortst mogelijke intervallen (minimum 24 uur) die toelaten dalserumconcentraties te bereiken van < 3 µg/ml.

Colistimethaat: oplaaddosis van 9 miljoen internationale eenheden, gevolgd door 3 miljoen interna-tionale eenheden iv q8h.

Gentamicine: doses van 4,5 tot 7,5 mg/kg iv toegediend met de kortst mogelijke intervallen (minimum 24 uur) die toelaten dalserumconcentraties te bereiken van < 1 µg/ml.

Fosfomycine (iv formulatie niet gecommercialiseerd in België, kan worden ingevoerd): 4 tot 8 g iv q8h.

Meropenem (niet te gebruiken indien de MIC van de betrokken pathogeen > 8 µg/ml): 2 g iv q8h. Tigecycline: 100 tot 150 mg iv q12h.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een stelling bij zijn proefschrift breidt hij deze economische verklaring uit tot de periode voor 1902: 'Het verlangen naar een Groot-Nederlands cultuurimperium dat veel van

Tenslotte de al even aangestipte kabinetscrisis van 1939, gevolgd door de formatie van het vijfde kabinet Colijn dat zo smadelijk al in zijn eerste confrontatie met de Tweede

Uit de bronnenlijst en het register van besproken woorden blijkt voorts ogenblikkelijk dat deze studie in kwantitatief opzicht veel meer te bieden heeft dan Dietsch en volksch..

En zo verlicht deze studie wat meer dat 'zwarte gat' van de jaren vijftig, al was het alleen maar met die aardige anekdotes over de wijze waarop jongeren in de krant met pater

En zo verlicht deze studie wat meer dat 'zwarte gat' van de jaren vijftig, al was het alleen maar met die aardige anekdotes over de wijze waarop jongeren in de krant met pater

De historicus-politicoloog Ruud Koole, voorheen hoofd van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen te Groningen en thans verbonden aan de vakgroep politieke

o Groep 4: Consumptie aardappel + Wintertarwe (werkblad 1.1) Gewas Klimaatfactor Definitie Periode

Enkele veranderingen in de kengetallen voor HC zijn dusdanig groot dat zij niet alleen van belang zijn voor de aanvoer van organische stof, maar ook, of vooral juist, relatief