Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
ENDOFTALMITIS:
VROEGTIJDIGE, EXOGENE, POSTOPERATIEVE INFECTIE
• Klinische aspecten en commentareno Bij 75% van de patiënten, treden de symptomen op binnen de week na de heelkundige interventie (acuut begin).
o Verminderde visus, oogpijn, rood oog. Verder voelt de patiënt zich goed en heeft geen koorts.
o Klinisch onderzoek: normale of licht gezwollen oogleden, conjunctiva is geïnjecteerd, hypopion (karakteris-tieke witte plaque op de achterste lenskapsel) bij > 80% van de patiënten, verminderde visus.
o WBC in humor aquosus en vitreus (retina is maar vaag te zien, bij 80% van de patiënten zijn de retinale bloedvaten niet zichtbaar).
o Kan binnen de 24 uur leiden tot functioneel verlies van het oog.
o Intravitreale + systemische toediening van corticosteroïden is gunstig.
o Intravitreale injectie van amikacine kan een maculair infarct veroorzaken.
o Om precipitatie te vermijden bij intravitreale injectie, moeten vancomycine en ceftazidime via aparte spuiten worden toegediend.
• Betrokken pathogenen o Staphylococcus aureus.
o Coagulase-negatieve stafylokokken.
o Gram-negatieve bacillen.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes en standaard posologieën.
Eerste keuze: [vancomycine (éénmalige dosis van 1 tot 2 mg) + ceftazidime (éénmalige dosis van 2,25 mg)] intravitreaal.
Alternatief: [vancomycine (éénmalige dosis van 1 tot 2 mg) + amikacine (éénmalige dosis van 0,4 mg)] intravitreaal.
o Totale duur van de adequate (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: éénmalige dosis [toedienen van een tweede dosis moet worden overwogen indien er geen klinische verbetering wordt gezien na 48 tot 72 uur (gedocumenteerde behandeling)].