VERTALING
NRZV C 37-2000Mevrouw Magda AEL VOET
Minister van Consumentenzaken,
Volksgezondheid
en Leefmilieu
De heer Frank V ANDENBROUCKE
Minister van Sociale Zaken
Betreft: Adviesaanvraag inzake het koninklijk besluit van 15 maart 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen
Mevrouw de Minister,
Mijnheer de Minister,
De genoemde adviesaanvraag werd besproken tijdens de plenaire vergadering van 14 december 2000.
Tijdens die vergadering was de afdeling "Programmatie en Erkenning" van mening dat zij een negatief advies moest uitbrengen omirent de voomoemde aanvraag.
De Raad acht het niet opportuun expliciet melding te maken van de verplichting waarbij men in het verleden over drie erkende diensten moest beschikken (katheterisatie voor invasieve diagnose, katheterisatie voor interventionele cardiologie en hartchirurgie) om ze op de twee betrokken vestigingsplaatsen te kunnen uitbaten.
De Raad brengt zijn advies van 13 juli 200 in herinnering: "Advies betreffende het zorgprogramma cardiologie: Voorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juni 1999". ln dat advies meent de Raad dat de deelprograrnma's BI en B2 sarnen kunnen worden uitgebaat op een enkele vestigingsplaats, zonder het deelprogramma B3.
Tijdens de vergadering
van 14 december
heeft het Bureau dit advies bekrachtigd.
Met de meeste
hoogachting,
De Voorzitter
DE MINISTER V AN SOCIALE ZAKEN EN PENSIOENEN 1040 Brussel, de Wetstraat,62 Tel. 02/238.28.11 Fax 02/230.38.95 fi DEC. 7nnn 1210 Brussel, de Kunstlaan,7 Tel. 02/220.20.11 Fax 02/220.20.67 DE MINISTER VAN CONSUMENTENZAKEN, VOLKSGEZONDHEm EN LEEFMILIEU
De Heer Prof. Dr. J. PEERS
Voorzitter van de Nationale Raad voor Zi e kenhuis voo rzieningen
Betreft : Adviesaanvraag -KB tot wjjziging van het koninklijk besluit van 15 maart 2000 tot wijziging van het koninklijkbesluit van 25 apri11997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere nonnen waaraan deze moeten voldoen.
Mijnheer de Voorzitter,
Bij deze wengen wij de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen om een advies te vragen met betrekking tot een voorgenomen wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 aprill997 houdende nadere omschrijving van de associatie van ziekenhuizen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen.
Art. 3, §3 van voomoemd koninklijk besluit van 15 maart 2000 stelt dat de bepalingen van artikel 24 van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 houdende vaststelling van de nonnen waaraan de zorgprogramma's «cardiale pathologie» moeten voldoen om erkend te worden aIs uitzonderingen gelden op de principes in artikel 6, § 1, eerste, tweede en derde lid van het koninklijk besluit van 25 apri119971.
1 Hierdoor wordt het mogelijk om in de uitzonderingen door de koning bepaald af te wijken van de
vereisten dat: .
-het voorwerp van de associatie zich slechts op meerdere 'vestigingsplaatsen mag bevinden indien aan een aantal strikte voorwaarden wordt voldaan (lid 1);
-indien het voorwerp van de associatie zich op meerdere vestigingsplaatsen bevindt, elk samenstellend deel ervan aan aile opgelegde erkenningsnomen dient te voldoen (lid 2);
-de bevoegde overheid peT vestigingsplaats afzonderlijk een zorgprogramma, ziekenhuisdienst, -functie, -afdeling, medische dienst of medisch-technische dienst dient te erkennen en
Dit impliceert ondenneer dat zoals voorzienin artikel 24 van het koninklijk besluit van 16 juni 1999 onder bepaalde hierin vennelde voorwaarden een volledig zorgprogramma B kan worden uitgebaat op 2 vestigingsplaatsen in het kader van een associatie.
Het is onze bedoeling in voomoemd koninklijk besluit van 15 maart 2000 nog een bijkomende voorwaarde toe te voegen, met naIne dat op 2 maart 2000 (datum van bekendmaking in het BS van hogergenoemd koninklijk besluit van 16 juni 1999) op elke vestigingsplaats reeds een hartcatherisatiedienst voor invasief onderzoek, een
hartcatherisatiedienst voor interventionele cardiologie evenals een hartchirurgiedienst waren erkend en uitgebaat.
Wij verzoeken om een advies binnen een termijn van 1 maand.
Met de meeste hoogachting,
De Minister van Volksgezondheid,