• No results found

De steekproef voor het rentabiliteits- en financieringsonderzoek van de tuinbouw onder glas in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De steekproef voor het rentabiliteits- en financieringsonderzoek van de tuinbouw onder glas in Nederland"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

L. van Noort Med. No. 4 0 5

DE STEEKPROEF VOOR HET RENTABILITEITS- EN

FINANCIERINGSONDERZOEK VAN DE TUINBOUW

ONDER GLAS IN NEDERLAND

^ l E M . A S ^ . S I G N :

Ll>-V03-3 1ïH S EX. NO: C 8IBLI0THEEK MLV ;

April 1 9 8 9

Landbouw-Economisch Instituut

Afdeling Tuinbouw

(2)

REFERAAT

DE STEEKPROEF VOOR HET RENTABILITEITS- EN FINANCIERINGSONDERZOEK VAN DE TUINBOUW ONDER GLAS IN NEDERLAND

Noort, L. van

Den Haag, Landbouw-Economisch Instituut, 1989 Mededeling 405

ISBN 90-5242-027-0 21 p., 8 tab., 3 bijl.

Het onderzoek naar de rentabiliteit en de financiering in de verschillende takken van tuinbouw wordt op steekproeven geba-seerd. De steekproeven worden periodiek vernieuwd en tussentijds aangepast aan de populatie.

In deze publikatie wordt een verantwoording gegeven van de wijze waarop de steekproeven van drie produktierichtingen in de glastuinbouw zijn samengesteld.

Steekproef/Rentabiliteit/Inkomen/Financiering/Glastuinbouw/ Nederland

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Noort, L. van

De steekproef voor het rentabiliteits- en financieringsonderzoek van de tuinbouw onder glas in Nederland / L. van Noort. - Den Haag :

Landbouw-Economisch Instituut. - Tab. - (Mededeling / Landbouw-Economisch Instituut; 405)

ISBN 90-5242-027-0

SISO 630.8 UDC (658.155+658.14):631.544(492) NUGI 835 Trefw.: glastuinbouw ; Nederland ; financiering.

Overname van de inhoud toegestaan, mits met duidelijke bronver-melding.

(3)

Inhoud

Biz.

WOORD VOORAF 5 1. DE TUINBOUW ONDER GLAS IN NEDELAND 7

1.1 De populatie van bedrijven met

tuinbouwgewassen onder glas 7

2. DE STEEKPROEF 11 2.1 De theoretische steekproef 11

(4)

Woord vooraf

De afdeling Tuinbouw verricht jaarlijks onderzoek naar de rentabiliteit, de inkomensvorming, het financieringsge'drag en de vermogenspositie in de belangrijkste takken van tuinbouw. Dit onderzoek is op een a-selecte steekproef gebaseerd. De steek-proeven worden eenmaal in de zes jaar geheel vernieuwd. Gedurende de looptijd wordt de steekproef jaarlijks aangepast aan de veran-deringen in de polulatie. De steekproeven met snij bloementeelt en potplantenteelt onder glas zijn met ingang van het boekjaar 1988, die met glasgroenteteelt met ingang van het boekjaar 1989 ver-nieuwd.

In deze publikatie wordt een verantwoording gegeven van de wijze waarop voornoemde steekproeven zijn samengesteld.

Het hoofd van de afdeling Tuinbouw

(5)

1. De tuinbouw onder glas in Nederland

1.1 De populatie van bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas

De steekproeven ten behoeve van het Rentabilitéits- en financiersonderzoek worden eenmaal in de zes jaar vernieuwd en jaarlijks bijgesteld. De steekproef met bloemisterij onder glas

is in 1988 vernieuwd, die met glasgroenteteelt in 1989. Als basis hiervoor is gebruik gemaakt van de Landbouwtelling 1986.

Volgens de Landbouwtelling 1986 waren er in Nederland 14.925 bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas. De oppervlakte glas op deze bedrijven bedroeg 9.088 ha. Van deze 14.925 bedrijven bleken in eerste instantie 8.905 bedrijven te voldoen aan de criteria die voor deelname aan het onderzoek zijn gesteld. Het onderzoek heeft namelijk alleen betrekking op bedrijven:

a. waarvan 66 2/3% van nge 1) betrekking heeft op glasgroenten of op bloemisterij (glas);

b. met een bedrijfsomvang van 16 nge 1) en meer;

c. waarvan de ondernemer een agrarisch hoofdberoep heeft. Een specificatie van het aantal bedrijven met tuinbouwgewas-sen onder glas en de totale glasoppervlakte is opgenomen in tabel 1.1. Hieruit blijkt dat de polulatie, waarop de steekproef in eerste instantie is gebaseerd, betrekking heeft op 8.905 bedrij-ven met 7.719 ha glas, dat is respectievelijk 60% en 85% van het totaal aantal bedrijven en de totale glasoppervlakte in Nederland.

1) De omvang van een agrarisch bedrijf en van de afzonderlijke Produktierichtingen binnen een bedrijf kan worden uitgedrukt

in nge (Nederlandse Grootte Eenheid). 1 nge is gelijk aan 1.000 bss. Onder bruto-standaard-saldi (bss) wordt verstaan de normatieve opbrengsten van een produkt minus de direct variabele kosten.

(6)

Tabel 1.1 Bedrijven met tuinbowgevassen onder glas Bedrijven aantal X

Oppervlakte glas ha X Bedrijven gelegen in:

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Limburg Overige provincies 8. Totaal in Nederland 9. Af: bedrijven met minder dan

66 2/31 van de nge aan glas-groenten of bloemisterij (glas) 10. Bedrijven met 66 2/3Z en meer van

de nge aan glasgroenten of bloe-misterij (glas)

11. Af: te kleine bedrijven (minder dan 16 nge)

12. Bedrijven met 66 2/3Z en meer van de nge aan glasgroenten of bloe-misterij (glas) excl. bedrijven met minder dan 16 nge

13. Af: bedrijven w.v. de ondernemer een niet agrarisch hoofdberoep heeft (met 16 nge en meer) 14. Idem als 12 met agrarisch

hoofd-beroep

15. Af: bedrijven met opkweekmateriaal (>50X op basis van nge)

16. Basis voor de steekproef

1.443 414 1.949 7.630 1.361 1.229 899 10 3 13 51 9 8 6 493 207 937 5.679 701 651 420 5 2 10 63 8 7 5 14.925 9.472 308 9.164 259 8.905 100 4.692 31 10.233 69 761 *) 5 64 62 2 60 9.088 814 8.274 66 8.208 144 8.064 345 7.719 100 91 90 89 85

*) Inclusief 326 bedrijven waarvan de ondernemer bovendien een niet agrarisch hoofdberoep heeft.

(7)

In tabel 1.2 zijn de eerder genoemde 8.905 bedrijven naar drie verschillende produktierichtingen op basis van nge -onderscheiden.

Tabel 1.2 Bedrijven met overwegend groenten of bloemisterij

onder glas

Aantal be-drijven Aantal nge Oppervl. glas in ha 1. Glasgroenten (66 2/3% en

meer van de nge) 2. Bloemisterij (glas),

66 2/3% en meer van de nge

- waarvan 50% en meer van de nge aan pot-en perkplantpot-en - overige bloemisterij-bedrijven 4.167 (4.738) 1.180 3.558.J 392.041 3.869 (501.854) (3.850) 129.770 806 372.084 03.044*} 893.895 7.719 Totaal 8.905

De naar produktierichting ingedeelde bedrijven zijn ver-volgens naar bedrijfsomvang - op basis van nge - onderscheiden. Deze indeling is opgenomen tabel 1.3.

(8)

Tabel 1.3 Bedrijven met overwegend groenten of bloemisterij onder glas (indeling naar bedrijfsomvang)

Bedrij fsgrootteklasse Bedrijven

aantal Nge aantal Oppervlakte glas Ha 1. Glasgroenten (66 2/3% en meer van de nge) 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal 2. Bloemisterij (glas, 66 2/32 en meer van de nge) - waarvan 50X en meer van de nge aan pot-en perkplantpot-en 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal - waarvan overige bloemisterijbedr. 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal 2719 1140 308 4167 (4738) 65 27 8 100 166551 145541 79949 392041 (501854) 43 37 20 100 1710 1395 764 3869 (3850) 44 36 20 100 730 279 171 1180 2133 1016 409 62 24 14 100 60 29 11 38293 36971 54506 129770 132249 132142 107693 30 28 42 100 35 36 29 244 232 330 806 1089 1086 869 30 29 41 100 36 36 28 3558 100 372084 100 3044 100 8905 893895 7719 Totaal generaal 10

(9)

2. De steekproef

2.1 De theoretische steekproef

Voor de samenstelling van de steekproeven zijn de glasbe-drijven met overwegend groenten, pot- en perkplanten en overige bloemisterij geografisch onderscheiden. De verdeling van de 8.905 glasbedrijven is opgenomen in tabel 2.1.

Tabel 2.1 Geografische onderscheiding van de glasbedrijven

(aantallen bedrijven)

Gebied Alle Glas- Bloemisterij 66 2/3% be- groen- en meer 1)

drij- ten

ven 66 2/3% totaal waarvan overige en meer 50% e.m. bloe-1) v.d. nge

miste-aan pot- rij be-en perk- drijvbe-en planten 1. Het Westland 2616 1411 (1205) 183 1022 2. Delft, Schieland en Droogmakerijen 1513 743 ( 770) 131 639 3. Zuid-Holland (excl. de onder de 1 en 2 genoem-de gebiegenoem-den) 1088 332 ( 756) 130 626 4. Noord-Holland 938 89 ( 849) 220 629 5. Gelderland en en Utrecht 933 327 ( 606) 301 305 6. Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland 353 136 ( 217) 100 117 7. Zeeland en Noord-Brabant 698 513 ( 185) 83 102 8. Limburg 766 616 ( 150) 32 118 Totaal 8905 4167 (4738) 1180 3558 1) Van de nge. 11

(10)

Fer gebied zijn de glasbedrijven met overwegend groenten, pot- en perkplanten en overige bloemisterij naar bedrijfsgrootte-klasse gesorteerd. Binnen de onderscheiden groottebedrijfsgrootte-klasse is een volgorde naar bedrijfsomvang - op basis van nge -aangebracht. De bedoeling hiervan is dat de steekproef per bedrijfsgrootteklasse, zowel naar geografische ligging van de bedrijven als naar be-drijfsomvang, zo goed mogelijk de populatie vertegenwoordigt. Uit deze voorgesorteerde bedrijven is vervolgens een willekeurige keuze gedaan, door elk 59e bedrijf in de theoretische steekproef op te nemen. Dit voorbeeld geldt voor de glasgroentebedrijven in het Zuidhollands Glasdistrict, met een bedrij fomvang van 16-100 nge. Voor de twee andere groepen van glasgroentebedrijven in voornoemd district, te weten: bedrijven met 100-180 nge en be-drijven met 180 nge en meer was dit respectievelijk het 34e en het 17e bedrijf.

De steekproefpercentages alsmede het aantal bedrijven van de theoretische steekproeven en die van de populaties, zijn per be-drijf sgrootteklasse opgenomen in tabel 2.2.

(11)

Tabel 2.2 Het aantal bedrijven van de te onderzoeken populatie en van de theoretische steekproef alsmede de steek-proefpercentages

Bedrijven met 66 2/3% en meer van de nge aan:

Aantal bedrijven van de populatie van de theore-tische steekproef v.d.steek-proef in % v.h. aant. bedr. v.d. populatie Glasgroenten w.v. bedr. in het Zuidh. Glasdistict 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal w.v. bedrijven in Overig Nederland 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal 1188 740 226 2154 1531 400 82 2013 20 22 13 55 29 18 8 55 1,7 3,0 5,8 1,9 4,5 9,8 Bloemisterij (glas) w.v. 50Z e.m. van de nge aan pot-en perkplanten

16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal w.v. ov. bloemist.-bedr. in het Z.H.-Glasdistrict 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal 730 279 171 1180 795 632 234 1661 24 23 33 80 17 23 17 57 3,3 8,2 19,3 2,1 3,6 7,3 w.v. bedrijven in overig Nederland 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer Totaal 1338 384 175 1897 30 20 18 68 2,2 5.2 10,3 Totaal generaal 8905 315 13

(12)

Het blijkt dat de relatief grote bedrijven sterker in de steekproef zijn vertegenwoordigd dan de relatief kleine bedrijven 1). Bij de berekening van de gemiddelde cijfers van het grondge-bruik, de kosten en de opbrengsten, het inkomen en de gegevens met betrekking tot de financiering wordt uiteraard met de ver-schillende steekproefpercentages rekening gehouden.

Op basis van voornoemde gegevens, werden afzonderlijk voor de bedrijven met overwegend groenten, pot- en perkplanten en overige bloemisterij, vijf steekproeven samengesteld. Een van deze steekproeven diende voor de uiteindelijke bedrijfskeuze. Voor de weigeraars van de eerste steekproef, konden de vervangende bedrijven worden verkregen uit de overige vier steekproeven.

2.2 De gerealiseerde steekproef

Uitgaande van de in tabel 2.2 weergegeven steekproefpercen-tages werden 315 glasbedrijven voor deelname aan het onderzoek bezocht. Van de 315 glasbedrijven bleken 53 bedrijven niet ge-schikt te zijn voor deelname aan het rentabiliteitsonderzoek (zie tabel 2.3).

Het onderzoek naar de bedrijfsresultaten is beperkt tot Nederlandse bedrijven, die overwegend op de produktie van groen-ten, pot- en perkplanten en overige bloemisterij zijn gericht. Bovendien mogen de bedrijven niet gemengd zijn met andere takken van bedrijf of beroep. Voorts moet de bedrijfsomvang minimaal 16 nge zijn.

De in tabel 2.3 genoemde groepen, te weten: 5, 6, 7, 8, 9, en 12 voldoen niet aan deze voorwaarden. De onder 10 genoemde be-drijven zullen binnen één à twee jaar verdwijnen als zelfstandig bedrijf en worden niet in het onderzoek betrokken. De onder 11 genoemde bedrijven zijn reeds verkocht en toegevoegd aan reeds bestaande tuinbouwbedrijven. Dit betekent dat de onder 5 t/m 12 voornoemde 53 bedrijven niet zijn vervangen. Bij de vaststelling van de omvang van de "theoretische" steekproef is rekening ge-houden met het feit dat niet alle bedrijven voor het onderzoek geschikt zouden zijn.

Van de resterende 262 bedrijven waren de ondernemers van 160 bedrijven bereid tot deelname aan het onderzoek. Van 90 bedrijven weigerden de ondernemers aan het onderzoek deel te nemen. Deze 90 bedrijven zijn, evenals de onder 3 en 4 genoemde 12 bedrijven vervangen. Hiervoor werden 102 bedrijven van nagenoeg dezelfde

1) Op eerstgenoemde bedrijven is de bijdrage aan de totale pro-duktie veel groter dan van laatstgenoemde bedrijven. Ervan uitgaande dat slechts een beperkt aantal bedrijven per tak van tuinbouw in het onderzoek kan worden opgenomen, wordt door deze werkwijze de betrouwbaarheid van de cijfers vergroot.

(13)

« -o > e o .o <o e ** -o v <o ca ai in 9 *J xi M O 0) m 00 a > > u n p,ui •»H « «1 kl 0) ai u 00 0) t * oc oo • « - C eu a a - * d O M - H

1 U

ë

» £ a. « a -H c M O 00 * H 4) 41 kt ai o -o 4) CO —• O l o* m es «M - H m es -* CN m -^ r»- —t t - < —• t

«

.£1 d 0) ki o o

>

* J X • H J 3 U

«

0) o - H o g

ra

c 41 0) • o 4J o 4J • o a> u

**

ai •** c £ o o • o h o o

>

- C u

«

ai o CM ai S «o c 0) ai • o •*-> o +J • o t - l a i u ai A • o U • 3 t - S C £ • u 0 0 0) 41 > ki • * J e - o «ai u *a> O

»

c IS (M • o •*-» • H u. ki 41 •O ai a i s «

. .

CO - * ce at + * o * J Xi 3 CO «M f - J —* • H IS h « •O - H ai h •O 41 m 4-> oo a c 6 *rt +J k. C ai «s > ^ ai a «H V c O (0 H >

.

m * J c ai u c »H 9 - P d ai 41 *i ai e ù • o ai

«

.

* o • o c IS x : • H «1 0)

>

ai p • P ai e û t j 4) A r-. 1 4> d . Q «H 41 41 .-1 •O J * c ai (S +J

>

n Ù Û - H d «s d > ai E > o — i • H ai ki Q - a c o «M O 0) <u kl T ï ai - H • a u d "O ce ai . o P a i e e «

>

• o oo d c ai O) M e M ai is O * J t > o . ai 0 ki 4)

«

• o d a i 0 0 • H 41 * J d o c ai •a u o

»

h • o

«

m o c ai 4-> Ä o 0 Jtf k l 41

>

d f - i N C • a o A <—4 C 41 41 <M • * • » d - H « k l ce - o 41 T? . O oo ai - o o d > « ai ce 0 0 4-1 o n o ai • P x> M *J O 4) O Ä d e ai - H . o A oo 41 c J 3 ' - t W O d « H d ai * J «s > W - H i - i ai d • w > « h 4-> • o c - H 4) 41 3 (Q « « CM - H i - l ce ce •»•> o P X I 3 CO • H re ce u ai d ai 0 0 i-t ra ce o 15

(14)

structuur en bedrijfsomvang bezocht; hiervan werden 50 bedrijven in de tweede, 23 in de derde en 29 in de volgende ronden gereali-seerd.

De 262 uitendelijk in het onderzoek betrokken bedrijven ver-tegenwoordigen een populatie van 7.569 bedrijven, een glasopper-vlakte van 6.803 ha; dat is respectievelijk 51% van het totale aantal bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas en 75% van de oppervlakte glas (zie tabel 1.1).

Be mate waarin de bedrijven van de gerealiseerde steekproe-ven (incl. de 53 niet vervangen bedrijsteekproe-ven) over de bedrijfsgroot-teklasse zijn verdeeld, blijkt uit bijlagen A t/m C, waarin zowel ten aanzien van het aantal bedrijven, het aantal nge en de glas-oppervlakte, de gerealiseerde steekproef met de populatie is ver-geleken. In tabel 2.4 zijn alleen de steekproefpercentages van de gerealiseerde steekproeven opgenomen. Per bedrijfsgrootteklasse zijn de verschillen - met betrekking tot de bedrijven de nge en

de glasoppervlakte - in steekproefpercentage gering.

In tabel 2.5 zijn de cijfers van de populatie met betrekking tot het aantal nge, de glasoppervlakte en de oppervlakten van de belangrijkste gewassen vergeleken met de geaggregeerde cijfers van de gerealiseerde steekproef (inclusief de 53 niet vervangen bedrijven). Als gevolg van de verschillende steekproefpercentages is een vergelijking van de totale steekproef alleen mogelijk na aggregratie van de cijfers van de steekproefbedrijven. De ge-aggregreerde cijfers van de steekproefbedrijven zijn berekend door voor de onderscheiden bedrijfsgrootteklasse, de nge en de oppervlakten te vermenigvuldigen met de wegingsfactoren 1) en deze uitkomst te sommeren.

Het blijkt dat de komkommers, de anjers, de chrysanten en de orchideeën sterker in de steekproeven zijn vertegenwoordigd, dit in tegenstelling tot de freesia's en de gerbera's die minder sterk door de steekproef worden gerepresenteerd.

De steekproeven ten behoeve van voornoemd onderzoek worden jaarlijks bijgesteld, zodat de per bedrijfsgrootteklasse vastge-stelde percentages (zie tabel 2.4) jaarlijks - door veranderingen in de populatie - kunnen wijzigen.

1) De wegingsfactoren zijn afhankelijk van de steekproefpercen-tages. Bij een steekproef van twee procent is de wegingsfac-tor vijftig, namelijk honderd gedeeld door twee.

(15)

Tabel 2.4 Steekproefpercentages met betrekking tot het aantal bedrijven, het aantal nge en de totale glasoppervlak-te (gegevens van de gerealiseerde sglasoppervlak-teekproef in % van de te onderzoeken populatie)

Bedrijven met 66 2/3% en meer van de nge aan:

Gerealiseerde steekproef in % van de populatie: van het aantal bedrijven van het aantal nge van de totale glasopp 1. Glasgroenten Bedrijven in het Zuidh. Glasdistr. 16 - 100 nge 100 - 180 nge 280 nge en meer

Bedrijven in ov. Nederland 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer 1,7 3,0 5,8 1,9 4,5 9,8 1,7 3,0 5,6 1,9 4,5 9,6 1,7 2,9 5,6 1,9 4,5 9,9 2. Bloemisterij (glas)

waarvan 50% e.m. van de nge aan pot- en perkplanten

16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer 3,3 8,2 19,3 3,3 8,4 19,6 3,2 8,5 19,1 waarvan ov. bloemisterijber.:

bedr. in het Zuidh. Glasdistr. 16 - 100 nge

100 - 180 nge 180 nge en meer

Bedrijven in ov. Nederland 16 - 100 nge 100 - 180 nge 180 nge en meer 2,1 3,6 7,3 2,2 5,2 10,3 2,2 3,6 7,2 2,3 5,2 10,4 2,3 3,6 6,9 2,3 5,3 10,6 17

(16)

4.167 392.041 3.869 3.840 1.846 693 289 4.167 390.648 3.865 3.824 1.782 791 305 100,0 99,7 99,9 99,6 96,5 114,2 105,4

Tabel 2.5 Vergelijking van de te onderzoeken populatie met de gerealiseerde steekproef (na aggregatie)

Bedrijven met 66 2/3% en meer Popu- Gerealis. Kolom (2) van de nge aan: latie steekproef in % van

(na aggreg.) kolom (1) (1) (2) (3)

1. Glasgroenten aantal bedrijven aantal nge

totale opp. glas (in ha) opp. groente onder glas (in ha)

waarvan tomaten (in ha) waarvan komkommers (in ha) waarvan paprika (in ha)

2. Bloemisterij (glas) waarvan pot- en perkpl. aantal bedrijven aantal nge

totale oppervl. glas (in ha)

waarvan pot- en perk-planten (in ha)

waarvan ov. bloemisterij aantal bedrijven aantal nge

totale oppervlakte glas

i n ha 3 . 0 4 4 3 . 0 6 8 1 0 0 , 8 waarvan s n i j b l o e m e n

( i n ha)

waarvan rozen (in ha) waarvan anjers (in ha) waarvan chrysanten (in ha) waarvan freesia's (in ha) waarvan orchideeën (in ha) waarvan gerbera's (in ha)

Totaal aantal bedrijven Aantal nge

Totale oppervlakte glas (in ha)

1.180 129.770 806 753 3.558 372.084 1.180 131.582 800 755 3.558 374.423 100,0 101,4 99,3 100,3 100,0 100,6 2.906 744 311 519 308 178 235 8.905 '3.895 7.719 2, 8 896 7 .996 746 370 620 276 204 198 .905 .653 .733 103,1 100,3 118,9 119,3 89,7 114,5 84,2 100,0 100,3 100,2 18

(17)

• e u ce o . > At i • O) M 3 «H « a *> *» c o a • - < a . - H UI e « • u > « h • e ce < H

» ~

n +» u m a I « 3 - H Cb 4J 0 a a - H • c u ce a s» M 01 M o « e n --H i ai 3 - H a *> O ce a - H h 4J « B oo ai M es >"N rt ai > h u ee ai a c Oi *H O ^ ai +• u m a i « 3 - H a 4-> o <t a -n • e u ce a > M ai »a ai * J e n - H i ai 3 • * a 4J o «a a - i •H I M <M -< ai 3 00 a s o a ai •o B 01 C M ce ai > o N U U 01 ce ot • o e B <0 M S --> 01 — > 01 -H oo h u fj 1 3 -H i a *> i o ce i a ~4 • B i u <e i a > 1 JC i ce M 1 01 1 01 3 — a « I *J c o « I » -H CL <-H 1-1 I -U U I 3 -H I O. +> I O « I o . ^ r-» o <0 -+ tr\ m - H —t —<l m « en co * * r*. o - * c* <n| «n r-. r*. «O « -H o o m •o CM m oo o m f - o« «o - H c« m * 0 —< <o| o* m o l sf iv. _* - H «M cn| r- « *» m o en o 00 (N h . N O oo o m r-. o o - H <n m C4 « * « * | CM «4- r*>| •tf 0 0 CM ~ H « M e n | oo o • * -tf m oo O f» <n h O O - « m m o» m o» - H *» <> CM * * o | N O O > m —» O M - H CM - * | 00 es r-. m m P«. •tf « - • m o o oo * * CM o m o CM ^ «ol oo o o -H CM - H | CO N M •n « o 00 *? CM o m «o - * «» o CM tn o l « 4 N m C M o —i CM CM| i n co m CM O -H 00 -tf CM o» m oo - • • * o» i n i m co ooi co o « oo «* CM| —i r-» CM| 01 X i B 01 •r* TJ B e a e w > - c • o o •H J3 l . T> •n tH 01 3 « N U •M U * J a •o n

C4 ( 9 01 on B O O ~+ 1 •O 01 00 B O 00 - H 1 o o ~H h

C e B 01 01 M B O 09 «-« H O N m o col m •>? j - H « eu « C u oo oo g • H a> c c •o c e « o o « • Z o c o > -H - 4 « • n « 00 <H •H -H I I fl « h i « 4 • 0 0 * 0 0 0 *J • > - » o e o o CQ O - • - H H 19

(18)

*> O n m a e -o «

SE

• « n «

SS

3 00 a B o a « •o B « B . * a

« >

o H U U • « a> B8 O B B -O

>

00 U X u -o u « a> « > « a

«

00 a. > j * i • « M S -H • a . 4J *> s o • *> 'O O B a o B B t> m • h > « « V< B * <0 B 1 H <f( » a ^ a s • • o 4J U • a i • 3 - H a 4J o a pr . p va n 1 jt S M t • *> B n - H 1 o 3 - H a *> o a a - H i ^ i a o .

«

a B a - H O w e 00 B .-)

«

•P 1 S -H i a « 1 o « pr . p va n 1 1 M 1 • M 1 « 1 *> B I a <H [ 1 1 1 M "M 1 « « 1 • 9 • * a * J 0 0) a - i 1 9 •*4 1 O. *» 1 0 ca 1 o. *•* 1 * 1 u i a 1 M i « i « i *> l n i i i 1 X 1 o B a)

>

M B ~ i <H

«

1 3 •H o a u o a .-H a 3 «H a - P o a a - « m ** ** o co o m m i n .* o I-r* co *>| o o o » « (O es - * O n n en m co o m i ^ . P*. co «* ** «M m « o> ^ co «*

•-•

m CM f-l o •ni «1 ml «N| ® m| en| en « • * o o> co m o co m -4- * en co o« r«. <N - * lO H S CM -H « O r- O cN o m co * - * m tn trt O » ~* m r*r- ci -*I N «t • • B 00 00 e •H B B B B -a o o « tt B O «D > « -H - * • • * - » - * 00 •H h | 1 B U «

•O "O <o O O a> 0 «-• o m n » -> — f-4 ce o H 20

(19)

3

e o e a -o

>

M a

— >

> u u « • -o u • a > M I t> « K S < I a a *> * J e o a a - H a> .-i 3 - H o a o . - H • e L. a a > M i a a • « 3 rt « O. -u *> e o a a -H a - H 0.rt JK h « « « > « 0 R e • a •o > U b • a a a a » •H <H « a -i a -H u u a a CO *> n a *H •o e a *> 0 e -H e ^ a e -H a <-> a a -H a 3 no a s 0 a a a *> M a *H

>

u a a ^v a u a e a-H o a 00 a a +J c a

<

*

a a +J a i 3 <M a 0 u a. a •H a *> 0 a

ù

a M a a •p a i M a a •*J n l 1 3 a fH a a

>

M e •H «M a o u a a •H l o. +* 1 O i a. rH a 1 « 3 -H a « o a o.-* a. > M i a a K 3 - H a o* +* •n e o a a *H Qt<-i rt i a o 3 • * a *> o a a r t • ^ -^ in -* N 00 -» •» c* o c* «o •o

•»

m «n «H r*-o> Ö i~ 00 -» •* •»

«

en *o o CM m <o « * - H * * o - * O* r- <N o O o* - H m « i n N « N N en r-* r-* pr-* —il -H CM - * | O r - » o bt 4 0 < 0 4 H O n M «n N r » en r--l r-. r- * cal l 0 0 « a n +J oo oo fi • H -o u e e c «H e a « u o o « « H * > 0 0 > r-i a - H - H a ^ o «H ao * t £ T I I I Ö u -a n <o * H « «o o o « 3 W H O C 0 CQ N O —J - H en ^ o CM m o in «o CM •H CM m «o •* m

«

m o CM m o CD en CO CM r+ en m CM O m o -* o f* o* CM f* «o CM en m * CM m o O CM CD • * O CM en O r-- H CM en O o O •t m m - H m CM co o m m en en en CM - * CM i n o CM en o -H ^» 00 f-* *o r*. H N ^ e> m - * co co od-en - * CM < * o o r - m « * CM CM e n CM m o

Vi»

os *» m m m - H ^ m a a e h ao oo e • H a e c •o e c a o o a a 2 o oo > - « rt a •rt « • oo rt -H i i e h u •o « «o o o a > rt o «o a 6 rt -H 21

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Onderhoudt materialen en middelen zorgvuldig en zorgt dat materialen en informatie per klant bij elkaar blijven - Werkt bij de vervaardiging van het model volgens de afspraken met

Vlak voor het onderzoek wordt meestal gevraagd dat je kind nog eens plast, zodat de blaas leeg is.. • Indien de begeleider van het kind zwanger is, meld dit dan op voorhand even

Immunohistochemische kleuring voor E-cadherine kon een deel van de pathogenese verklaren door aan te tonen dat de pagetoïde spreiding in dit geval veroorzaakt werd door een

Progression of radiographic findings included increased soft tissue swelling (also involving the right stifle), increased conspicuity of the radiolucent areas within

nog niet gereed. Het drogestofgehalte en de refractie waren in de tweede parallel van de proef zeer betrouwbaar hoger, dan in de eerste parallel. De osmotische waarde gaf tussen

De contouren van het ontwerp voor de verlengde nevengeul zijn neergezet in twee ontwerpsessies met inbreng hydrologie en ecologie van het waterschap Vechtstromen en begeleid

Hierbij is dus uitgegaan van een vast middenpeil van +20 cm NAP (40 cm hoger dan het huidige winterpeil) om inzicht te geven in de gevolgen van zeespiegelstijging voor het

In de meeste land- en tuinbouwsectoren moeten de bedrijven een omvang hebben die ruim boven de gemiddelde bedrijfsgrootte ligt, om enigszins aanspraak te kunnen maken op een