• No results found

Extra stimulatie bij melkrobot niet zinvol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Extra stimulatie bij melkrobot niet zinvol"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Extra stimulatie bij melkrobot niet zinvol

H..J. Sclzuiling en A.H.&f. Holtkuile (PR)

Het automatisch melksysteem (AMS) van Prolion duwt tijdens het melken de tepel-bekers regelmatig even omhoog. Dit lijkt een heel natuurlijke beweging, die als het ware het stoten van een kalf nabootst. Het kalf stimuleert hiermee de melkafgifte. De verwachting dat het mechanische stoten ook de melkafgifte bevordert, is in een onderzoek op de Waiboerhoeve niet gebleken. Door het opkruipen van de tepelbe-kers was er zelfs een negatief effect op de melkafgifte.

Voor het machinaal melken worden uier en spe-nen gereinigd en gemasseerd. Door de massage van vooral de spenen komt het hormoon oxitoci-ne vrij, waardoor de melkafgifte op gang wordt gebracht. Tijdens het melken wordt de melkafgif-te op gang gehouden doordat de spenen voort-durend gemasseerd worden door de beweging van de tepelvoering. Dit laatste geldt ook voor de melkrobot, wel verschilt de voorbehandeling we-zenlij k.

Bij het AMS lijkt er een extra stimulans aanwezig te zijn, doordat de tepelbekers regelmatig om-hoog worden geduwd. Dit lijkt op het stoten in de uier, wat we tijdens het zogen bij kalveren en lammeren kunnen zien. Bij het AMS wordt het stoten echter niet zo krachtig uitgevoerd. Het is meer een (dier-)vriendelijk opduwen. Het stimu-lerend effect hoeft er niet minder om te zijn. Restmel k

Tepelbekers hebben aan het eind van het mel-ken de neiging om op te kruipen. Feitelijk kruipt de tepelbeker niet op, maar worden speen en een deel van de uier in de kop van de voering getrokken. Dit wordt veroorzaakt doordat uier en

speen leeg raken en daardoor de spanning ver-liezen. Het gevolg is echter wel dat de toevoer van de laatste melk uit de uier naar de speen ge-blokkeerd wordt. Hierdoor kan er veel melk in de uier achter blijven.

Het gewicht van het melkstel, de opening in de kop van de voering en de diameter van de voe-ring zijn van invloed op dit opkruipen. Door het opduwen van de tepelbekers, zoals het AMS dat doet, kan het opkruipen worden bevorderd. Hier-door zal ook de hoeveelheid restmelk toe kun-nen nemen.

Onderzoek

Aan de ene kant verwachten we van “het stoten” van het AMS een positief effect op de melkafgif-te door stimulatie, aan de andere kant een nega-tief effect op het uitmelken. Om beide effecten te kunnen onderzoeken, is een proef met drie

be-Figuur 1 Effect opkruipen

Volle melkstroom Einde melkstroom

Bj het AMS op de Waiboerhoeve is het stoten van

tepelbekers onderzocht. (Machine Milking and Lactation, Bramley e.a.)

(2)

Tabel 1 Effect van stoten, kort stoten en niet stoten op de hoeveelheid namelk, de melksnelheid en de melktijd

Stoten Kort stoten Niet stoten

Namelk (kg) 0,90 0,65 0,65

Gemiddelde melksnelheid (kg/min) 1,39 1,4.4 1,46

Maximale melksnelheid (kg/min) 2,89 2,95 2,97

Melktijd (min) 6,25 5,81 5,82

handelingen opgezet. De eerste behandeling is standaard voor het AMS: tijdens de hele melk-beurt worden de tepelbekers opgeduwd. Bij de tweede behandeling wordt er tijdens het melken niet opgeduwd. Hierdoor zal de stimulatie mini-maal zijn, maar ook het opkruipen wordt beperkt en daarmee dus de restmelk. Met de derde be-handeling is getracht de effecten zo goed moge-lijk te combineren. Het stoten wordt hierbij alleen gedurende de eerste twee minuten van de melk-beurt toegepast, daarna niet meer. De reden is dat de stimulatie het meeste effect zal hebben aan het begin van het melken. Daarnaast zal het opkruipen pas aan het eind van het melken plaatsvinden, als de uier leeg begint te raken. Omdat het stoten dan al gestopt is, zal het nega-tieve effect klein zijn.

De drie behandelingen (“stoten”, “niet stoten” en “kort stoten” genoemd) zijn getest op Melkvee 3 van de Waiboerhoeve. Er waren 18 koeien be-schikbaar, die per dag in groepjes van zes dieren over de drie behandelingen werden verdeeld. In

12 proefdagen zijn bij de avondmelking de melk-gift, de melktijd, de melksnelheid en de hoeveel-heid namelk vastgelegd. De hoeveelhoeveel-heid namelk is bepaald door met een emmerinstallatie de koe machinaal na te melken nadat het AMS het melkstel had afgenomen. Er werd extra druk op de klauw uitgeoefend en de uier werd gemas-seerd.

Stoten geen voordeel

Uit het onderzoek blijkt dat er geen verschil is tussen kort en niet stoten. Het gedurende het gehele melkmaal opduwen van de tepelbekers heeft een duidelijk negatief effect op de hoeveel-heid namelk, de gemiddelde melksnelhoeveel-heid en de melktijd (zie tabel 1).

Omdat stoten duidelijk verschilt van kort en niet stoten, was het effect van het opkruipen van de tepelvoering doorslaggevend voor het resultaat. Het verwachte onderscheid tussen kort en niet stoten door de extra stimulatie van kort stoten op de melkafgifte, is niet gevonden. Blijkbaar is het effect van stoten op dit punt zeer gering.

Bij niet stoten minder restmelk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• In tegenstelling tot 2012 toen het percentage onverkoopbare aardbeien voor de drie plantingen gecombineerd het laagst was in het object met de mulchlaag in vergelijking met

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen

 Burgers voelen zich niet serieus genomen.  Boeren leven geïsoleerd van burgers. Vroeger waren er veel meer boeren, en iedereen had familie die boerde. Maar doordat er steeds minder

Nie-akademiese probleme wat uit sosio-ekonomiese tekorte spruit (onder meer befondsing van boeke, skryfbehoeftes en gelde (Agar, 1991) en die behoefte aan akkommodasie en

methods available for improvement of technical / engineering systems. In chapter 2, “Reliability Component Importance Measures” two new and original concepts on reliability

The sample size is as follows: 2 officials from each of the government departments:- Health, South African Police Services, Home Affairs, Education, Labour, Social

Jack epitomises emotional and financial dependency on both Will and Karen (Gabriel 2005), a lack of responsibility based on, among others, his decision to reconnect and hire

Die eerste hipotese wat ondersoek was, was dat opleiding van onderwysers in verhoudingsvaardighede deur middel van die Program vir Onderwysers 'n effek sou hê op die