• No results found

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Archeo-rapport 197

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te

Tienen

Annelies De Raymaeker, Michiel Steenhoudt & Maarten Smeets

Kessel-Lo, 2013

(2)
(3)

Archeo-rapport 197

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te

Tienen

Annelies De Raymaeker, Michiel Steenhoudt & Maarten Smeets

Kessel-Lo, 2013

(4)
(5)

Colofon

Archeo-rapport 197

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen Opdrachtgever: OCMW Tienen

Projectleiding: Maarten Smeets

Leidinggevend archeoloog: Michiel Steenhoudt

Auteurs: Annelies De Raymaeker Michiel Steenhoudt Maarten Smeets

Foto’s en tekeningen: Studiebureau Archeologie bvba (tenzij anders vermeld) Op alle teksten, foto’s en tekeningen geldt een auteursrecht. Zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van Studiebureau Archeologie bvba mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, bewerkt en/of openbaar gemaakt, hetzij door middel van webpublicatie, druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook.

D/2013/12.825/61

Studiebureau Archeologie bvba Jozef Wautersstraat 6 3010 Kessel-Lo www.studiebureau-archeologie.be info@studiebureau-archeologie.be tel: 0474/58.77.85 fax: 016/77.05.41

(6)
(7)

Administratieve fiche

Administratieve gegevens

Opdrachtgever OCMW Tienen, Kabbeekvest 110 bus 1, 3300

Tienen

Uitvoerder Studiebureau Archeologie bvba

Vergunningshouder Michiel Steenhoudt

Beheer en plaats opgravingsgegevens Deze gegevens werden na het onderzoek overgemaakt aan de opdrachtgever.

Beheer en plaats vondsten en stalen De vondsten en stalen werden na het onderzoek overgemaakt aan de opdrachtgever.

Projectcode 2013/482

Vindplaatsnaam Tienen - Anemonenlaan

Locatie Provincie: Vlaams-Brabant, Gemeente: Tienen,

Anemonenlaan

Kadasternummers Afdeling: 4, Sectie: B, perceelsnummers: 287S2 Lambertcoördinaat 1 9010: X:191065,535 Y:167343,824 Z:54,957 Lambertcoördinaat 2 9020: X:191073,385 Y:167345,098 Z:55,564 Lambertcoördinaat 3 9030: X: 191063,52 Y: 167335,484 Z: 51,754 Lambertcoördinaat 4 9040: X: 191063,35 Y: 167330,148 Z: 50,376

Kadasterplan Fig. 1.1

Topografisch plan Fig. 1.2

Begindatum 28-11-2013

Einddatum 28-11-2013

Onderzoeksopdracht

Bijzondere voorwaarden Zie bijzondere voorwaarden bij de vergunning voor een archeologische prospectie met ingreep in de bodem: Tienen, Anemonenlaan

Archeologische verwachtingen Onmiddellijk grenzend aan de zuidkant van de geplande verkavelingszone is er op perceel 236H in de 18de eeuw een grafkelder uit de Romeinse

Tijd of Merovingische periode ontdekt. Wetenschappelijke vraagstellingen Zijn er (nog) grondsporen aanwezig?

Welke invloed had het fysisch milieu op de bewaringstoestand van het archeologisch erfgoed?

Hebben de bodemsporen een natuurlijke of antropogene oorsprong en/of vulling?

Maken de archeologische bodemsporen deel uit van een grotere structuur?

Welke vondstcategorieën zijn er teruggevonden?

Wat is de datering van het vondstmateriaal? Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

(8)

nabijgelegen vindplaatsen?

Tot op welke hoogte beantwoorden de archeologische resten aan de verwachtingen? In welke mate komen de prospectieresultaten overeen met de gegevens uit de historische kaarten en archiefbronnen?

Wat betekenen de gegevens mogelijk voor een aanvulling van kennisleemtes van de lokale en regionale geschiedenis?

Welke de(e)l(en) van het terrein komen in aanmerking voor vervolgonderzoek?

Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek?

Aard van de bedreiging Bouw van sociale woningen

Randvoorwaarden Zie bijzondere voorwaarden bij de vergunning voor een archeologische prospectie met ingreep in de bodem: Tienen, Anemonenlaan

(9)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen 1

Inhoudstafel

Inhoudstafel p. 1 Hoofdstuk 1 Inleiding p. 3 1.1 Algemeen p. 3

1.2 Beschrijving van het onderzoeksgebied p. 3

1.3 Archeologische en historische voorkennis p. 5

1.4 Onderzoeksopdracht en vraagstellingen p. 5

Hoofdstuk 2 Werkmethode p. 7

Hoofdstuk 3 Analyse p. 9

3.1 Lithostratigrafische- en bodemkundige opbouw p. 9

3.2 Assessment van het sporenbestand p. 10

Hoofdstuk 4 Synthese p. 11

Hoofdstuk 5 Aanbevelingen en besluit p. 13

Bijlagen p. 15

Bijlage 1: Overzichtsplan p. 17

Bijlage 2: Fotolijst p. 19

(10)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

(11)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

3

Hoofdstuk 1

Inleiding

1.1 Algemeen

Naar aanleiding van de bouw van 2 halfopen bebouwingen aan de Anemonenlaan te Tienen werd door Onroerend Erfgoed een archeologisch vooronderzoek in de vorm van proefsleuven opgelegd (vergunningsnummer 2013/482).

Het onderzoek werd door het OCMW van Tienen aan Studiebureau Archeologie bvba toevertrouwd en het terreinwerk werd uitgevoerd op 28 en 29 november 2013.

1.2 Beschrijving van de vindplaats

Het projectgebied beslaat ca. 0,1 ha en wordt in het zuiden begrensd door de Vianderstraat.(fig. 1.1). Geo-archeologisch gezien is het onderzoeksgebied gesitueerd in de (zand)leemstreek (fig. 1.3).

(12)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

4

Fig. 1.2: Topografische kaart met aanduiding van het projectgebied (©AGIV).

Fig. 1.3: Situering van het projectgebied binnen de verschillende Vlaamse archeoregio’s1.

(13)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

5

1.3 Archeologische en historische voorkennis

In de omgeving van het projectgebied zijn een aantal archeologische vindplaatsen bekend. Deze locaties zijn opgenomen in de databank van de Centrale Archeologische Inventaris (CAI).

Onmiddellijk ten zuiden van het te onderzoeken perceel, ter hoogte van CAI 3619, werd in 1775 bij graafwerken een grafkelder uit de Romeinse of Merovingische tijd aangetroffen. Bij de aanleg van het Sint-Jansziekenhuis werden resten van terra sigillata gevonden (CAI 3629). CAI 152469 is de locatie van de derde stadsomwalling van Tienen. CAI 2457 is de locatie van een laatmiddeleeuwse kapel en CAI 159587 is de locatie waar bij luchtfotografie sporen werden aangetroffen, die tot op heden nog niet gedateerd zijn. (fig. 1.4)

Fig. 1.4: Uittreksel uit de CAI met situering van het projectgebied (©AGIV).

De Ferrariskaart (circa 1775) toont de aanwezigheid van een weide- en landbouwgebied ter hoogte van het projectgebied (fig. 1.5).

(14)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

6

Fig. 1.5: Uittreksel uit de Ferrariskaart met situering van het projectgebied.

1.4 Onderzoeksopdracht en vraagstellingen

Het doel van de prospectie met ingreep in de bodem is een archeologische evaluatie van het terrein. Hierbij moeten minimaal volgende onderzoeksvragen worden beantwoord:

Zijn er (nog) grondsporen aanwezig?

Welke invloed had het fysisch milieu op de bewaringstoestand van het archeologisch erfgoed? Hebben de bodemsporen een natuurlijke of antropogene oorsprong en/of vulling?

Maken de archeologische bodemsporen deel uit van een grotere structuur? Welke vondstcategorieën zijn er teruggevonden?

Wat is de datering van het vondstmateriaal? Behoren de sporen tot één of meerdere periodes?

Kunnen de sporen gelinkt worden aan nabijgelegen vindplaatsen?

Tot op welke hoogte beantwoorden de archeologische resten aan de verwachtingen?

In welke mate komen de prospectieresultaten overeen met de gegevens uit de historische kaarten en archiefbronnen?

Wat betekenen de gegevens mogelijk voor een aanvulling van kennisleemtes van de lokale en regionale geschiedenis?

Welke de(e)l(en) van het terrein komen in aanmerking voor vervolgonderzoek? Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek?

(15)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

7

Hoofdstuk 2

Werkmethode

In totaal werden twee parallelle proefsleuven aangelegd. Per proefsleuf werd een diepere profielput aangelegd in functie van een bodemkundige registratie. Het graven van de sleuven werd gedaan door een graafmachine, met een bakbreedte van 1,8m. Alle sleuven werden gefotografeerd en waar nodig manueel opgeschaafd. Van de totale oppervlakte (1146 m²) was het slechts op 680 m² mogelijk om proefsleuven aan te leggen. De overige 466 m² waren te steil. Op deze manier werd 12,11% (83 m²) van de toegankelijke oppervlakte onderzocht.

De contouren van de proefsleuven, de locatie van de profielputten en de maaiveldhoogtes werden ingemeten met behulp van een GPS.

(16)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

(17)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

9

Hoofdstuk 3

Analyse

3.1 Lithostratigrafische en bodemkundige opbouw

Volgens de bodemkaart situeert het projectgebied zich in een zone met U-L-gronden. Deze gronden zijn een complex van klei- en zandleemgronden, gebonden aan tertiaire ontsluitingen. Het terrein helt fel af in zuidelijke en westelijke richting.

Fig. 3.1: Uitsnede van de bodemkaart met situering van het projectgebied (rode kader) (©AGIV). De gegevens van de bodemkaart komen in grote mate overeen met de terreinwaarnemingen. In functie van de registratie van de bodemkundige opbouw werden twee profielputten aangelegd. Binnen iedere profielput werd telkens één wand opgeschoond, gefotografeerd en beschreven. Het algemeen bodemprofiel binnen de grenzen van het terrein wordt weergegeven in fig. 3.2.

H1 is een ploeghorizont van ongeveer 35 cm dik. Het sediment heeft een zeer losse structuur met een donkerbruine kleur. Hieronder ligt H2 die gekenmerkt wordt door een kleiig zand met een lichtgroene tot gele kleur. Het profiel in de 1ste sleuf vertoont eerst een ophogingspakket van

ongeveer 56 cm dik. Hieronder is een bruinegrijze ploeghorizont geregistreerd. H3 is een lichtgrijs sediment dat bestaat uit een kleiig zand. Hieronder ligt een donkergrijze kleiige horizont H4.

(18)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

10

Fig. 3.2: De lithostratigrafische en bodemkundige opbouw ter hoogte van bodemprofiel 2 en 1.

3.2 Assessment van het sporenbestand

Het archeologisch relevant niveau (aanlegvlak) situeert zich op een gemiddelde diepte van 35 cm beneden het maaiveld. Er werden geen sporen geregistreerd. Natuurlijke bodemsporen werden niet geregistreerd.

H1

H2

H1

H2

H3

H4

(19)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

11

Hoofdstuk 4

Synthese

Zijn er (nog) grondsporen aanwezig? Er werden geen sporen geregistreerd.

Welke invloed had het fysisch milieu op de bewaringstoestand van het archeologisch erfgoed? Niet van toepassing.

Hebben de bodemsporen een natuurlijke of antropogene oorsprong en/of vulling? Niet van toepassing.

Maken de archeologische bodemsporen deel uit van een grotere structuur? Niet van toepassing.

Welke vondstcategorieën zijn er teruggevonden? Niet van toepassing.

Wat is de datering van het vondstmateriaal? Niet van toepassing.

Behoren de sporen tot één of meerdere periodes? Niet van toepassing.

Kunnen de sporen gelinkt worden aan nabijgelegen vindplaatsen? Niet van toepassing.

Tot op welke hoogte beantwoorden de archeologische resten aan de verwachtingen? Niet van toepassing.

In welke mate komen de prospectieresultaten overeen met de gegevens uit de historische kaarten en archiefbronnen?

Niet van toepassing.

Wat betekenen de gegevens mogelijk voor een aanvulling van kennisleemtes van de lokale en regionale geschiedenis?

Niet van toepassing.

Welke de(e)l(en) van het terrein komen in aanmerking voor vervolgonderzoek? Niet van toepassing.

Welke aspecten verdienen bijzondere aandacht bij een eventueel vervolgonderzoek? Niet van toepassing.

(20)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

(21)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

13

Hoofdstuk 5

Aanbevelingen en besluit

Conform art. 4 § 2 van het Decreet houdende Bescherming van het Archeologisch Patrimonium van 30 juni 1993 (B.S. 15.09.1993), gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999 (B.S. 08.06.1999), 28 februari 2003 (B.S. 24.03.2003), 10 maart 2006 (B.S. 7.6.2006), 27 maart 2009 (B.S. 15.5.2009) en 18 november 2011 (B.S. 13.12.2011) zijn de eigenaar en de gebruiker ertoe gehouden de archeologische monumenten die zich op hun gronden bevinden te bewaren en te beschermen en ze voor beschadiging en vernieling te behoeden.

Er werd een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek gevraagd om de archeologische potentie van het terrein in te schatten. Tijdens het onderzoek werd vastgesteld dat er zich binnen de grenzen van het projectgebied geen archeologische waarden bevinden. Bijkomend archeologisch onderzoek lijkt dan ook niet verantwoord. Het officieel vrijgeven van het terrein gebeurt door Onroerend Erfgoed.

Ondanks het vrijgeven van het terrein blijven de algemene bepalingen die voorzien zijn in:

- het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999, 28 februari 2003, 10 maart 2006, 27 maart 2009 en 18 november 2011(BS 08.06.1999, 24.03.2003, 07.06.2006, 15.5.2009 en 13.12.2011) - en het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, 23 juni 2006, 9 mei 2008, 4 december 2009, 1 april 2011 en 10 juni 2011

van toepassing, meer bepaald voor de bepalingen over de meldingsplicht van eventuele toevalsvondsten tijdens het verdere verloop van de werken.

(22)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

(23)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

15

Bijlagen

(24)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

(25)

17 Het arc he olo gisc h voo ron der zoe k aan de An em on enl aan te Tie ne n 17

Bijlage 1 Overzichtsplan

(26)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

(27)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

19

Bijlage 2 Fotolijst

Foto-nr Spoor/Profiel (PR#)/Boring (B#) Werkput/sleuf Vlak Aard

2013-482-1 1 1 Overzicht 2013-482-2 1 1 Overzicht 2013-482-3 Profiel1 1 1 Profiel 2013-482-4 Profiel1 1 1 Profiel 2013-482-5 2 1 Overzicht 2013-482-6 Profiel2 2 1 Profiel

(28)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

(29)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

21

(30)

Het archeologisch vooronderzoek aan de Anemonenlaan te Tienen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• In het ontwerp van het apparaat wordt rekening gehouden met een vaste overbruggingstijd van 2 minuten : Gedurende deze tijd vindt er geen afname plaats en de eigenlijke test

De overheid hoopte met het beleid impliciet marktniches te creëren voor de toepassing van nieuwe non-food producten, maar het beleid resulteerde vooral in de ontwikkeling van

Tabel 10 De kokkelbiomassa in miljoen kilo versgewicht in de Waddenzee in het voorjaar en het berekende bestand op 1 september 2003, onderverdeeld naar niet permanent gesloten

De belichte planten zijn op groeisnelheid beoordeeld op 30 januari en aansluitend voor uitbloeionderzoek naar de veiling gebracht en de onbelichte planten zijn op 11 februari nog

Wat betreft het bemonsteren van wortels en drainwater dat tijdens de inventarisatie van besmettingsbron- nen op teeltbedrijven is gebeurd, blijkt dat er in drainwatermonsters

12 De omrekeningsfactor voor de hoeveelheid CO2 die vrijkomt om pesticiden te produceren is 0,068 kg CO2 per MJ Gaillard, 1997 voor omrekening naar CO2-equivalenten: Zonneveld, 1991

De behandelingen waarbij de knollen zijn besmet met Burkholderia en vlak vóór het planten ontsmet in fungiciden (object 4) of fungiciden + 0,5% Jet 5 (object 6) hebben eveneens in

Andere soorten bestaan zowel uit seksuele als uit genetisch uniseksuele wespen, andere soorten bestaan weer uit alleen maar vrouwtjes met een genetische vorm van