• No results found

Braille_Nederlands_VWO_2017_TV1_aanpassingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Nederlands_VWO_2017_TV1_aanpassingen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AANPASSINGEN EXAMENS 2017 TIJDVAK 1 VWO NEDERLANDS

Algemene aanpassingen

 Pijlen vóór opdrachten zijn verwijderd.

 Afbeeldingen zijn verwijderd en waar nodig omschreven.

 Onder het kopje “Tekst …” staat (indien van toepassing) uit hoeveel alinea’s de tekst bestaat, welke vragen erbij horen, eventueel de omschrijving van de afbeelding en de bron.

 Kaders zijn verwijderd en indien noodzakelijk omschreven.  De bronvermelding aan het einde van het tekstboekje zijn niet

overgenomen. Opdrachtenboekje Titelblad

 Verwijderd:

"Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Beantwoord alle vragen en maak alle opdrachten in de uitwerkbijlage."  Toegevoegd:

Bij dit examen hoort een tekstboekje

Beantwoord alle vragen op een apart blad.

 “Voor elk vraagnummer…” wordt “Achter elk vraagnummer…”  Toegevoegd:

Let op: de meeste vragen zijn open vragen. Als een vraag een meerkeuzevraag is, dan wordt dat aangegeven met 'meerkeuze' achter het vraagnummer.

Blz. 2:

 Vraag 4 toegevoegd: "meerkeuze".  Vraag 5 toegevoegd: "meerkeuze". Blz. 3

 Vraag 6 toegevoegd: "meerkeuze".  Vraag 7 aangepast:

De redenering die in tekst 1 wordt uitgewerkt, kan worden samengevat met behulp van onderstaande vier woorden.

1. Standpunt: ...

2. Argumentatie: meerdere argumenten 3. Conclusie: ...

(2)

Neem de vier woorden over en vul aan. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord in totaal niet meer dan 35 woorden.

Woord 2 is al voorgedaan, dit hoef je niet meer aan te vullen. Blz. 4:

 Vraag 11 aangepast:

"de kracht van de man verzwakt de man." (tekst 2, alinea 2)

Van Creveld zou blijkens alinea 2 met deze zinsnede gebruik hebben gemaakt van een argument dat ook al bij De Beauvoir te vinden zou zijn: "Helemaal nieuw is dit argument niet."

Een kritisch lezer (...)

 Vraag 12 aangepast:

"Maar waar Van Creveld over de werkelijkheid lijkt te willen schrijven, schuwt hij het absurde niet." (tekst 2, alinea 4)

 Vraag 13 aangepast:

In alinea 4 van tekst 2 vind je een redenering bestaande uit vier zinnen. De functie van elke zin in deze redenering kan met behulp van onderstaande 13 functiewoorden worden weergeven.

Noteer het nummer van de betreffende zin en daarachter het juiste functiewoord. Je mag een functiewoord meer dan eens gebruiken. Kies uit de volgende functiewoorden:

afweging, argument, beoordeling, gevolgtrekking, hypothese, karakterisering, nuancering, standpunt, toegeving, voorbehoud, voorbeeld, voorwaarde, weerlegging.

1. Maar waar van Creveld over de werkelijkheid lijkt te willen schrijven, schuwt hij het absurde niet.

Zin 1 is een ...

2. Zo baalt hij er nog altijd van dat de hoerige man in het Oude Testament ter dood werd veroordeeld.

Zin 2 is een ... bij zin 1.

3. Die wrok kan ik hem niet kwalijk nemen. Zin 3 is een ... bij zin 2.

(3)

4. Historische verhalen bepalen immers onze hedendaagse moraal. Zin 4 is een ... bij zin 3.

Blz. 5:

 Vraag 15 toegevoegd achter "onderstaande": zes. Blz. 6:

 Vraag 18 gewijzigd:

(...)verzwakt de man." (tekst 2, alinea 2) Citeer uit het tekstgedeelte (...)

 Vraag 19 gewijzigd:

(...)zijn goed recht." (tekst 2, alinea 6 en 7) Een kritisch lezer (...)

Blz. 7:

 Vraag 20 gewijzigd:

Welke twee van onderstaande zes argumenten worden in tekst 2 genuanceerd, ontkracht of weerlegd? Noteer de nummers.

1. De levensverwachting van mannen is in alle landen lager dan die van vrouwen.

2. Er wordt altijd maar verwacht dat mannen zich opofferen voor vrouwen en niet andersom.

3. In crisissituaties worden vrouwen (en kinderen) als eersten vrijgelaten.

4. Mannen dragen financieel meer bij dan vrouwen aan een relatie tussen man en vrouw.

5. Mannen krijgen in Texas veel vaker de doodstraf opgelegd dan vrouwen. 6. Vrouwen spelen nauwelijks een rol van belang in militaire conflicten. Blz. 8:

 Vraag 21 gewijzigd:

Uit de teksten 1 en 2 blijken fundamenteel afwijkende visies op hoe de medische wereld omgaat met mannen- en vrouwenziektes.

Noteer de twee argumenten uit tekst 1 voor het aldaar ingenomen standpunt en noteer de argumentatie waarmee in tekst 2 het eerste argument van Van Creveld wordt weerlegd.

Standpunt (Van Creveld): Er is meer geld en meer aandacht voor vrouwenziektes dan voor mannenziektes.

Neem de volgende vier zinnen over en vul ze aan. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord in totaal niet meer dan 60 woorden.

1. Argument 1 (Van Creveld): ... 2. Argument 2 (Van Creveld): ...

(4)

4. Onderbouwing (Van Saarloos): ...  Vraag 22 gewijzigd:

In tekst 1 worden in alinea 3 en 4 enkele al dan niet vermeende voorrechten van vrouwen genoemd. Op twee van bedoelde voorrechten wordt in tekst 2 kritiek gegeven.

Neem de volgende vier zinnen over en vul aan. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord in totaal niet meer dan 60

woorden.

1. Bevoorrechting van de vrouw volgens tekst 1, alinea 3: ... 2. Kritiek daarop uit tekst 2: ...

3. Bevoorrechting van de vrouw volgens tekst 1, alinea 4: ... 4. Kritiek daarop uit tekst 2: ...

Blz. 9:

 Vraag 23 gewijzigd:

(...) symbolische boodschap afgeven." (tekst 3, alinea 5) Waarom is de (...)

 Vraag 24 gewijzigd:

(...) met veel problemen." (tekst 3, alinea 3) Noem de vier (...)

 Vraag 26 gewijzigd:

(...) in willekeurige volgorde vier elementen (...) Blz. 10:

 Vraag 27 toegevoegd achter "onderstaande": zeven.  Vraag 28 toegevoegd achter "Hieronder volgen": zes. Blz. 11:

 Vraag 31 gewijzigd:

(...) leest mee, nietwaar?" (tekst 4, alinea 3) Waarom wordt er (...)

 Vraag 34 gewijzigd:

(...)de gaten hebben?" (tekst 4, alinea 7) Waarom kan er (...)

 Vraag 35 toegevoegd: "meerkeuze". Blz. 12:

(5)

Blz. 13:

 Vraag 39 toegevoegd: "meerkeuze". Tekstboekje

Blz. 2:

 Toegevoegd boven Tekst 1 (...): Inleiding bij tekst 1 en 2.

Tekst 1 hoort bij vraag 1 t/m 7. Tekst 2 hoort bij vraag 8 t/m 16.

Tot slot hebben de vragen 17 t/m 21 op beide teksten betrekking.  Toegevoegd onder Tekst 1 (...):

Deze tekst hoort bij vraag 1 t/m 7. Lange tekst met negen alinea's.

naar: Martin van Creveld, NRC Handelsblad, 19 en 20 oktober 2013 Martin van Creveld (1946) is emeritus professor aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem en is auteur van boeken over militaire strategie. noot 1: Medea was in de Griekse mythologie een tovenares, getrouwd met Jason. Hij nam haar mee naar Griekenland, maar liet haar in de steek voor de dochter van de koning van Korinthe. Daarop nam Medea gruwelijk wraak door hun twee zoontjes te vermoorden alsook de koning van Korinthe en zijn

dochter. Met een drakenwagen, gezonden door haar grootvader Helios, vluchtte Medea weg.

Blz. 4:

 Toegevoegd onder Tekst 2 (...): Deze tekst hoort bij vraag 8 t/m 16. Lange tekst met tien alinea's.

naar: Simone van Saarloos, NRC Handelsblad, 19 en 20 oktober 2013

Simone van Saarloos (1990) studeerde filosofie en literatuurwetenschappen. Ze is columnist bij nrc.next.

noot 1: Simone de Beauvoir (1908-1986) was een Frans filosofe, schrijfster en feministe. Ze is vooral bekend geworden door haar boek 'De tweede sekse' waarin ze pleit voor (economische) onafhankelijkheid van de vrouw.

noot 2: KWF: een Nederlandse organisatie die zich inzet voor de bestrijding van kanker

noot 3: Mukhtar Mai: een Pakistaanse vrouw die in 2002 door een

dorpstribunaal werd veroordeeld tot een groepsverkrachting. Mukhtar Mai bracht de zaak voor de rechter en wist deze - ondanks bedreigingen en

voortdurende tegenwerking - uiteindelijk te winnen. Later schreef ze een boek over wat haar is overkomen.

(6)

Blz. 7:

 Toegevoegd boven Tekst 3 (...): Inleiding bij tekst 3 en 4.

Tekst 3 hoort bij vraag 23 t/m 27. Tekst 4 hoort bij vraag 28 t/m 35.

Tot slot hebben de vragen 36 t/m 39 op beide teksten betrekking.  Toegevoegd onder Tekst 3 (...):

Deze tekst hoort bij vraag 23 t/m 27. Lange tekst met negen alinea's.

naar: Bas van Stokkom, NRC Handelsblad, 4 en 5 januari 2014

Bas van Stokkom (1953) is filosoof en socioloog en is als docentonderzoeker verbonden aan het Centrum voor Ethiek van de Radboud Universiteit Nijmegen en de sociologiefaculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam.

noot 1: zerotolerancebeleid: beleid waarbij elke overtreding wordt bestraft, ongeacht de ernst ervan of de omstandigheden waaronder de overtreding plaatsvond

noot 2: zero friction: de opvatting dat ergernissen en conflicten te allen tijde moeten worden voorkomen

Blz. 9:

 Toegevoegd onder Tekst 4 (...): Deze tekst hoort bij vraag 28 t/m 35. Lange tekst met zeven alinea's.

naar: Folkert Jensma, NRC Handelsblad, 28 en 29 mei 2011

Folkert Jensma (1957) is een journalist die gespecialiseerd is in juridische vraagstukken. Hij was van augustus 1996 tot september 2006 hoofdredacteur van NRC Handelsblad.

noot 1: sepot: beslissing van de officier van justitie om iemand niet langer te vervolgen

noot 2: opleggen ter verjaring: verklaren dat de zaak is verlopen en er om die reden geen rechtsvervolging meer plaatsvindt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 35 woorden. “Ik heb twee belangrijke bezwaren tegen die redenering.”

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.. Nederlands havo

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 25 woorden. De titel van tekst 2 is

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden. Geef

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 40 woorden. hoofdstandpunt

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.. In de alinea’s 2 tot en met 6 is sprake van een standpunt

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.. In alinea 2 worden voorbeelden gegeven van keurmerken