• No results found

PDF Lui oog (amblyopie)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "PDF Lui oog (amblyopie)"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een lui oog

H . 2 7 8 3 9 9 .1218

(2)
(3)

Inleiding

De orthoptist heeft de ogen van uw kind onderzocht en geconstateerd dat uw kind een lui oog heeft.

Wat is een lui oog

Een lui oog is een oog dat niet goed kan zien, doordat er op jonge leeftijd te weinig mee gekeken is. Omdat het oog niet voldoende gebruikt is, heeft de gezichtsscherpte zich niet goed ontwikkeld. Het is meestal niet aan een kind te merken dat het een lui oog heeft, omdat het goede oog het grootste gedeelte opvangt.

Hoe ontstaat een lui oog

De meest voorkomende oorzaken zijn:  Scheelzien

Als scheelzien al op jonge leeftijd ontstaat, is er zelden sprake van dubbelzien. Het dubbelbeeld wordt in de hersenen namelijk onderdrukt. Als het beeld van hetzelfde oog langere tijd achter elkaar wordt onderdrukt, ontwikkelt het scherp zien van dat oog zich niet goed.

 Brilafwijking

Als een oog nooit een scherp beeld heeft gekregen, heeft het oog niet goed details leren zien. Het onscherpe beeld krijgt in de hersenen minder aandacht en wordt min of meer

verdrongen door het beeld van het goede oog. Ook als het kind uiteindelijk een bril krijgt ziet het luie oog door deze ontwikkelingsachterstand toch nog niet goed.

Is behandeling nodig?

Een kind heeft zelf meestal geen last van een lui oog. Het goede oog doet immers alles. Toch is het belangrijk dat een lui oog behandeld wordt:

 als het luie oog niet behandeld is en er later iets met het goede oog gebeurt, is er kans op ernstige slechtziendheid.

 twee ogen samen kunnen scherper zien dan één oog alleen. Als de ogen recht staan en het luie oog beter gaat zien, gaan de twee ogen samen ook beter diepte zien.

(4)

Hoe eerder het luie oog behandeld wordt, hoe meer kans op twee ogen die scherp zien.

De behandeling

Als het luie oog een brilafwijking heeft, is het vaak ook nodig om een bril voor te schrijven. Op deze manier krijgt het oog een scherp beeld op het netvlies en dat is een voorwaarde om het scherp zien te kunnen ontwikkelen. Het behandelen van het luie oog zorgt er niet voor, dat de brilsterkte of het scheelzien veranderen.

Het plakken heeft geen invloed op de brilafwijking of de oogstand. Bij scheelzien kan daarom nog een oogspieroperatie nodig zijn om de ogen recht te zetten.

Er zijn drie behandelmethoden voor het luie oog. 1. Oogpleister

Het goede oog wordt afgeplakt met een oogpleister. Hierdoor wordt het luie oog gedwongen om zelf te gaan kijken en leert het om beter te gaan zien. Hoe lang de pleister elke dag gedragen moet worden, kan verschillen van een kwartiertje per dag tot de hele dag. Dit is afhankelijk van:

 de leeftijd van het kind

 hoe lang het luie oog al bestaat  hoe slecht het luie oog ziet

 wat de oorzaak is van het luie oog

Het dragen van zo’n pleister is over het algemeen niet leuk, maar doorzetten is echt de moeite waard! Het kan zijn, dat uw kind huiduitslag krijgt van de oogpleister. Dan kan bijvoorbeeld op een ander soort pleisters overgestapt worden. Neemt u in dit geval contact op met uw orthoptist.

2. Brilfolie

Het is in sommige gevallen mogelijk om in plaats van een pleister op het oog een folie op de bril te plakken. Dit maakt het beeld voor het goede oog waziger en geeft daardoor het luie oog de gelegenheid om zich te ontwikkelen. De folie blijft meestal de hele dag op het brillenglas geplakt. Een voorwaarde voor het slagen is, dat het kind door de bril heen kijkt en niet er overheen.

(5)

3. Oogdruppels

Soms wordt er in overleg gekozen voor atropine oogdruppels. Hierbij druppelt u het goede oog in. Door deze druppel wordt de pupil verwijd en kan het oog niet meer scherpstellen. Het luie oog moet daardoor harder werken. Schrikt u er overigens niet van, als de pupil van het ingedruppelde oog zelfs na één druppeltje meer dan een week wijd blijft. Dat is normaal.

Heeft uw kind veel last van de behandeling

Dit hangt af van hoe slecht het luie oog ziet en hoe oud uw kind is. Uw kind moet er eerst aan wennen dat het beeld aan één kant weg is en dat het tijdens het afplakken slechter kan zien. Past u de eerste dagen op dat uw kind niet van de trap valt, ergens tegenaan loopt of alleen deelneemt aan het verkeer. Als uw kind al wat ouder is, worden er meer eisen aan de ogen gesteld. Het is mogelijk dat uw kind met de pleister op zo slecht ziet, dat het op school niet goed mee kan komen. Overlegt u dan met de orthoptist of er buiten schooltijd geplakt kan worden. Meestal zijn kinderen snel gewend aan het ‘anders’ kijken en redden ze zich prima met een pleister op. Zitten er risico’s aan de behandeling

Bij heel jonge kinderen moet u oppassen dat ze de pleister niet in de mond stoppen. Een ander risico is, dat door het afplakken een verborgen neiging tot scheelzien kan overgaan in echt scheelzien. Uw kind kan dan na het afplakken even heel scheel kijken en soms ook last hebben van dubbelzien. Als dat maar een paar minuten duurt, kan het geen kwaad. Als het langer duurt, neemt u dan contact op met de orthoptist.

Waarschijnlijk is het dan beter om op een ander tijdstip te plakken of een folie op de bril te plakken. Soms is het niet tegen te houden en wordt het scheelzien steeds erger. In dat geval is uiteindelijk een oogspieroperatie nodig om de oogstand weer goed te krijgen. Er is bij jonge kinderen een risico dat het goede oog lui wordt en minder gaat zien. Daarom houdt de orthoptist ook het goede oog in de gaten. Meestal verbetert het zicht van het goede oog weer als het plakken wordt afgebouwd.

(6)
(7)

Controles

Soms is een lui oog heel hardnekkig of is het kind bij het ontdekken van het luie oog al wat ouder. In die gevallen is het niet altijd

mogelijk om de maximale gezichtsscherpte te bereiken. Meestal lukt de behandeling goed en gaat het luie oog steeds scherper zien. Vaak is het nodig om jarenlang door te gaan met de behandeling. Ook als het oog al goed ziet, moet het plakken nog een tijd

doorgaan, zodat het scherpe zien van het oorspronkelijke luie oog niet achteruit gaat. Om de paar maanden controleert de orthoptist hoe het gaat en houdt ze de brilsterkte in de gaten. De controles gaan vaak door tot het twaalfde jaar.

Vragen

Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met de poli Oogheelkunde.

Maandag t/m vrijdag

08.30 uur tot 12.00 uur en 13.00 uur tot 16.30 uur  (0523) 276315

(8)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Soms is het goed dragen van de bril niet voldoende; beide ogen zijn lui.. ●

bepaald niet strijdig is met de JOVD-opvat- tingen over een rechtvaardige wereldorde. Daar komt bij dat de verschillende lidorga­ nisaties van IFLRY meer gelijkluidende

Maar er zijn plaatsen genoeg waar het water juist van laag naar hoog moet..

Het licht valt door de pupil op de lens deze stuurt het licht op het netvlies op de achterste oogwand.. Met het netvlies kunnen we licht, donker en

Teamspirit was een leerdoel tijdens haar schooltijd, en dat heeft zeker haar weer- slag gehad in haar onderzoek.. Een snelle telling binnen MathSciNet leert dat ze on- geveer

In deze brochure wordt uitleg gegeven over de voorbereiding, het verloop van de ingreep en wat u na de operatie kunt verwachten?. Welke voorbereiding is

Als er een significante refractieafwijking aanwezig is komt er geen scherp beeld binnen op het netvlies waardoor de ogen zich niet goed kunnen ontwikkelen.. Het oog heeft zonder

Op deze manier wordt door de hersenen alleen het luie oog gebruikt en verbetert de gezichtsscherpte hierdoor.. Deze behandeling kan gedaan worden met pleisters, een