AFZETTINGEN WTKG 20 (4), 1999 76
Verslag WTKG excursie naar
Winterswijk,
11 en12september 1999Over wisselende
vondstmogelijkheden gesproken
Ruud
Wiggers
*Maartenvan den Boschwas bereid
gevonden
om de ex-cursie teverzorgen.De kleinecamping
Renskers(kam-peren
bij
deboer)
wasbeschikbaar voorkampeerders.
Even buiten
Winterswijk,
waarde 20eeeuw nogmaarnetlijkt
tezijn begonnen.
Hetwastevenshetvertrekpunt
voor de excursie opzondag.
Op zaterdag
11september
wasdeingang
vandekleigroeve
DeVlijt
hetontmoetingspunt.
Vande firma Daas Bak-steen,die degroeve
exploiteert,
had Maartentoestemming
verkregen
om hetgroepje
in de groeve rondteleiden. Het aantal deelnemerswashelaas onder de 10blijven
steken. Erzijn
momenteeltweegroeveninbedrijf.
De oude groeve(op
afb.1, bij A)
isweergeopend
om kleitewinnenten behoevevan hetafdekkenvan eennabijgelegen
nieuwe vuilstort. Zichtbaar in deze groeve is het middelste ge-deeltevan deAfzetting
van Woold(afb. 2).
Dejongere
Tertiaireafzettingen zijn
daarweggeërodeerd.
Ditgedeelte
isarmaan fossielen.Datgeldt
voorveelOligocene
vind-plaatsen
in Nederland. Wel kunnen hier haaientanden wordenaangetroffen
enookblijken
fossiele foraminiferen tehebben overleefd.Wat
zuidelijker,
op afb. I aangegevenbij
B,bevindt zich de nieuwe groeve, hetontmoetingspunt.
Daar wordt aljarenlang
kleigedolven
voor de baksteen-industrie.Vanaf
Winterswijk wigt
hetOligoceen
innoordelijke
rich-ting
uit.Terwijl
wein de nieuwe groevevan DeVlijt,
onder hetPleistoceen,
detop
vanhetRupelien
aantreffen(top
R4 in determinologie
vanSpiegler
1)
is inNiekerk,
20 kmtennoordenvanWinterswijk,
R2 deOligocene laag
die direkt onder het keileemligt.
R3enR4zijn
daar totaal verdwenen.Dat kon ookaande handvande foraminiferen-fauna’s wordenaangetoond,
aangenomen dat deindeling
door
Spiegler
vanhetRupelien
inNoord-Duitsland,
voor Oost-Nederland ingrotelijnen
kan wordengevolgd.
De firma Daas maaktspeciale
steensoorten dienaver-loop
vantijd
moeten kunnen worden nabesteld. Desa-menstelling
vande klei is daaromvangroot belang.
Indegroeve komt dekleiechter in wisselende
samenstellingen
voor.Maarten adviseerthierbij.
De nieuwe groeve is
geologisch
interessantmaardemo-gelijkheden
voor het verzamelenvan molluskenzijn
be-perkt
enwisselend. Ommaarniettespreken
overhet aan-treffenvanfraaieexemplaren.
Door vaak in de groevete komen kan echter toch eenaantrekkelijke
verzameling
wordenopgebouwd.
Ook kan hetgebeuren
dateengezin-netje
vandenabijgelegen camping
Vreehorstbij
eentoe-vallig
bezoek eentamelijk compleet
skelet van eenOligocene
haai vindt. En hetgebeurde ook, terwijl
ikerbij
stond,dateenvadermetzoontje
in de keileemzomaar de kiesvan eenmammoet vond!Maarten
gaf
vanafderandvandekleigroeve
een
uiteen-zetting
overdestratigrafie
enweesinteressanteverschijn-selenaan,zoals vertikale breuken. Dewandtoontonder het maaiveldeerst een
pakket
Pleistoceen waarin fraaie zwerfstenen kunnen wordenaangetroffen (en
dus soms ookeenonverwachte fossielemammoetkies).
Hieronderliggen Oligocene afzettingen.
Eerst deAfzetting
vanWinterswijk,
een in relatief kortetijd afgezet
pakket
zandige
klei.Weinig
molluskenmaar indienaanwezig
meestal ingoede
staat. Dediktevandezeafzetting
ishiermaarenkele metersmaarkan elderstot140 meter
oplopen.
Daaronderligt
deAfzetting
vanWoold,
meestalvette,groen-grijs-blauwe klei,
sterkbrokkelig,
waarinschelpen
vaakzijn stukgedrukt
en/ofaangetastdoorpyriet
maar waarookcomplete hoorntjes, kleppen
enzelfs dubbel-Het valt de laatstejaren
nietaltijd
mee om eenWTKG-excursiete
organiseren.
Dat komt vooral door dezeerbe-perkte mogelijkheden
omteverzamelen. Locaties in bin-nen- en buitenlandzijn
vaak niet(méér) toegankelijk,
ingebruik
genomen als vuilnisbelt oftot monumentverhe-ven waardoor de
(amateur-)geoloog
er eenongewenst
persoon isgeworden.
Het leekeen
aardig
ideeom weer eensietsteorganiseren
inWinterswijk.
Daarstaje
niet gauwtegenovereenBelg
metjachtgeweer
dieje
deentree toteengroeveontzegt.
Ook zullen Fransen
je
nietverwijten
datje (onbewust)
eengeologisch
monument hebt betreden.Omdat de locaties in de buurtvanWinterswijk
bovendien op korte afstand van de Duitse grensliggen,
konden ook Duitse leden worden verwacht.77 AFZETTINGEN WTKG 20(4), 1999
kleppen
kunnen wordenaangetroffen.
Oud-kraanmachinist Vosvande steenfabriek vertelde
mij
eens overzijn
maniervankleidelven. Naast devetteklei(Afzetting
van Woolddus)
namhij
ook inverhouding
zandige
klei uitdeAfzetting
vanWinterswijk
om een be-terkleimengsel
tekrijgen.
Van destratigrafie
washij
zichoverigens
nietzobewust. Hetbakproces gaat
desondanks wel eensmis, getuige
de hoeveelhedenafgekeurde
bak-stenendiezo nu endan wordenteruggekieperdineenhoek van de groeve.
Er is eenhiaattussende
Afzettingen
vanWoolden vanWinterswijk.
Degrenslaag
tussendeafzettingen
heefteen interessante microfauna waarinondermeerhaaientandjes,
foraminiferen,
kleine mollusken enostracoden kunnen wordenaangetroffen.
Omenige
microfaunatekunnen vindenmoetvrij
veel materiaalworden meegenomenom thuis verderteverwerken. Eenfijne
zeef isvereist, 0,25
mmof
fijner.
We
gingen
met de groep opzoeknaardegrens tussendeAfzettingen
van Woold enWinterwijk.
De overgang is nietabrupt.
Menmoet eendeelvandewandafstekenenenige tijd
latenindrogen.
Dezandige
kleivandeafzetting
vanWinterswijk droogt
anders op dan devettekleivan deAfzetting
van Wooldende overgang is dan beterte zien.Dezegrenslaag
werdinderdaadgevonden
endiverseexcursiegangers
beulden zich afmethettransport
van zak-kenOligoceen
materiaalvanuit dediepte
vande groevenaarde auto’s.
Anderen verkenden de groeveenkonden
mondjesmaat
verzamelen. Eendubbelkleppige
Nuculanadeshayesiana
enenkeleexemplaren
vande circa 10-20soorten mollus-ken die daaraltijd
na eenuurtje
zoeken wordengevon-den. Ookeenmooie haaientand. EenDuitser die zich
bij
hetgroepje voegde, peuterde langdurig
in eenwandenhad het
geluk
omopde breukvaneenbrokkleiderestenvan een
visje
aan tetreffen. Dat is echtereenuitzonde-ring.
In de groeve iserde laatste
tijd
veel aktiviteit vandeex-ploitant.
Desteenfabriekontgint
inhoog tempo,
de klei wordt opgrotehopen
gestort ensnel inproductie
geno-men.Devondstmogelijkheden
zijn
dan niet groot.Klei moet eerstenige tijd
bezinkenendoorregen,zon enwind watdrogen
en uit elkaar gaan vallen. Delichtgekleurde
schelpen
steken dan uit de kleienvallenonmiddellijk
op.Tijdens
de excursielag
de kleiernogmaarenkeledagen.
De denk dat demeeste deelnemersermeer van hadden
verwachtmaar deze
mogelijkheden
tot verzamelenzijn
nueenmaal normaalvoor eengroeve als ‘De
Vlijt’
endat zal ookderedenzijn
waarom erniet zoveel WTKG-erszijn
komenopdagen.
De vraagdringt
zich dan wel op waarom aan eenexcursienaar eengeologisch
interessante site in Nederland niet wordtdeelgenomen.
Naast verza-melen iserbij
de ledenhopelijk
toch ookbelangstelling
om
geologisch
tewordengeïnformeerd?
Voor de avondwaseen
lezing gepland.
Omdat demeeste deelnemers alweerwarenafgereisd
ofomandere redenen nietaanwezig
kondenzijn,
was deopkomst
voor dele-zing
in het Veldlaboratoriumvan Maarten helaasgering.
Inplaats
vandelezing ging
Maarten daarom in discussie metdeaanwezigen
over nieuwe inzichten in deonder-grond
tennoordenvanWinterswijk.
Thieny
Moorkenswasuit Duitsland
gekomen
omde excursie enlezing
mee te maken.Hij
ontvouwde enkele kaarten metdaarbij
stratigrafische beschrijvingen
waardoortussenMaartenen hemeeninteressante discussie op gang kwam. In de ko-mendeaflevering
van de Contributions(december
1999)
staateenartikel vanMaartenoverditonderwerp.
Op zondag
wascamping
Renskers hetvertrekpunt.
Gast-vrij
werd daar eerstnogkoffiegeschonken.
Helaaswasernietvan de
camping gebruik gemaakt.
Meteenkleinge-zelschap
werdbegonnen
aan eengeologische
trip
door hetprachtige
landschap
in de Achterhoek. En zoals de vrouwvan Maarten het uitdrukte: “Zelfsvoor 1 persoonzouMaarten bereid
zijn
omditprachtige landschap
toe telichten”.
Op
eenwagen,getrokken
doortweepaarden
en met tweevoerlui op debok,
werd onder idealeweersom-standigheden
een tochtgemaakt
door hetlandschap
ten noordenvanWinterswijk.
De tocht
ging
eerstinNO-richting
naarRatum. Hetland-schap
is daarenigszins glooiend.
Maartenweesop diverse essendie in devormvanwaaiervormige gordels
gegroe-peerd
in hetlandschap liggen.
Essenzijn
ontstaanop
hoge
plaatsen
in hetlandschap.
Demensbrachtdaareeuwen-lang mestplaggen
opomdegrond
teverbeterenen daar-meecultuurgrond
teverkrijgen.
Verder
zijn
in hetlandschap
hierendaarlanggestrekte
hoogten
waartenemen.In het verledenzijn
daarbeken,
meteendiepte
totzo’n25 meter,dichtgestoven
metzand. Doorinklinking
vandeomgeving
vande beek resulteerde dit inzandige,
relatiefhoge,
ruggen in hetlandschap
(inversie)
met waterin denabijheid
diede eerstebewo-Afb.
2. Destratigrafie (naar
vandenBosch, 1984)
Pleistoceen
Afzetting
vanWinterswijk
Hiatus
Formatievan Brinkheume
Afz.vanWoold-B
(kalkarm)
A
(kalkrijk)
Afe.vanKotten- B
(kalkarm)
A
(kalkrijk)
FormatievanRatum
AFZETTINGEN WTKG20(4), 1999 78
ners van de streek tot
woonplaats
konden dienen. Vanuit deveengebieden
kwam vroeger veelwaterendeafwateringsriviertjes
konden dat nietaltijd
aan met hetgevolg
datermetregelmaat
waterop de velden kwamte staan.Op lage
delen in hetlandschap
worden daaromzoet-waterschelpen
aangetroffen.
Vanafde 8e/9eeeuwwer-den
geulen
gegravenomdat wateraftevoeren.De beken van nuzijn
daaromvaakdoormensen gegraven.Nog
in dejaren
’20vande 20eeeuwgroeide
errondWinterswijk
veel heidemaarbijna
allegrond
isnuin cultuurgebracht.
Geologisch
iseengrotelijn
aantegeven.Langs
eendenk-beeldige
asdie ongeveer ZW-NOloopt
endoor deomge-ving
vanWinterswijk,
heeft kanteltektoniekplaats
gevon-den.Linksvandeasvindenwe eendalingsgebied
enrechts daarvan is de bodemopgeheven
endaarnaweggeërodeerd.
VanWinterswijk
naarhetoostenvindenwedaarom steeds minderTertiaireafzettingen.
In Duitslandzijn
deze al snel verdwenen.Nog
verdernaar het oosten bevindt zich het BekkenvanMünster.Op
deGeologische
kaartvan Oost-GelderlandenTwente is dediepteligging
aangegevenvan de(mariene)
Tertiaireafzettingen
inOost-Nederland,
in meters t.o.v.het NAP. Ook zienwehetbreukenpatroon
dat ontstond
gedurende
deperiode Midden-Oligoceen
tot Laat-Mioceen.Deze breukenlopen
ongeveer ZO-NW. Het
gebied
bovenWinterswijk
bestaatuiteengrootpla-teau.In het Pleistoceen
zijn
daargeulen
ontstaan diesomstot100meter
diep zijn uitgesleten.
Laterzijn
dezegeulen
opgevuld
geraakt
metkeileem. Van onderuit degeulen
wordtnuwatervanzeergoede
kwaliteit betrokken.Inhetlandschap zijn
dezegeulen
te herkennen alsgrote vlakkegedeelten.
Tijdens
de tocht maaktenwediverse keren deovergang vankleileem
bedding
naarplateau
enomgekeerd
mee.Hethoogteverschil bij
zo’n overgang kan van 1 totwel 12 meterbedragen.
Door erosie is desprongechter
afgevlakt.
Weredenvia HenxelenHuppel
vanhetplateau omlaag
naarde vlakke
bedding, bogen
naarlinksenzagen dewegweer
omhoog
gaan,terugnaarhetplateau.
Kortetijd
later werdgeul overgestoken
dievanbovenHaaksbergen
naarWinterswijk
loopt
envanaf daar in ZWrichting
verder gaat.Naeenpauze in Meddo werdweerkoersgezetnaar hetvertrekpunt Winterswijk.
Tweewekennade excursie was ik weer in groeve De
Vlijt.
Degrote
hoeveelhedenklei,
in deafgelopen tijd
ge-dolven,
waren inmiddelswatuiteengevallen.
Delicht-gekleurde puntjes
enrandjes
vanschelpen
tekendennugoed
aftegen
degrijze
klei. Tientallenmollusken kon ikoprapen
(Nuculana
deshayesiana,
Semicassisrondeleti,
Hexaplex pauwelsi,
Typhis fistulosus, Aquilofusus
waeliennogdiverse andere
soorten).
Maarten hadnog in deaankondiging geschreven
dat verzamelen hetbestkan door brokken kleitebreken. Nuwasdat helemaalnietnodig.
In het
oostelijk
deelvan de groeve wachtte eenverras-sing.
EenNautilus,
Aturia sp.,34 cmlang,
kon nietover het hoofd wordengezien (afb. 3).
Hetexemplaar
iswelis-waarzwaar
gepyritiseerd
maarzieteraantrekkelijk
uit. Omdat de wandaan eenkantontbreektzijn
daar deka-mersmettussenschotten
goed
zichtbaar.79 AFZETTINGEN WTKG 20(4), 1999
Het
pyriet
iswaarschijnlijk
op de duur fataalvoor de Nautilus maarheefterin ditgeval
voorgezorgd
dat allesbijeen
bleef. Het fossiel is door depyritisering ‘loodzwaar’,
ongeveer8kg. Algemeen
wordtgezegd
datconservering
nietmogelijk
is.Tochproberen natuurlijk!
Even latervond ikeentweedeexemplaar,
circa 17cmlang,
eveneens zwaargepyritiseerd;
despecifieke
kenmerkenvan eenNautiluszijn
daar mindergoed
tezien.Naast
schelpen
werd ook nog eenhaaientandopgepikt:
Hexanchus
primigenius
(afb. 4).
Is dezesoortoverigens
wel bekend uit DeVlijt?
Hetmoetwordengezegd
dat ditexemplaar
detanddestijds
niet zondermeerheeft door-staan.Geremanieerduit het ooitaanwezige
Mioceen?Over wisselende
vondstmogelijkheden
gesproken!
Noot
1.
Spiegler (1965)
heeft hetRupelien
vanNoord-Duits-land,
opgrond
vanforaminiferen,
onderverdeeldin 4perioden.
In de oudsteperiode (Rl)
werdenzandige,
kalklozelagen afgezet. Tijdens
dedaaropvolgende
transgressie (R2) kreeg
deRupelzee zijn
grootsteom-vang.
Hierop volgde
eentransgressie (R3)
en aanhet eindvanhetRupelien opnieuw
eentransgressie (R4),
maarminder dan die
gedurende
R2.Literatuur
Geologische
kaartvanOost-GelderlandenTwente.Top
Tertair,
schaal 1:100000.Uitgave
vandeRijks
Geolo-gische
DienstRGD,
1996.Prijs
f.15.-.Brand,St. H.vanden,M.vandenBosch,D. Hamhuisen W. van de
Westeringh.
Winterswijk, Landschap
enVegetatie.
Deel 1. Ontstaanenophouw
vanhetland-schap. Uitgave KNNV,
nr. 147-juni
1981.Peletier,
W.enH.G. Kolstee.Winterswijk, Geologie
Deel 1.Inleiding
totdegeologie
vanWinterswijk. Uitgave
KNNV,nr. 175 n
juli
1986.Bosch,
M. vanden,
M.C. CadéeenA.W.Janssen,
1975.Lithostratigraphical
andbiostratigraphical
subdivision ofTertiary deposits (Oligocene-Pliocene)
in theWin-terswijk-Almelo region
(eastem partof the Nether-lands).Scripta
Geol.29(1975).
Spiegler,
D., 1965.Biostratigraphie
desRupels
auf Grund vonForaminiferen im nördlichen Deutschland. Geol.Jb.,
S.447-486,2Abb., 2.Tab.,5 Taf.*Ruud