• No results found

Nieuwe hoop voor biologische glastuinders? - Onderzoek naar bestrijding of voorkoming van wortelknobbelaaltjes en pissebedden.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuwe hoop voor biologische glastuinders? - Onderzoek naar bestrijding of voorkoming van wortelknobbelaaltjes en pissebedden."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

EKOLAND 2-2004 26

Tijdens de laatste themabijeenkomst waren biologische glastuinders, advi-seurs, veredelaars, opkwekers en onderzoekers te gast bij Wim van Aart. Van Aart is sinds lange tijd biologisch teler en heeft slechte ervaringen met ontsmetten van de bodem, ook voor omschakeling werd de kasgrond niet ontsmet. “Als je eenmaal begint met stomen dan blijf je stomen,” aldus de tuinder in Hoeven. Hoewel grondsto-men als noodmaatregel wordt toege-past, waren de aanwezigen het erover eens dat er andere oplossingen gezocht moeten worden. Binnen Biokas zoe-ken tuinders, ondersteund door onderzoek naar mogelijkheden om bo-demziekten en plagen te beheersen.

Organische mest, antagonisten

en onderstammen

In twee projecten, gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, wordt nagegaan in hoeverre verschillende organische meststoffen van invloed zijn op de ziektewerendheid van de bodem. Jan Amsing van PPO doet verslag van de eerste resultaten. Hoewel er effecten tussen diverse meststoffen zijn gevon-den, lijkt toepassing in de praktijk voorlopig niet inpasbaar.

Wortelknobbelaaltjes

In aansluiting op Zwitsers onderzoek heeft de WUR afgelopen jaar de werking van Pasteuria (bacterie) tegen wortel-knobbelaaltjes onderzocht. Gezien de po-sitieve resultaten zal het onderzoek rich-ting praktijk verder worden opgepakt. Naast deze microbiologische onderdruk-ker van aaltjes is ook onderzoek verricht naar de werking van Gewasbescher-mingsmiddellen van Natuurlijke Oor-sprong (GNO). Één middel bleek een zeer goede werking te hebben tegen wor-telknobbelaaltjes, de aanvraag en proce-dure voor toelating conform de bestrij-dingsmiddelenwet neemt veel tijd in be-slag. Inmiddels heeft de producent van het middel besloten om geen aanvraag te doen waardoor het middel niet beschik-baar komt voor de praktijk.

Onderstammen

Biologische glastuinders moeten dus nog even geduld hebben en roeien met de riemen die ze hebben zoals het ge-bruik van onderstammen. Hierbij is het van groot belang om te weten of een onderstam resistent dan wel tole-rant is tegen parasieten en schimmels. Afgelopen jaar is gebleken dat de ver-onderstelde resistentie van onderstam Eldorado tegen kurk niet aanwezig was. Dit heeft in de tomatenteelt ver-gaande gevolgen gehad. Komend jaar gaan de vruchtgroentetelers samen met onderzoekers en opkweker op zoek naar geschikte onderstammen voor tomaat, komkommer, paprika en aubergine. Via diverse zaadfirma’s zijn inmiddels zaden verzameld welke door plantopkweker Grow Bioplant wor-den geënt en zo verbonwor-den met het ge-wenste ras.

Pissebedden

In het kader van het project Biokas heeft PPO bij 15 biologische glastuin-bouwbedrijven geïnventariseerd welke soorten pissebedden aanwezig waren en bij welke soorten schade werd waar-genomen. De schadelijke pissebedden die in kassen werden gesignaleerd zijn in te delen in de categorie ‘renners’,

Nieuwe hoop voor

biologische glastuinders?

Onderzoek naar bestrijding of voorkoming van wortelknobbelaaltjes en pissebedden

Biologische glastuinbouw is een intensieve en grondgebonden activiteit, vooral in de gestookte

teel-ten krijgt de bodem weinig tijd om op adem te komen. Inteel-tensief en jaarrond telen blijft niet zonder

risico’s. Tuinders die al langer in de grond telen, kampen met aaltjes en daarnaast vermeerderen

zich aan de oppervlakte pissebedden en miljoenpoten in snel tempo. Afgelopen jaar had ook

kurk-wortel negatieve invloed op de productie van tomaten. Redenen voor diverse glastuinders om in te

grijpen en de bodem voor aanvang van de nieuwe teelt te stomen. Vanuit het project Biokas wordt

er gezocht naar oplossingen waarbij grondstomen niet meer nodig is om deze plagen te beheersen.

Leen Janmaat (DLV), Jan Amsing (PPO), Gerben Messelink (PPO), Chantal Bloemhard (PPO), Joeke Postma (PRI) en Robert Berkelmans (PRI)

G

L A S T U I N B O U W

KENMERKEN

Pissebedden (Isopoda) behoren tot de kreeftachtigen. In Nederland komen 37 soorten pissebedden voor. Het lichaam bestaat uit een kop, borststuk (thorax) met zeven segmenten en een achterlijf (abdomen) met zes segmenten. Pissebedden hebben zeven paar poten, aan ieder segment van het borststuk één. Het laatste segment van het achterlijf wordt het telson ge-noemd en is een belangrijk kenmerk om verschillende soorten te onderscheiden.

(2)

EKOLAND 2-2004 27

welke snel wegrennen bij verstoring, of ‘rollers’, welke zich bij verstoring direct oprollen tot een balletje. De meest voorkomende soorten waren de ‘renner’ Porcellio scaber en de ‘roller’ Armadillidium vulgare. Bij een drietal bedrijven werd de subtropische soort Porcellionides pruinosus waargeno-men, welke zeer snel wegschiet bij ver-storing. Ook deze soort gaf schade aan planten.

Vijanden

Pissenbedden kennen verschillende predatoren. Naast dieren als spitsmui-zen, steenuilen, egels, padden en kik-kers, zijn er ook allerlei kleine bo-dempredatoren als looplevers, kort-schildkevers, spinnen en

duizendpoten die zich voeden met pis-sebedden. De inheemse spinnensoor-ten Dysdera crocota en Dysdera eryth-rina zijn zelfs gespecialiseerd in het do-den en eten van pissebeddo-den. Met een specifiek antiserum voor Armadillidi-um vulgare, hebben Engelse onderzoe-kers in duingebieden gekeken welke predatoren zich voeden met deze pisse-bedden. Duizendpoten (Lithobius-soorten) bleken de belangrijkste pre-datoren van pissebedden te zijn en wa-ren verantwoordelijk voor 42 procent van alle gedode pissebedden. Andere natuurlijke vijanden waren vooral ke-verlarven en spinnen. Afgelopen jaar heeft PPO gekeken in hoeverre dui-zendpoten de aantallen pissebedden kunnen reduceren. Voor dit onder-zoek zijn bakken gevuld met grond, compost en daaraan toegevoegd twee soorten pissebedden (afzonderlijk). Bij

een aantal van deze bakken zijn twee dichtheden van één soort duizendpoot toegevoegd. Bij deze soort werd echter géén bestrijdend effect op de pissebed-den waargenomen. Ook op de lange termijn werd géén populatieafname van pissebedden waargenomen. Op-vallend was dat de ‘renners’ zich twee maal zo snel vermenigvuldigden als de ‘rollers’. Op basis van dit onderzoek kan een redelijke inschatting worden gemaakt van groeisnelheden van pisse-bedpopulaties. In vervolgonderzoek zal PPO kijken in hoeverre de samen-stelling van compost bepalend is voor de vermeerdering van pissebedden en miljoenpoten. Daarnaast zal gekeken worden of groei geremd kan worden met additieven.

Ziektewerendheid en organische

meststoffen

Ziektewerendheid van de bodem kan beïnvloed worden door toediening van bepaalde organische meststoffen. Er zijn zowel voorbeelden bekend van verminderde als van toegenomen aan-tasting na toediening van organische meststoffen. Daarom zijn in de onder-zoeksprojecten twee biotoetsen ge-bruikt om de invloed van de organi-sche meststoffen op de ziektewerend-heid te bestuderen: een biotoets met de schimmel Phytophthora nicotia-nae en een andere biotoets met het wortelknobbelaaltje Meloidogyne in-cognita. In beide toetsen is tomaat het toetsgewas en wordt nagegaan in wel-ke mate de planten door de kunstma-tig aangebrachte ziekteverwekkers worden aangetast. Hoe minder

aan-tasting er ontstaat, hoe hoger de ziek-tewerendheid van de organische mest-stof. Diverse organische meststoffen zijn onderzocht, zoals bloedmeel, lu-zerne, groencomposten en champost. De resultaten van beide biotoetsen la-ten slechts geringe verschillen in ziek-tewering zien. Zo leverden in 2002 lu-zerne en maltaflor een iets hogere ziektewerendheid tegen Phytophtho-ra op dan een schPhytophtho-rale compost. Ten aanzien van wortelknobbelaaltjes zijn nog onvoldoende data verzameld om een betrouwbare uitspraak te doen, maar de tot nu toe verkregen resulta-ten bieden nog onvoldoende toepas-singsperspectieven in de praktijk.

OVERLEVINGSTEST

WORTELKNOBBELAALTJES

In 2003 is onderzoek gedaan naar het vermogen van de bodem om vermenigvuldiging van aaltjes te onderdrukken, hiervoor zijn diverse testen gedaan. Uit deze testen komen drie conclu-sies naar voren:

1. Het bleek dat het ziektewerend vermogen tussen de bedrij-ven enorm varieerde, namelijk van ca. 30% tot 90%. Omdat deze testen zonder gewas is uitgevoerd, moet de waarde van deze percentages straks blijken uit de inmiddels ingezette testen met tomatenplanten.

2. Stomen doet het ziektewerend vermogen sterk afnemen. Vijf van de zes gestoomde bedrijven behoorden namelijk tot de zes bedrijven met het laagste ziektewerend vermogen. 3. De aaltjesdoding kon niet worden toegeschreven aan

aller-lei bodemeigenschappen (grondsoort, nutriënten, sporen-elementen, organische stofgehalte, pH, bodemademhaling en andere aaltjessoorten), maar heeft te maken met het bo-demleven. In aansluiting hierop zal de grond van een aantal bedrijven worden geanalyseerd op de aanwezigheid van schimmels en bacteriën, die mogelijk een aaltjesonderdruk-kend effect kunnen hebben.

Porcellio scaber Schade door pissebedden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

CONCLUSION The effects of fragment area, landscape configuration and habitat quality on certain bird species’ abundances and occupancy are crucial to our understanding of how

It has been argued that an Empowering Organisational Culture, Job Characteristics which specific reference to Skill Variety, Task Significance and Task Identity, Job Crafting,

This policy states that the average dioxin and furan concentration in the gas emissions of Class 1 incinerators (incinerators in which the waste serves as fuel

The constructivist lens applied in this article is fundamentally derived from a constructivist understanding of communication based on the personal construct theory of George

In this article, the research aim is to investigate how a selected group of rural African women, through their involvement with Information Communication Technology

In the light of the officials’ impressionistic understanding of black politics, it is little wonder that black demands for individual political rights caused such unease on

academic publishers. Measurement of oxygen radical absorbance capacity in biological samples. Oxidative damage to plasma constituents by ozone. Measurement of cellular

The findings clearly show that women in South Africa who belly dance, experience and interpret belly dancing, not only as a social practice, but also construct the symbol of