• No results found

Voor U gelezen: Lithostratigrafie van het Oligoceen in de regio Almelo-Winterswijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voor U gelezen: Lithostratigrafie van het Oligoceen in de regio Almelo-Winterswijk"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

91 afzettingen wtkg 36 (4), 2015

Voor U gelezen

Komt u boeken, artikelen, websites of filmpjes tegen waar-van u denkt, dat zou interessant kunnen zijn voor mijn me-de-WTKG'ers, stuur uw bijdrage in!

Commentaar en suggesties kunt u sturen naar de redactie van Afzettingen, e-mail: afzettingen@wtkg.org.

Lithostratigrafie van het Oligoceen in de regio Almelo-Winterswijk

Maarten van den Bosch, Augustus 2015. Uitgeverij Ebu-ron, Delft. Prijs € 36,-. ISBN 978 94 6301 005 4

Hoewel de titel Lithostratigrafie vermeldt, staat er in dit boek zeker ook over andere zaken veel te lezen.

Het is een verslag van ruim 40 jaar onderzoek via borin-gen naar de lithostratigrafie van het Oligoceen. Er staan ruim 100 boorprofielen in dit boek afgebeeld, waarvan ui-teraard de lithostratigrafie (dus klei, silt, zand of grind en alle tussenvormen daarvan) nauwkeurig wordt weergege-ven. Hiervoor is een aparte, aan de praktijk getoetste me-thode van weergeven gekozen. Door deze meme-thode kunnen de boorprofielen onderling worden vergeleken en gecorre-leerd. De monstername van de boringen was vaak elke 25 centimeter om de laagwisselingen te kunnen waarnemen. Uitgebreid wordt ingegaan op de verschillende ge bruikte boormethoden en monstername, en de gevolgen die dit heeft voor het verkrijgen van een betrouwbaar boorprofiel. Dit is een uniek gedeelte van dit boek, met aan de praktijk ontleende gegevens. Iedereen die met boormonsters werkt zou dit deel zeker eens moeten doornemen.

De bewerking van de boormonsters om een goede beschrij-ving te verkrijgen, wordt uitgebreid behandeld. Hierbij wor-den vooral visuele methowor-den gebruikt, omdat die snel en goedkoop zijn, belangrijk bij grote hoeveelheden monsters. Vervolgens worden de aangetroffen oligocene sedimenten in het onderzoeksgebied behandeld. Deze worden onderver-deeld in negen verschillende lithologische eenheden, hier afzettingen genoemd, die weer worden ondergebracht in drie formaties. Er worden drie nieuwe afzettingen en twee nieuwe formaties geïntroduceerd. De formaties en afzet-tingen worden gepresenteerd zoals we dat ook van soor-ten gewend zijn, dus met een lijst van citasoor-ten uit de litera-tuur over het onderzoeksgebied. Dit is een overzichtelijke manier van presenteren. Daarna wordt een referentie sec-tie aangewezen, of bij reeds bestaande benoemde afzettin-gen wordt een betere referentie sectie aangewezen, meest-al omdat de oude aangewezen sectie niet nauwkeurig ge-noeg bemonsterd en beschreven is. Daarna volgt een be-schrijving van de sedimenten in de genoemde afzetting. Dit geheel geeft een duidelijk beeld van de behandelde afzetting of formatie. Met de getekende boorprofielen is dit het belangrijkste onderdeel van dit boek, hier staat een schat aan informatie!

Vervolgens wordt ingegaan op de septariënlagen in deze sedimenten. Septariën zijn kalkconcreties, die van binnen

breukvormige holtes bevatten (septen). Septariën komen vaak in kleihoudende afzettingen voor, en blijken in de oli-gocene sedimenten vaak in lagen voor te komen, die over grote afstand te vervolgen zijn. Dit kan omdat elke laag weer een eigen karakteristieke septarie levert.

Dan volgt een hoofdstuk over biozonering. Lang niet alle boringen zijn paleontologisch onderzocht, dat is ook veel werk omdat de meestal kleihoudende monsters dan geheel uitgespoeld moeten worden. Dit soort onderzoek is door an-dere specialisten uitgevoerd, en de resultaten zijn meestal al eerder gepubliceerd, en worden hier kort weergegeven. Het gaat om foraminiferen, bentische mollusken (die voor-al uit de daglicht ontsluitingen afkomstig zijn), planktoni-sche mollusken (de welbekende vleugelslakjes), die ook in de boormonsters gevonden zijn en haaien- en roggen-tandjes. Een special onderdeel vormen de vis otolieten, een bij drage van P.A.M. Gaemers. Hier worden in totaal twaalf bio zones aangewezen, maar de soorten die typerend zijn voor die biozones zijn grotendeels in open nomenclatuur opgevoerd, waardoor deze indeling moeilijk bruikbaar zal zijn tot duidelijke publicatie over deze soorten verschijnt. Vervolgens is er een interessante bijdrage over metingen van gammastraling in de boorgaten, en hoe deze te inter-preteren.

Zeer lezenswaardig is het lithostratigrafisch overzicht, waarin alle gegevens nog eens worden samengevat en in een over-zichtelijk schema worden gepresenteerd.

Omdat oligocene afzettingen ook in Duitsland en België voor-komen bevat deze publicatie ook een hoofdstuk correlaties. Dit is een interessant onderdeel, vooral omdat in België veel daglichtontsluitingen zijn, waar ook door veel WTKG’ers is verzameld. Opvallend is dat de Atuatuca formatie, geïntro-duceerd in de Mededelingen van de WTKG in 1976 weer wordt gebruikt voor de in 1988 geïntroduceerde naam Borg-loon formatie. De auteur heeft verder wel problemen met het feit dat tegenwoordig ook de Zanden van Grimmer tingen in het Rupelien worden geplaatst.

(2)

92 afzettingen wtkg 36 (4), 2015

Merkwaardig is dat de auteur er van uitgaat dat in Gellik (Bel-gië) verzameld materiaal wel uit de zanden van Berg afkom-stig zal zijn, voor zover bekend waren die daar niet ontsloten. De vele suggesties voor correlatie zijn samengevat in een overzichtelijk schema.

Er is een uitgebreide referentielijst opgenomen, en twee platen met sedimenten en hoe deze beschreven zijn. Tenslotte is er een kaart met alle boorlocaties in het onder-zoeksgebied en een lijst van de 125 boringen met coördi-naten en toegepaste boormethode en monstername. De Lithostratigrafie van het Oligoceen is een keurig uitge-voerd boekwerk, met de tekst in het Nederlands en Engels. De linkerkolommen zijn voor de Nederlandse tekst, de rechter-kolommen zijn voor de Engelse tekst. Daar moet je als lezer wel even aan wennen, je bent nu eenmaal gewoon om na het lezen van de linkerkolom aan de rechterkolom te beginnen! Opvallend zijn natuurlijk de vele afgebeelde boorsecties, en de foto’s van boorinstallaties en boor activiteiten, waarin duide-lijk te zien is dat de auteur op dit gebied zeer actief is geweest Het is de hopen dat dit werk toch de bekendheid zal verkrij-gen die het verdient vanwege de enorme hoeveelheid gege-vens die erin toegankelijk wordt gemaakt. Toekomstige on-derzoekers van oligocene afzettingen zullen dit werk zeker moeten raadplegen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

‗Traditional water governance and South Africa‘s National Water Act: Tension or cooperation?‘ International Workshop on African Water Laws: Plural Legislative Frameworks for

The objective of the study is to conceptualise the influence of rewards, expectations, self-efficacy, leadership, job satisfaction and work engagement on the intention to leave of

The general aim of this research is to establish the relationship between sense of coherence, coping, stress and burnout, and to determine whether coping strategies and job

Na de ontsmetting de nog vochtige knollen bepoe- deren m e t een dichloornitra- niline bevattend produkt (5- 10 g per kg knollen) of, in het geval dat de grond met droogrot

Uit de relatie tussen opbrengst in vers gewicht, waterverbruik en gemiddelde vochtspanning van de grond blijkt, dat indien een uitdrogingsgrens van p F 2,6 of hoger

Het grootste verschil in de score tussen beoordeling van het belang van een ingrediënt en beoordeling van de organisatie zien we bij de ingrediënten ‘verminderen regels

Dat was de drijfveer van de ethische politiek honderd jaar geleden, dat is de drijfveer van modern wereldburgerschap nu.. Over de resultaten van de ethische politiek is vaak

Welnu, in dit opzicht heeft Tim zich getoond een karakteristieke vertegenwoordiger van wat de doorsnee-Nederlauder zich van de Groninger pleegt voor te