AFZETTINGEN WTKG 27(4), 2006 80
Een zoektocht
naar
fossielen
in
de
kleigroeve
van
Kruibeke
Lex Kattenwinkelen
Harry
Raad*De
ontmoeting
Opgewekt
redenwedezijweg
vande N419 op,noordelijk
vanhet FortvanKruibeke,
nadatwehet urbanevanAnt-werpen achterons
gelaten
hadden. Hierwashetplatteland,
eenabrupte
overgangnaardelandelijke
rust. Vanverwasde locatievande groeve alaanteduiden door
zijn
enormegraafinstallatie.
We redeneenrondje
en weerterugomdejuiste ingang
teontdekken. Hetpad nabij
eenstalling
vanvrachtwagens gaf
toegang.Er werd op dezezaterdagmid-dag
noggewerkt
toteen uurof drie. Wegingen
als wande-laar hetgebied
in vooreeneersteoriëntatie. Het halfver-hardepad liep langs
de groeve:eengigantisch
gat,waarin de historievanhet gravengoed
wasaftelezenaandeont-wikkeling
vandebegroeiing.
De bodemlag
misschien weldertig
meterbenedenmaaiveld,
degraafmachine
had hiereenpatroonvanribben in de
grond achtergelaten, gelijkend
op rabatten. Hetvers
aangesneden
deelbij
degraafmachine
toondeeensteilehelling
met vette,grijze Rupelklei
(Oli-goceen).
Deafgeschaafde
top vandekleilaag
vertoondeeen
ijl
patroonvanscheuren,diemetingespoeld
zandwa-ren
opgevuld.
Of diescheuren,meteenbreedtevanhoog-uit tien centimeter door de
kleiwinning zijn
ontstaanof datzevannature al
aanwezig
waren isons onbekendgeble-ven. Boven die klei was een Pleistoceen
pakket
vancir-ca
vijf
meterweggegraven. De randvande groeve toondedit
pakket
als fraaigeel
zand. Met dieoppervlakkige
be-schouwing
haddenwenog niet snel in degatenwaar we‘onze’
fossielenlaag
moestenzoeken,
maardaarover later.Eerst hebbenwe
langs
hetpad
nogwat ingestorte
grond
gezocht.
Dat leverdeeenplek
op waardeeerstetandenenschelpen
gevonden
werden. Fransraapteal snel eentandvande Carcharocles
megalodon (reuzenhaai)
op,verderwarenlosse
klepjes
endoubletjes
vanLucinoma borealis(noordse cirkelschelp)
daartalrijk.
In diegestortespecie
wasvastgeen
schelpenbank
opgenomen,want watbetreft de andere molluskenwashetmagertjes.
Anderehopen
be-stonden uitsteengruis
engebakken kleibolletjes.
Webegre-pendat heteen
depot
wasvan materiaalvoorverharding
vanwegen.Diebolletjes,
zovernamen welater,
kwamenuit de fabriek
ophet terrein. Het
zijn
de bekendebolletjes
uit debloemisterij.
Zo hoordenweook dat de klei wordttoegepastvoor
afdekking
van nieuwedijken.
Demede-werkersvande
groevewareninmiddelsaanhun weekend
begonnen
en voor onswasdetijd gekomen
omhetprofiel
vande groevewatbeterteverkennen.Grind van Burcht?
FransenLex
pakten
hungereedschappen
voorhetgraaf-werk uit deautoendaalden degroevein via het
Pleistoce-ne
pakket nabij
degraafmachine.
Dat werdeeneindelozezoektocht in grauweklei, waaruit
nauwelijks
een fossieltevoorschijn
kwam. Lex iszelfs totaande rabatten in hetdiepste
deelvandegroeve
gekomen,
waarhij overigens
uiterste
voorzichtigheid
moest betrachtenom niet ineenweek
gedeelte
wegtezakken. Frans vondopeen
helling
wat
horens, mogelijk
vanOligocene
soorten.Harry
deedhetwat
rustiger
aan enverzamelde ‘alle’cirkelschelpjes
ennogwat
geribde
Dentalium sp.(olifantstanden)
vandeeerder bezochte
storthoop.
Eigenlijk
warenal deze resultatenaande magerekant,
tot-datwe eenafzettingslaag langs
eenlaaggelegen pad,
paral-lelaan enaansluitendopde
hoofdontsluiting,
ontdekten. Ditwashetpad
naarhetafgeschaafde
deelmet degraaf-machine. De sloot
langs
ditpad
toondeeenschelpenbank
in het talud.
Plotsklaps
herkendenwegraaf-
enzeefwerk van onze voorgangers op deaangrenzende
strook,
tussen de slootenhetgatvande groeve. Hierwashet GrindvanBurcht,
zodachtenwe.De
schoppen
endezevenkwamen inactie,
en vooral demannen diezehanteerden. Er bleken dunne
kleilagen
tezijn, gescheiden
doorzandige afzettingen
en/ofschelprij-ke
lagen.
Het taludvan de sloot lieteigenlijk
maaréénOp
2september
2006ging
eenkleinegroepverzamelaarsnaarde groeve vanKruibekevoor eenzoektochtnaar
fos-sielen. Die groep bestond uit Frans
Frenken,
Lex Katten-winkelenHarry
Raad. Deaanleiding
voorhet bezoekwaseenverhaal in dit bladover een
mogelijke
excursienaarditgebied (Janse, 2006).
Het daarin aangeprezen ‘GrindvanBurcht’met
zijn
fosforietknollen,schelpresten
enhaaien-tanden trok enorm, zekertoen erlater ooknog informa-tie kwamovervondstenvan
‘megalodon’tanden,
die hier niet zeldzaamzijn.
AFZETTINGEN WTKG 27(4),2006 81
schelprijke laag
zien van meestal niet meerdantwintig
centimeter dik.
Bij
hetspitten
moestje
eerstdooreenzan-dige laag
envervolgens
dooreendunnekleilaag
ombij
deschelpenbank
tekomen. Uit dieschelpenbank
iseen mon-ster meegenomenvoor onderzoek thuis. Daaronderwaseen
grofzandige laag
met stenen, haast zonderschelpen.
In die
laag
vond Lex demeestehaaientanden.Dieper zijn
wenietgegaanmethet
graafwerk.
Dan zoudenweook alsnel op de
Rupelklei gekomen zijn.
De
laag
methaaientandenwasopaanwijzing
van eenpas-sant
aangesneden. Hij
kende de groeveblijkbaar goed.
Wekregen
weleenwaarschuwing
datwehierillegaal
aanhetzoekenwaren.Omdatweniet deheletochtvoorniks
had-den ondernomen
zijn
wetochmaardoorgegaan
met onswerk. FransenLex hebben vooralnaarhaaientanden
ge-spit, waarbij
Frans toch niet echt opeengoede hoogte bezig
wasenniet veel vond.Harry
heeft nogwatzeefmateriaalvande voorgangersmeegenomenvooronderzoek thuis. Uit
dit materiaalwashet zandende klei al mooi
weggespoeld,
zodaterniet veeltarrainzat.
Verspreid
op dezelocatiever-zamelde
hij
watzwarte,afgerolde vuursteentjes.
Diezelf-destenenzijn
ook op het strandvande Kaloottevinden,
maardaar hebbenze eensterkere
glans.
Verder ishij
nogbovenlangs
deversekleiwinning gelopen,
omte ontdek-ken dat daar geen enkel fossielwasopterapen. Degraaf-machine
schraapt
devetteklei naarboven,
enop de randvanhet talud
lagen
alleenmaarkleibrokken, waarvanhetoppervlak volledig
was‘dichtgesmeerd’
door hetgraafpro-ces.
Opvallend
genoeglag
er eengrootbrokmetveellich-tere
klei, bijna
de kleurvanmergel.
Het leek op eenstukseptariënklei.
Het brokwasnietteverslepen. Verderop lag
eenklein stukvanhetzelfdemateriaal,
vuistgroot.
De klei bleek niet verkitenbij
het afborstelen kwamgeleidelijk
aan eenstukpyriet tevoorschijn
meteenmerkwaardig
vertaktestructuur die zich
moeilijk
laatbeschrijven.
Terugkomend
op dewaarschuwing
vandepassantkwamdaar rond
vijven
inderdaadeenjager/opzichter langs,
dieons
aangaf
datwezondertoestemming
op het terreinwa-ren.Hetwaseenmarkanteman, die
prima
inzijn
rol pas-te.We voeldenonsstoutejongens,
maar wewildenech-tertoch nog welevendoorzoeken. Lex bouwdeeen
aardig
gesprek
methem op, waaruitnaar vorenkwam datwewel kondenblijven.
Naast watalgemeenheden,
vertelde dezeman over
zijn
werk in de groeve, de historievandeenormegraafmachine
en overbezoekers uit deillegale
metaalhan-del.Zijn dagelijkse
rondewasdus nietvoorniets. Hetwas onsoverigens opgevallen
dat de eerdergemelde
passantras wasverdwenen
(?).
We zochten nogeenuurtje
onge-stoord dooren warenweinig
verbaasdoverde schoten diewevanuit het bos op het
groeveterrein
hoorden.Pliocene
schelpen
Uit hetmeegenomenmateriaalvande
schelpenlaag
kwa-mennaastveleschelpen
ookafgerolde
engebroken
haai-entandjes, botfragmenten,
otolithenenfijn grind (kwarts
enfosforietgruis) tevoorschijn.
Grote fosforieten ontbra-ken nagenoeg,zoookafgerolde
vuurstenen. Die karakteris-tiekzegtnatuurlijk
verder nietveel,
wanthetwaseenkleinmonster.Uit de oude
zeefhopen
kwam ongeveer hetzelfde materiaal. We herkendenbij
de mollusken veelsoortenuit hetPlioceen,dus materiaal datjonger
is dan het GrindvanBurcht. Datwas
ontnuchterend,
wantwehadden helemaalnietaan
dergelijke,
relatiefjonge afzettingen gedacht.
Van deschelpen
is oppagina
61eenopsomming
gegeven. Delijst
laat zichgoed vergelijken
met het fossiele mate-riaal datopde Zeeuwse stranden istevinden. Er werden
voornamelijk
fragmenten
gevonden,
eenenkel minderkwetsbaar
schelpje
heeft het zonderbeschadiging
gered.
Gelet op de aardvande scherven is hetgrootste deelvande
schelpen
al in voorhistorischetijd gebroken geraakt.
Hetafgerolde
materiaal duidt wellichtopeen
strandafzet-ting.
Datgeeft
daneen heel ander beeld dan degestortegrond
metdoubletjes
vande noordsecirkelschelp,
eerdergenoemd
in ditverslag.
Haaientanden
Het uitzeven van de
schelpenlaag
leverde FransenLex vele tientallen haaientanden op, waarvan demeestewe-olifantstand
De
Grindfractie,
metonder anderegeroldevuursteen,betrestenenfosforietknollen
AFZETTINGEN WTKG 27(4),2006 82
FOTO
FRANS
FRENKEN
gens
slijtage
enbeschadiging
niet ofnauwelijks
deter-mineerbaarwaren. Er zatenoverduidelijk
kronen tussenvan
Cosmopolitodus
hastalis(mako).
Van enkele anderesoortenkwamen eruit het
gruis
fraaieexemplaren,
zoalsvanLamnanasus
(haringhaai)
enCarcharodoncarchari-as
(witte haai).
Allegenoemde
soortenzijn
bekend uit hetPlioceen, doch de
schelpenlaag
bracht ook ouderesoor-tenaanhet
licht,
die ondanks hetverspeelde
karakter nogduidelijk
herkenbaarwaren.Voorbeelden hiervanzijn
deOligocene/Miocene
soortenParotodusbenedeni,Carcha-riasacutissima,
Notorhynchus primigenius
enIsurusdes-ori
(of:
I.oxyrhynchus).
OmgroteretandenvanCarcharocles
megalodon
tevinden,
moestenwede
laag
direct onder deschelpenlaag uitzeven,
zo adviseerde ons bovenvermelde passant.
Volgens
hemwaren erde
zaterdag
daarvoor door acht zoekersveertig
tandengroterdan
vijf
centimetergevonden.
Bestmogelijk,
want
wij
vonden in dielaag
binnen hetuur eentweetal, he-laasbeschadigde ‘megs’
en eenruimvijf
centimetergrote,gaveen
scherpe Cosmopolilodus
hastalis. En nog enkele anderegave
tanden,
waarondereenbovenkaaksezijtand
vande zandbaai Carcharias acutissima. Deenigszins
klef-fe
laag
liet zich alleenvrij grof
zeven,zodatweeventueelaanwezige
kleineretandje
nietopgemerkt
hebben. Kleineresoorten zatenvolop
in het doorHarry uitgezóchte
zeefmonster uit de
schelpenbank.
Ondermeer eenscher-pe Galeorhinus sp.
(waarschijnlijk
de Pliocene G.galeus),
scherpe
enverspeelde Squatina
soortenen eenhelemassain de
categorie
‘ondetermineerbaar’. Erzatook eenver-speeld tandje
vande EocenesoortAbdounia minutissimaHaaientanden,helgraafwerkvan een waarnemer.
AFZETTINGEN WTKG 27(4),2006 83
tussen.En dat ineen
afzetting bovenop
eendikpakket
Ru-pelklei!
?Opmerkelijk,
maarwellicht nietonmogelijk
ineenstrandafzetting.
En nog iets Eoceens:eenkroonvande vis-sentandEotrigonodon
serratus, bekend uit ondermeerdekleigroeve
vanAmpe
inEgem.
De
‘Scheldeafzetting’
Watwehier boven de
Rupelklei
aan vermeend Tertiaireafzettingen
hebbengezien
wasdooronsniettekoppelen
aande beschrevenprofielen
vanbijvoorbeeld
hethavenge-bied van
Antwerpen.
Een dunpakket
‘metvanallesdaar-in’ is voor eenminderver
gevorderde fossielenraper
eengrootraadsel.
Raadpleging
vande fossielenkennerFreddy
vanNieulande uit Nieuw-enSint Joosland bracht het
vol-gende
aanhet licht.Hij
stelde; “InKruibeke, Steendorp,
Rumst, Reet,
Terhagen
enSintNiklaas,
overal komtbo-venop de
Rupel-klei
eenafzetting
voormetschelpen,
fos-forieten, grind
enhaaientanden. In hetalgemeen
wordt dit de‘Scheldeafzetting’ genoemd”.
Hetzou om eenPleisto-cene
afzetting
gaan,waarbij
MioceneenPlioceneafzettin-gen
geërodeerd
envervolgens vermengd afgezet zijn.
Degangbare hypothese
stelt dat het materiaal isomgewerkt
enafgezet
dooreenvoorloper
vande Schelde.Freddy
noemtdateente
beperkte zienswijze,
omdatervolgens
hem ooktransportvanmateriaal in
omgekeerde richting,
onderan-dere
omstandigheden,
heeftplaatsgevonden.
Daarover zul-lenwehier echter niet verder mediteren.Tenslotte
Wij
waren onvoldoende op dehoogte
van de situatie in Kruibekeenweten nudatwehebbengespit
in de‘Schel-deafzetting’.
Dat sluit niet uit datwehet GrindvanBurchtenandere Tertiaire
afzettingen
op deRupelklei
overhet hoofd hebbengezien,
of dat dieafzettingen
misschiennet ietsdieper
ofnetietsverderop
wèlaanwezig
waren.Ken-ners vandit
gebied
voelen zich wellicht geroepenhierop
te
reageren!
Aan het eindvandit
verslag
willenweFreddy
vanNieu-lande
nogbedankenvoor
zijn uitleg
overde situatie in degroevevanKruibeke.
Bronnen
Janse,
A.,
2006.Septemberexcursie.
-Afzettingen
WTKG,27(2):
27.Nieulande,
F.A.D.,2006. Wat betreft deschelpen
vanKrui-beke.- Schrift,meded.,31 oktober 2006.
Fossielenvan de
kleigroeve
teKruibeke, België
Mollusken
Glycymeris sp. 1fr,onderrand
Mytilussp.div. fr.
Pectencomplanatus2 fr.
Aequipecten opercularisdiv. fr. Crassadoma multistriata div. fr.
Ostrea edulis 1ad.,div. fr.
Lucinoma borealis div. def.ex.
Cyclocardiaorbicularis chamaeformis 2juv.
Isocrassina basteroti 2juv., div fr.
Astarte corbuloides 2ad,2 def.
Astarteincerta/obliquata1ad, 1juv
Astarteobliquata1juv
Cerastoderma edule hostieidiv. fr.
Angulusbenedeni benedeni1 fr.
Venus sp. div. fr.
Timoclea ovata 1 slotfr. Arctica islandica div.fr., 1 slotfr.
Corbulagibbadiv. slotfr.
Dentalium sp.
Haaien
Lamna nasus2ex.
Carcharodon carcharias 1ex.
Galeorhinussp.(G. galeus?)1ex.
Carcharocles megatodonenkele besch.ex..
Cosmopolitodushastalis div. ex. enfr.
Squatinaspp.div.ex.
Galeocerdo aduncus 1 fr.
Parotodusbenedeni1 ex.
Isurusoxyrhynchusdiv.exenfr.
Carchariasacutissima enkele ex.
Notorhynchus primigeniusenkele fr.
Physogaleussp. enkeleex.
Abdounia minutissima 1ex.
Roggen
Myliobatussp.1ex.endiverse fr.
Rajasp. 1 stekel
Overige
Beenvissen,tandjesdiversesoorten
Beenvis,1 otoliet
Walvisachtigen,2 besch. bulla’s
*Lex
Kattenwinkel,Ramusstmat14,4461CKGoes,email: