• No results found

Sterke stijging investeringen glastuinbouwbedrijven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Sterke stijging investeringen glastuinbouwbedrijven"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

STERKE STIJGING INVESTERINGEN GLASTUINBOUWBEDRIJVEN

Ruud van der Meer

De gemiddelde bruto-investeringen per bedrijf op de glastuinbouwbedrijven in 1999 bedroegen 295.000 gulden, wat 125.000 gulden meer is dan in het voorgaande jaar (zie figuur 1). Ten opzichte van eerdere ja-ren zijn vooral de investeringen in gebouwen/glasopstanden sterk toegenomen, maar ook in de andere onderscheiden categorieën is meer geïnvesteerd. Het hoge investeringsniveau is noodzakelijk om de mo-derniteit van de duurzame productiemiddelen op peil te houden.

De vijfjaargemiddelden laten zien dat de nadruk bij de investeringen ligt op werktuigen en installaties. De potplantenbedrijven investeren meer in grond en grondverbetering dan de andere bedrijven (tabel 1). Dit heeft mede geleid tot een sterkere groei van de gemiddelde bedrijfsomvang in vergelijking tot de andere glastuinbouwsectoren. Door de sterk gestegen grondprijs is bedrijfsuitbreiding een kostbare aangelegen-heid.

Figuu 1 Investeringen op glastuinbouw- en champignonbedrijven in 1998 en 1999 (x 1.000 gulden per bedrijf)

r

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Tabel 1 Investering van glastuinbouw- en champignonbedrijven (vijfjaarsgemiddelden, x 1.000 gulden per bedrijf)

Werktuigen Gebouwen en Grond Overig Totaal en installaties glasopstanden Totaal glastuinbouw 1986-1990 68,3 48 8 12 136,3 1990-1994 70,8 33,9 8,3 18,6 131,7 1995-1999 79 50,1 16,1 18,1 163,3 Glasgroenten 1986-1990 56,8 54,1 9,8 0,4 121,1 1990-1994 54,3 37,6 8,3 1,4 101,5 1995-1999 54,1 63,4 21,1 0,4 139 Snijbloemen 1986-1990 68,8 40,6 3,8 27,2 140,4 1990-1994 77,9 29,2 7,4 39,8 154,2 1995-1999 86,5 34,8 9,2 40,8 171,3 Potplanten 1986-1990 117,8 52,9 17,9 0,1 188,7 1990-1994 106,2 39,8 12,9 1,3 160,2 1995-1999 106,2 58,7 21,8 -0,4 186,3 Champignonbedrijven 1986-1990 42,7 34,2 0,4 0 77,3 1990-1994 51,8 31,4 2,5 0,1 85,8 1995-1999 47,6 28,8 2,9 0,1 79,5

Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI.

Groenteteelt

Vooral bij de glasgroentebedrijven zijn de investeringen sterk toegenomen: het totaal ligt anderhalf maal ho-ger dan in 1998. Een reden hiervoor is de grote beschikbaarheid van financieringsmiddelen (nettokasstroom). Uit eerder onderzoek van het LEI bleek dat de hoogte van de nettokasstroom van twee jaar geleden van invloed is op de investeringen van nu (zie

Agri-Monitor

, augustus 2000). In 1997 hadden de glasgroentebe-

drijven inderdaad een hogere nettokasstroom dan de andere glastuinbouwbedrijven. De helft van het totaal geïnvesteerde bedrag bij de glasgroentebedrijven is besteed aan gebouwen en glasopstanden. Daarnaast namen ook de investeringen in grond flink toe.

Sierteelt

Snijbloemenbedrijven investeerden in 1999 gemiddeld bijna 250.000 gulden per bedrijf. Dit is ruim een ton minder dan de potplantenbedrijven. Op beide bedrijfstypen werd vooral geïnvesteerd in werktuigen en instal-laties (respectievelijk 39 en 56% van het totale investeringsbedrag). Met name de verdubbeling bij de potplantenbedrijven is opvallend. Het blijkt dat er veel geld is gestoken in de aanschaf van kweektabletten en daarmee samenhangende mechanisering.

Champignonteelt

Het gemiddelde investeringsniveau per bedrijf op de champignonbedrijven was in 1999 132.000 gulden en vergelijkbaar met het jaar ervoor (figuur 1). Het hoge investeringsniveau ten opzichte van het meerjaarsge-middelde blijft daarmee gehandhaafd. Werd er in 1998 het meest geïnvesteerd in gebouwen, in 1999 ligt de nadruk op investeringen in werktuigen en installaties. Daarin werd 30.000 gulden meer geïnvesteerd dan in 1998, in gebouwen bijna 40.000 gulden minder. Het vijfjaarsgemiddelde van 1995 tot en met 1999 ligt on-danks het hoge investeringsniveau van de laatste twee jaar onder het gemiddelde van de eerste helft van de negentiger jaren. Vooral in 1995 en 1996 is door een lage rentabiliteit weinig geïnvesteerd.

(3)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, april 2001 pagina 3

Meer informatie:

Data over investeringen en achtergronden van het Bedrijven-Informatienet zijn ook opgenomen op onze internetsite

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals eerder vermeld worden er in een teeltsysteem met de aantallen ingebogen takken en scheuten gespeeld en bekeken of de plant voldoende productie haalt. Er wordt getracht om met

Daar komt nog bij dat er veel vragen te stellen zijn bij de ‘beschrijfkracht’ van het evolutiemodel en dat het zeker geen ‘voorspelkracht’ heeft: ik zou niet weten wat het voor

(2001) er nog vanuit dat het door wilgen gedomineerde zachthoutooibos het eindpunt van de successie vormt.. 40 OBN Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit Figuur 4a. Verdeling

De Gouverneur had zich er door consultaties van kunnen en moeten vergewissen welke opvattingen in het parlement leefden, vooraleer te concluderen of de mi-

Indien de gegevens betreffende geregistreerde aantallen verkeersdoden voor 1989 (1456) bij de interpretatie betrokken worden dan blijkt daaruit geen feitelijke

The aim of this study was to explore the experience, knowledge, attitude and beliefs of the clinic attending women in the Knysna sub-district regarding the

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

Table 2 - List of Organisations evaluated for this study 47 Table 3 - Summary of results obtained from the inventory retention evaluation 80 Table 4 - Summary of results obtained