• No results found

Implantatie van multifocale lenzen bij een cataractoperatie is geen te verzekeren prestatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Implantatie van multifocale lenzen bij een cataractoperatie is geen te verzekeren prestatie"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderwerp: Implantatie van multif ocale lenzen bij een cataractoperatie is geen te verzekeren prestatie

Samenvatting: Multifocale implantlenzen bij een cataractoperatie behoren niet tot de v erzekerde prestaties nu deze prestatie niet door de

internationale medische w etenschap v oldoende beproefd en deugdelijk is bev onden.

Soort uitspraak: AaZ = adv iesaanvraag Zvw

Datum: 21 juli 2006

Uitgebracht aan: z orgverzekeraar

Onderstaand de v olledige uitspraak.

De adviesaanvraag

De afgesproken DBC’s v oor een cataractoperatie zijn gebaseerd op een unifocale implantlens (klaplens). Een v erzekerde verz oekt u over te gaan tot vergoeding v an multifocale implantlenz en (ReSTOR lenzen).

U w ilt advies omtrent de vraag of implantatie van de ReSTOR lenz en bij een cataract-operatie een gebruikelijke en doelmatige behandeling is.

Wet- en regelgeving

Met betrekking tot deze adv iesaanv raag z ijn de v olgende bepalingen van belang. Artikel 10, onder a Zorgverz ekeringswet. Hierin is omschrev en dat het krachtens de z orgverzekering te verzekeren risico inhoudt de behoefte aan geneeskundige z org, waaronder de integrale eerstelijnsz org z oals die huisartsen en verloskundigen pleegt te geschieden.

Artikel 11, derde lid Zorgv erzekeringswet bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur de inhoud en omv ang van de te verzekeren risico’s nader kan w orden geregeld. Deze algemene maatregel van bestuur v indt z ijn uitwerking in het Besluit z orgver-zekering (hierna: Besluit Zv ).

Artikel 2.1, tweede lid Besluit Zv bepaalt dat de inhoud en omv ang van z org of diensten mede w ordt bepaald door de stand van de w etenschap en praktijk en, bij ontbreken van ontbreken v an een z odanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantw oorde en adequate z org en diensten.

Artikel 2.4, eerste lid Besluit Zv omschrijft dat de z org z oals onder meer medisch-specialisten deze plegen te bieden onder geneeskundige z org valt.

Beoordeling ge bruikelijkheid

De v raag dient beantw oord te w orden of bovengenoemde behandeling als gebruikelijk in de kring van de beroepsgenoten aangemerkt kan w orden. Hierv oor moet vast komen te staan dat de behandeling v oldoet aan de v oorwaarden uit artikel 2.1, tweede lid en 2.4, eerste lid Besluit Zv . Bij de beoordeling of z ulks het geval is, sluit het College zich aan bij hetgeen daarover is gesteld in de uitspraak van de CRv B van 30 september 2004 (RZA

(2)

2004, 179), namelijk dat hierbij alle relevante gegevens in aanmerking dienen te w orden genomen, w aaronder met name literatuur, wetenschappelijke onderz oeken en gez ag-hebbende meningen van specialisten. Het College laat z ich daarbij adv iseren door z ijn medisch adv iseur.

Werkwijze

De medisch adv iseur v olgt het principe van 'evidence based medicine': een sy stematische z oekstrategie naar relevante literatuur en beoordeling van de methodologische kwaliteit van de geselecteerde onderz oeken.

Een sy stematische z oekstrategie v indt plaats in

- de internationale medisch-wetenschappelijke databases, bijv . "MEDLINE” (v ia Pubmed); - de Cochrane library ; en

- het "International netw ork of agencies for health technology assessment" (INAHTA). Er w ordt gez ocht met behulp v an de MESH (medical subject headings); er w ordt niet gelimiteerd gez ocht dat wil z eggen; er vindt geen uitsluiting plaats van primaire onder-z oeken, editorials, letters, of case reports. Ook w ordt (daar het vaak om nieuwe behan-delingen gaat) free text gez ocht naar referenties w aaraan nog geen trefw oorden z ijn toegekend.

Naar gelang het onderw erp w ordt ook specifiek gez ocht naar gepubliceerde meningen van experts op het betreffende vakgebied en naar meningen/opv attingen van relevante organisaties of belangenverenigingen.

 Verder w ordt ook altijd gez ocht naar Nederlandse en buitenlandse richtlijnen en adv iez en.

 Via Google w ordt naar opvattingen van buitenlandse (bijv . Engelse, Amerikaanse) z orgverzekeraars of andere instanties gezocht.

De searches w orden om de tw ee jaar herhaald, en z onodig eerder in geval van actuele ontw ikkelingen. Er w ordt met deze w erkw ijze z o v olledig mogelijk gez ocht naar alle literatuur, onderzoeken, artikelen en gezaghebbende gepubliceerde meningen/ opvattingen betreffende de nieuwe behandeling in binnen- en buitenland. Select ie en Beoordeling

Uit de gev onden literatuur w orden v oor verdere beoordeling die artikelen geselecteerd die betrekking hebben op de v raagstelling.

De beoordeling van artikelen vindt, waar dit kan, z oveel mogelijk plaats met behulp v an controlelijsten ter beoordeling van de methodologische kwaliteit van medische artikelen. Aan de onderz oeken w ordt w aar mogelijk een level of evidence toegekend conform EBRO -richtlijnen (Ev idence Based Richtlijn Ontwikkeling).

De uit eindelijke co nclusie

Bij v oorkeur moeten beslissingen op basis v an 'best evidence' w orden genomen. In het kader van de toetsing van de w aarde van een nieuw e behandeling dient altijd vergeleken te w orden met de bestaande 'gouden standaard behandeling' (de klassieke behandeling).

De nieuwe behandeling w ordt beoordeeld in v ergelijking tot de klassieke behandeling waarbij z owel de w erking, de bijw erkingen als de lange termijn (follow -up) resultaten ten opz ichte van de 'gouden standaard' behandeling w orden meegenomen.

Er moet minimaal sprake z ijn van een ingreep of behandeling met een tenminste verge-lijkbare w erking op vergeverge-lijkbare harde klinische uitkomstmaten in de z in van resultaten en v an voldoende lange termijn follow -up van patiënten om te kunnen spreken van een gebruikelijke behandeling.

(3)

Indien uit tenminste tw ee kw alitatief verantw oorde studies op 'fase 3 niveau'1blijkt dat

de behandeling in kwestie een (meer)w aarde heeft ten opz ichte van de behandeling die tot nog toe in de internationale kring van de beroepsgenoten geldend is (de z oge-naamde ‘gouden standaard behandeling’), dan moet w orden geconcludeerd dat de behandeling in kwestie (inmiddels) een ‘gebruikelijke’ behandeling is in de internationale kring van de beroepsgenoten.

Indien uit tenminste tw ee kw alitatief verantw oorde studies op 'fase 3 niveau' blijkt dat de behandeling in kwestie niet tenminste vergelijkbaar is qua werkz aamheid, c.q. effecti-viteit en vergelijkbare uitkomsten (in de follow -up) ten opz ichte van de ‘gouden standaard behandeling’, dan luidt de conclusie dat de behandeling in kw estie niet gebruikelijk is in de internationale kring van de beroepsgenoten. In deze gevallen z al de medisch adv iseur geen aandacht meer besteden aan onderz oeken van mindere bew ijs-kracht of literatuur. Deze kunnen immers de uitkomsten van de 'fase 3' onderz oeken, welke wetenschappelijk van een hogere orde z ijn, niet aantasten.

Indien geen (afgeronde) studies op 'fase 3 niveau' gepubliceerd z ijn, betrekt de medisch adv iseur ook evidence van lagere orde en publicaties van gezaghebbende meningen v an medisch specialisten in z ijn beoordeling. De mate van consistentie van deze onder-z oeken of publicaties is dan bepalend v oor het antw oord op de v raag of de behandeling in kwestie als “v oldoende beproefd en deugdelijk” moet w orden bev onden.

Er is aldus sprake van een hiërarchie van evidence: sterke evidence verdringt zwakkere. Niet is uitgesloten dat een beslissing ook op basis v an evidence van een lagere orde kan w orden genomen.

Het enkele, op z ichz elf staande feit dat een nieuw e behandeling w ordt verstrekt v olgens de desbetreffende regelgeving van het land waar de behandeling in kw estie w ordt verleend, z onder dat sprake is van evidence, acht het College onv oldoende om tot het standpunt over te gaan dat de behandeling gebruikelijk is in de internationale kring van de beroepsgenoten.

Medische beoordeling

Voor een medische beoordeling van uw adviesaanv raag heeft de medisch adv iseur van het College kennisgenomen v an de stukken. De medisch adv iseur deelt het volgende mee.

Het plaatsen v an unifocale implantlenzen tijdens een cataract operatie is z org z oals een medisch-specialist die pleegt te bieden en v alt krachtens artikel 2.4, eerste lid Besluit Zv onder geneeskundige z org. De adv iesaanv raag betreft multifocale (ReSTOR) implant-lenz en. ReSTOR is een geregistreerd handelsmerk en tevens bekend onder de aan-duiding Acry sof ReSTOR Apodized Diffractive Posterior Chamber Introcular Lens (IOL). De lens is FDA2-approved v oor vervanging v an de ooglens in geval van cataract. Een

ander mogelijk gebruik betreft de vervanging van de ooglens bij v olwassen patiënten met of z onder bijz iendheid die v oor scherpz ien van dichtbij tot v eraf onafhankelijk w illen z ijn van bril of contactlenzen.

Onderz ocht dient te w orden of het implanteren van multifocale lenz en bij een cataract operatie tevens onder de z org valt z oals medisch-specialisten deze plegen te bieden. Lit erat uuronderzoek

Een search in Pubmed naar “ ReSTOR lens” levert acht publicaties op3. Hierna z ullen dez e

publicaties w orden aangeduid met hun corresponderende nummers 1 tot en met 8 uit de literatuurlijst.

1Deze st udies moet en opgezet en gerapport eerd zijn aan de hand van de int ernat io naal geaccept eerde

'evidence based' met hodiek.

2Food and Drug Ad minist rat ion

(4)

Zes publicaties (2, 4, 5 ,6 ,7 en 8) betreffen klinische onderz oeken. De onderz oeken die beschrev en z ijn in publicaties 2, 4 en 7 z ijn niet-gecontroleerde studies. De onderz oeken z oals beschreven in 5, 6 en 8 kennen een v orm van vergelijking. Voorts loopt er een prospectief onderz oek (9) dat de resultaten van ReSTOR lenz en vergelijkt met sferische implanteerbare lenz en. In de loop v an 2006 w ordt de eerste analyse van een beperkte follow -up verwacht.

Publicatie 2 betreft een open multicenter, nietgecontroleerd, onderz oek. Na een follow -up van z es maanden z ijn 127 patiënten, w aarbij 88% geen afstandscorrectie (meer) nodig had en 86,4% geen nabijheidscorrectie. Van de patiënten v ertoonde 8,5% z oge-naamde ‘glare’- en 4,2% v ertoonde z ogeoge-naamde ‘halo’v erschijnselen. De patiëntte-vredenheid was 95,7%.

Publicatie 4 betreft een niet-vergelijkend klinisch onderz oek van 30 patiënten met een follow -up van drie tot z es maanden. Bij dit onderz oek vertoonde 20% z ogenaamde ‘glare’- of ‘halo’v erschijnselen. De patiënttevredenheid w as als volgt: 76% ‘uitstekend’, 10% ‘goed’ en 14% ‘aanv aardbaar’.

Het onderz oek dat w ordt beschreven in publicatie 7 is een niet-vergelijkend onderz oek van 20 patiënten met een follow -up van 30 tot 60 dagen. De eindconclusie is dat de ReSTOR lens de v isuele functionaliteit niet doet verminderen. Deze conclusie kan echter niet uit het onderz oek getrokken w orden, aangezien het een niet-vergelijkend onderz oek betrof. De conclusie van de onderz oekers dat de ReSTOR lens de v isuele functionaliteit niet doet verminderen w ijkt ook af van de resultaten van de w einige vergelijkende onder-z oeken die wél beschikbaar onder-z ijn (publicaties 5, 6 en 8).

Publicatie 5 betreft een case report van vier patiënten die unilateraal cataract hadden een eenz ijdig met ReSTOR z ijn behandeld. De conclusie luidde dat de bereikte gezichts-scherpte bev redigend was.

Publicatie 6 beschrijft een prospectief vergelijkend onderz oek van 40 patiënten w aarvan 25 met ReSTOR en 15 met traditionele monofocale lenz en werden behandeld.

De ReSTOR-groep ervaarde significant minder sferische abberaties, maar ook een significant lagere contrastgevoeligheid.

Publicatie 8 beschrijft tenslotte een klinisch onderz oek naar de resultaten van intra-oculaire lenz en bij 104 ogen. Bij 50 ogen w erden ReSTOR lenzen gebruikt en bij de andere 54 ogen drie verschillende ty pen monofocale lenzen. De conclusie van dit

1. Davidson JA and S impso n M J. History and development of the apodized diffractive intraocular lens. J Cat aract Refract S urg 2006; 32(5): 849-58.

2. Kohnen T, Allen D, Boureau C, et al. Europ ean multicenter study of the AcrySof ReSTOR ap odized diffractive intraocular lens. Opht halmo logy 2006; 113(4): 584.

3. Lane SS, M orris M , Nordan L, et al. Multifocal intraocular lenses. Opht halmo l Clin Nort h Am 2006; 19(1): 89-105, vi.

4. S allet G. Refractive outcome after bilateral implantation of an ap odized diffractive intraocular lens. Bull Soc Belge Opht almol 2006; (299): 67-73.

5. Souza CE, Gerent e VM , Chalit a M R, et al. Visual acuity, contrast sen sivity, reading sp eed, and wavefront analysis: p seudop hakic eye with multifocal IOL (ReSTOR) ver sus fellow p hakic eye in non-presbyopic p atients. J Refract Surg 2006; 22(3):

303-5.

6. Souza CE, M uccioli C, Soriano ES , et al. Visual p erformance of AcrySof ReSTOR ap odized diffractive IOL : a p rosp ective comparative trial. Am J Opht halmol 2006; 141(5): 827-32.

7. Oliveira F, M uccioli C, S ilva LM et al. (Cont rast sensivit y and st ereopsis in pseudop hakic pat ient s wit h mu lt ifocal int raocu lar lens). Avaliacao da sensibilidade ao contraste e da estereop sia em p acientes com lente intra-ocular multifocal. Arq Bras Oft almol 2005; 68(4) 439-43.

8. Rocha KM , Chalit a M R, Souza CE, et al. Postop erative wavefront analysis and contrast sen sivity of a multifocal ap odized diffractive IOL (ReSTOR and three monofocal IOLs). Refract S urg 2005; 21(6): S808-S812.

9. Gundersen K,. Comparative study between Alcon Acrysof Natural and Alcyon Acrysof ReSTOR. Act a Opht hal S cand 2006; 84: 68

(5)

onderz oek luidde dat de ReSTOR lens minder sferische aberraties gaf, maar ook minder contrastgev oelig is dan de andere lenzen.

Mening deskundige

De medisch adv iseur v an het College heeft Dr. G.P.M. Luy ten, oogarts in het Erasmus Medisch Centrum, geraadpleegd en dez e deelt het volgende mee.

“De cat aract chirurgie heeft in de afgelopen 10 à 20 jaar een st ormacht ige ont wikkeling doorgemaakt , niet alleen in aant allen, maar ook t echnologisch. Van int racapsulaire chirurgie naar ext racapsulaire chirurgie, van een incisie groott e van 12 mm naar 6 mm, naar 3 mm en nu naar microincisio n chirurgie (<2 mm). Ook de o nt wikkeling van de lenzen heeft niet st il gest aan; na de harde PMMA lenzen k wamen de opvouwbare lenzen die aanvank elijk door een 3 mm incisie geïmplant eerd kunnen worden, maar nu ook door een 2 mm incisie. De o nt wikkeling gaat naar nog kleiner met inject eerbare lenzen. Uit eindelijk zal er een lens worden o nt wikkeld die ook kan accommoderen en de leesbril overbodig zal maken. Tot die t ijd zullen we moet en werken met mult ifocale lenzen. Ook deze worden st eeds bet er. De meest recent e uit voeringen zijn de Technisch Mult ifocal van AMO, ReSTOR van Alcon en Acri-Tech mult ifocal. Deze geven aanzienlijk bet ere resul-t at en dan de mult ifocale lenzen van voor heen. Toch blijven zij beide neveneffect en houden zoals glare en halo's. H et voordeel van de mult ifocalit eit kan soms wel t en kost en gaan van de visus veraf of nabij. Mijn eerst e ervaringen zijn echt er zeer posit ief. H oe dit zich zal gaan o nt wikkelen weet ik niet .”

Conclusie

De klinische evaluatie studies z ijn nog dermate beperkt van aard, omvang en follow -up dat de effectiviteit van ReSTOR lenzen niet voldoende kan w orden aangetoond.

Juridische beoordeling

De v raag die beantw oord moet w orden is of multifocale ReSTOR implantlenz en bij een cataract operatie tot de verzekerde prestatie krachtens de Zorgv erzekeringswet en aanverwante regelgeving behoren.

Gelet op de toepasselijke w et- en regelgeving en het advies van de medisch adviseur, adv iseert het College het volgende.

U v ermeldt in uw adviesaanvraag dat de afgesproken DBC’s v oor een cataractoperatie gebaseerd z ijn op een unifocale implantlens. De samenstelling van DBC’s is niet relevant voor de omv ang van de te verzekeren prestatie. De omv ang van de te verzekeren

prestatie w ordt krachtens artikel 2.1, tweede lid Besluit Zv mede bepaald door de stand van de wetenschap en praktijk. Aan de hand hierv an dient te w orden bepaald of de ReSTOR lenz en tot de verzekerde prestatie krachtens de Zorgverz ekeringsw et behoren. U v raagt in uw adv iesaanv raag naar de gebruikelijkheid van de behandeling. Het gebrui-kelijkheidscriterium z oals dat gold onder de Ziekenfondsw et en aanverw ante regelgeving (oud) is bij de inv oering van de Zorgv erzekeringswet per 1 januari 2006 geactualiseerd. De inhoud en omvang v an de betreffende z orgv orm w ordt niet alleen bepaald door de w oorden ‘die plegen t e bieden’ in artikel 2.4, eerste lid Besluit Zv , maar ook door artikel 2.1, tw eede lid Besluit Zv . Het geactualiseerde gebruikelijkheidscriterium slaat niet z ozeer op de frequentie w aarin een verrichting of behandelingsw ijz e toepassing v indt, maar verklaart die z org tot dat deel van het pakket, w elke de betrokken beroepsgroep tot het aanvaarde arsenaal van medische onderz oeks- en behandelingsmogelijkheden rekent. Daarbij z ijn z ow el de stand van de medische wetenschap als de mate van

acceptatie in de medische praktijk belangrijke graadmeters. In die z in heeft het criterium veel gemeen met de rechtspraak welke het gebruikelijk z ijn afmeet aan de houding in de kringen v an de medische w etenschap en praktijkuitoefening. Hierbij kan w orden

vastgehouden aan hetgeen het Hof v an justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaken Peerbooms en Smits (C-157/99) heeft bepaald, namelijk dat de prestatie die in

(6)

geding is door de internationale medische wetenschap v oldoende beproefd en deugdelijk moet z ijn bevonden.

Gelet op bov enstaande en de conclusie van het onderz oek van de medisch adv iseur, is het College van mening dat ReSTOR lenzen niet behoren tot de verzekerde prestatie z oals geregeld in de Zorgv erzekeringswet en aanverwante regelgeving.

Nu de ReSTOR lenz en niet tot de verz ekerde prestatie behoren, komt de v raag naar doelmatigheid van v erstrekking hiervan niet meer aan de orde.

Advie s van het College

Het College adviseert u bov envermeld advies te betrekken in uw eventuele beslissing naar verz ekerde.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

It is shown in this article that the Gospel of John describes a battle between darkness and light, life and death, chaos and God’s new order.. Although the certainty is given right

The aim of the study is to quantify fine particulate matter emissions from residential coal burning using systematic field measurements.. The objectives of the study are (i)

Instrument components used to record the full-scan mass spectra 45 Conditions under which full-scan mass spectra were recorded 46 Oven temperature program of the gas chromatograph

Studies of identification are based on guidelines formulated in literature for separating taxa using sequence divergence in the D1/D2 domain of rRNA (Kurtzman &amp; Robnett,

The obtained reference genes were used in qPCR gene expression analysis to confirm the induced expression of LRW222 during the infection of the resistant and

Since protein kinases form an integral part of the signaling event, the aim of this study was to identify a putative protein kinase gene which is involved in the

Information was also obtained about the tasks the first year students had to complete in the identified modules, more specifically the format and structure of the task(s). ii)

This research took the form of the thesis consisting of seven chapters, namely: a) introduction and overview; b) an analysis of the correlation between the human resource