• No results found

vwo eindexamen economie 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "vwo eindexamen economie 1"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 MINISTERIE VAN ONDERWIJS,

WETENSCHAP EN CULTUUR

UNIFORM……..EXAMEN VWO 2016

VAK : ECONOMIE 1

DATUM : --- TIJD : 07.45 - 10.15 UUR Aantal opgaven bij dit vak : 3

Aantal pagina’s : 4; Calculator toegestaan.

Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in de goede volgorde aanwezig zijn. Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met de surveillant.

(indien nodig, afronden op twee decimalen). SUCCES! OPGAVE 1. SPAARLAMPEN

Een ondernemer lanceert een project genaamd “nog vijf” voor unieke spaarlampen. Het gaat in deze om spaarlampen die vijf jaren meegaan.

Gevraagd:

[1] 1a Wat is het belangrijkste verschil tussen natuurlijke monopolies en economische monopolies?

[3] 1b Noem drie (3) factoren die ze gemeen hebben.

De producent verkoopt zijn lampen op twee (2) gescheiden deelmarkten namelijk A en B. - De totale constante kosten bedragen 2.000 geldeenheden per jaar.

- De variabele kosten bedragen 4 geldeenheden per eenheid. - De prijs per eenheid is in de beginfase 7,50 geldeenheden.

- Op deelmarkt A is de afzet 25.000 stuks en op deelmarkt B is de afzet 10.000 stuks. [3] 2 Bereken de totale winst voor deze producent op beide markten samen.

Op deelmarkt A komt de overheid echter in met een wet waardoor concurrentie niet mogelijk is. [2] 3 Hoe heet deze monopoliesoort? Motiveer het antwoord.

De prijsafzetfunctie op deze markt luidt: p = -1/8 q +18 ¾. De gemiddelde totale kosten = 10 + 75/q

P is de prijs in geldeenheden, q is de hoeveelheid in 1.000 stuks.

[1] 4 Geef een verklaring voor het feit dat de prijsafzetfunctie een dalend verloop heeft. Zie blz. 2

(2)

2

[3] 5a Bereken de afzet en de bijbehorende prijs van de producent bij winstmaximalisatie. [3] 5b Bereken de totale winst per eenheid product.

[4] 5c Geef een grafische weergave van de maximale winst.(incl. Punt van Cournot). [1] 6a Wat houdt de prijselasticiteit van de afzet in?

[2] 6b Bereken de prijselasticiteit van de afzet bij maximale winst.

[1] 6c Geef de economische betekenis van het gevonden elasticiteitsgetal. De producent krijgt via de overheid een bestelling van 65.000 stuks lampen.

[3] 7 Bereken of de producent in staat is deze te leveren aan de overheid en tegen welke prijs?

Intussen is op deelmarkt B de marktvorm veranderd. De aantrekkelijke prijs op deelmarkt B roept een heel groot aantal concurrenten op.

[1] 8a Geef een definitie van het begrip marktvorm. [2] 8b Hoe heet deze marktvorm? Motiveer het antwoord.

OPGAVE 2. HET LAND UR

Het land UR kampt met grote economische problemen.

- Het evenwichtsnationaal inkomen bedraagt 1.950 miljoen geldeenheden en dit is 1.300 miljoen minder dan het inkomen dat nodig is om volledige werkgelegenheid te bereiken.

- Er is een inflatiepercentage van 30% geregistreerd.

- De gemiddelde arbeidsproductiviteit is op korte termijn constant en gelijk aan 25.000 geldeenheden.

Gevraagd:

[2] 1 Van welke conjuncturele situatie is er sprake in land UR? Motiveer het antwoord. [2] 2a Bereken het tekort of overschot op de arbeidsmarkt zowel absoluut als relatief. [3] 2b Geef de arbeidsmarkt grafisch weer.

[2] 3 Bereken het reëel nationaal inkomen van UR.

Ten aanzien van het Keynesiaans economisch model is vastgesteld:

C = 8/10 Yb + 50 (Consumptie) I = 200 ( Investeringen) O= 700 ( Overheidsuitgaven) B = 2/5 Y + 40 (Belastingen) E = 100 + a. WK (Export; a = 20; WK = wisselkoers) M = 2/25Y + 52 ( Import)

Bedragen in miljoen geldeenheden.

(3)

3

[3] 4 Bereken de hoogte van de wisselkoers bij het evenwichtsnationaal inkomen. [3] 5a Bereken de aanpassing van de wisselkoers die nodig is om volledige

werkgelegenheid te bereiken.

[2] 5b Hoe noemt men deze aanpassing van vraag 5a bij een vast wisselkoerssysteem? En bij een flexibel wisselkoerssysteem?

[3] 6a Bereken de saldi van de sectoren bij het evenwichtsnationaal inkomen. [2] 6b Bereken het secundair inkomen.

Bij het bovengenoemde evenwichtsinkomen is er tevens monetair evenwicht als Y = 34 r + 1.440 miljoen.

In de reële sfeer wordt de export volledig autonoom verondersteld en gelijk aan 200 miljoen geldeenheden. De investeringsfunctie verandert en luidt nu: - 6r + 394 miljoen.

[2] 7 Bereken de evenwichtsrente.

[3] 8 Geef het algemeen evenwicht grafisch weer.

Van de monetaire sfeer is ook bekend dat de vergelijking van de inactieve kas gelijk is aan – 6,8 r + 200 miljoen.

[3] 9 Geef het volledig economische model van de monetaire sfeer in de vorm van vergelijkingen weer.

OPGAVE 3. HET LAND TPR

De volgende transacties in TABEL 1 hebben plaatsgevonden in het jaar 2015 met betrekking tot het valutaverkeer van het land TPR.

TABEL 1

No Omschrijvingen Bedragen (x 1 mln. USD)

1 Betaald aan consultancy bureau “ Solution” 20

2 Overgeboekt halfjaarlijks dividend naar land ABC 5

3 Export van verschillende diensten 60

4 Verleende ontwikkelingshulp aan land “ ZPP” 30

5 Eenmalig geld geschonken aan een bevriende natie 40

6 Ontvangen leverancierskrediet 25

7 Trainingen betaald voor diverse ministeries 15

8 Loonovermakingen uit het buitenland 65

9 Terugverdiende rente over de periode 2014 30

10 Buitenlandse Investeringen 45

11 Export van goederen uit het buitenland 225

(4)

4 Gevraagd:

[10] 1 Stel de betalingsbalans van land TPR samen, als ook bekend is dat het dekkingspercentage van de goederenbalans 66,67 % is.

[3] 2a Toon aan welke evenwichtssituaties in deze betalingsbalans voorkomen.

[2] 2b Geef gemotiveerd aan of het om een ontwikkelingsland of ontwikkeld land gaat. [2] 3 Welke twee manieren gebruikt de Centrale van Bank van Suriname om de

betalingsbalans op te stellen. Licht ze toe.

[2] 4 Noem twee vormen van politiek die de overheid kan toepassen om de positie van de betalingsbalans te beïnvloeden.

[2] 5 Geef aan welk begrip hieronder is beschreven:

a. De hoogte van de wisselkoers wordt bepaald door het vrije spel van vraag en aanbod van valuta.

b. Het stijgen van de exportprijzen ten opzichte van de importprijzen. Land TPR heeft handelspartners land U en V. De volgende twee producten worden verhandeld n.l.: comfort schoenen en slippers.

TABEL 2: nodige arbeidskosten ter vervaardiging van de producten

Goed Land TPR Land U Land V

Comfort schoenen 100 120 65

Comfort slippers 180 110 120

[3] 6a Ga aan de hand van de relatieve kostenverschillen na, welk goed door welk land geproduceerd en geëxporteerd wordt.

[3] 6b Geef gemotiveerd aan of er absolute kostenverschillen zijn tussen de landen: - TPR en U

- TPR en V

Land W is een nieuwe concurrent op de markt en wil handel drijven met land TPR. De arbeidskosten voor comfort schoenen zijn 66⅔ en voor comfort slippers 120.

[3] 7 Kunnen land TPR en land W handel drijven. Motiveer het antwoord door middel van een berekening.

Afbeelding

TABEL 2: nodige arbeidskosten ter vervaardiging van de producten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een verklaring waaruit blijkt dat (na een kortstondige lichte daling) de koers steeg, hetgeen via een goedkopere import leidde tot een beperking van de prijsstijging in

Een antwoord waaruit blijkt dat kapitaalexport uit Japan leidt tot aanbod van yens, waardoor de koers van de yen daalt en de concurrentiepositie van Japanse bedrijven verbetert.

[r]

Een verklaring waaruit blijkt dat een constante collectieve uitgavenquote betekent dat de collectieve uitgaven met hetzelfde percentage moeten groeien als het nationaal inkomen.

Uit de verklaring moet blijken dat de prijsverhoging leidt tot een omzetdaling zodat de relatieve afzetdaling groter moet zijn dan de relatieve

België en Frankrijk doen het op dit punt nog beter: de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur ligt daar 1,8 respectievelijk 2,4 procent boven die in de VS.. Het onderzoeksbureau stelt

Terwijl in de rest van de Economische en Monetaire Unie de inflatie hoger is dan gewenst, vrezen sommige economen dat de recessie in Duitsland kan leiden tot sterk dalende inflatie

Als voorbeeld wordt gewezen op het gevolg van een renteverhoging door de Amerikaanse centrale bank: de concurrentiepositie van een gedollariseerd land ten opzichte van de