• No results found

Methode werkt in droog voorjaar : rijenbemesting met fosfaat: meer met minder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Methode werkt in droog voorjaar : rijenbemesting met fosfaat: meer met minder"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VAKTECHNIEK

2 0 Z AT E R D A G 2 3 J U N I 2 0 1 2

GEWAS

E

en kleine hoeveelheid goed geplaatste fos-faat kan vaak ruimschoots wedijveren met een veel grotere gift, die volvelds is toege-diend.

Ook in een land met een fosfaatoverschot zijn er verschillende redenen om efficiënter met fosfaatmeststoffen om te gaan. Milieukundige redenen, zoals het voorkomen van ophoping in de bodem, maar ook landbouwkundige rede-nen. De aanscherping van de gebruiksnormen in 2015 tot evenwichtsbemesting beoogt op termijn de uitspoeling naar grond- en oppervlaktewater te beperken. Een mogelijk gevolg van de aan-scherping kan zijn dat gewassen die een grotere behoefte hebben dan de norm, een daling van de opbrengst laten zien.

Een mogelijkheid is ook een daling van de fosfaattoestand op langere termijn. Dit betekent dat de Nederlandse land- en tuinbouw zuiniger en efficiënter met fosfaat moet omgaan en ook rekening moet houden met lagere vruchtbaar-heidsniveaus. Vooral bij fosfaat is een evenwichts-bemesting moeilijk voor elk gewas te realiseren. In het algemeen is het verband tussen fosfaatbe-hoefte en fosfaatonttrekking vrij zwak. Gewassen met een grote afvoer, zoals granen en koolzaad, hebben een lage behoefte, terwijl gewassen met

een lage onttrekking vaak een hoog fosfaatadvies hebben.

Dit heeft vrijwel zeker te maken met de bewortelingskarakteristiek van het gewas in com-binatie met de groeiduur. Het lijkt erop alsof hoge giften van fosfaat, c.q. een hoge fosfaattoestand van de grond, vooral nodig zijn om de plant door een eerste kwetsbare fase met weinig wortels heen te helpen.

Maar dit biedt dus ook kansen voor rijen-bemesting. Relatief kleine hoeveelheden fosfaat aangebracht dicht bij de wortels van net gezaaide of gepote gewassen, zouden dan een forse bespa-ring op kunnen leveren. Het uitgespaarde fosfaat kan vervolgens, binnen de gebruiksnorm per bedrijf, op andere plekken in het bouwplan wor-den ingezet, bijvoorbeeld bij sterk fosfaatbehoef-tige gewassen en/of gewassen waar plaatsing niet mogelijk is. Op die manier is het mogelijk beter in te spelen op strengere normen en wellicht zelfs een lagere fosfaattoestand.

NOORD-BEVELAND

De afgelopen twee jaar is rijenbemesting met aardappelen uitgevoerd op Noord-Beveland. Het gaat om een project dat het ministerie van EL&I heeft gefinancierd. Vooral in deze Zeeuwse regio met jonge kalkrijke zeegronden zijn telers bezorgd om niet uit te komen met de strengere normen voor fosfaat. In het onderzoek is een vol-veldsbemesting met tripelsuperfosfaat vergeleken met een rijenbemesting met vloeibare ammoni-um polyfosfaat (APP). Omdat de laatste meststof ook stikstof bevat, is hiervoor gecorrigeerd.

De rijenbemesting is ná poten, maar vóór rugopbouw uitgevoerd met een slangenpomp

precisiebemester. Deze machine is beschikbaar gesteld door het Nederlands Centrum voor de Ontwikkeling van Rijenbemesting (NCOR). Aan het uiteinde van de slangen is een kouter beves-tigd, dat door de rug loopt en het fosfaat bij de pootaardappel legt.

RESULTATEN

Bij de in 2012 aangelegde proef in aardappe-len op een perceel met een Pw-getal van 34 was al vroeg in het seizoen zichtbaar dat de

rijenbemes-tingsobjecten iets sneller groeiden en iets eerder het veld dicht hadden. Bij de volveldsobjecten was de response op fosfaat nauwelijks of niet te zien. De vroeg in het seizoen waargenomen ver-schillen vertaalden zich ook in de uiteindelijke opbrengst.

De tabel laat zien dat de totale knolopbrengst bij rijenbemesting al vanaf 30 kilo fosfaat fors hoger ligt dan bij de overeenkomstige volveld-stoepassing. Alleen de allerhoogste gift (240 kilo P2O5) laat een verhoging zien die echter nog altijd

Methode werkt in droog voorjaar

De precisiebemester aan het werk in aardappelen. F o t o : P P O

De slagzin ‘twee keer meer met twee keer

minder’ die tegenwoordig de ronde doet, lijkt in

veel gevallen onrealistisch. Maar als het slaat

op rijenbemesting met fosfaat, zou het wel

eens opgeld kunnen doen.

Rijenbemesting met fosfaat: meer met minder

BODEM EN BEMESTING

„Is that your next tractor?”

„Yes, in my dreams”, antwoordt een akker-bouwer die likkebaardend staat te kijken naar de nieuwe Claas Axion 950, met 410 pk.

Op Cereals zijn de paradepaardjes te zien van de meeste leveranciers van trekkers en machines, vooral de grote types. Dat is niet verwonderlijk op het akkerbouwevenement dat plaatsvindt in oostelijk Engeland, waar akkerbouwbedrijven gemiddeld zo’n 400 hectare groot zijn.

Het tweedaagse evenement was vorige week voor de tweede keer in Boothby Graffoe, zo’n 200 kilometer ten noorden van Londen. Het terrein is een 64 hectare grote voormalige grasbaan van een vliegveld. Het ligt op een hoger punt in het glooiende landschap. Daar komt bij dat de grond goed doorlatend is. Ook bij nat weer kan het eve-nement dus doorgaan. Dat waren enkele jaren

geleden belangrijke redenen voor de organisatie om het evenement te verhuizen van de vorige locatie bij Cambridge naar het noordelijker gele-gen Boothby Graffoe. Het terrein is van akker-bouwer Patrick Dean, die naast zijn 1500 hectare akkerbouw nog diverse andere poten onder zijn bedrijf heeft.

Cereals is een feest voor akkerbouwers. Alle internationale en Britse merken van trekkers en machines showen daar hun modellen. Bovendien zijn er honderden andere leveranciers en dienst-verleners vertegenwoordigd met een tent of ander bouwwerk. In totaal waren er dit jaar 493 stand-houders, twintig meer dan vorig jaar. Onder hen

ook diverse Nederlandse bedrijven, zoals Agrifac, Abemec, Vicon, Steketee/Baselier en SESvander-Have.

Aan weerskanten van het terrein met de stands vinden doorlopend demonstraties plaats. Aan de ene kant van grondbewerkingsmachines, waar precisielandbouw en niet-kerende grondbe-werking belangrijke thema’s zijn, aan de andere kant van alle denkbare types landbouwspuiten in de Syngenta Sprays & Sprayers. Niet alleen van de grote internationale merken, maar ook van typisch Britse merken die bij Nederlandse akkerbouwers of loonwerkers geen lampje doen branden. Tot enkele jaren geleden was Syngenta

Cereals 2012: feest voor akkerbouwers

Brits evenement toont aanbod voor akkerbouw op 64 hectare

Cereals is hét Britse akkerbouwevenement.

De tweedaagse beurs in het noordoosten van

Engeland trok vorige week bijna 26.000

bezoe-kers.

GEWAS

Z AT E R D A G 2 3 J U N I 2 0 1 2 21

Stalmest voor telen

Aanpassen van machines geeft betere timing mestgift

Herman de Jong werkt samen met zijn overbuurman Tom Peetoom (een ander dan op de trekker in beeld) aan de toepas-sing van stalmest in zijn akkerbouwgewassen. F o t o : N i e u w e O o g s t

Methode werkt in droog voorjaar

De invloed van fosfaatgift op de opbrengst van aardappelen bij toepassing volvelds en in rijenbemesting

Totale opbrengst in ton per hectare en de sortering > 70 mm (Proef uitgevoerd op Noord Beveland in 2011).

Fosfaatbemesting kilo P2O5 per hecater

Methode 0 15 30 60 120 240

Knolopbrengst (t/ha) Rijenbemesting 59 61 66 65 69 * Volvelds 61 * 60 60 61 66

>70 mm (t/ha) Rijenbemesting 10 12 14 15 17 * Volvelds 10 * 11 12 12 15

* niet opgenomen in de proef

lager ligt dan de hoogste gift met rijenbemesting (120 kilo P2O5 ). De tabel laat tevens zien dat een groot gedeelte van de meeropbrengst ligt in een verhoging van het aandeel van de grootste sorte-ring (groter dan 70 millimeter).

VARIABELE RESULTATEN

Ook in aardappelen lijkt met rijenbemesting dus veel mogelijk. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat een soortgelijke proef in 2011 geen enkele reactie op fosfaat vertoonde en dus ook geen voordeel van rijenbemesting. Ook in een verder verleden zijn vaak variabele resultaten geboekt.

Het zou goed kunnen dat de positieve resulta-ten in 2011 te maken hebben met het droge voor-jaar. Juist onder die omstandigheden is het door de geringe beweeglijkheid van het fosfaat in de bodem heel belangrijk dat het fosfaat dicht bij de

wortels zit. Onder nattere omstandigheden kun-nen de fosfaatiokun-nen zich veel makkelijker in het bodemvocht naar de wortels bewegen.

Genoemde proeven zijn uitgevoerd met kunstmest, maar er liggen ook mogelijkheden voor rijenbemesting met organische mest. Dit jaar onderzoeken Plant Research International (PRI) en Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO) dit, onder andere met een project gefi-nancierd door Productschap Akkerbouw. Hierbij wordt voor een nauwkeurige plaatsbepaling gps-apparatuur ingezet, waardoor het mogelijk is in aparte werkgangen te bemesten en te zaaien of te poten.

B e r t S m i t, P P O

Akkerbouwer Herman de Jong in Dronten werkt aan een goede kringloop van mineralen en organische stof. Daarbij is het vlak voor de teelt bemesten met stalmest een bijzonderheid op zijn bedrijf en dat van zijn buurman Tom Peetoom. „Mijn buurman is er nog fanatieker in dan ik”, zegt De Jong. „De mechanisatie doen wij samen op onze bedrijven.”

D

e Jong teelt op zijn 100 hectare grond 25 hectare aardappelen, 17 hectare uien en 15 hectare suiker-bieten en 7 peen. Verder heeft hij tarwe in de gewasro-tatie. „Voor het poten brengen wij stalmest op het land. Dat doen we met een stalmeststrooier op rupsen.”

De telers investeren ook in gps. „Met mest op de goede tijd op de goede plaats is wat te winnen, niet met recht rijden”, meent de akkerbouwer. De akkerbouwers ontwikkelen steeds een stapje meer bij de aanwending van de stalmest. „In het eerste jaar strooiden we de mest tussen het poten en het frezen met een compoststrooier. Ons idee was dat de mineralen toen te laat beschikbaar waren.”

EERDER

De telers wilden eerder zijn. Vorig jaar deden ze dat door een meststrooier zelf aan te passen met extra brede wielen. Hij werd zo’n 5 meter breed. Het aanwen-den voor het poten was goed, maar de machine liet nog te wensen over. „Waar je poot, moet je niet rijden.” De oplossing zoeken de akkerbouwers nu in een lichte meststrooier op rupsen.

„In de winter hebben we goed nagedacht over hoe we het met de aardappels wilden doen. Tom Peetoom bedacht het om de strooier op de rupsen te maken. zo werken we met minimale insporing en rijpaden op gps. Daarmee experimenteerden we dit voorjaar. Met die meststrooier hebben we in alle bladen gestaan.” De machine trok de aandacht bij een demonstratie in Lelystad dit voorjaar.

Stalmest aanwenden is bij biologische telers heel gewoon, maar voor gangbare akkerbouwers is het bij-zonder. De Jong en Peetoom voegen de timing en straks de precisie toe aan het concept. Ze gebruiken

slachtkui-kenmest op zaagselbasis. Het brengt organische stof op het land. De fosfaat komt beschikbaar op het moment dat het jonge gewas het nodig heeft.

„We hebben veel reacties gehad en ook bij anderen gestrooid. De machine is alleen niet geschikt voor grote afstanden. Daarvoor zou je hem op wielen moeten zet-ten.”

De Jong is positief over de inzet van dierlijke mest. Het is beter voor de kostenbeheersing en zo haalt hij er meer uit dan met kunstmest. De akkerbouwer doet mee aan het Masterplan Mineralenmanagement. Daar heeft hij nog geen cijfers van gezien. De eerste monsters zijn wel genomen op zijn land. Hij verwacht met meer-dere metingen en grondmonsters duidelijker inzicht te krijgen in het effect van de methode.

Vorig jaar deed De Jong ook plantsapmetingen. Die laten goed zien dat na een regenbui mineralisatie optreedt en dat de waarden in het sap opeens oplopen. „Als je weet wanneer de meststoffen beschikbaar zijn, kun je eventueel bijsturen met een bladmeststof”, ver-telt De Jong. Hij wacht de eerste resultaten af en hoopt daarvan weer meer te leren.

J o r g Tö n j e s

Mineralenmanagement

Het Masterplan Mineralenmanagement (MMM) is een initiatief van LTO Nederland, de Nederlandse Akker-bouw Vakbond (NAV) en Productschap AkkerAkker-bouw. In het masterplan wordt kennis opgebouwd en ver-spreid op het gebied van bodem, bemesting en water, uitgewerkt in de vijf thema’s:

• timing en management van mineralen • vitale bodem

• mineralen en klimaat/energie • mineralenkringlopen • communicatie

Rijenbemesting met fosfaat: meer met minder

Cereals 2012: feest voor akkerbouwers

Brits evenement toont aanbod voor akkerbouw op 64 hectare

Sprays & Sprayers een apart evenement. Sinds een aantal jaren vindt het plaats op Cereals.

Cereals combineert langzamerhand alle tak-ken van de Britse akkerbouw. Zoals de naam zegt, begon het als een evenement waar het draaide om graan. Maar inmiddels biedt de beurs ook net zoveel voor telers van aardappelen en suikerbie-ten. Voor de National Farmers Union en British Sugar is het bijvoorbeeld ook de plek om ieder jaar de suikerprijs bekend te maken, niet voor het afgelopen seizoen, maar voor het komende. Dit keer voor oogst 2013.

P e t e r va n H o u w e l i n g

Niet-kerende grondbewerking krijgt veel aandacht tijdens Cereals. Diverse machines zijn te zien tijdens verschillende demonstraties en in de stands van de machinemerken.

Op het evenement waren 493 stands, waaronder veel kleinere Britse merken zoals FarmGEM spuit-machines. Het van oorsprong Britse merk laat de machines produceren in Hongarije.

Op beide dagen waren doorlopend demonstraties van zo’n vijftig types spuitmachines op Syngenta Sprays & Sprayers, dat onderdeel is van Cereals.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het herstel van de Nederlandse export in 2016 waargenomen in Duitsland, Verenigd Koninkrijk en België komt vooral door het aantrekken van de vraag en animo voor de segmenten

Biochar bestaat voor een belangrijk deel uit inerte organische koolstof terwijl organische stof uit verschillende fracties bestaat die ook verschillende eigenschappen hebben.

Dt kitaiag ta dt kitmaatlktid aija in garing« aata aiadar kij kat ktvaardt atmiffctal daa kij vara toaataatuif- aatl* Bt katktia« vtrd aitt ktSavlttd.. SawaArâ op

Naast de maatregelen uit de PAS en het plan ‘Sarsven en De Banen naar een hoger peil’ zijn er ook maatregelen nodig voor het realiseren van de Natura 2000-doelen: het vergroten van

Getracht is om na te gaan — door laat in de herfst te zaaien (12 november) — of ook de lichtintensiteit (korte dagen met weinig licht) van invloed is, In de proef werden

Bij de inventarisatie van het voorjaar van 2014 zijn in totaal 1134 stations bemonsterd, waarvan 310 gericht in het gebied (stratum) waar mosselen werden verwacht (Tabel 1)... 0 8.5

Na 1967 wordt dit gewas echter ook onder verwarmd en koud glas aange- troffen, terwijl in de zeventiger jaren tevens wat meer aandacht is geschonken aan de vroege teelt

Een vraag van belang is nu of en op welke wijze de gebouwde omgeving, i.c. ruimtelijke kenmerken van de woning, in de beleving van gezelligheid in huis een rol speelt. De vraag