• No results found

De financiele resultaten van een aantal fruitteeltbedrijven in 1970 en 1971

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De financiele resultaten van een aantal fruitteeltbedrijven in 1970 en 1971"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT -TEELTBEDRIJVEN IN 1970 EN 1971.

I n t e r n e nota 183

D e c e m b e r 1972

Niet voor publikatie - Nadruk verboden

(2)

DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUITTEELTBE-DRIJVEN IN 1970 EN 1971

1. R e p r e s e n t a t i v i t e i t

De cijfers voor dit overzicht zijn afkomstig van bedrijven waarvan door het LEI een bedrijfsboekhouding wordt bijgehouden ten behoeve van het onderzoek. De fruittelers verstrekken aan het LEI gedetailleerde ge-gevens betreffende ontvangsten en uitgaven, arbeid- en materiaalver-bruik en opbrengsten. Daar het verstrekken van deze gegevens en met name het noteren van de gewerkte uren en het materiaalverbruik veel aandacht vraagt van de fruitteler, zullen slechts die fruittelers bereid zijn aan deze bedrijfsboekhouding deel te nemen, die ook werkelijk b e -langstelling hebben voor het economische onderzoek. De cijfers kunnen dus niet gezien worden als representatief voor de gehele Nederlandse fruitteelt. Door de hierboven vermelde omstandigheden heeft een selectie plaats ten gunste van de betere bedrijven, hetgeen echter niet wil zeggen dat alleen goede en zeer goede bedrijven in het onderzoek zijn betrokken-Verschillende overwegingen hebben tot de keuze van deze bedrijven ge-leid. Ook de verschillen in uitkomsten tussen de gebieden kunnen even-min als representatief worden gezien.Vooral van de Betuwe dienen de resultaten met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd, daar de gemiddelde resultaten van dit gebied slechts op een 3-tal bedrij-ven betrekking hebben.

Daar echter in beide jaren dezelfde bedrijven in het onderzoek zijn opgenomen, geven de cijfers wel een beeld van de ontwikkeling van de financiële resultaten in beide jaren.

Uit de gemiddelde oppervlakte jonge boomgaard op de bedrijven in het zuidwesten van het land blijkt dat op deze bedrijven op flinke schaal aan de modernisering van de beplanting wordt gewerkt. Op de bedrijven in de Noordoostpolder komt de noodzaak tot vervanging van de bestaande b e -plantingen steeds duidelijker aan de orde, wat blijkt uit de toeneming van het percentage jonge beplantingen. Op de bedrijven in Oostelijk F l e -voland die gestart zijn in de jaren 1966 t / m 1968 heeft een groot deel van de beplantingen het volwassen stadium nog niet bereikt.

2. De b e r e k e n i n g v a n d e r e s u l t a t e n

De resultaten zijn berekend overeenkomstig de bij het LEI gebruike-lijke methode. Deze houdt in dat de berekening van de rente en afschrij-ving van de duurzame produktiemiddelen gebaseerd is op de vervangings-waarde en dat de handenarbeid van de ondernemer en andere niet-betaal-de krachten is gewaarniet-betaal-deerd.

(3)

De vervangingswaarde van de duurzame productiemiddelen, met uit-zondering van de beplantingen, kan aan de hand van de in het betreffende jaar geldende bouw- of aankoopprijzen vrij eenvoudig worden vastgesteld.

Voor wat betreft de plantopstanden heeft de waardering plaatsgehad op basis van de normatief berekende stichtingskosten op het prijspeil van het betrokken seizoen.

Ten einde de invloed van deze waarderingen op de bedrijfsuitkomsten duidelijk te laten uitkomen zijn zowel de afschrijvingen van de in produk-tie zijnde beplantingen als de waardevermeerdering (aanwas) van de jonge beplantingen afzonderlijk tot uitdrukking gebracht. De afschrijvin-gen van de overige duurzame produktiemiddelen zijn bij de kosten opge-nomen.

De berekening van de rentekosten is gebaseerd op een rentepercenta-ge van 6,5% in 1970 en 7,5% in 1971.

3. De r e s u l t a t e n

Een samenvatting van de berekende gemiddelde bedrijfsresultaten is gegeven in tabel 1. Voor een nadere specificatie van de diverse cijfers wordt verwezen naar de bijlagen 1 en 2.

Bij een nadere beschouwing van de bedrijfsresultaten vallen allereerst op de zeer gunstige uitkomsten van de bedrijven in Oostelijk F l e -voland. Deze bedrijven waarvan de beplantingen niet ouder zijn dan zes jaren behalen zeer hoge kg en geldopbrengsten. Toch vertoonden de r e -sultaten van de bedrijven in Oostelijk Flevoland, ondanks de beduidend hogere opbrengsten, een achteruitgang ten opzichte van 1970. Dit is voor-namelijk het gevolg van de sterk gestegen kosten. De opbrengsten stegen weliswaar met 32% maar de kosten waren in 1971 bijna 50% hoger dan in 1970.

Ook tussen de andere gebieden blijken grote verschillen in het niveau en de ontwikkeling van de bedrijfsuitkomsten te bestaan. De uitkomsten van de bedrijven in het zuidwesten waren in 1971 duidelijk beter dan in 1970, Voor het eerst sinds het begin van de crisis in de fruitteelt werd op deze groep van bedrijven weer een positief netto-resultaat behaald. De kg-opbrengst per ha steeg ruim 7 ton, terwijl de gem. prijs 3 cent per kg,hoger uitkwam dan in 1970. Voornamelijk als gevolg van deze twee faktoren vertoonde de geldopbrengst per ha een stijging van niet minder dan 55%). (Zie bijlage 2) Weliswaar stegen, mede onder invloed van de hogere kgopbrengst, ook de kosten met bijna 30%, doch per s a l -do resulteerde een verbetering van het netto-resultaat van + f 14 000,-—per bedrijf.

Door de gunstige uitkomsten van het bewaarseizoen in 1970 waren de bedrijfsresultaten in de Betuwe en de N.O.P0 - gebieden waar hetbewaren

relatief een belangrijke plaats inneemt- beter dan in het zuidwesten. In 1971 vertoonde de bewaring minder goede uitkomsten zodat deze voor-sprong verloren ging. Desondanks behaalden de N.O.P.-bedrijven, dank-zij de beduidend hogere kg-opbrengst per ha, ook in 1971 een positief

(4)

E -(35 i H Ö CU O E -(35 d CU -4-> *-* a ra CU co r4 CU X! CU > — i CU T 3 T 3 SP hO CU P •3 . — I O Ö > CU CU > f — I T T ra £ O m H ft ~ 35 t - H c CU S > m .2 co Ü Ö CU CU > en V s «m N r - i 35 O t -35 (35 TP E - T P (35 (35 m co o" i-< E -m r-l O Ca (35 rH TP E-(35 rH m oo c- co 0 0 o o 05 »2 ö -« S u * ti d O ra . CU

s g>

CU o o o o o CM O lO (35 «O TP CQ CO 00 E- rH rH o o o o CO rH <N E-TP t - rH iH O rH O CD CD co CD rH O 0 0 co TP ca rH o 0 5 i - l ca co rH o m E -oo oo d al ö •*J bc e •rH f-l CU i d CU ö g CU cu ra - > bO ra ö S S -Q CU ™ -0 ü o rt h Hf 3 d 2 cu ft < & O O TP E- CM TP O o rH TP oo oo E - i H rH i H i - ( O O t - i - l O <M rH t -l - -l l - l O O TP TP B O Ca CO m o i n i - i E -o -o c- o co co 0 5 CO co co i - l rH O O co o TP E m c -<M rH rH rH O co 0 0 «o rH rH O m rH S co rH O E t -CD O CO <M t> 1 O rH TP <N O 0 0 re rH O «o oo j-t o 0 0 o i n Ca rH O m i-i r-i TP 1-i O co «o m TP rH O <M «D rH TP rH O co TP co E -o TP <35 t -TP O 0 0 o o rH O oo co TP rH O rH O co rH O 0 0 CM oo o oo 0 0 o t> 1-i o o TP t~ (35 O CM E -m «o o E -0 -0 CO OS O (M N OS E -O rH OO m m oo CO 0 5 m o o CO CD m 0 0 o E— O CD TP oo E t -O TP m c-T-i TTi B i n oa "*. i m ca o o i n rH ca 0 0 rH O 0 0 CD ca E -• co o 0 0 m o C l o E -TP TP v-i ^ O 00 co in co • • CD rH oo m in o 9 m i n TP CD CD 05 m m co i n d cu -4-J CQ S ö £1 CQ a q ai 03 «3 e« - U -4-> O O H H d eu -4-J M O ra • * d . CU T3 •Ö • i n > Sc £3 d d •PH ' H

s-a

OJ Ctj 's 's ra ra CU CU r< h 1 ! O O - l - > -4-J CU CU ^ Ä r4 S s ten / 'uu r CQ i -O ö •S S 3 o arb i dsi n d ® d i 2 CU S-l o<

(5)

bedrijfsresultaat, In de Betuwe echter verslechterde het netto-resultaat in % van de kosten van 0% in 1970 tot " / - 14% in 1971.

Daar op verscheidene bedrijven door de ondernemers geen of slechts weinig arbeid is verricht (b.v. onderdeel van een landbouwbedrijf) vormt het arbeidsinkomen van de ondernemer geen juiste vergelijkingsmaat-staf. In plaats hiervan is het arbeidsinkomen per gewerkt uur berekend (netto-overschot + arbeidskosten gedeeld door het totaal aantal gewerk-te uren). Ter vergelijking zijn gewerk-tevens de gemiddelde arbeidskosgewerk-ten per uur weergegeven.

4. L i q u i d e m i d d e l e n

Van de in het onderzoek opgenomen bedrijven zijn geen balansen ter beschikking, zodat ook geen gegevens beschikbaar zijn over aflossings-verplichtingen en besparingen. Wel is in de meeste gevallen bekend welk bedrag aan rente is betaald. In dit verband moet hier dus volstaan worden met een berekening van de liquide middelen die uit de produktie zijn vrijgekomen (de z.g. cash flow-berekening), mede omdat inkomsten buiten bedrijf niet bekend zijn. Hierbij wordt het saldo bepaald van de ontvangsten en de betaalde kosten (inch betaalde rente doch exclusief aflossingen en investeringen). Uit de dan resterende liquide middelen moet de fruitteler, voor zover geen andere inkomstenbronnen aanwezig zijn, het levensonderhoud van zijn gezin bekostigen, zijn aflossingsverplichtingen voldoen en moeten de noodzakelijke investeringen en/of r e -serveringen voor toekomstige vervangingen plaatshebben. Zoals hier-voor reeds is gesteld werkt op vele bedrijven de ondernemer niet of slechts gedeeltelijk mee, waardoor op deze bedrijven in verhouding meer betaalde krachten en dus hogere betaalde kosten voorkomen. Ten einde voor alle bedrijven vergelijkbare omstandigheden te scheppen, is het berekende loon voor de ondernemer als afzonderlijke post op het saldo van uitgaven en ontvangsten in mindering gebracht. Daar de waar-dering plaatsheeft op basis van het loon van een betaalde arbeider, wordt in feite de post levensonderhoud van de fruitteler en zijn gezin gesteld op het loon van een betaalde arbeider, waarbij in die gevallen dat de ondernemer niet of slechts gedeeltelijk meewerkt, deze post ook in v e r -houding lager is gesteld, mede omdat in deze gevallen veelal wel sprake zal zijn van inkomsten buiten het fruitbedrijf. Deze berekening is gege-ven in tabel 2.

Na aftrek van de op deze wijze berekende kosten van het levensonder-houd van de fruitteler en zijn gezin, blijkt het saldo van de liquide mid-delen uiteen te lopen van f 14 000,- tot f 50 000,- per bedrijf. Het aldus verkregen saldo geeft dus weer het bedrag dat aan liquide middelen is vrijgekomen. Enerzijds kan dit bedrag worden gezien als een beloning voor het geïnvesteerde eigen vermogen, de beloning van de ondernemers-functie en de ruimte die beschikbaar is voor afschrijvingen op de aanwe-zige duurzame produktie middelen, anderzijds moeten hieruit de aflos-singsverplichtingen, de investeringen en eventuele reserveringen^geschie-den.

(6)

T3 Ö t — l O > © (—1 fxn I -w en o O ir-ai O I T -OS O o CD <N <M LO CD O LO OS O O OS CO <N OS tr- C-o m o tr-io co o CD co o o oo oo o o o LO o o CD O 00 i-H O LO i o o o CD LO co • * • * co co 4 3 © OH c © CU © ft

o"

O)

i

© ir-as o tr-as 05 o tr-as o o co co LO CD Ir- <N CM 0 0 o o ca oo CM CO 00 00 r H C D o o CO C<l 00 co T-i as o o as o co t -co oo o o as o 00 as o as o LO O 00 oo CD O LO O t -oo o o oo o o o o o o o 00 co t - 00 as <N o o t - co as co ^ co co o o as co CM o • * r O O oo t -00 • * CD <N co © bO ä © •—i •s CD • Ö •i-t a o1 a © CG O

I

a N tr-os O tr-os o o CO 00 t - tr-00 LO o o • ^ pq co oo T-H CO LO ^ o os o CSI LO tr-o CD os o 0 0 t -CD o o T-H < * LO CO O CM O O ^ co tr-a © S CD OJD U a si o co CD pq CM " © •9 Ö CL) CQ hO a CL) u 4 2 O. o T3 ^—1 CD Ö O -t-> CQ O J2 CD • Ö "ë5 ctf - * J CD 4 2 « e 4H Ü < < CD S CD a Vi © a O e o o i — * a ®, © © 42 © O. O o 13 cd ra co

(7)

5. De s p r e i d i n g v a n de r e s u l t a t e n

In bijlage 3 is de spreiding over de 28 bedrijven vermeld van de vol-gende kengetallen;

- netto-overschot in % van de kosten; - arbeidsinkomen per uur;

- beschikbaar gekomen liquide middelen per ha, na aftrek van het - berekende loon van de ondernemer.

Het blijkt dat het aantal winstgevende bedrijven is gestegen van 54% in 1970 tot 64% in 1971.

Het arbeidsinkomen per uur bleek in 1970 op 21% van de bedrijven negatief te zijn. In 1971 was dit nog slechts op 7% van de bedrijven het geval. Voor een vergelijking met de gemiddelde arbeidskosten per uur wordt verwezen naar tabel 1.

Verder blijkt dat in 1970 op 21% van de bedrijven het bedrag aan b e -schikbaar gekomen liquiditeiten negatief was. In 1971 bereikten op dit punt alle bedrijven een positief resultaat.

December 1972 Afdeling Tuinbouw Sectie Fruitteelt J. Goedegebure

(8)

c CD - M d - M 3 CQ 0) r< CQ 4-t • r - i • e H M -a CD , 0 © T 3 1—1 CD T 3 T 3 • i H ES © cm a> Q • 0 ü ci O > CD —•* EM 1 +-• CQ O 0 ^ 0 2; CD £ S • u CD

m

0 CD • ! - > co CD Ê T J - | H 3 N i H t -05 r H O £ -OS i - l 1-1 t -C i r H O t -«n r-i i - l c -<7> r H O Ir-en l > C i r H O C -«55 r H t - TC C i C i 05 I f l C O O tH Ir-i n rH ^ O CM o en PO TC ir-TC rH l O 0 0 t > « I O O (M TC en" > 9- bc o O CD

a

0 0 0 0 CM o m en C D T C CM P O CO t - r-i rH m O O O O TC o o TC CO rH CM C-TC C- rH rH O rH O O O O H f O N c o 0 0 T C c o t - rH TC IC 0 0 o C- rH lO O <N I rH H t - C-O C-O C-O P O t - 0 0 CO t - I T f eO CO r H O O O O lO CO rH CD rH CM TC CO O IT- CM rH OO O O O O 00 00 rH 00 TC O O 00 co o 00 t- rH rH O O O O TC CO 00 t-<n OO CM rH t - TC CO TC rH C CD Ö CD - w CQ bO ö CQ £ bB-g

îê

-as

o «o «o co CD o 00 co TC CM o t -co C i 00 o 0 0 T C 1 0 CM O 0 0 o m CM o i n o o T C tr-cn o CM I r -i n C D • i H U v. £i Ö N CD cd *H •*•» CQ > bC 5 Sog

S.â-g,

a oc o ö CD - w CQ bo C CD O H o o en co T C 00 CM en CM - r - o 0 0 0 0 2 <N en TC TC m g Cn rH rH rH TC CM o TC m t -00 CM rH r£rH rH o o j r - 0 0 0 0 0 0 0 O ° O O 0 0 O T C t > T c g m e o o o c D i n t- TC 2-cn en CM CM CM rH CM rH rH O O ^ O O O O O e O O ° , C O C M r H C M P O O O r H ^ O O O C O m o O O i H ^ H C C O H C O 0 en r H CM 0 0 r H O m 0 0 0 0 0 t -T C r H 0 0 0 P0 CD i n P0 TC CM 0 T C CM JH o o ; r - o 0 0 0 0 o o 2 ^ < c w i > a P O C D S O O C M r H O T C t - C < l Z , O C M C M C 0 T C rH CM f_5 rH rH PO rH O O -r~o O O O O t - T C g T C t - r H T C C n o o i n g ^ o o T C T C o o « o C 0 T Ci r, r H T C e D r H < N C M < M j « r H r H P 0 C M r H o o ; r ~ o 0 0 0 0 e n c M 5 ~ c D c o o o p o m « N C O r l r H i n T C O P O W N ' Ç H H C O N H o o i r * o O O O O o o o g j e n p O r H r n e n o o c M . e n o c o T c c o rH rH 5^, rH CM rH O O i T - O O O O O H o S m i f l T f 1 0 0 0 C D r H ! ? e n r H t - C O T C (3 CD CQ bo Ö o o © g CD « fH 3 » i s - H •*•> g § CD .J« « 0 £ Clj M tó<3 i O %< PQ > ss CD U 3 ö CD •~~* •>-> T 3 CQ (3 O cij ^ CD X ! « S M O CD q-i CD . _ CQ h CD © © • y £ > i5 M CQ CD 0« > S > ^ H V CQ

1

O H i n o t -o co o t -co t t -o 0 0 i n o CM O O t -TC O PO m o t~ O r H T » co rH O CM CD » • • rH O rH O CM O • • • rH O rH 0 0 CM en TC rH • • • O O <N o co 00 « « « H O H T C * PO 0 0 co rH m • • • O O rH t - rH 00 * • • O O rH CM CM CD i n rH PO • • • O O rH i n rH CM • • • O O rH en 00 CQ - Ö £3 "Sb S .-< ra

S >

O Ö -u> 2;S CS © c l

a

ö •r-1 bO G Ä S -2 , 0

2 g s a

« ©.s © 3J Ö © n < O bC > o

(9)

CM H

a

< •-3 H-1 o > m o O

5

CU

i

eu s CO CU

I

3 p * CD a Ö CU cd 3 CQ <D m Ci) P Q p bO CD Q O c -C i Ci © Ci O t'-en as o Ci t - m Ci -*P C i Ci Ci m co o rH t -m I H O CM Ci iH » so C i rH T f I ß CO t - CO 0 0 o o CM "<* es 6R Ci) a cd ^ • rH CO

l a

CU O o o o o i-i • * co < * •<* t~ rH rH LO O O O O t > N N t -•"* E- rH rH O rH O O O O H M N O CM rH <tf lO O O O l > CS 00 m co i co o o o O CS oo o o o o ricoao C- ^ rH iH 00 o o o o es m a o C O H ^ r t 00 rH r-l O O O O T-H co m CM CM m co m rH o CM C D o oo CM o co CM co o en o o o C i o es o co o c eu CQ 2 | C0 * H bO ä •r-t pH JS

'S g §

-3 ©ra S CG > bÇ "g S^V! ö bD o Si. co Ö û b p o a 3 eu O 3 CU o o - r ^ o o o o o CO CS ° , © CMCMCMin CN CS | ^ CO < 3 • * Ifl t -CM -~^rH r l « W H o o i r - o o o o o o o ^ S m c o m c D c o t - Tt< $ £ , C S (JS CM CM CM CM rH rH O O - r ~ © O O O CO O g O CO t> rH rH CM _ , rH rH CO rH O CD (M CO o o -Ci o • * CD CM O O 00 "tf m © o •<* m ' O o o o co rH r H CM CO C -O rH CD t O t -co o o CO rH O 00 co rH o 00 CD CM rH O o CM rH rH o m 00 m o t -o -o -r~© -o -o -o -o CM t - J2 m •* CM t - rH t - t - J ^ ö o o c o m c s rH rH rH CM r H © © ; r - £ © © © © i n i n g ^ o c o c o c n rH rH rH CM rH O O CD rH O ^ n - o O O O O Tfi 00 i n rH CM H C D CO O H CM r H rH O O i T - O O O O O tDO)z!<z>aii-{<xi<n c - e M £ ° _ © c M C i C i i n t - rH rH -WT o co o 00 CS o o 00 rH O o co C D , oo o CD t - rH S -S U cu CU - ü - Ö CQ TS .PH Ö CU u d -Ö CQ co J*ä CQ CU eu co > S rvT-. co • " " • p H •—< U eu PC-'S ° C U ' H ^ CU *$•£ S H CU CU ? O CD -S. pQ ? cd > i 2 5H CD 5 H M r t < ; t o § -< m > CU pH CU - u f-i O CQ Ö CU fl 0 PH cd CD CD > U 3 • * - > cc 3 ^-4 CQ Ö e CU CQ ed O H 3 CQ CU PH I O - t J - U i CM a CU CQ Â > c o o 0 0 0 0 i n co CO o o o in co CM o o o ^ Ci C D 00 CM CM O O •*!< co CO rH CM O O CD O rH • * m CM O O CO 0 0 co • * CM rH CM o u CD >^ cd u © a CQ bO C

-a

o I bO rH 00 " * m rH CO • ^ co •^ co co i n rH m rH 0 0 eo rp m rH co co o co rH Ci rH O 00 •f CM rH O -# m co o co co CM O O t~ CM CM O rH rH in rH m co co m co - ^ eo • * CU CU

e-

u a eu cd & i i CQ •p-> •!H u - Ö CD CD •3 a u M ed a , CD O i i 10

(10)

BIJLAGE 3

Spreiding van de r e s u l t a t e n Netto-over schot in % van de kosten

1970 1971 min min min min min > 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 - min - min - min - min -40 30 20 10 0 10 20 30 40 50

!1

13 (46%) • 10 (36%)

L

4 ^ 1 5 (54%) 3

Arbeidsinkomen p e r uur (in gids)

1970 min f 6 , min f 4 , min f 2 , f 0 , f 2 , f 4 , f 6 , f 8 , f 1 0 , f 1 2 , f 1 4 , > f 1 6 , -min min f 4 , f 2 ,

-

fo,-f 2, f 4, f 6, f 8, f 10, f 12, f 14, f 16, 3> 6 (21%) 5X18 (64%) 1971 >2 (7%) 3 2 7 1 S22 (79%) 2 2 3

B e s c h i k b a a r gekomen liquide middelen p e r ha

1970 min 2000 min 2000 min 1500 min 1000 min 500 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 -min 1500 min 1000 min 500 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 >5000 6 4 7S26 (93%) 4 1971 0 (0%) >22 (79%) 4>28 (100%) 5 2 2 1 3 11

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij deze druk gaven de buizen het water gelijkmatig af door een groot aantal kleine poriën.. De ingegraven poreuze buizen zijn voortdurend gevuld gehouden met

Omdat het doel van deze filetmonsters primair de vergelijking met de gehalten in de gehele sub- adulte vis was zijn alleen filet monsters geproduceerd voor soorten en

Neerslag - Afvoer tegen maand bij verschillende kanspercentages t Deze serie omvat 6 figuren, namelijk voor elke tijdvaklengte één.. Neerslag - Afvoer tegen tijdvaklengte

die benodigd zou zijn voor de toekenning van 0,80 punt per plaats chirurgische daghospitalisatie (waarvoor het aantal berekend zou worden met toepassing van de coëfficiënt van 1

Uit een groot aantal verdere waarnemingen op praktijkpercelen bleek, dat bij nor- male zaai (van eind Februari tot eind Maart of begin April) de gemiddelde, dus eco- nomisch

De Nederlandse feedwedge – beslissen met Presentatie waarin wordt uitgelegd hoe je met behulp van de feedwedge beslissingen neemt... Grasgroei bepalend

Om met praktische aanknopingspunten bij te dragen aan de beleidsvisievorming voor duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw door de WSO dienen deze inzichten opgebouwd te zijn

 Bewijsstukken : voor eensluidend verklaarde kopie van diploma, brevet of attest toe te voegen.  Per bijkomende opleiding dient