• No results found

Nieuwe werkmethoden bij het invriezen van leliebollen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuwe werkmethoden bij het invriezen van leliebollen"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S P R E N G E R I N S T I T U U T Haagsteeg 6 , 6708 PM Wageningen

T e l . : 08370-19013

(Publikatie uitsluitend met toe-stemming van de directeur)

RAPPORT NO. 2055

H.A.M. Boerrigter en ing. F.X.C. Looijesteijn

NIEUWE WERKMETHODEN BIJ HET INVRIEZEN VAN LELIEBOLLEN

Uitgebracht aan de directeur van het Sprenger Instituut Project no. 54

(2)

NIEUWE WERKMETHODEN BIJ HET INVRIEZEN VAN LELIEBOLLEN

INHOUD

1. Inleiding

2. Doel van het onderzoek 3. Proefopzet

4. Werkwijze 4 . 1 . Verpakking

4.2. Bewaarmethode met groentekisten 5. Meetresultaten

5 . 1 . Temperatuur 5 . 2 . Gewichtsverlies 5.3. Gasmetingen 6. Opplantproef

7. Bespreking van de resultaten 7.1. De verpakking m.b.t. de handling 7.2. De methode t.o.v. de kwaliteit 8. Samenvatting en conclusies 9. L i t e r a t u u r

(3)

-1-1. INLEIDING

In de periode 1975/1977 is op het Sprenger Instituut bewaaronderzoek verricht met leliebollen.

Speciaal aan de langdurige opslag van L'Enchantment bij temperaturen beneden 0°C, het zgn. 'invriezen', werd veel aandacht besteed.

Dit onderzoek resulteerde in bewaaradviezen ten aanzien van temperatuur en wij-ze van verpakken (lit. 1 ) .

Op het bedrijf J. v.d. Bos en Zn. B.V. in Honselersdijk is daarna getracht een

goede handlingsprocedure te ontwikkelen, waarbij genoemde onderzoekresultaten het uitgangspunt vormden.

2. DOEL VAN HET ONDERZOEK

De proef dient in eerste instantie als demonstratieproef, waarbij temperatuur en gewichtsverlies van het produkt de te meten grootheden zijn.

Omdat uit onderzoek bovendien is gebleken dat gebruik van vulstof overbodig is, is het al of niet toepassen van vochtige tuinturf in de verpakking als variabele ingevoerd. In de praktijk wordt het achterwege laten van vulstof niet toegepast. De werkmethode van J. v.d. Bos en Zn. B.V. wordt in bijlage 1 uiteengezet aan

de hand van een blokschema en een schets. Tijdens een lezing* bleek nl. dat de wijze van handling op dit bedrijf door vakgenoten positief gewaardeerd werd.

3. PROEFOPZET

Drie pallets met L'Enchantment, maat 12-14, zijn direct na ontvangst ontsmet en opgeslagen bij een temperatuur van 1°C.

Een van deze pallets is behandeld zoals gebruikelijk in de praktijk, nl. 8 weken onverpakt opslaan in groentekisten bij 1°C en daarna inpakken in plas-tic met vochtige tuinturf om vervolgens de temperatuur te verlagen tot beneden 0°C. In het laatste object is gekozen voor 2 verschillende verpakkingsmethoden, nl. 1 pallet met plastic kratten en 1 pallet met kartonnen dozen waarin een

plastic zak met leliebollen. In tegenstelling tot het Ie object zijn deze bollen direct verpakt.

Voor deze opzet is gekozen om handlingsaspecten te kunnen afwegen ten opzichte van de vochtafgifte van het produkt.

*Deze lezing, gepubliceerd in de Bloembollencultuur en het Vakblad voor de Bloemisterij is als bijlage 2 toegevoegd.

(4)

-2-Uit het in de inleiding genoemde onderzoek is nl. gebleken dat vochtafgifte (ge-wichtsverlies) direct van invloed is op het bloeiresultaat (fig. 1 ) .

Van genoemde pallets is per kist gedurende langere tijd de vochtafgifte en de temperatuur gemeten.

Naderhand is besloten om steekproefsgewijs een monster uit de respectievelijke objecten te nemen en deze bollen per object op te planten.

Het opplantresultaat kan eveneens een indicatie zijn omtrent de feitelijke waar-de van waar-de gevolgwaar-de werkmethowaar-de.

4. WERKWIJZE

Als verpakkingen zijn gekozen: a. groentekist

b. plastic krat c. kartonnen doos.

ad a. De gebruikte groentekist i s een houten v e i l i n g k i s t met pootjes.

Hierin worden de bollen palletsgewijs aangevoerd. Een voordeel van deze kratten is dat ze met pallet en al in de ontsmettingstank gereden kunnen worden, waarna de ontsmetting zonder verbreking van de palletstapeling

kan plaatsvinden. Bijlage 3c toont de wijze van stapelen.

ad b. De gebruikte plastic krat heeft de volgende afmetingen n l . 60x40x23 cm; is voorzien van 2 open handgrepen en heeft een gewicht van 2,27 kg. Om deze krat voor het doel geschikt te maken z i j n de open handgrepen dicht-geplakt om vochtmigratie tegen te gaan. De krat heeft een dichte bodem. Bijlage 3a toont de wijze van stapelen.

ad c. De kartonnen doos (afmeting 54,5x37,5x28 cm) inclusief de plastic zak (dikte 0,07 mm) heeft een gewicht van 1,625 kg. Op de pallet worden deze dozen in verband gestapeld (bijlage 3b). De warmte-afvoer tijdens het invriezen levert op deze wijze geen problemen op.

De mogelijkheid van doorzakken van deze doos door de langdurige opslag b i j een hoge r.v. is reëel door vochtopname in het karton.

(5)

4i?._Bewaar;nethjode

De wijze waarop de houten groentekist in het algemeen gebruikt wordt, w i j k t dus als volgt af van de methode die toegepast wordt m.b.v. plastic krat en kartonnen doos.

a) De bollen staan onafgedekt en onbeschermd 8 weken lang bloot aan indroging. Deze indroging kan door compact stapelen enigszins worden beperkt. Een com-pacte stapeling kan in het centrum van de pallet temperatuurverhoging als ge-volg van warmteproduktie veroorzaken.

b) Na de periode van 1°C worden de bollen in plastic verpakt met vochtige tuin-turf als vulstof.

Dit alles geschiedt om indroging bij bewaring beneden 0°C te voorkomen.

5. MEETRESULTATEN

§ili_I§!!!2Ç!2§tyyr.

Op 25-11-1977 zijn de afgewogen hoeveelheden bollen geplaatst bij 1°C. De temperatuurvoelers zijn geplaatst zoals op bijlage 3a, 3b en 3c vermeld staat.

Figuur 2 toont de temperatuurgrafiek zoals die geregistreerd is. In het begin is er sprake geweest van wat temperatuurverhoging in de stapeling met de plas-tic kratten. (Te dichte stapeling). In het begin van de bewaring zijn daarom d.m.v. houten klosjes luchtspleten gemaakt.

De temperatuurverschillen tussen centrum en buitenkant werden daarmee genivel-leerd.

De temperatuurkromme laat zien, dat na 8 weken de produkttemperatuur oploopt tot 5 à 6°C, tijdens het inpakken in plastic en het voorzien van vochtige tuin-turf. Vanaf het moment dat de celluchttemperatuur lager dan 0°C is, blijft de produkttemperatuur nog 12 dagen 0°C en zakt daarna. Figuur 3 toont ook dat direct verpakte bollen een temperatuur hebben die nauwelijks verschilt van de celluchttemperatuur. De temperatuurregistrati e is na ongeveer 16 weken stop-gezet.

5i2i_Gewightsverlies

De kisten met bollen zijn in alle 3 objecten afgevuld tot 20 kg. Na 6 weken +1°C is het gewicht opnieuw gemeten. Ook is dit gebeurd na 8 weken.

Hierna bleek het niet mogelijk te zijn het gewichtsverlies te bepalen van de kisten met vulstof zonder de bewaring te verstoren.

(6)

-4-Aan het einde van de bewaring (na 8 maanden) i s weer het gewicht gemeten.

Door handelstechnische oorzaken kon het gewicht van de b o l l e n i n de groentekist met v u l s t o f n i e t gemeten worden.

Figuur 4 toont de g r a f i e k waarin het gewichtsverlies i n % i n de t i j d weergegeven wo r d t .

Verondersteld i s dat de l i j n van de g e b r u i k e l i j k e methode (na 8 weken verpakken) v r i j w e l horizontaal zou b l i j v e n gedurende de r e s t van de bewaring, omdat v r i j -wel geen v o c h t a f g i f t e kon plaatsvinden.

Dat de l i j n n i e t helemaal horizontaal i s komt door p e r f o r a t i e i n de p l a s t i c zak (tegen gasophoping). Enige v o c h t a f g i f t e b l i j f t dus m o g e l i j k .

De voorgestelde methode - d i r e c t verpakken- heeft een gewichtsverlies van onge-veer 1% gedurende de gehele bewaarduur. Deze v o c h t a f g i f t e wordt door p e r f o r a t i e i n de p l a s t i c zak veroorzaakt.

Figuur 5 l a a t zien dat b o l l e n i n een p l a s t i c k r a t wat meer v o c h t v e r l i e s hebben dan b o l l e n verpakt i n een p l a s t i c zak.

§i^_Gasmetingen

Tijdens de proef z i j n gasmonsters verzameld i n serumflessen. M.b.v. een gas-chromatograaf z i j n vervolgens de kooldioxyde-en e t h y l eenconcentraties bepaald. De volgende concentraties z i j n gemeten.

Tabel 1. datum monster C02 (35) C2H4 (ppm) 8/12/'77 temp.=+l°C 22/12/'77 temp.=+l°C 2 3 / l / ' 7 8 temp.=-3°C cel concentratie p l a s t i c k r a t kartonnen doos + p l a s t i c zak houten k r a t cel concentratie p l a s t i c k r a t kartonnen doos + p l a s t i c zak houten k r a t cel concentratie p l a s t i c k r a t kartonnen doos + p l a s t i c zak houten k r a t + p l a s t i c zak 0,09 0,26 0,99 0,12 0,17 0,32 0,54 0,24 0,21 0,29 0,60 0,40 0,003 0,004 0,005 0,004 0,022 0,018 0,026 0,029 0,013 0,012 0,012 0,008

Deze gasconcentraties v . w . b . ethyleen z i j n g e r u s t s t e l l e n d . De C02-concentraties tonen dat b i j de i n p l a s t i c verpakte b o l l e n er sprake i s van enige gasophoping.

(7)

-5-De hoogst gameten concentratie is t -W- Volgens Staden zijn concentraties tot 3% aanvaardbaar (persoonlijke mededeling).

6. OPPLANTPROEF

Na de bewaring zijn de bollen ontdooid bij 15°C op 12-8-1978.

Uit genoemde 3 pallets zijn steekproefsgewijs monsters verzameld op 14-8-1978. Deze monsters zijn 1 dag opgeslagen b i j 15°C. Periode ontdooien tot opplanten is dus 4 dagen.

Daarna zijn per object 66 bollen opgeplant in tempex dozen. Per object 5 dozen met 12 bollen.

Deze opplant is in een koude kas uitgevoerd. Het plantschema wordt in fig. 6 geschetst.

Bij het planten van de bollen werd de indruk verkregen dat de sortering een gro-te spreiding vertoonde. Gemiddeld werd het volgende bol gewicht vastgesgro-teld:

Object Benaming Gem. bol gewicht (g)

A B C

houten krat met t u i n t u r f plastic krat

kartonnen doos

23,54 22,61 21,29

Deze grote verschillen (± 9%) zijn niet het gevolg van de bewaarmethode. Het uitgangsmateriaal is in het ene object kleiner en l i c h t e r . Dit kan verschillen-de oorzaken hebben n l . :

a) Administratieve fout bij J. v.d. Bos en Zn. B.V.

b) Handgesorteerd door verschillende mensen of tijdens het sorteren bijstelling van de machine bij de leverancier.

c) Bollen zijn abusievelijk vermengd met een andere maat.

Deze redenen waren de aanleiding om uit de resterende bollen van de steekproef een nieuwe serie op te planten. Deze bollen zijn 1 dag later opgeplant (16-8-'78) en het gemiddelde bolgewicht van deze bollen is gelijk, nl. voor alle drie

monsters geldt dat 60 bollen 1285 g wegen. Het opplantresultaat wordt vermeld in tabel 2. De afdeling s t a t i s t i s c h e verwerking heeft m.b.v. het programma

'Toneke' een variantie-analyse uitgevoerd voor wat betreft: a) lengte van de bloem

b) gewicht van de bloem c) aantal knoppen.

(8)

7. BESPREKING VAN DE RESULTATEN

7 . 1 . De vergakkin^_m1b;ti_de_handli_ng

De houten k r a t moet geschikt gemaakt worden voor bewaring van l e l i e b o l l e n en vergt daarom veel handelingen. Het gebruik van een p l a s t i c k r a t kan deze hande-l i n g e n t o t een minimum beperken ahande-ls d i t ahande-ls bewaarfust wordt toegepast.

Het toepassen van v u l s t o f moet i n d i t geval ook achterwege b l i j v e n . De p l a s t i c k r a t , die i n deze proef i s gebruikt heeft een dichte bodem.

Het is dus n i e t mogelijk om i n deze k r a t te ontsmetten b i j p a l l e t s t a p e l i n g . De voordelen die een p l a s t i c k r a t b i j bewaring van l e l i e s kunnen bieden z i j n g r o o t . B i j het stapelen s l u i t e n ze elkaar a f , op de bovenste k r a t een deksel en het Produkt i s beschermd tegen u i t d r o g i n g . D i t toont f i g u u r 4 .

De s t a p e l i n g met d i t f u s t i s s t a b i e l e r dan een p a l l e t s t a p e l i n g met houten k r a t t e n . Door verschuiving van de houten k r a t t e n wordt de beschermende p l a s t i c zak vaak beschadigd a l s deze om de k i s t z i t . Het plaatsen van een k i s t i n een p l a s t i c zak wordt toegepast om op e f f i c i ë n t e r e w i j z e te kunnen verpakken. Een p l a s t i c zak om een groentekrat heeft a l s nadeel dat de zakken uitsteken en luchtkanalen a f s l u i t e n . De ruimten tussen de k r a t t e n die door de pootjes gecreëerd worden, z i j n i n dat geval ook a f g e s l o t e n . Dit l e v e r t problemen op b i j het i n k o e l e n .

B i j gebruik van een p l a s t i c k r a t z i j n luchtkanalen g e l i j k m a t i g van vorm. Dit i s een voordeel.

De temperatuurverdel ing i n de p a l l e t s t a p e l i n g met p l a s t i c k r a t t e n l i e t in het begin van de proef te wensen over. Met behulp van houten klosjes werd d i t euvel verholpen. De gedachte i s n l . dat een voor bewaring van l e l i e b o l l e n geschikte p l a s t i c k r a t voorzien moet z i j n van een handgreep die op de k r a t i s bevestigd en n i e t er i n .

Het afplakken van de handgrepen zoals nu gebeurd i s kan dan ook achterwege b l i j -ven omdat de k r a t i n bedoelde vorm aan de z i j k a n t d i c h t i s . Ter voorkoming van gasophoping (CO2 en C2H4) moet enige g a s u i t w i s s e l i n g mogelijk z i j n , er moet dus een geringe p e r f o r a t i e worden aangebracht.

Als deze handgreep 1 à 2 cm uitsteekt,worden b i j het stapelen spleten gecreëerd d i e , zoals nu met houten k l o s j e s gesimuleerd i s , voldoende z i j n om een g e l i j k -matige temperatuurverdeling i n de p a l l e t t e v e r k r i j g e n .

Gebruik van een kartonnen doos kan arbeidsbesparing opleveren als l e l i e b o l l e n bestemd voor export d i r e c t vanuit de bewaarcel i n een eenmalige verpakking getransporteerd kunnen worden.

(9)

omdat ontdooide kollen een geringere opbrengst geven naarmate men langer wacht met opplanten ( l i t . . 2).

In deze proef zfjn de dozen v i j f hoog gestapeld. Na 8 maanden te hebben bloot-gestaan aan hoge r.v. was er geen sprake van doorzakken. We betwijfelen echter of de stevigheid voldoende is om meerdere pallets op elkaar te stapelen.

Als in bepaalde gevallen gekozen wordt voor verpakken in kartonnen dozen kan men een extra arbeidsbesparing invoeren door de dozen inwendig (en uitwendig) van een vochtbestendige coating te voorzien, zodat het verpakken in plastic achterwege kan b l i j v e n . De handvatten kunnen met deze losverpakte bollen als vochtafgiftekanaal gaan fungeren.

Maatregelen zoals afplakken of kiezen van een ander type doos moeten dan genomen worden.

In het algemeen kan nog worden opgemerkt dat de produkttemperatuur b i j stapelingen met een goede warmte-afgifte bijna dezelfde waarde heeft als de celluchttemperatuur. Vorstschade kan gemakkelijk optreden als tijdens het inkoelen de cel temperatuur lager dan -3°C i s .

Zi?i_De_yer2akkingsmethode_t1o1y1_de_^

De plastic krat en de kartonnen doos z i j n geen principieel andere verpakkings-methoden.

In beide gevallen wordt het produkt vanaf de oogst zoveel mogelijk beschermd tegen uitdroging door de bollen direct in plastic te verpakken.

De plastic krat vertoont wat meer indroging ( f i g . 5) dan de kartonnen doos. De oorzaak hiervan is dat de kratten b i j het stapelen niet volledig afsluiten zodat enige spleetjes ontstaan.

Tijdens het inkoelen zien we een verhoogde vochtafgifte (groter dampdrukdeficit). Het u i t e i n d e l i j k gewichtsverlies is geringer dan b i j de gebruikelijke methode en wat meer dan b i j de bollen die in een plastic zak verpakt z i j n .

Het al of niet toevoegen van vulstof ( t u i n t u r f ) is a r b i t r a i r .

Het invriezen voor 'bewaring met vulstof' kost meer koel energie dan het i n v r i e -zen voor 'bewaring zonder vulstof en direct verpakken', omdat er niet alleen een hogere begintemperatuur i s , maar ook moet er veel extra massa n l . water, t u i n t u r f en hout (extra fust) worden gekoeld. De af te voeren zgn. veldwarmte is in dat geval hoger. Hier bovenop komt nog de stollingswarmte van het v r i j e water in de t u i n t u r f .

(10)

-8-Dit laatste effect zorgt ervoor dat de produlcttejnperatuur ca. 12 dagen 0°C b l i j f t en daarna zakt (fig., 3)..

Als in deze periode zijwortels en spruiten gevormd zijn is het mogelijk dat deze delen van de bol beschadigd worden door het ' i j s ' .

De resultaten van de opplantproef hadden uitsluitsel kunnen verschaffen of vul-stof van invloed is op de kwaliteit. Het eerder genoemde verschil in plantmaat en de onjuiste proefopzet* zijn er de oorzaak van dat het opplantresultaat niet uitsluitend een bewaareffect laat zien.

Tijdens de bewaring is nagelaten de bollen die opgeplant zijn te typeren met een bepaald percentage gewichtsverlies. De correlatie indroging versus opplant-resultaat in samenhang met de plantmaat kan pas dan s t a t i s t i s c h bepaald worden. Ondanks het feit dat de bollen van object 1, 2e plantdatum gemiddeld 8% inge-droogd zijn is er geen verschil met opplantresultaat met de bollen die niet ingedroogd zijn (tabel 2). Het is mogelijk dat de vulstof (tuinturf) eer. posi-tieve invloed heeft op de v i t a l i t e i t van de bol op het moment van planten, om-dat b.v. voedingsstoffen e t c . in de bol worden opgenomen in de ontdooi periode. Door het ontbreken van tuinturf in de plastic krat en de kartonnen doos hebben die bollen deze stoffen moeten ontberen. Om deze vraag'al of niet vulstof" afdoen-de te kunnen beantwoorafdoen-den moet een plantproef gedaan worafdoen-den, waarin het effect van toepassen van vochtige tuinturf tijdens de bewaring van L'Enchantment op waarde getoetst wordt.

(Deze proef is in de bewaarperiode '78-'79 inderdaad uitgevoerd. De resultaten zijn nog niet bekend).

De resultaten van deze proef moeten in r e l a t i e gebracht worden met de arbeids-besparing en energiearbeids-besparing,die het achterwege laten van vulstof in de ver-pakking oplevert. Het is opmerkelijk, dat bollen die 1 dag l a t e r geplant zijn wel een aantoonbaar slechter resultaat hebben.

Ondanks extreme kastemperaturen (35 à 40°C) l i j k t een gewenningsperiode bij 15°C ( l i t . 1) ook bij deze temperaturen afgeraden te moeten worden.

Tijdens de lezing (bijlage 2) is sterk aangedrongen op een opplantproef. On-danks het feit dat bij de proefopzet niet is uitgegaan van een opplant hebben we gemeend toch aan deze wens te moeten voldoen.

(11)

8. SAMENVATTING EN CONCLUSIES

- Het direct verpakken van l e l i e b o l l e n na de oogst voorkomt in hoge mate vocht-verlies en daarom kwaliteitsachteruitgang.

- Het aantal handelingen nodig voor het verpakken van leliebollen kan t o t een minimum beperkt worden als geen vulstof wordt gebruikt.

Het achterwege laten van vulstof in de verpakking, tijdens de bewaring, l e -vert energiebesparing op.

- Het toepassen van een plastic k r a t , die voor het doel geschikt is (zijkanten dicht, met bodemperforatie en uitstekende handvatten) levert de meeste arbeids-besparing op.

- Het effect van vulstof op de k w a l i t e i t kon door omstandigheden in deze proef niet aangetoond worden.

- A l s eenmalig fust gewenst i s , kan een kartonnen doos zonder bezwaren worden toegepast.

De gebruikte kartonnen doos moet d.m.v. een plastic zak geschikt gemaakt wor-den voor bewaring van L'Enchantment.

- Een kartonnen doos met vochtwerende coating kan een nog grotere arbeidsbespa-ring opleveren.

- Door de dichte bodem is palletsgewijs ontsmetten in de gebruikte krat niet mogelijk.

De vochtafgifte van bollen in een plastic krat met bodemperforatie moet in een speciaal daarvoor bestemde proef bepaald worden. Het gewichtsverlies zal waarschijnlijk iets groter z i j n dan de in deze proef toegepaste krat.

- Dichte stapelingen gevormd door groentekisten in een plastic zak of aangescho-ven plastic kratten hebben een onvoldoende warmte-afvoer tijdens het invriezen. De opslag b i j 1°C kan door warmteproduktie ( l i t . 5) temperatuurverhoging veroor-zaken b i j dichte stapelingen in het centrum van de p a l l e t .

Door het aanbrengen van luchtkanalen (in verband stapelen) of luchtspleten (gevormd door uitstekende üiandvatten) kunnen deze gebreken opgeheven worden.

(12)

•10-DANKBETUIGING

Wij danken:

a) Medewerkers van Tuinbouwplantenteelt voor het beschikbaar stellen van kas-rui mte.

b) De heer Vel tman voor zijn assistentie in de opplantproef. c) De heer Maas voor deskundige adviezen tijdens de opplant.

d) Medewerkers van J. v.d. Bos en Zn. B.V. voor de verleende assistentie.

9. LITERATUUR

1. Bloembollencultuur 88 (1977) 17: 361.

Drs. O.L. Staden en W. Maas: Het 'invriezen' van de leliebol cv. Enchantment.

2. Sprenger Instituut rapport no. 2005.

W. Maas en O.L. Staden: De betekenis van de lengte van een nabehandeling op leliebollen die vooraf bij -2°C bewaard zijn geweest.

3. Sprenger Instituut Intern verslag no. 162.

W. Maas: Het bewaren van leliebollen beneden het vriespunt het zgn. invriezen.

4. Bloembollencultuur (89), nr. 22, 1-12-1978.

LBO - Sprenger I n s t i t u u t - CT.-Hoorn en Lisse: Bewaring leverbare l e l i e b o l l e n in i j s .

5. Sprenger Instituut rapport no. 2025.

W. Verbeek. Calorimetrische bepaling van het vriespunt, de enthalpie en de warmteproduktie van L'Enchantment na opslag bij temperaturen beneden het

vriespunt.

Wageningen, 14-3-1979 HB/FL/EF

(13)

1 +-> g.,!_ ^ .^ — ro (/) N 4 -( 0 E O <0 • ! - E E 4-> <J co +-> H m o l— 'r— û . E i <_ <U r - O :> _Q <U CO O 1 S i -t 0 fO 1 IO I O H c s^-E tu to + J rO 4-> (B tU i— r— Q - i— fO • a . E a) Q-4-> o I i— E o »o s- « JD E E > i — C\J oo i i/) i— -t-> -r- o <u E - v s-i— tu i r - a> E s- m CJIXS tu a» o . c tu > -r- +-> E -M r— tO Q . (0 E .*: a) +-> o to <o a; o . «o xi E « o « c c S- +Jr— eu tu H n w o-+-> i— s-3 =3 - P E M E tu to o ca > tu N 0) tu en fO E tu r— r— O s-S- E (Ö <o (O ( 0 E JQ to E 1 •"-> - i - CO • i - O ) S . E E g j D I O J T D I O + J - P to o -P +-> S - Cü i i - C O W ( f l ^ r— +-> + J E (O F E E (O Q - — - O O - P E tU O j a O O O

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

o

to CT) E •r— (O o . s -<u > (O E tu - E o t o

1

S- o E O +-> r— •r- tu

(14)

®

-I-» if) U)

o

o

%

.c

Q. 0

m

. ^ ^— L. <D > J) -H .C

u

£

(D O )

c

o

> TJ V

o

> f—

*t

"g

O

E

«

c

<D

E

+ j

c

o

.c

u

c Ld

_i

c

O > +-»

o

o

4-» D <L> rs

c _*

0) ö

ö)-i->

O

O

co

O

O

c

0;

O £

O) O

CL

a

o

a

c

O c

CO 0>

O)

Ö

O

O

(O

o

LO

c

a

a

(15)

c

o

>

E

•o O

E

•s

<b -t->

c

E

c o x : u c LU <D Öï O) • o <b t_ O O >

CD

O

3

a

E

<L> C\J I

i

(16)

CL

E

CO

O

C\J

O

I

00

I

O

- 03

CD

^ x— C\J T—

O

c

CD

ö

-o

u

- 00

- co

- <sT

- CM

(17)

CD C t_ O

£

<D SI V)

c

a;

"O •^* +-»

c

N 4j "L. > •*->

r.

u

> <b

O

«• -M C 4>

E

-M

c

Ö -C

u

c

LU "

_i

c

o

>

S-c

o

a

>

c

4> 4> 00 4>

n

4>

O

c

4> .*: Ö

a

>

u

4) O •<= O 4) . C JC

E E

4)

4) -5

:=» 4> </) 4) O) ï_ O O > u - <M

U

o CO I

c

E

D

D

"O

oog

n

CD

cvj

(18)

O)

c

O

n

&

c

4) "O c

E

N 4) O C * LU

u

O

c

o

> C l

o

O)

<M

"O

C

E

o

"O

© S

4)

H (O

H ^r

04

O

(19)

BIJLAGE 1.

DE VERPAKKINGSMETHODE VAN J, V,D, BOS EN ZN, B..V.,

De tekening laat schematisch zien hoe op bovengenoemd bedrijf de bollen verwerkt worden.

De bollen worden aangeleverd in groentekisten. Op het moment van aankomst worden de bollen geplaatst in een inrijcel waar een temperatuur van ca. 1°C heerst. Afhankelijk van kwaliteit, leverancier, grootte van de partij e.d. worden deze bollen dan vervolgens ontsmet in een ontsmettingstank. De bollen kunnen uitdrui-pen (urenkwestie) waarna ze door 1 man, per kist op een rollenbaan geplaatst

worden.

Deze persoon zorgt ook voor het afvullen van de doseerbunker waarin droge tuin-turf zit.

Een 2e persoon bedient de doseerbunker. De kist wordt daarna automatisch bevoch-tigd. Dezelfde persoon schuift vervolgens de kist via een geleiding in een plas-tic zak en brengt m.b.v. een elektrisch verwarmde koperen constructie (12-punts sol deerbout) de perforatie aan in de plastic zak.

Een derde persoon neemt dan de kist van de rollenbaan en plaatst deze op een

pallet en sluit de zak af d.m.v. hechtnieten. Een volgestapelde pallet wordt van een klemband voorzien en vervolgens per heftruck naar de bewaarcel gereden.

(20)

BIJLAGE 2.

NIEUWE WERKMETHODEN BIJ INVRIEZEN LELLEBOLLEN Ing. F..X..C. Looijesteïjn

In 1974 waren er vrij veel klachten over 't invriezen van leliebollen. Sinds-dien heeft het Sprenger Instituut veel onderzoek verricht naar deze bewaarme-thode. Hieruit zijn nieuwe bewaarmethoden ontwikkeld. Deze hebben niet alleen een gunstige invloed op de kwaliteit van de bollen, maar leveren ook nog belang-rijke besparingen in energie en arbeid. Op het bedrijf J. v.d. Bos en Zn. B.V. in Honselersdijk is dit in praktijk gebracht.

UITDROGING

Leliebollen z i j n zeer gevoelig voor uitdroging. Ook is bekend, dat het latere trekresultaat daardoor slechter i s . Omdat we er niet genoeg op kunnen wijzen hoe belangrijk het voorkomen van uitdroging i s , tonen w i j nogmaals de grafiek, die de gevolgen daarvan in beeld brengt ( f i g . 1). Kort samengevat komt het hier op neer: uitdroging l e i d t tot langere t r e k t i j d e n , ongelijke bloei en minder kelken per tak.

GEBRUIKELIJKE METHODE GEEFT TE VEEL UITDROGING

De bewaring begint direct na de oogst. Men moet de bollen zo snel mogelijk na

de oogst door een juiste verpakking tegen uitdroging beschermen. In de praktijk ontbreekt het daar nog regelmatig aan. Wat zien we namelijk. Tijdens de hele voorbehandeling bij +1°C staan de bollen onverpakt (ca. 2 maanden) in de koel-cel. Al die weken droogt het produkt uit. Pas vlak voor het invriezen worden kosten noch moeite gespaard om verdere uitdroging te voorkomen. Waarom neemt men die maatregelen niet eerder?

NIEUWE METHODE

Fig. 4 toont ' t verschil. B i j de gebruikelijke methode (dus pas nä de voorbe-handeling verpakken in een vochtige vulstof en plastic f o l i e ) bedraagt het ge-middelde gewichtsverlies tijdens de voorbehandeling zo'n 8%. U moet zich goed realiseren, dat het hier gaat om het gemiddelde gewichtsverlies per krat. Het z i j n uiteraard vooral de buitenste bollen, die het meest te verduren hebben. Na de voorbehandeling zorgen de vochtige vulstof en de plastic f o l i e ervoor, dat het produkt nauwelijks verder uitdroogt. De andere l i j n geeft het verloop weer van het gewichtsverlies als de bollen direct worden verpakt. Er is bijna

(21)

geen gewichtsverlies. Dankzij de grote winst, die in de eerste 8 weken werd be-haald, is de uitdroging aan het einde van de bewaring veel minder dan bij de gebruikelijke methode. En u weet het: minder uitdroging = betere kwaliteit.

GEEN VULSTOFFEN MEER

Bij de door ons voorgestelde methode worden in 't geheel geen vulstoffen gebruikt (vanwege de schadelijke invloed op de bollen hadden wij houtmot al eerder van de lijst van goede vulstoffen afgevoerd). Uit de meetresultaten blijkt, dat alleen een stevige plastic zak (polyetheen met een minimale dikte van 0,06 mm en voor-zien van 5-6 gaatjes van 5 mm doorsnede) al voldoende is om een goede bolkwaliteit te garanderen. Alleen als de waterdampdoorlatendheid van het plastic hoog is, bij voorbeeld doordat de folie te dun is, te veel perforaties bevat of beschadigd is, heeft een vochtige vulstof nog enig nut. In dat geval doet de vulstof namelijk dienst als extra vochtbuffer. In alle andere gevallen biedt het gebruik van een vulstof nauwelijks voordelen, doch heeft deze nadelen*.

- Extra arbeid voor het ompakken van leliebollen. - Toename van het aantal kratten.

Dit vraagt, niet alleen extra celruimte maar kost ook extra aan handling en transport (intern en extern).

- Meer energiekosten omdat niet alleen de bollen maar ook de vochtige vulstof moet worden ingevroren.

- Het planten gaat minder snel.

Bij de gebruikelijke methode is er nog een extra nadeel. Als gevolg van het om-pakken na de voorbehandeling treedt er een aanzienlijke temperatuurstijging op

(fig. 2 ) . Ook dit kost weer extra energie, en bovendien wordt door deze tempera-tuurstijging de spruitvorming gestimuleerd.

WERKWIJZE

Bij de voorgestelde methode worden de bollen zo snel mogelijk na de oogst in plastic verpakt. Zo ontstaat al tijdens de voorbehandeling een hoge relatieve vochtigheid tussen de bollen. Dit is ideaal voor de groei van schimmels en bac-teriën. Daarom is bol ontsmetting bij deze methode een absolute noodzaak. Door de ontsmetting wordt bovendien een extra hoeveelheid vocht aan het produkt mee-gegeven, dat tijdens de bewaring dienst doet als vochtbuffer. Om hiervan te pro-fiteren moet men bollen na de ontsmetting natuurlijk niet te lang laten staan. Het maakt voor de bollen geen verschil of de plastic zak nu in of om de houten

krat wordt gedaan. Arbeidstechnisch is het echter voordeliger de zak om de krat te doen. Op het bedrijf J. v.d. Bos en Zn. B.V. kan men bovendien zien, dat deze

(22)

aankomst van de bollen - ontsmetten - uitdruipen - p l a s t i c hoes - koelcel. Het spreekt vanzelf dat op het moment van inpakken de kratten nog nat moeten zijn.

Anders werkt het hout als droogmiddel. Nadelen van deze methode zijn de gemakkelijke beschadiging van het plastic en een belemmering van de luchtbeweging. Daarom moeten in het hart van de 5-hoog gestapelde pallet twee lege kratten worden geplaatst. Deze open verbinding met de zijspleten bevordert de warmte-afvoer (zie foto). Als men de zak in de kratten doet en de kratten niet te vol maakt is deze maatregel niet nodig. De pootjes zorgen ervoor dat in dat geval voldoende ruimte v r i j b l i j f t voor luchtbeweging.

OPPASSEN

Door de nieuwe werkwijze treedt tijdens de voorbehandeling bij +1°C bijna geen uitdroging op. Daardoor blijft de groeikracht van de bollen behouden. Men moet er dan ook op bedacht zijn, dat veel eerder dan bij de gebruikelijke methode spruitvorming zal optreden. Men kan dit voorkomen door de bollen zo spoedig mogelijk na de oogst in een koelcel te plaatsen en de produkttemperatuur te

verlagen tot +1°C. Als dit niet afdoende blijkt te zijn, moet men eerder gaan invriezen. De voorbehandeling, die naar onze mening ongeveer 8 weken moet duren, mag echter nooit korter worden dan 6 weken. Nog een punt dat extra aandacht

vraagt is de invriesperiode. Om dit proces te versnellen, wordt in de praktijk dikwijls met vrij lage luchttemperaturen gewerkt, -5 of -6°C is geen uitzonde-ring. Uit grafiek 3 blijkt, dat dankzij het water in de vulstof de produkttem-peratuur enige tijd op 0°C constant blijft. Pas als al het water is bevroren, daalt de produkttemperatuur verder. Als geen vulstof wordt gebruikt, gaat het invriesproces veel sneller. Omdat de produkttemperatuur snel daalt, raden wij in dat geval dergelijke lage luchttemperaturen ten zeerste af. Het beste is de luchttemperatuur zó te regelen, dat de temperatuur tussen de bollen nooit lager wordt dan -3°C en nooit hoger dan -1°C.

Tenslotte de stapeling. Het lijkt een overbodige waarschuwing, maar nog al te vaak wordt er te dicht gestapeld of worden te grote eenheden gemaakt. De koude lucht kan dan niet tot in het hart van de stapeling doordringen. Daar zal dan

ook spruitvorming optreden. Verlaging van de luchttemperatuur heeft in zo'n geval geen enkele zin. Het vergroot alleen maar de kans op vorstschade bij de buiten-ste bollen. Daarom nogmaals: stapel ruim en zorg voor een goede luchtbeweging tussen de stapels.

Dit geeft de beste resultaten. Alleen in hete zomermaanden is een kortere aan-passingsperiode van slechts enkele dagen aan te bevelen. In de praktijk moet men hier erg voorzichtig mee zijn. Na het ontdooien begint de spruit snel te groeien en lange spruiten worden bij het planten als zeer hinderlijk ervaren.

(23)

Overigens hebben spruitlengten tot 10 cm géén invloed op het trekresultaat. Langere spruiten zullen de trekresultaten waarschijnlijk verslechteren. Als direct planten niet mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de bollen bestemd zijn voor een buitenlandse afnemer, zijn tijdens vervoer de volgende maximumtemperaturen van toepassing.

Bewaarduur 0- 3 dagen: 15°C Bewaarduur 3- 7 dagen: 5°C Bewaarduur 7-14 dagen: 2°C.

NIEUWE ONTWIKKELINGEN

De houten kratten moeten met een plastic zak geschikt worden gemaakt voor de be-waring van leliebollen. Deze maatregel is niet nodig, als direct een geschikte

krat wordt gebruikt. Te denken valt aan dichte plastic kratten. Bij het stapelen sluiten ze elkaar af; op de bovenste een deksel en het produkt is uitstekend beschermd tegen uitdroging. Bij deze methode blijft de handling tot een minimum beperkt. De krat die wij nu in onderzoek hebben, beantwoordt echter nog niet helemaal aan de verwachtingen. Het gebruik van kartonnen dozen bij het invriezen is erg aantrekkelijk als de bollen bestemd zijn voor export. Een plastic zak in de dozen is absoluut noodzakelijk. Niet alleen als bescherming tegen uitdro-ging, maar ook om te voorkomen dat de dozen door het vocht slap worden. Ook is het nodig om bij palletstapelingen luchtspleten aan te brengen. Dit kan men doen door een iecs kleinere doos te kiezen en deze in verband te stapelen. De bewaar-resultaten zien er erg gunstig uit. Door de kartonnen dozen te voorzien van een dampdichte laag of dozen te nemen van 'plastic golfkarton' kan ook hier de

handling nog verder worden teruggebracht. De plastic zak kan achterwege blijven en het verpakken kan gemakkelijk worden gemechaniseerd.

(24)

BIJLAGE 3a: Plastic krat Afm. 60x40x23 cm 1

4

1

X

5

2

8 9 10

6 7

13 14

X

11

15

1

2 ,

18 19 20

16 17

23 24 25

21 22

X x = plaats temperatuurvoeler

(25)

BIJLAGE 3b: Kartonnen doos met plastic zak Afm. 54,5x37,5x28 cm

5 4

2

3

1 *

10

8

9

7 6

15 14

X

12

13

11

2 0

18

19

17

16

25 24

22

23

21

x = plaats temperatuurvoeler

(26)

BIJLAGE 3c: Houten groentekist X

2

•1

4

^

6

5

8

7

10

9

12

11

14

13

16

15

Ï 8

17

202

19

o 24

23

26 2830

2527

29

x = plaats temperatuurvoeler

(27)

X co CM .-H X X co CM t - H X X CO CM I - H X CU CU +J CU +J £ fC 'S. 2 13 O XI E "5 Kr 4J to «3 E eu . £ u 10 -t-> E (O I — Q . Q . O to CI X 0 0 CQ X X o <c X X o < X VD X CM i - H X X CM I - H X X CO CO X - > X o CQ <c X X o ca «c X X o CO <c X ^—^. E o o "3-X o LD ^^^ £ CU N O T 3 X CU c E CU 4-> CU T 3 E > en E •r— T 3 • r -3 • o E f 0 re t o +-> (O re f— O . E CU - p o (1) M - <4-CU -o c ( 0 S-E ( 0 > O l c • r -E o -^ s-o o > s-cu 4-> E CU N O -o r— 3 > S-3 4-> E •r— 3 + J ' <+-O 4-> to r— 3 > + 4-> re i . -i<: c CU +-> 3 O - e O ) E " p -i — CU Q . re + j tO +-> CU r— r— re o . +-> • p — 3 £ CU r— r— O co - p re i . -^ o • r -+-> </) re r— Q . O l E •r— r— CU C L re 4-> to • M CU i — r— re Q . +-> • r -3 £ CU i — r— O CQ to O O -o c CU E E O 4-> S-re .m O ) E • r -r— CU o . re + j to 4-> CU i — r-— re Q -+-> •r— 3 E CU 1 — r— O CQ «C CÛ O + + + <—I C M C O

(28)

S-3 c 3 CU -O Cn '<-> (O •r- "O £ 10 o -o > E o £ co O l c O) - o s_ o o CU s- E 3 CO 3 C XI • O) . v i— en cu o <c s- E-O •P •!-E eu Q. • CL-P O co £ •r- i . 3 O) CV Cn d l CD £ E CU U - P (O (O - P 3 CO cu s-- p £ «3 'ëï. Q . O CU (O O) c " r -E (O £ CU .O. O cv • o -Q o - p (O • o • p £ (O Q . O 0 0 0 0 0 0 i—I t—I 0 0 0 0 0 0 Lf) co co «=t o i—( CO A A co en S Ol o CT! r-> CNJ <st Lf) LO co 0 0 CM Lf) CM CO r-1 Lf) CO CO CO O • P CO 3 > CO + o -p o TD • P (O (O S-S- ^i u C T -cu +-> - P co 3 (O O i— £ O) £ £ O - P S-Q - - ^ <C CO. O 00 CTi i—i co I LD oo cri co « * co CNJ oo co co co Lf) co Lf) Lf) Lf) o **• o oo co co A A A CO Lf) CM «d- «3- « * r-~ CNJ A ** CO c p o - p co r— 3 > + • P (O S-JSt £ CU - p 3 O . £ o co «t co co - p <TJ i -J * O • r -- P CO <0 r ~ Q . O 0 0 A 1—1 CO co o o - o £ CU £ £ O - P s-(O . * CNJ CO 0 0 r-~ CT) C O I C O -o £ CU o CO s-CU > • p £ o £ C l - P CU C O £ s-"O £ O NI Q . CU CU s-• p to £ CU j * : j ^ : o s-• p CU en s_ o o •o CU T J Lp ^— CU N £ CU CU s-o o > £ CU - o r— CU T 3 T 3 •r— E CU CJ3 S « LT) V T 3 • r -<U - C S-03 ( 0 - Q 3 3 O i -- P CU - O £ O

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

5p 18 Bereken het verschil tussen de voorgecalculeerde en de gerealiseerde netto winst met betrekking tot Lommel en splits dit totale verschil naar oorzaak. Vul hiertoe

De leverancier van de kartonnen dozen is een bedrijf dat dozen maakt in verschillende modellen, niet alleen voor de verzending van cd’s.. De meeste van die modellen worden gemaakt

In het kader van het verdampingsonderzoek op het CELOS werd gedurende de periode 21-8-1972 t/ra 20-12-1972 een ver- gelijkend onderzoek uitgevoerd naar de potentiële

Wanneer kinderen lege dozen hebben meegenomen, is het mogelijk om de maten af te ronden op centimeters?. Wanneer er voldoende rekenmachines zijn, kunnen de kinderen ook met

Ik heb er 's nachts niet van kunnen slapen.' Ze zagen 'patiënten die los mochten lopen' door Den Dolder scharrelen, op zoek naar voedsel?. Doorgaans

Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders

het bezoek goed voor te bereiden, de juiste werkwijze te volgen, bij risicogesprekken de.. mobiele alarmknop

Mensenrechtenactivist Marco Cappato, die zich inzet voor legale euthanasie, trok zich zijn leed aan en reed Antoniani in 2017 naar Zwitserland waar artsen euthanasie bij