Impactanalyse Actualisatie
AERIUS Calculator 2020
RIVM-rapport 2020-0174
W. Marra et al.
Impactanalyse Actualisatie
AERIUS Calculator 2020
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 2 van 36
Colofon
© RIVM 2021
Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave.
DOI 10.21945/RIVM-2020-0174 W.A. Marra (auteur), RIVM J.M. Schram (auteur), RIVM S. Jonkers (auteur), RIVM G.J.C. Stolwijk (auteur), RIVM S.B. Hazelhorst (auteur), RIVM P.A. Jones (auteur), RIVM M. Aalbers (auteur), RIVM T.J. Knapen (auteur), RIVM Contact:
Wouter Marra
Centrum voor Milieukwaliteit wouter.marra@rivm.nl
Dit onderzoek werd verricht in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van
M/360083/01/BA - Beleidsadvisering
Dit is een uitgave van:
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven Nederland
Publiekssamenvatting
Impactanalyse actualisatie AERIUS Calculator 2020
Het RIVM beheert het rekeninstrument AERIUS dat berekent en monitort hoeveel stikstof er in Nederland op de bodem neerkomt. Een van de onderdelen is AERIUS Calculator. Overheden en initiatiefnemers van projecten berekenen met dit instrument de uitstoot van stikstof en de neerslag ervan op Natura 2000-gebieden. Bevoegde gezagen gebruiken Calculator als instrument om vergunningen te verlenen.
Deze berekeningen moeten accuraat zijn, zodat beleidsmakers en vergunningverleners de juiste beslissingen kunnen nemen. Daarom worden elk jaar de nieuwste wetenschappelijke inzichten en actuele gegevens in AERIUS verwerkt. De uitkomsten van de nieuwe calculator kunnen hierdoor verschillen van de uitkomsten van de vorige versie. Om te kijken wat de aanpassingen betekenen heeft het RIVM deze
impactanalyse gemaakt. Hiervoor zijn de belangrijkste verschillen en het effect daarvan op berekeningen in beeld gebracht.
De actualisatie is nodig omdat de gegevens over de uitstoot van stikstof regelmatig veranderen. Dit keer zijn onder andere de zogeheten
emissiefactoren voor verkeer en mobiele werktuigen geactualiseerd. AERIUS gebruik deze emissiefactoren om de stikstofuitstoot van een project te bepalen. Verder zijn de rekenmodellen waar AERIUS mee rekent, geactualiseerd. Dat geldt ook voor de natuurgegevens, zoals de grenzen van de stikstofgevoelige natuur in de Natura 2000-gebieden (de zogeheten habitatkaart). Door deze aanpassing veranderen de locaties waar AERIUS Calculator mee rekent (de relevante hexagonen). Ook sluit de kaart met de totale berekende neerslag van stikstof
(achtergronddepositie) beter aan bij de metingen.
Kernwoorden: AERIUS, stikstofdepositie, Natura 2000, AERIUS
Calculator, vergunningverlening, emissiefactoren, achtergronddepositie, kalibratiemethode, stikstofgevoelige natuur
RIVM-rapport 2020-0174
Synopsis
Impact analysis update AERIUS Calculator 2020
The National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) manages the AERIUS calculation tool that calculates and monitors how much nitrogen is deposited on the soil in the Netherlands. AERIUS Calculator is one of its components. Government bodies and project initiators use this tool to calculate the emission of nitrogen and how much of it is deposited on Nature 2000 areas. Competent authorities use Calculator as a tool for granting permits.
These calculations must be accurate to ensure that policymakers and licensing authorities take the correct decisions. To ensure that this is the case, the latest scientific insights and updated data are entered into AERIUS. The results of the updated calculator can therefore differ from the results provided by the previous version. RIVM carried out the impact analysis discussed here in order to evaluate the effects of the update. The most important differences and their effect on calculations were analysed to do this.
The update is needed because the data on nitrogen emissions changes regularly. This time around, the so-called emission factors for traffic and mobile vehicles were updated, among other matters. AERIUS uses these emission factors in order to determine the nitrogen emission of a
project. In addition, the calculation models used by AERIUS were
updated. That also applies to nature-related data such as the borders of nitrogen-sensitive nature in the Nature 2000 areas (the so-called habitat maps). As a result of this update, the locations used in AERIUS
Calculator for the calculations also change (the relevant hexagons). The map with the total calculated deposition of nitrogen (background
deposition) is also better in line with the measurements. Keywords: AERIUS, nitrogen deposition, Nature 2000, AERIUS Calculator, licensing, emission factors, background deposition, calibration method, nitrogen-sensitive nature
RIVM-rapport 2020-0174
Inhoudsopgave
Samenvatting — 9 1. Inleiding — 11 2. Actualisatie Emissiefactoren — 13 2.1 Samenvatting — 13 2.2 Mobiele werktuigen — 13 2.3 Wegverkeer — 14 2.4 Zeescheepvaart — 14 2.5 Binnenvaart — 15 2.6 Ophoogfactoren sluizen — 15 2.7 Stalsystemen — 16 3. Actualisatie Natuurgegevens — 17 3.1 Samenvatting — 17 3.2 Inleiding — 17 3.3 Natura 2000-gebieden — 18 3.4 Habitatkartering — 183.5 Doelstellingen van habitattypen en soorten — 20
3.6 Relaties tussen soorten en leefgebieden — 20
3.7 Bepaling KDW voor onbekend habitattype — 22
3.8 Relevante hexagonen — 22
4. Actualisatie Rekenmodellen — 27
4.1 Samenvatting — 27
4.2 OPS — 27
4.3 SRM2 — 27
5. Actualisatie achtergronddepositie en overschrijding KDW — 29
5.1 Samenvatting — 29
5.2 Achtergronddepositiekaart — 29
5.3 Nieuwe inzichten berekende overschrijding — 30
RIVM-rapport 2020-0174
Samenvatting
Berekeningen met AERIUS Calculator worden gebruikt bij de
toestemmingsverlening van activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken. Om de berekeningen actueel te houden, worden nieuwe inzichten en gegevens periodiek verwerkt. Met de actualisatie naar AERIUS Calculator 2020 zijn diverse emissiefactoren, natuurgegevens, rekenmodellen en de achtergronddepositie bijgewerkt. De actualisatie kan leiden tot andere rekenresultaten. Ook wijzigen de rekenpunten in de nieuwe versie. De belangrijkste effecten voor projectberekeningen zijn als volgt:
• Actualisatie en uitbreiding van de emissiefactoren voor mobiele
werktuigen. Uit praktijkmetingen van TNO is gebleken dat deze emissies in diverse gevallen hoger zijn dan de normstelling en dat de emissie tijdens stationair draaien hoger is dan waar tot nu toe van werd uitgegaan. Daarnaast zijn ook emissiefactoren voor ammoniak toegevoegd. Door deze nieuwe inzichten sluit de berekende bijdrage beter aan bij de praktijk en kan in Calculator 2020 specifiek rekening worden gehouden met de emissie tijdens het stationair draaien. De berekende depositiebijdrage van
mobiele werktuigen in projectberekeningen zal hierdoor in veel gevallen toenemen, vooral voor relatief nieuwe werktuigen (STAGE IV). Voor de oudere werktuigen zijn de wijzigingen geringer.
• Wijzigingen in reguliere emissiefactoren voor wegverkeer,
binnenvaart, zeescheepvaart en stallen. Projecteffecten kunnen hierdoor zowel hoger als lager uitvallen in een berekening die een van deze sectoren bevat.
• Actualisatie van de rekenmodellen OPS en SRM2. Deze modellen
zijn aangepast aan de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Hierdoor vallen berekeningen met Calculator gemiddeld enkele procenten hoger of lager uit. Het effect van deze aanpassingen is beperkt ten opzichte van de meeste wijzigingen in emissiefactoren. De belangrijkste effecten voor rekenpunten zijn als volgt:
• De actualisatie van natuurgegevens leidt tot een wijziging van de relevante hexagonen. De relevante hexagonen zijn hectaren met stikstofgevoelige natuur waarop Calculator standaard de
depositie uitrekent. Het totale aantal relevante hexagonen neemt af. Dit komt met name doordat de habitatkaarten met
stikstofgevoelige habitattypen en de relatie tussen soorten en leefgebieden zijn geactualiseerd met nieuwe natuurinformatie van de voortouwnemers van de Natura 2000-gebieden. Ook wordt in beginsel alleen gerekend op hexagonen ter plaatse van definitief aangewezen habitattypen en leefgebieden van soorten.
• De actualisatie van de achtergronddepositiekaart en de
natuurgegevens leidt tot wijzigingen van de (bijna) overbelaste hexagonen. In Zuid-Limburg en het zuidwesten van het land neemt dit aantal toe, in de rest van het land neemt dit overwegend af. Dit komt met name door nieuwe emissiecijfers en emissielocaties en een nieuwe (ruimtelijke) kalibratiemethode, waarmee de berekende deposities worden afgestemd op metingen.
RIVM-rapport 2020-0174
1.
Inleiding
AERIUS Calculator wordt onder andere gebruikt bij de
toestemmingsverlening van activiteiten met stikstofuitstoot en daaruit volgende stikstofdepositie. AERIUS Calculator is op 15 oktober 2020 geactualiseerd van versie 2019A naar versie 2020.
Met deze actualisatie gaat AERIUS Calculator uit van de nieuwste (wetenschappelijke) inzichten in emissies, rekenmodellen, depositie en gegevens over de stikstofgevoelige natuur. Gebruikers hebben hiermee de beschikking over de nieuwste inzichten en gegevens.
Elke actualisatie heeft gevolgen, omdat er met nieuwe gegevens gerekend wordt. De actualisatie heeft in AERIUS Calculator 2020 gevolgen voor:
• Project- en maatregeleffecten: Het actualiseren van onder meer het rekenmodel en de emissiefactoren leidt tot andere deposities van projecten en maatregelen. Hoe groot de wijzigingen zijn, verschilt per project/maatregel.
• Rekenpunten: Een actualisatie kan effect hebben op de locaties waar de stikstofdepositie berekend en beoordeeld moet worden. Dit komt bijvoorbeeld door gebruik van geactualiseerde
habitatkaarten. Daardoor kunnen er meer of minder hexagonen of gebieden zijn waarvoor AERIUS Calculator de depositie berekent.
Deze impactanalyse beschrijft de effecten van de geactualiseerde emissiefactoren, natuurgegevens, achtergronddepositie, relevante en (bijna) overbelaste hexagonen, de geactualiseerde rekenmodellen en de gevolgen voor berekeningen en gebruikers. Daarnaast werkt deze actualisatie ook door in AERIUS Monitor en Register. De effecten op deze producten zijn niet in deze impactanalyse beschreven.
RIVM-rapport 2020-0174
2.
Actualisatie Emissiefactoren
2.1 Samenvatting
Om de berekeningen in AERIUS Calculator actueel te houden, zijn diverse emissiefactoren geactualiseerd naar de nieuwste inzichten. Deze zijn aangeleverd door de externe partijen en zijn ook publiekelijk
beschikbaar. Het betreft cijfers van TNO voor wegverkeer, scheepvaart en mobiele werktuigen en cijfers uit de aangepaste Regeling ammoniak en veehouderij (RAV-factoren). Met de emissiefactoren berekent AERIUS de emissie van ammoniak en stikstofoxide op basis van de door de gebruiker ingevoerde activiteiten. Nieuwe inzichten in emissiefactoren ontstaan door nieuwe metingen, prognoses van bijvoorbeeld het wagenpark en toevoegingen van nieuwe categorieën.
De opvallendste verschillen zijn er voor mobiele werktuigen. Hiervoor zijn emissiefactoren voor ammoniak toegevoegd, zijn er nieuwe
emissiefactoren opgenomen voor stationair draaiende dieselwerktuigen en zijn er wijzigingen in de indeling van onder andere motorvermogen en brandstoftype.
De geactualiseerde emissiefactoren voor relatief nieuwe werktuigen (STAGE IV) stijgen het meest ten opzichte van de cijfers uit Calculator 2019A. De emissie en depositie in projectberekeningen zal hierdoor in veel gevallen toenemen. Als gebruikers met stationaire emissiefactoren of andere inzichten zoals motorvermogen willen rekenen, moeten bestaande AERIUS-bronbestanden worden aangepast.
De reguliere emissiefactoren voor wegverkeer, binnenvaart en zeescheepvaart bevatten diverse wijzigingen, zowel stijgingen als
dalingen. Voor stallen is een beperkt aantal emissiefactoren gewijzigd en zijn emissiefactoren toegevoegd. Deze verschillen zijn beperkt, maar projectberekeningen kunnen hierdoor wel anders uitvallen. Door de toevoeging van emissiefactoren voor nieuwe stalsystemen kunnen gebruikers deze via AERIUS Calculator doorrekenen.
Voor wegverkeer zijn geen emissiefactoren per EURO-klasse meer opgenomen in AERIUS Calculator 2020. Voor berekeningen met EURO-klasse-voertuigen kunnen gebruikers zelf emissiefactoren invoeren.
2.2 Mobiele werktuigen
Nieuwe emissiefactoren voor mobiele werktuigen uit 2020 worden onderdeel van Calculator 2020. De nieuwe cijfers bevatten een groter aantal categorieën (98 in plaats van 20). Hierdoor zijn er getallen beschikbaar voor specifiekere categorieën, waardoor meer onderscheid in bouwjaar en vermogen is te maken. Voor gebruikers betekent dit dat er specifiekere werktuigklassen zijn te kiezen.
Daarnaast zijn er naast emissiefactoren voor NOx nu ook aanvullend
emissiefactoren voor NH3 en wordt er voor de indeling naar
STAGE-klasse voor dieselmotoren onderscheid gemaakt tussen belaste
werktuigen en stationair draaiende werktuigen. De emissiefactoren voor
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 14 van 36
De grote verschillen ontstaan doordat uit recente metingen blijkt dat veel emissiefactoren hoger zijn dan werd aangenomen. De grootste toenames ten opzichte van de huidige cijfers in AERIUS zijn er voor STAGE III (tot 57%)- en STAGE IV (tot 165%)-emissiefactoren. Voor projecten die gebruikmaken van STAGE-III- en
STAGE-IV-werktuigen zal de berekende emissie en depositiebijdrage stijgen. Ook het toevoegen van stationaire emissies en ammoniakemissies aan de berekening zorgt voor een verhoging van de berekende
depositiebijdrage. Als gebruikers met stationaire emissiefactoren of andere inzichten in motorvermogen willen rekenen, moeten eerder opgestelde AERIUS-bronbestanden hiervoor worden aangepast.
2.3 Wegverkeer
Jaarlijks worden nieuwe emissiefactoren voor wegverkeer gepubliceerd. De emissiefactoren uit maart 2020 worden onderdeel van AERIUS Calculator 2020. Deze zijn beschikbaar voor de rekenjaren 2018 tot en met 2030. Daarnaast zijn voor buitenwegen emissiefactoren opgenomen waarin geen onderscheid gemaakt wordt tussen doorstromend en
stagnerend verkeer. Deze werkwijze sluit aan bij AERIUS Lucht, het rekenprogramma dat gebruikt wordt voor luchtberekeningen voor het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NSL. De wijzigingen in de emissiefactoren voor wegverkeer zijn over het algemeen het gevolg van praktijkmetingen en nieuwe inzichten in de opbouw (leeftijd, brandstof enzovoort) van het wagenpark, ook richting de toekomst. De grootste toenames zijn te zien in de emissiefactoren voor busverkeer
op buitenwegen voor NO2 (30% en toenemend richting de toekomst),
middelzwaar en zwaar vrachtverkeer op snelwegen voor NOx (10-20%
erbij, afhankelijk van het jaar), licht verkeer op buitenwegen voor NH3
(15-25%) en licht verkeer op snelwegen voor de factoren na 2022 voor
NH3 (10-25%).
De grootste afnames zijn te zien in de factoren voor licht verkeer op
buitenwegen voor NO2 (circa 25%) en autobussen en middelzwaar
vrachtverkeer op snelwegen voor NH3 (circa 20%).
In Calculator 2020 zijn geen emissiefactoren per EURO-klasse
opgenomen. De reden hiervoor is dat de nieuwe cijfers gedetailleerder beschikbaar zijn dan voorheen en verdere afstemming nodig is met gebruikers om deze op relevante wijze te implementeren. Voor
berekeningen met EURO-klasse-voertuigen kan gebruik worden gemaakt van handmatige invoer van kentallen in de AERIUS-berekeningen.
2.4 Zeescheepvaart
Er zijn nieuwe emissiefactoren en broneigenschappen voor
zeescheepvaart beschikbaar. Nieuwe cijfers uit 2020 worden onderdeel van AERIUS Calculator 2020.
De meeste emissiefactoren stijgen of dalen enkele procenten. Incidenteel kunnen de verschillen groot zijn (tot 200% hoger). De grootste stijgingen zijn er voor de scheepstypen ‘Koelschepen en Vissersschepen’ en ‘Passagiersschepen’. De grote verschillen kunnen onder andere ontstaan doordat schepen met een andere snelheid zijn
gaan varen. Daarnaast kan er onderling veel verschil zijn tussen de schepen binnen een bepaald scheepstype. Binnen de categorie
koelschepen komen bijvoorbeeld grote onderlinge verschillen voor. De uitkomst van de gemiddelde emissiefactor over deze categorie is dan afhankelijk van de vraag welke individuele koelschepen in de berekening zijn meegenomen.
De warmte-inhoud daalt voor de meeste scheepstypen. Gemiddeld over alle scheepstypen is de daling 13%. Per scheepstype komen echter ook grotere dalingen voor, met incidenteel tot 80% voor koel- en
vissersschepen. Enkele stijgingen zijn er met name voor de
passagiersschepen, met stijgingen tot tientallen procenten. De verticale spreiding en schoorsteenhoogte wijzigen eveneens. Zowel de
schoorsteenhoogte als de verticale spreiding stijgt of daalt met maximaal 20%. Voor veel scheepstypen is het verschil enkele procenten. Gemiddeld over alle scheepstypen is het verschil nagenoeg nul.
2.5 Binnenvaart
Nieuwe cijfers voor binnenvaart uit 2020 worden onderdeel van AERIUS Calculator 2020. Door deze actualisatie zijn er cijfers beschikbaar voor 101 nieuwe combinaties van vaarwegtype en scheepstype. Dit betreft bestaande scheepstypen die voorheen niet op alle vaarwegtypen een emissiefactor hadden. Als gevolg hiervan zijn in Calculator voor diverse vaarwegtypen meer scheepstypen te kiezen.
Afhankelijk van de scheepsklasse zijn de emissiefactoren hoger of lager geworden. Voor specifieke combinaties van scheeps- en
vaarwegcategorieën kunnen de verschillen groot zijn. Stijgingen en dalingen van enkele tientallen procenten komen voor en incidenteel is er sprake van een stijging van 100%. De grootste verschillen zijn zichtbaar voor zowel de emissiefactoren als warmte-inhoud voor schepen op de IJssel. Dit is onder andere het gevolg van een correctie van de
vaarrichting. Daarnaast kan de gemiddelde vaarsnelheid van de
individuele schepen gewijzigd zijn. Gemiddeld over alle scheepstypen en vaarwegtypen vindt er een stijging van 3-4% van de emissiefactoren en een stijging van 10% van de warmte-inhoud plaats.
2.6 Ophoogfactoren sluizen
Nabij een sluis varen schepen met een lager motorvermogen en een lagere snelheid. Het netto effect is dat de emissie per afstand toeneemt en de emissiefactor dus stijgt. Deze stijging treedt alleen lokaal, rondom de sluis op. Op basis van de recente versies van de Basisregistratie Topografie (TOP10NL) en het vaarwegnetwerk Nederland zijn de ophoogfactoren van sluizen opnieuw bepaald. Deze cijfers worden onderdeel van AERIUS Calculator 2020.
Door deze actualisatie zijn voor diverse sluizen ophoogfactoren toegevoegd of komen te vervallen en zijn locaties en ophoogfactoren voor de berekening van de emissies van binnenvaart voor bestaande sluizen geactualiseerd. Wijzigingen komen door aangepaste
geometrische informatie uit TOP10NL. Verwijderingen komen veelal door het ontbreken van sluisinformatie in TOP10NL.
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 16 van 36
Berekeningen met AERIUS Calculator kunnen hoger of lager uitvallen door deze actualisatie. Gemiddeld neemt de ophoogfactor met 7% toe. De stijgingen of dalingen per individuele sluis zijn meestal ook in deze orde-grootte, met incidenteel grotere stijgingen of dalingen.
2.7 Stalsystemen
Doorgaans worden diverse malen per jaar de emissiefactoren voor stalsystemen aangevuld, aangepast en gepubliceerd in de Regeling ammoniak en veehouderij (RAV). De cijfers van de gepubliceerde
Regeling van 1 juli 2020 worden onderdeel van AERIUS Calculator 2020. Drie emissiefactoren zijn gewijzigd (daling van 14 tot 23%), twee
emissiereductie-factoren zijn toegevoegd en elf nieuwe stalsystemen zijn toegevoegd. Door deze toevoeging kunnen gebruikers de nieuwe stalsystemen via AERIUS Calculator doorrekenen.
3.
Actualisatie Natuurgegevens
3.1 Samenvatting
In AERIUS Calculator 2020 zijn diverse natuurgegevens geactualiseerd. Dit heeft uitwerking op de relevante hexagonen, de hectaren met stikstofgevoelige natuur in de Natura 2000-gebieden waarop Calculator de stikstofdepositie berekent. Met name de geactualiseerde
habitatkaart, de relatie tussen aangewezen soorten en hun
leefgebieden, en de doelstellingen van habitattypen en soorten, zorgen voor de aanpassing van relevante hexagonen in zeventig Natura 2000-gebieden. Hierdoor rekent AERIUS Calculator 2020 de depositie op een andere set relevante hexagonen uit dan in versie 2019A.
Netto neemt het aantal relevante hexagonen af. Een oorzaak van deze daling is dat in Calculator 2020 alleen gerekend wordt op hexagonen ter plaatse van definitief aangewezen habitattypen en leefgebieden van
soorten die opgenomen zijn op de habitatkaarten1. Voor overige
berekening kunnen gebruikers eigen rekenpunten opgeven. Nieuwe relevante hexagonen komen voor in gebieden waar habitattypen zijn toegevoegd aan de habitatkaart. Ook de gewijzigde relatie tussen soorten en leefgebieden kan leiden tot nieuwe relevante hexagonen. Deze gegevens zijn geactualiseerd door LNV en de voortouwnemers van de Natura 2000-gebieden, verzameld door BIJ12.
3.2 Inleiding
De natuurinformatie in AERIUS Calculator bepaalt waar relevante hexagonen liggen voor de stikstofdepositieberekeningen voor
toestemmingsverlening. De relevante hexagonen worden bepaald op basis van de kartering van stikstofgevoelige habitattypen in Natura 2000-gebieden, de doelstellingen van de habitattypen en soorten, aanwijzingen van soorten en de relaties tussen soorten en leefgebieden. Deze informatie is afkomstig van de voortouwnemers (via BIJ12) en het Ministerie van LNV.
Voor Calculator 2020 is voor het bepalen van een relevant hexagoon uitgegaan van recente inzichten ten aanzien van de Natura
2000-gebieden, de habitatkaarten en de relatie tussen soorten en leefgebieden. De actualisatie heeft geleid tot update van de volgende gegevens:
• de Natura 2000-begrenzing in vier gebieden;
• de habitatkartering in 35 Natura 2000-gebieden;
• de relaties tussen soorten en leefgebieden in elf gebieden.
Er wordt in Calculator 2020 in beginsel alleen gerekend op hexagonen ter plaatse van definitief aangewezen habitattypen en leefgebieden van soorten die opgenomen zijn op de habitatkaarten (voor berekeningen op andere plekken kunnen gebruikers eigen rekenpunten opgeven). Als gevolg van bovenstaande actualisaties wijzigen de relevante hexagonen waarop in AERIUS Calculator wordt gerekend. De wijzigingen in
relevante hexagonen heeft samen met de geactualiseerde
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 18 van 36
achtergronddepositie effect op de (bijna) overbelaste hexagonen. Dit staat beschreven in hoofdstuk 4.
3.3 Natura 2000-gebieden
Er is een aantal wijzigingen in de begrenzing van de Natura
2000-gebieden. De uitbreiding van het gebied Haringvliet is hierbij de grootste (zie Tabel 1).
Tabel 1 Verschillen in begrenzing van Natura 2000-gebieden; Calculator 2020 ten opzichte van Calculator 2019A.
N2000-nr Naam Verwijderd
(ha) Toegevoegd (ha)
34 Weerribben 3,4
38 Rijntakken 0,8
104 Broekvelden, Vettenbroek
& Polder Stein 0,01
109 Haringvliet 11,5 89,8
3.4 Habitatkartering
De habitatkartering bevat voor 35 Natura 2000-gebieden wijzigingen. Deze zijn doorgevoerd door de voortouwnemers van de desbetreffende Natura 2000-gebieden. Tabel 2 toont het oppervlakte (ha) nieuwe en verwijderde habitattypen op de kaart. De verschillen zijn ongeveer 2% van de gehele habitatkaart. Het grootste deel van deze wijzingen komt door aanpassingen van het habitattype van bestaande gekarteerde oppervlakte.
Tabel 2 Verschillen in de geleverde habitatkaart (ongeacht doelstelling of stikstofgevoeligheid); Calculator 2020 ten opzichte van Calculator 2019A.
N2000-nr Naam Nieuw
(ha) Verwijderd (ha)
1 Waddenzee 1948,3 2051,4 7 Noordzeekustzone 335,8 1008,8 9 Groote Wielen 146,5 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving 27,3 2456,5 34 Weerribben 338,5 1156,0 38 Rijntakken 1571,2 338,4 40 Engbertsdijksvenen 648,3 648,3 41 Boetelerveld 0,5 0,5 42 Sallandse Heuvelrug 0,6 30,4
47 Achter de Voort, Agelerbroek & Voltherbroek 0,04
49 Dinkelland 0,1 8,3
53 Buurserzand & Haaksbergerveen 322,0 331,0
54 Witte Veen 33,1 33,3
57 Veluwe 6683,1 3087,6
71 Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem 28,6 23,6
87 Noordhollands Duinreservaat 63,0
88 Kennemerland-Zuid 33,1
95 Oostelijke Vechtplassen 943,1 2239,1
97 Meijendel & Berkheide 0,1 0,1
98 Westduinpark & Wapendal 39,8 29,1
99 Solleveld & Kapittelduinen 72,7 66,1
100 Voornes Duin 0,3 1,1
101 Duinen Goeree & Kwade Hoek 0,4 0,6
108 Oude Maas 6,0 7,9
109 Haringvliet 0,1
111 Hollands Diep 0,0008 1,8
113 Voordelta 148,7 187,6
115 Grevelingen 859,7 675,1
117 Manteling van Walcheren 25,6 0,3
118 Oosterschelde 29,7 97,4
122 Westerschelde & Saeftinghe 73,7 188,9
123 Zwin & Kievittepolder 0,0002 0,0023
133 Kampina & Oisterwijkse Vennen 0,3
139 Deurnsche Peel & Mariapeel 98,3 98,3
150 Roerdal 18,8 0,00
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 20 van 36
3.5 Doelstellingen van habitattypen en soorten
Er wordt in Calculator 2020 in beginsel alleen gerekend op hexagonen ter plaatse van definitief aangewezen habitattypen en leefgebieden van soorten die opgenomen zijn op de habitatkaarten (voor berekeningen op andere plekken kunnen gebruikers eigen rekenpunten opgeven).
Hierdoor wijzigt de set van relevante hexagonen in 39 gebieden.
3.6 Relaties tussen soorten en leefgebieden
In elf gebieden zijn wijzigingen van de relatie tussen aangewezen soorten en de leefgebieden (Tabel 3). Dit zijn de relaties tussen
beschermde soorten en de stikstofgevoelige leefgebieden waar deze van afhankelijk zijn. De wijzigingen van relaties van vogelsoorten (A.…) en habitatsoorten (H….) hebben effect op de relevante habitattypen en daarmee relevante hexagonen in respectievelijk het vogelrichtlijn- of habitatrichtlijn-deel van een gebied. Een soort is ofwel nieuw of verwijderd, of heeft een ander leefgebied.
Tabel 3 Verschillen in relaties soorten en leefgebied; C2020 ten opzichte van C2019A. lg staat voor leefgebied.
N2000-nr Gebied Status Soort lg
9 Groote Wielen nieuw H1134 Bittervoorn Lg03
10 Oudegaasterbrekken,
Fluessen en omgeving nieuw A151 Kemphaan Lg07
10 Oudegaasterbrekken,
Fluessen en omgeving nieuw A151 Kemphaan Lg08
10 Oudegaasterbrekken,
Fluessen en omgeving nieuw A151 Kemphaan Lg10
10 Oudegaasterbrekken,
Fluessen en omgeving nieuw A151 Kemphaan Lg11
11 Witte en Zwarte Brekken nieuw A151 Kemphaan Lg07
11 Witte en Zwarte Brekken nieuw A151 Kemphaan Lg08
11 Witte en Zwarte Brekken nieuw A151 Kemphaan Lg10
11 Witte en Zwarte Brekken nieuw A156 Grutto Lg07
11 Witte en Zwarte Brekken nieuw A156 Grutto Lg08
11 Witte en Zwarte Brekken nieuw A156 Grutto Lg10
12 Sneekermeergebied nieuw A142 Kievit Lg07
12 Sneekermeergebied nieuw A142 Kievit Lg08
12 Sneekermeergebied nieuw A142 Kievit Lg10
12 Sneekermeergebied nieuw A151 Kemphaan Lg07
12 Sneekermeergebied nieuw A151 Kemphaan Lg08
12 Sneekermeergebied nieuw A151 Kemphaan Lg10
12 Sneekermeergebied nieuw A156 Grutto Lg07
12 Sneekermeergebied nieuw A156 Grutto Lg08
12 Sneekermeergebied nieuw A156 Grutto Lg10
12 Sneekermeergebied verwijderd A142 Kievit L6410
58 Landgoederen Brummen nieuw H1831 Drijvende
waterweegbree H3130
N2000-nr Gebied Status Soort lg
131 Loonse en Drunense Duinen
& Leemkuilen nieuw H1166 Kamsalamander Lg02
131 Loonse en Drunense Duinen
& Leemkuilen verwijderd H1166 Kamsalamander Lg03
131 Loonse en Drunense Duinen
& Leemkuilen verwijderd H1831 Drijvende waterweegbree Lg03
132 Vlijmens Ven, Moerputten &
Bossche Broek nieuw H1134 Bittervoorn H3140
132 Vlijmens Ven, Moerputten &
Bossche Broek nieuw H1134 Bittervoorn H3150
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A224 Nachtzwaluw Lg10
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A224 Nachtzwaluw Lg13
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A224 Nachtzwaluw Lg14
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A246 Boomleeuwerik H4030
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A246 Boomleeuwerik L4030
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A246 Boomleeuwerik Lg09
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A246 Boomleeuwerik Lg10
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw A276 Roodborsttapuit H4010A
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw H1134 Bittervoorn H3150
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw H1166 Kamsalamander H3130
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven nieuw H1166 Kamsalamander H3150
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd A246 Boomleeuwerik H3130
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd A246 Boomleeuwerik H3150
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd A276 Roodborsttapuit Lg10
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd H1134 Bittervoorn H4010A
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd H1134 Bittervoorn H4030
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd H1134 Bittervoorn L4030
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd H1134 Bittervoorn Lg09
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd H1134 Bittervoorn Lg10
138 Weerter- en Budelerbergen
& Ringselven verwijderd H1134 Bittervoorn Lg13
138 Weerter- en Budelerbergen
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 22 van 36
N2000-nr Gebied Status Soort lg
139 Deurnsche Peel & Mariapeel nieuw A272 Blauwborst Lg04
139 Deurnsche Peel & Mariapeel verwijderd A224 Nachtzwaluw L7120
139 Deurnsche Peel & Mariapeel verwijderd A272 Blauwborst L7120
140 Groote Peel nieuw A272 Blauwborst Lg04
140 Groote Peel verwijderd A272 Blauwborst L7120
140 Groote Peel verwijderd A276 Roodborsttapuit L4030
3.7 Bepaling KDW voor onbekend habitattype
De kritische depositiewaarde (KDW) voor onbekende habitattypen (H9999) op de habitattypekaart is gelijk aan de laagste KDW binnen het Natura 2000-gebied. De actualisatie van de habitatkaart, doelstellingen en relatie tussen soorten en habitattypen levert voor twee gebieden een nieuwe waarde en voor drie gebieden een aanpassing op, zie Tabel 4.
Tabel 4 Verschillen en toevoegingen KDW voor habitattype onbekend (H9999); Calculator 2020 ten opzichte van Calculator 2019A.
N2000-nr Gebied Vorige waarde (mol/ha/jr) Nieuwe waarde (mol/ha/jr) 12 Sneekermeergebied 1071 1429 50 Landgoederen Oldenzaal 1071 1429 94 Naardermeer 571 714
11 Witte en Zwarte Brekken 1429
104 Broekvelden, Vettenbroek &
Polder Stein 1571
3.8 Relevante hexagonen
Van een relevant hexagoon is in AERIUS Calculator 2020 sprake als dit hexagoon (deels) overlapt met een stikstofgevoelig habitattype of leefgebied op de habitatkaart én er sprake is van een in ontwerp aangewezen Natura 2000-gebied én op deze locatie een doelstelling geldt voor het habitattype, de habitatsoort of vogelsoort; of sprake is van een definitief aangewezen Natura 2000-gebied én op deze locatie een definitieve doelstelling geldt voor het habitattype, de habitatsoort of vogelsoort. Daarnaast zijn alle stikstofgevoelige habitattypen in het bij Europa aangemelde Natura 2000-gebied Maas bij Eijsden als relevant beschouwd, omdat dit gebied in 2018 door een grondgebiedswijziging van België naar Nederland is overgegaan en het gebied, toen het nog in beheer was van België, wel was aangewezen en ook in AERIUS
Calculator in dit gebied werd gerekend en getoetst. In AERIUS
Calculator 2019A werden voor het bepalen van de relevante hexagonen alle aangewezen habitattypen meegenomen, ongeacht de status van deze doelen.
Habitattypen en leefgebieden zijn stikstofgevoelig wanneer hun KDW kleiner is dan 2.400 mol/ha/jaar (deze definitie is ongewijzigd). Deze uitgangspunten, in combinatie met de in voorgaande paragrafen beschreven actualisaties van onder andere de habitatkaarten, leiden tot
een gewijzigde set met relevante hexagonen in AERIUS Calculator 2020. Figuur 1 en Tabel 5 geven een overzicht van de wijzigingen per gebied. De grootste toenames zijn er voor het gebied Rijntakken. Hier is een habitatrichtlijngebied toegevoegd, met als gevolg dat alle habitattypen als relevant zijn aangemerkt en niet alleen die met een gekoppelde vogelsoort. Daarnaast zijn er veel extra relevante hexagonen in het gebied Grevelingen door actualisatie van de habitatkaart en in Weerter- en Budelerbergen & Ringselven als gevolg van toevoeging van
leefgebieden aan de relatie tussen soorten en leefgebieden. De wijzigingen in relevante hexagonen heeft samen met de
geactualiseerde achtergronddepositie effect op de (bijna) overbelaste hexagonen. Dit staat beschreven in hoofdstuk 4.
Figuur 1: Verschil in relevante hexagonen per Natura 2000-gebied; AERIUS Calculator 2020 ten opzichte van AERIUS Calculator 2019A. Het cijfer op de kaart
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 24 van 36
is het gebiedsnummer. De kleur van de cirkel geeft de verandering weer, de grootte van de cirkel geeft een indicatie van het totale aantal relevante hexagonen in het Natura 2000-gebied weer.
Tabel 5 Verschillen in aantal relevante hexagonen per gebied; AERIUS Calculator 2020 ten opzichte van AERIUS Calculator 2019A.
N2000nr Gebied Nieuw Verwijderd
1 Waddenzee 6 7 Noordzeekustzone 23 9 Groote Wielen 297 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving 101 2734 12 Sneekermeergebied 108 13 Alde Feanen 5
15 Van Oordt’s Mersken 6
16 Wijnjeterper Schar 1
17 Bakkeveense Duinen 38
18 Rottige Meenthe & Brandemeer 1
27 Drents-Friese Wold & Leggelderveld 9
28 Elperstroomgebied 13
29 Holtingerveld 78
32 Mantingerzand 14
34 Weerribben 1 1
36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht 13
38 Rijntakken 2441 803
39 Vecht- en Beneden-Reggegebied 7
42 Sallandse Heuvelrug 43
44 Borkeld 8
45 Springendal & Dal van de Mosbeek 30
47 Achter de Voort, Agelerbroek &
Voltherbroek 6
49 Dinkelland 150
50 Landgoederen Oldenzaal 23
51 Lonnekermeer 5
53 Buurserzand & Haaksbergerveen 24
54 Witte Veen 52
57 Veluwe 121 99
60 Stelkampsveld 6
69 De Bruuk 8
70 Lingegebied & Diefdijk-Zuid 265
71 Loevestein, Pompveld & Kornsche Boezem 53 43
72 IJsselmeer 7
83 Botshol 8
84 Duinen Den Helder-Callantsoog 25
N2000nr Gebied Nieuw Verwijderd 87 Noordhollands Duinreservaat 2 88 Kennemerland-Zuid 2 94 Naardermeer 5 95 Oostelijke Vechtplassen 22 1288 96 Coepelduynen 18
97 Meijendel & Berkheide 5
98 Westduinpark & Wapendal 1
99 Solleveld & Kapittelduinen 9 1
105 Zouweboezem 28
113 Voordelta 55
115 Grevelingen 499 106
117 Manteling van Walcheren 3
118 Oosterschelde 6 72
119 Veerse Meer 1
122 Westerschelde & Saeftinghe 7
123 Zwin & Kievittepolder 1
130 Langstraat 4
131 Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen 30 139
132 Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek 2
133 Kampina & Oisterwijkse Vennen 20
134 Regte Heide & Riels Laag 4
135 Kempenland-West 43
137 Strabrechtse Heide & Beuven 2
138 Weerter- en Budelerbergen & Ringselven 881 51
139 Deurnsche Peel & Mariapeel 199
140 Groote Peel 75 142 Sint Jansberg 4 144 Boschhuizerbergen 28 145 Maasduinen 10 147 Leudal 54 150 Roerdal 76 6 152 Grensmaas 39 153 Bunder- en Elslooërbos 2 155 Brunssummerheide 50
RIVM-rapport 2020-0174
4.
Actualisatie Rekenmodellen
4.1 Samenvatting
AERIUS Calculator berekent de bijdragen aan de stikstofdepositie met het OPS-model, of het SRM2-model in het geval van wegverkeer. Beide modellen, en bijbehorende achtergrondgegevens, zijn in AERIUS
Calculator 2020 geactualiseerd. De rekenmodellen zijn hiermee in lijn
met wat gebruikt wordt in het GCN/GDN2-traject (OPS) en het NSL3
(SRM2). De modellering in het stikstofdossier verloopt hierdoor consistent aan die voor luchtkwaliteit.
Een AERIUS-berekening, met uitzondering van wegverkeer, geeft als gevolg van deze actualisatie over het algemeen een ongeveer 10% lagere waarde voor ammoniak en 2-3% lagere waarde voor
stikstofoxiden. Voor wegverkeer is de berekende depositie gemiddeld ongeveer 5% hoger. Dit effect is beperkter bij verschilberekeningen en kan van plek tot plek verschillen. De verschillen als gevolg van de modelaanpassingen zijn beperkt ten opzichte van de verschillen als gevolg van de meeste wijzigingen in emissiefactoren.
4.2 OPS
AERIUS Calculator 2019A maakte gebruik van OPS 4.6.2.5. In AERIUS 2020 wordt gebruikgemaakt van OPS 5.0.0.0. Deze versie is ook gehanteerd in de berekeningen voor de GCN/GDN-kaarten die in 2020 zijn gepubliceerd.
Ten opzichte van OPS 4.6.2.5 is in OPS 5.0.0.0 het volgende gewijzigd:
• Actualisatie van de meerjarige meteorologiegegevens in het
model naar de jaren 2005-2014.
• Een rekenmodule voor het berekenen van co-depositie is
toegevoegd. Dit betreft een verbetering van het model door nieuwe inzichten.
• De chemische omzettingssnelheden voor de vorming van
stikstofhoudend aerosol is aangepast. Dit betreft een verbetering van het model door nieuwe inzichten.
• De ruwheidslengte rond weerstations is geactualiseerd. Dit
betreft een verbetering van het model door nieuwe inzichten.
Voor zowel NOx als NH3 zullen de bijdragen, berekend met OPS 5.0.0.0,
tot 10 km van de bron gemiddeld lager zijn dan die berekend met
OPS 4.6.2.5. Voor zowel NOx als NH3 zijn de gemiddelde bijdragen lager.
Tot een kilometer van de bron nemen de NHx-bijdragen typisch 10% af,
tussen de 1 en 10 km is de gemiddelde afname ongeveer 5%. De afname
van de NOx-bijdragen is in de meeste gevallen 2-3%. Voor zowel NOx als
NH3 kunnen de verschillen van plek tot plek variëren met meer dan
100%, en zijn er naast de gemiddelde afname ook toenames mogelijk.
4.3 SRM2
De depositiebijdrage van wegverkeer wordt in AERIUS berekend met SRM2. Er is een aantal wijzigingen doorgevoerd die effect hebben op deze
2Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 28 van 36
berekeningen; deze effecten kunnen van plek tot plek en per project verschillen. De aanpassingen zijn deels het gevolg van actualisatie van nieuwe gegevens en deels (eenmalige) aanpassingen in de SRM2-modelcode om consistent te blijven met de rekenmethode in het NSL. De belangrijkste doorgevoerde wijzigingen zijn:
• Actualisatie van de meerjarige meteorologiegegevens in het model naar de jaren 2005-2014.
• Actualisatie preSRM; dit is een jaarlijkse update van de
onderliggende gegevens van meteo en achtergrondconcentratie. • Actualisatie effectieve depositiesnelheid en actualisatie
brondepletie op basis van OPS 5.0.0.0. Dit is een update die alleen bij een update van het OPS-model uitgevoerd wordt. • Aanpassing van de Eindhovenfactor. De lokale windsnelheid volgt
uit een interpolatie tussen de windsnelheid op Schiphol en Eindhoven. Op de windsnelheid wordt nog een extra correctiefactor toegepast.
• Aanpassing verticale dispersie bij tunnels. De verticale turbulente werveling van lucht is medebepalend voor de verspreiding van de emissie. Bij de uitgang van tunnels is deze verticale werveling iets veranderd.
Aanpassing afkap weghoogte, de weghoogte is begrensd tussen -6 en 12 meter. Waarden buiten deze range worden afgekapt. Als gevolg van de modelwijzigingen stijgen de gemiddelde berekende bijdragen met ongeveer 5% ten opzichte van Calculator 2019A.
5.
Actualisatie achtergronddepositie en overschrijding KDW
5.1 Samenvatting
In AERIUS Calculator 2020 is de achtergronddepositiekaart en
resulterende set (bijna) overbelaste hexagonen geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens over emissies en metingen. Daarnaast is de kalibratiemethode aangepast, zodat het verschil in berekeningen en metingen kleiner is geworden. Dit geldt voor zowel het gemiddelde (systematische) verschil als de ruimtelijke verdeling. De totale depositie neemt, na kalibratie, in Zuid-Limburg en het zuidwesten van het land toe, en in de rest van het land af. Dit patroon komt vooral door een aangepaste kalibratiemethode waarmee de beschikbare metingen beter worden benut. Lokaal kunnen de verschillen anders zijn door verschillen in de emissiebronnen. Deze verschillen zijn vooral het gevolg van een methodewijziging en geven geen beeld van de trend in stikstofdepositie. De verschillen in de resulterende (bijna) overbelaste hexagonen
(depositie 70 mol/ha/jaar onder KDW of hoger) volgen deels dit patroon, maar zijn ook beïnvloed door de verschillen in de relevante hexagonen als gevolg van geactualiseerde natuurgegevens. In totaal komen er 3042 (bijna) overbelaste hexagonen bij en vallen er 18910 af.
Het effect van deze wijzigingen is in AERIUS Calculator 2020 terug te zien in de gebruikersinterface en geëxporteerde pdf-bestanden; hierin wordt de depositie op de (bijna) overbelaste stikstofgevoelige natuur apart in beeld gebracht.
5.2 Achtergronddepositiekaart
Voor AERIUS Calculator 2020 is de achtergronddepositiekaart
geactualiseerd. Hiervoor zijn het nieuwe rekenmodel, de meest recente emissiecijfers uit de Emissieregistratie en de meest recente
concentratiemetingen gebruikt. Daarnaast is de kalibratiemethode aangepast, zodat er meer metingen worden gebruikt en de verschillen van plek tot plek in de metingen worden benut (ruimtelijke kalibratie). Het verschil tussen metingen en berekeningen en de onzekerheid van de berekende depositie neemt hierdoor af.
Als gevolg van de methodische wijzigingen in de gebruikte
kalibratiemethode, neemt in het grootste deel van het land de berekende depositie af. Wel zijn er stijgingen in het zuidwesten en uiterste zuiden van het land (Figuur 2). Daarnaast kan lokaal de depositie toe- of afnemen door de nieuwe inzichten over de locaties van emissiebronnen en emissies per sector. Deze verschillen zijn vooral het gevolg van een methodewijziging en geven geen beeld van de trend in stikstofdepositie.
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 30 van 36
Figuur 2 Overzichtskaart met verschil achtergronddepositie tussen AERIUS Calculator 2019A en Calculator 2020. De kaart toont de depositie in het gehele Natura 2000-gebied, met uitzondering van de gebieden met een groot
wateroppervlak waar alleen ter plaatse van aanwezige habitats de depositie in kaart is gebracht.
5.3 Nieuwe inzichten berekende overschrijding
Als gevolg van de nieuwe natuurgegevens en de
achtergronddepositiekaart verandert ook het inzicht in de mate van overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) van
stikstofgevoelige habitattypen. In Zuid-Limburg, Zeeland en Zuid-Holland stijgt het areaal natuur met een naderende overbelasting door stikstof, in de rest van het land daalt deze. De Natura 2000-gebieden
Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving en het IJsselmeer kennen in AERIUS Calculator 2020 geen overbelasting meer (het betreft 7,2 en
0,04 ha respectievelijk die in AERIUS Calculator 2019A nog overbelast waren). In de gebieden Groote Gat en Canisvliet zijn in AERIUS Calculator 2020 habitattypen als overbelast aangemerkt (0,04 en 0,06 ha
respectievelijk), waar dit in Calculator 2019A niet het geval was.
Bovenstaande verschillen in berekende depositie en overschrijding zijn het effect van alle methodewijzigingen en nieuwe gegevens bij elkaar. De toe- en afnames ten opzichte van de huidige achtergrondkaart kunnen daardoor niet als direct gevolg worden gezien van in de praktijk toe- of afnemende deposities.
Het verschil in overbelasting is niet volledig aan de verschillen in depositie toe te schrijven, want deze is ook beïnvloed door aangepaste habitatkartering, doelstellingen en bijbehorende kritische
depositiewaarden (KDW).
5.4 Effect op (bijna) overbelaste hexagonen
Als gevolg van de gewijzigde relevante hexagonen (sectie 3.8) en de achtergronddepositie, wijzigen ook de (bijna) overbelaste hexagonen. Vanaf een berekende depositie van 70 mol/ha/jaar onder de KDW geldt een hexagoon als een (bijna) overbelaste hexagoon. Deze hexagonen zijn een subset van de relevante hexagonen.
De wijzigingen in (bijna) overbelaste hexagonen volgen de verschillen in depositie en de relevante hexagonen. In het zuiden van Limburg en zuidwesten van Nederland komen er vooral nieuwe (bijna) overbelaste hexagonen bij, vooral omdat de berekende depositie hier toeneemt. In de rest van het land is het vooral een afname (zie Figuur 3 en Tabel 6). Uitzonderingen zijn de gebieden waar nieuwe relevante hexagonen zijn toegevoegd als gevolg van geactualiseerde natuurdata.
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 32 van 36
Figuur 3 Overzichtskaart met verschil in aantal (bijna) overbelaste hexagonen tussen C2019A en C2020. Het cijfer op de kaart is het gebiedsnummer. De kleur van de cirkel geeft de verandering weer, de grootte van de cirkel geeft de grootte van het gebied weer.
Tabel 6 Overzicht van verschillen in (bijna) overbelaste hexagonen per gebied in AERIUS Calculator 2020 ten opzichte van 2019A
N2000nr Gebied Gelijk Nieuw Verwijderd
1 Waddenzee 356 255
2 Duinen en Lage Land Texel 2743 140
3 Duinen Vlieland 825 132 4 Duinen Terschelling 2534 424 5 Duinen Ameland 1686 124 6 Duinen Schiermonnikoog 773 82 7 Noordzeekustzone 30 22 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving 25 12 Sneekermeergebied 108 13 Alde Feanen 558 179
15 Van Oordt's Mersken 97 207
16 Wijnjeterper Schar 109 4
17 Bakkeveense Duinen 111 50
18 Rottige Meenthe & Brandemeer 553 36
21 Lieftinghsbroek 23 8 22 Norgerholt 34 4 23 Fochteloërveen 1979 1 24 Witterveld 460 15 25 Drentsche Aa-gebied 1001 447 26 Drouwenerzand 134 35
27 Drents-Friese Wold & Leggelderveld 6405 8 292
28 Elperstroomgebied 29 11 29 Holtingerveld 794 135 30 Dwingelderveld 3265 326 31 Mantingerbos 27 5 32 Mantingerzand 520 20 33 Bargerveen 2035 74 34 Weerribben 2718 8 196 35 De Wieden 2564 359
36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht 48 198
37 Olde Maten & Veerslootslanden 86 10
38 Rijntakken 2804 553 7375 39 Vecht- en Beneden-Reggegebied 1557 85 40 Engbertsdijksvenen 928 41 Boetelerveld 140 42 Sallandse Heuvelrug 1376 43 43 Wierdense Veld 460 44 Borkeld 227 10
45 Springendal & Dal van de Mosbeek 416 96
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 34 van 36
N2000nr Gebied Gelijk Nieuw Verwijderd
47 Achter de Voort, Agelerbroek &
Voltherbroek 192 111
48 Lemselermaten 29 18
49 Dinkelland 222 240
50 Landgoederen Oldenzaal 313 63
51 Lonnekermeer 40 5
53 Buurserzand & Haaksbergerveen 877 35
54 Witte Veen 92 52 55 Aamsveen 120 3 57 Veluwe 90379 126 1531 58 Landgoederen Brummen 149 41 60 Stelkampsveld 47 9 61 Korenburgerveen 288 23 62 Willinks Weust 48 63 Bekendelle 77 1 64 Wooldse Veen 52 65 Binnenveld 56 69 De Bruuk 82 8
70 Lingegebied & Diefdijk-Zuid 387 326
71 Loevestein, Pompveld & Kornsche
Boezem 5 4 40
72 IJsselmeer 1
81 Kolland & Overlangbroek 71 1 43
82 Uiterwaarden Lek 64 34
83 Botshol 131 28
84 Duinen Den Helder-Callantsoog 620 1 20
85 Zwanenwater & Pettemerduinen 637 14
86 Schoorlse Duinen 1290 83
87 Noordhollands Duinreservaat 4717 10 393
88 Kennemerland-Zuid 6301 38 1391
89 Eilandspolder 5
90 Wormer- en Jisperveld &
Kalverpolder 276
91 Polder Westzaan 219 1 8
92 Ilperveld, Varkensland,
Oostzanerveld & Twiske 515
94 Naardermeer 300 50
95 Oostelijke Vechtplassen 431 489 843
96 Coepelduynen 112 77
97 Meijendel & Berkheide 2422 1 284
98 Westduinpark & Wapendal 241 36 13
99 Solleveld & Kapittelduinen 634 42 42
100 Voornes Duin 916 107 14
N2000nr Gebied Gelijk Nieuw Verwijderd
103 Nieuwkoopse Plassen & De Haeck 738 13
105 Zouweboezem 9 28
112 Biesbosch 150 20 45
113 Voordelta 22 3
114 Krammer-Volkerak 230 19 8
115 Grevelingen 853 294 48
116 Kop van Schouwen 1574 40 6
117 Manteling van Walcheren 607 19 8
118 Oosterschelde 31 46 4
121 Yerseke en Kapelse Moer 10 5 4
122 Westerschelde & Saeftinghe 10 35 1
123 Zwin & Kievittepolder 9 12
124 Groote Gat 1
125 Canisvliet 2
128 Brabantse Wal 5275 1 1
129 Ulvenhoutse Bos 106 1
130 Langstraat 82 4
131 Loonse en Drunense Duinen &
Leemkuilen 1371 226
132 Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche
Broek 113 18
133 Kampina & Oisterwijkse Vennen 1035 43
134 Regte Heide & Riels Laag 308 1 5
135 Kempenland-West 825 1 42
136 Leenderbos, Groote Heide & De
Plateaux 1756 140
137 Strabrechtse Heide & Beuven 1477 53
138 Weerter- en Budelerbergen &
Ringselven 1627 881 85
139 Deurnsche Peel & Mariapeel 2395 199
140 Groote Peel 1326 75 141 Oeffelter Meent 23 23 142 Sint Jansberg 193 3 143 Zeldersche Driessen 26 144 Boschhuizerbergen 79 28 145 Maasduinen 4600 92 146 Sarsven en De Banen 76 147 Leudal 104 72 148 Swalmdal 39 16 149 Meinweg 1871 32 150 Roerdal 89 21 59 153 Bunder- en Elslooërbos 230 15 4 154 Geleenbeekdal 134 60 155 Brunssummerheide 283 3 44
RIVM-rapport 2020-0174
Pagina 36 van 36
N2000nr Gebied Gelijk Nieuw Verwijderd
156 Bemelerberg & Schiepersberg 87 4
157 Geuldal 2228 56 64
158 Kunderberg 34 9
159 Sint Pietersberg & Jekerdal 54 18
160 Savelsbos 361 32