© Nederl and s Hui sar tsen Genootsc hap is m Nederl and se Int erni st en Ver eniging en Nation aal Actiepr ogr amm a Di abet es. Bijl ag e bij H&W , 2012, 55, nr . 1, pag. S1
LTA (samenvatting)
De LTA Diabetes Mellitus type 2 geeft aanbevelingen voor de samenwerking tussen huisartsen en
internisten bij het consulteren, verwijzen en terugverwijzen van patiënten met diabetes type 2.
Stem informatie aan de patiënt op elkaar af; patiëntenwebsites: www.diep.nl,
*
www.mijndiabetes.nl en www.thuiszorg.nl.
Attendeer op het bestaan van de patiëntenvereniging (DVN).
*
Streef naar het opstellen van een behandelplan met doelen voor gezondheidsverbetering
*
samen met de patiënt.
Diagnostiek, behandeling, consultatie en verwijzing
De tabel geeft aan wanneer te consulteren en/of te verwijzen. Bij de beslissing van consulteren
of (terug)verwijzen dient rekening gehouden te worden met de situatie van de patiënt, de
levens-verwachting, het effect van de interventie op de lange termijn en de comorbiditeit.
* Bespreek de werkwijze van huisartsen t.a.v. diabetes mellitus type 2.
* Bespreek hoe de werkwijze van de internisten is.
* Maak afspraken over de wijze van consultatie.
* Maak afspraken over regionale afstemming, overleg en nascholingsactiviteiten met de
eerste-lijns diabeteszorg.
* Bespreek het beleid op de huisartsenpost bij ontregeling van glucosewaarden.
* Bespreek of er verwezen wordt naar:
- de internist-diabetoloog of de internist-nefroloog bij een verminderde nierfunctie/proteïnurie;
- de internist of ander lid van het voetenteam in geval van diabetische voetenproblemen;
- de internist of chirurg/obesitaspolikliniek bij ernstige obesitas;
- de internist, de neuroloog of de pijnpolikliniek bij neuropathie.
* Bespreek welke informatie wordt uitgewisseld, hoe bereikbaarheid gegarandeerd is en hoe
zorg onderling afgestemd wordt.
* Bespreek op welke termijn en welke wijze de internist de patiënt terugverwijst naar de
huis-arts na opname in ziekenhuis.
* Zorg voor eenduidig voorlichtingsmateriaal.
Aandachtspunten voor bespreking in de regio
Landelijke Transmurale Afspraak (LTA)
Diabetes Mellitus type 2 (samenvatting)
Voorlichting/patiëntenperspectief
De volledige tekst van de LTA Diabetes DM-II is gepubliceerd op de website van de NIV, het NAD en het NHG
Landelijke
Transmurale
Afspraak
(LTA)
Diabetes
Mellitus
type
2
(samenvatting
)
LTA
(samenvatting)
Indic atie Di agno stiek Aan w ijz ing en voor ander ty pe di abet es dan ty pe 2 (o .a. LAD A en MOD Y)) Gly cemi sc he ins tel -ling Moei lijk te r egu ler en di abet es mel lit us ty pe 2 Ins ulinether ap ie Dr eig ende deh ydr a-tie en h yper gly -kemie (b ij k oor ts, br ak en of di arr ee) Erns tig e h ypogly ce-mie b ij g ebrui k l ang - w erk ende b loed -sui ker verl ag ende medic atie (indien adequat e c ont ro le op r ec idief thui s niet mog elijk is) Hui sar ts 1 Ov er w eeg t c ons ult atie b ij: BMI < 2 7 1. Leeftij d < 2 5 j aar 2. Vroeg tij dig f alen or ale medic atie 3. Over w eeg t c ons ult atie b ij: Pr ob lemen b ij het g ebrui k van (or ale) b loedgluc ose verl a-1. gende middelen (c o-morb idit eit , niet v er dr ag en medic atie en hy pogly cemieën). On vo ldoende c orr ectie po st pr andi ale w aar den. 2. 1. Aan vang ins ulinether ap ie (b ij af w ez igheid randv oor w aar den, on vo ldoende de sk undigheid). Ander e f act or en voor ver w ijz en zijn: • ber oep (p iloot/c hauff eu r); • gr ot e zor gen o ver het s puit en en/of g ew ic hts toen ame; • r ec idi ver ende h ypogly cemieëen. 2. 1 (of 2 x) d aag s r egime: indien on vo ldoende eff ect of b ij r e-latief jong e, actiev e onr eg elm atig lev ende p atiënt o ver w eeg t hui sar ts b as aal bo lu ssc hem a (of v er w ijz ing). St aakt b ij dr eig ende deh ydr atie metf ormine en zn. diu retic a. 1. Ext ra voc htinn ame. 2. Bij ins ulineg ebrui k: zo nodig e xt ra k or tw erk end ins uline 3. (2-4-6-r eg el). 4. W anneer de sond an ks deh ydr atie of niet g oed te c orrig er en hy per glyk emie, ver w ijs t de hui sar ts. 1. K oo lh ydr aat rijk e dr an k. 2. Indien niet mog elijk d an eer st 20-40 m l 50%-gluc oseop lo s-sing i.v . of 1 mg gluc ag on s.c ./i.m., g ev olg d door k oo lh y-dr aat rijk e dr an k. 3. Hui sar ts g aat n a w at de oor zaak v an de h ypogly cemie i s. Vermelden b ij c ons ult atie c q ver w ijz ing BMI, f ami lie an amne se, et nic iteit . Medic atie, voor ge sc hiedeni s, bijw erk ing en/int er actie s, beloop HbA1c en ev ent uele moti vatie-pr ob lem atiek. Beloop van ther ap ie, g ew ic ht , HbA1c , o ver w eging en m.b .t . ins uline, be sc hi kb ar e d ag cu rv es, dagboek en, s pec ific atie w aar om regu latie en vermeldt of en w an -neer p atiënt terug ver w ez en k an w or den. Inf orm atie o ver di abet es ther ap ie, kw alit eit v an r egu latie (r ec ent HbA1c), de lux er ende ziekt e en bev inding en b ij ins tu ren. Rec ent HbA1c , thui smedic atie met rec ent e w ijz ing en, lux er ende om-st andigheden en mog elijk he -den voor op vang thui s. Int erni st 2 Adv iseer t o ver (c onsequentie s van) aan vu llende di agno stiek. Adv iseer t t .a.v . s tr at egie met p atiënt en in eig en di abet es te am, w aarn a beh an -deling w or dt ing ez et . Be spr eekt alt ern atiev en met p atiënt en eig en di abet es te am, w aarn a de beh an -deling ing ez et w or dt . Klini sc he o bser vatie met z o nodig: - I.v .-v oc htt oediening; - ins ulinet oediening; - kaliu ms upp letie. Di agno stiek en ther ap ie lux er ende ziekt e. Klini sc he o bser vatie, p ar ent er ale gluc o-set oediening, af te bou w en op g eleide van f requent e gluc osemeting. C/V 3 C/V C/V C/V V V 1 W at doet de hui sar ts v oor ver w ijz ing 2 W at doet de int erni st n a ver w ijz ing 3 C = C ons ult atie, V = Ver w ijz en LTA_Samenvatting_FIN2011(LM).indd 1 06-12-2011 14:11:06© Nederl ands Huisar tsen Genootsc hap ism Nederland se Int ernist en Ver eniging en Nationaal Actiepr ogramm a Di abetes. Bijlag e b ij H&W , 2012, 55, nr . 1, pag. S1
LTA
(samenvatting)
De
LTA
Diabetes
Mellitus
type
2
geeft
aanbevelingen
voor
de
samenwerking
tussen
huisartsen
en
internisten
bij
het
consulteren,
verwijzen
en
terugverwijzen
van
patiënten
met
diabetes
type
2.
Stem
informatie
aan
de
patiënt
op
elkaar
af;
patiëntenwebsites:
www.diep.nl,
*
www.mijndiabetes.nl
en
www.thuiszorg.nl.
Attendeer
op
het
bestaan
van
de
patiëntenvereniging
(DVN).
*
Streef
naar
het
opstellen
van
een
behandelplan
met
doelen
voor
gezondheidsverbetering
*
samen
met
de
patiënt.
Diagnostiek,
behandeling,
consultatie
en
verwijzing
De
tabel
geeft
aan
wanneer
te
consulteren
en/of
te
verwijzen.
Bij
de
beslissing
van
consulteren
of
(terug)verwijzen
dient
rekening
gehouden
te
worden
met
de
situatie
van
de
patiënt,
de
levens
-verwachting,
het
effect
van
de
interventie
op
de
lange
termijn
en
de
comorbiditeit.
*
Bespreek
de
werkwijze
van
huisartsen
t.a.v.
diabetes
mellitus
type
2.
*
Bespreek
hoe
de
werkwijze
van
de
internisten
is.
*
Maak
afspraken
over
de
wijze
van
consultatie.
*
Maak
afspraken
over
regionale
afstemming,
overleg
en
nascholingsactiviteiten
met
de
eerste
-lijns
diabeteszorg.
*
Bespreek
het
beleid
op
de
huisartsenpost
bij
ontregeling
van
glucosewaarden.
*
Bespreek
of
er
verwezen
wordt
naar:
-
de
internist-diabetoloog
of
de
internist-nefroloog
bij
een
verminderde
nierfunctie/proteïnurie;
-
de
internist
of
ander
lid
van
het
voetenteam
in
geval
van
diabetische
voetenproblemen;
-
de
internist
of
chirurg/obesitaspolikliniek
bij
ernstige
obesitas;
-
de
internist,
de
neuroloog
of
de
pijnpolikliniek
bij
neuropathie.
*
Bespreek
welke
informatie
wordt
uitgewisseld,
hoe
bereikbaarheid
gegarandeerd
is
en
hoe
zorg
onderling
afgestemd
wordt.
*
Bespreek
op
welke
termijn
en
welke
wijze
de
internist
de
patiënt
terugverwijst
naar
de
huis
-arts
na
opname
in
ziekenhuis.
*
Zorg
voor
eenduidig
voorlichtingsmateriaal.
Aandachtspunten
voor
bespreking
in
de
regio
Landelijke
Transmurale
Afspraak
(LTA)
Diabetes
Mellitus
type
2
(samenvatting
)
Voorlichting/patiëntenperspectief
De volledi ge tek st van de LT A Diabet es DM-II is gepubli ceerd o p de w eb sit e van de NIV , het NAD en het NHGLandelijke Transmurale Afspraak (LTA) Diabetes Mellitus type 2 (samenvatting)
LTA (samenvatting)
IndicatieDiagnostiek
Aanwijzingen voor ander type diabetes dan type 2 (o.a. LADA en MODY)) Glycemische instel-ling Moeilijk te reguleren diabetes mellitus type 2 Insulinetherapie Dreigende dehydra-tie en hypergly-kemie (bij koorts, braken of diarree)
Ernstige hypoglyce-mie bij gebruik lang- werkende bloed-suikerverlagende medicatie (indien adequate controle op recidief thuis niet mogelijk is)
Huisarts 1
Overweegt consultatie bij: BMI < 27
1.
Leeftijd < 25 jaar 2.
Vroegtijdig falen orale medicatie 3.
Overweegt consultatie bij:
Problemen bij het gebruik van (orale) bloedglucose verla-1.
gende middelen (co-morbiditeit, niet verdragen medicatie en hypoglycemieën).
Onvoldoende correctie postprandiale waarden. 2.
1. Aanvang insulinetherapie (bij afwezigheid randvoorwaarden, onvoldoende deskundigheid).
Andere factoren voor verwijzen zijn: • beroep (piloot/chauffeur);
• grote zorgen over het spuiten en/of gewichtstoename; • recidiverende hypoglycemieëen.
2. 1 (of 2 x) daags regime: indien onvoldoende effect of bij re-latief jonge, actieve onregelmatig levende patiënt overweegt huisarts basaalbolusschema (of verwijzing).
Staakt bij dreigende dehydratie metformine en zn. diuretica. 1.
Extra vochtinname. 2.
Bij insulinegebruik: zo nodig extra kortwerkend insuline 3.
(2-4-6-regel).
4. Wanneer desondanks dehydratie of niet goed te corrigeren hyperglykemie, verwijst de huisarts.
1. Koolhydraatrijke drank.
2. Indien niet mogelijk dan eerst 20-40 ml 50%-glucoseoplos-sing i.v. of 1 mg glucagon s.c./i.m., gevolgd door koolhy-draatrijke drank.
3. Huisarts gaat na wat de oorzaak van de hypoglycemie is.
Vermelden bij consultatie cq verwijzing
BMI, familie anamnese, etniciteit.
Medicatie, voorgeschiedenis, bijwerkingen/interacties, beloop HbA1c en eventuele motivatie-problematiek.
Beloop van therapie, gewicht, HbA1c, overwegingen m.b.t. insuline, beschikbare dagcurves, dagboeken, specificatie waarom regulatie en vermeldt of en wan-neer patiënt terugverwezen kan worden.
Informatie over diabetestherapie, kwaliteit van regulatie (recent HbA1c), de luxerende ziekte en bevindingen bij insturen.
Recent HbA1c, thuismedicatie met recente wijzingen, luxerende om-standigheden en mogelijkhe-den voor opvang thuis.
Internist 2
Adviseert over (consequenties van) aanvullende diagnostiek.
Adviseert t.a.v. strategie met patiënt en in eigen diabetesteam, waarna behan-deling wordt ingezet.
Bespreekt alternatieven met patiënt en eigen diabetesteam, waarna de behan-deling ingezet wordt.
Klinische observatie met zo nodig: - I.v.-vochttoediening;
- insulinetoediening; - kaliumsuppletie.
Diagnostiek en therapie luxerende ziekte.
Klinische observatie, parenterale gluco-setoediening, af te bouwen op geleide van frequente glucosemeting.
C/V 3 C/V C/V C/V V V
1 Wat doet de huisarts voor verwijzing 2 Wat doet de internist na verwijzing 3 C = Consultatie, V = Verwijzen
LTA_Samenvatting_FIN2011(LM).indd 1
Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Diabetes Mellitus type 2 (samenvatting)
Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Diabetes Mellitus type 2 (samenvatting)
IndicatieComplicaties
Patiënten < 65 jaar en eGFR 45 tot 60 ml/min Patiënten > 65 jaar en eGFR 30 tot 45 ml/min
Patiënten > 65 jaar met eGFR < 30 ml/min Patiënten < 65 jaar met eGFR < 45 ml/min Toename microalbu-minurie Macroalbuminurie Diabetisch voetulcus Neuropathie Zwangerschap Zwangerschapswens of zwangerschap Huisarts 1 1. Onderzoek sediment
2. Aanvullend laboratorium onderzoek
3. Echografie urinewegen bij cystenieren in familie of aanwij-zingen voor postrenale obstructie
4. Algemene adviezen en maatregelen (zout, gewicht, roken, medicatie, voorkomen dehydratie)
Idem aan bovenstaande kolom.
Schrijft RAS-remmer voor (bij levensverwachting > 10 jaar). Consulteert internist bij optredende progressie.
Verwijst, na uitsluiting van oorzaken zoals ontregelde diabe-tes, manifest hartfalen, urineweginfecties of een koortsende ziekte.
Huisarts behandelt uitsluitend een niet plantair, oppervlak-1.
kig, neuropathisch ulcus zonder tekenen van PAV. Beperkte cellulitis, dan antibiotica.
2.
Indien het ulcus na 2 weken niet genezen is, dan verwijzen. 3.
Huisarts is alert op andere neuropathieën en zorgt voor pre-ventieve maatregelen en voor adequate pijnstilling.
Wijst op noodzaak van preconceptioneel consult bij de 1.
internist in verband met aanpassing medicatie (tijdig staken statines en antihypertensiva).
Verwijst vrouwen met de diagnose zwangerschapsdiabetes, 2.
voor (ten minste) eenmalige consultatie, naar het multidiscipli-naire behandelteam in de tweede lijn. Indien dieetbehandeling alleen voldoende is, kan deobstetrische zorg in de eerste lijn worden uitgevoerd.
Vermelden bij consultatie cq verwijzing
Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie (en laboratoriumonderzoek).
Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie (en laboratoriumonderzoek). Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie. Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie. Voorgeschiedenis, toegepaste medicatie, recent HbA1c, klach-ten en locale behandeling. Voorgeschiedenis, toegepaste me-dicatie, recent HbA1c en klachten. Voorgeschiedenis en medicatie-overzicht.
Internist 2 Overleg over:
- Aanvullende diagnostiek - Behandeling bij co-morbiditeit - Aanvullende maatregelen ter
voorko-ming verdere achteruitgang nierfunctie - Behandeling bij intercurrente infecties - Behandeling van de bloeddruk - Behandeling bij afwijkend
laboratori-umonderzoek (o.a. vitamine D) - Controles
- Maatregelen ter preventie van meta-bole en cardiovasculaire complicaties Zie boven. Tevens: maatregelen ter voorkoming van verdere nierfunctiever-slechtering en late complicaties. Behandeling van symptomen zoals oedeem.
Adviseert over aanvullende diagnostiek en aanpassing medicatie.
Overweegt andere diagnose dan diabetische nefropathie. Aanpassing medicatie.
Behandelt patiënt bij voorkeur in samenspraak met het voetenteam van het ziekenhuis.
Nadere diagnostiek naar polyneuropa-thieën en behandeling.
Preconceptioneel advies en begelei-1.
ding zwangerschap in samenwerkings-verband met gynaecoloog.
Endocriene behandeling door het mul-2.
tidisciplinaire diabetesteam (ook bij uitblijven van insulinebehandeling).
C/V 3 C V C V V V V
1 Wat doet de huisarts voor verwijzing 2 Wat doet de internist na verwijzing 3 C = Consultatie, V = Verwijzen
Indicatie Risicofactoren
Persisterend LDL > 2,5 mmol/l bij hoog risicoprofiel (> 20%)* langer dan 1 jaar
*Bij DM 15 jaar optellen bij gebruik scoretabel TC > 8 mmol/l, TC/ HDL-ratio > 8, LDL > 5 mmol/l Triglyceriden nuch-ter > 6 mmol/l Therapieresistente hypertensie (syst RR > 140 mmHg ondanks tripel therapie bij mensen < 80 jaar en > 160 mmHg bij mensen > 80 jaar)
(Ernstige) obesitas met sterk tot extreem verhoogd gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Huisarts 1 Evalueert therapietrouw. 1.
Identificeert en behandelt bijdragende leefstijlfactoren. 2.
Intensiveert therapie. 3.
Overweegt familiaire hypercholesterolemie (FH). 4.
Sluit uit: alcoholisme, nefrotisch syndroom, hypothyreoïdie, 1.
leverziekten.
Bepaalt kansscore op FH (bij een score > 6 genetisch onder-2.
zoek of verwijzing internist).
1. Laat opnieuw nuchter triglyceridengehalte bepalen. 2. Gaat oorzaken als onvoldoende ingestelde DM en overmatig
alcoholgebruik na. 3. Geeft leefstijladvies.
4. Verwijst zo nodig naar een diëtist. 5. Start simvastatine 40 mg.
Sluit pseudoresistentie uit. 1.
Identificeert leefstijlfactoren en vermindert bloeddrukverho-2.
gende stoffen of medicatie. Overweegt secundaire hypertensie. 3.
Bij aanhoudend resistente hypertensie (6 mnd) verwijzen 4.
naar internist.
De huisarts kan verwijzen voor beoordeling indicatie bariatri-sche chirurgie bij: BMI ≥ 40 of, BMI 35-40 én gangbare niet-chirurgische behandeling niet gewenste effect.
Vermelden bij consultatie cq verwijzing:
Voorgeschiedenis, actueel risicoprofiel, onbehandelde lipidenprofielen, de ervaring met eerdere interventies.
Vermeldt het onbehandelde lipi-den profiel en familieanamnese (zo mogelijk de stamboom). Vermeldt onbehandelde waarden en resultaat van therapeutische interventies.
Voorgeschiedenis, medicatie-overzicht, risicoprofiel en onbe-handelde zowel als beonbe-handelde bloeddrukregistraties.
Voorgeschiedenis, BMI, comor-biditeit en ingestelde behande-lingen.
Internist 2
Diagnostiek naar andere oorzaken. Advies: aanvullende medicatie, ofwel accepteren van een LDL > 2.5.
Sluit secundaire oorzaken uit en handelt zoals vermeld is bij huisarts m.b.t. FHC. Geeft advies over behandeling. Verricht diagnostiek naar secundaire en familiaire oorzaken.
Adviseert over aanvullende medicatie op basis van het risico op pancreatitis.
Sluit onvoldoende zoutbeperking (natriumexcretie >100 mmol/24u) en secundaire oorzaken (endocrien, reno-vasculair en OSAS) uit.
Breidt medicatie uit (spironolacton).
Sluit secundaire obesitas uit en gerichte behandeling zoals een zeer laag calo-risch diëet, intensieve gecombineerde leefstijlinterventie, initiatie van een incretine-gebaseerd behandelregime of bariatrische chirurgie. C/V 3 C/V V C/V C/V V
1 Wat doet de huisarts voor verwijzing 2 Wat doet de internist na verwijzing 3 C = Consultatie, V = Verwijzen
LTA (samenvatting)
LTA_Samenvatting_FIN2011(LM).indd 2
Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Diabetes Mellitus type 2 (samenvatting)
Landelijke Transmurale Afspraak (LTA) Diabetes Mellitus type 2 (samenvatting)
IndicatieComplicaties
Patiënten < 65 jaar en eGFR 45 tot 60 ml/min Patiënten > 65 jaar en eGFR 30 tot 45 ml/min
Patiënten > 65 jaar met eGFR < 30 ml/min Patiënten < 65 jaar met eGFR < 45 ml/min Toename microalbu-minurie Macroalbuminurie Diabetisch voetulcus Neuropathie Zwangerschap Zwangerschapswens of zwangerschap Huisarts 1 1. Onderzoek sediment
2. Aanvullend laboratorium onderzoek
3. Echografie urinewegen bij cystenieren in familie of aanwij-zingen voor postrenale obstructie
4. Algemene adviezen en maatregelen (zout, gewicht, roken, medicatie, voorkomen dehydratie)
Idem aan bovenstaande kolom.
Schrijft RAS-remmer voor (bij levensverwachting > 10 jaar). Consulteert internist bij optredende progressie.
Verwijst, na uitsluiting van oorzaken zoals ontregelde diabe-tes, manifest hartfalen, urineweginfecties of een koortsende ziekte.
Huisarts behandelt uitsluitend een niet plantair, oppervlak-1.
kig, neuropathisch ulcus zonder tekenen van PAV. Beperkte cellulitis, dan antibiotica.
2.
Indien het ulcus na 2 weken niet genezen is, dan verwijzen. 3.
Huisarts is alert op andere neuropathieën en zorgt voor pre-ventieve maatregelen en voor adequate pijnstilling.
Wijst op noodzaak van preconceptioneel consult bij de 1.
internist in verband met aanpassing medicatie (tijdig staken statines en antihypertensiva).
Verwijst vrouwen met de diagnose zwangerschapsdiabetes, 2.
voor (ten minste) eenmalige consultatie, naar het multidiscipli-naire behandelteam in de tweede lijn. Indien dieetbehandeling alleen voldoende is, kan deobstetrische zorg in de eerste lijn worden uitgevoerd.
Vermelden bij consultatie cq verwijzing
Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie (en laboratoriumonderzoek).
Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie (en laboratoriumonderzoek). Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie. Voorgeschiedenis, medicatie overzicht en eerdere gegevens over de urine en nierfunctie. Voorgeschiedenis, toegepaste medicatie, recent HbA1c, klach-ten en locale behandeling. Voorgeschiedenis, toegepaste me-dicatie, recent HbA1c en klachten. Voorgeschiedenis en medicatie-overzicht.
Internist 2 Overleg over:
- Aanvullende diagnostiek - Behandeling bij co-morbiditeit - Aanvullende maatregelen ter
voorko-ming verdere achteruitgang nierfunctie - Behandeling bij intercurrente infecties - Behandeling van de bloeddruk - Behandeling bij afwijkend
laboratori-umonderzoek (o.a. vitamine D) - Controles
- Maatregelen ter preventie van meta-bole en cardiovasculaire complicaties Zie boven. Tevens: maatregelen ter voorkoming van verdere nierfunctiever-slechtering en late complicaties. Behandeling van symptomen zoals oedeem.
Adviseert over aanvullende diagnostiek en aanpassing medicatie.
Overweegt andere diagnose dan diabetische nefropathie. Aanpassing medicatie.
Behandelt patiënt bij voorkeur in samenspraak met het voetenteam van het ziekenhuis.
Nadere diagnostiek naar polyneuropa-thieën en behandeling.
Preconceptioneel advies en begelei-1.
ding zwangerschap in samenwerkings-verband met gynaecoloog.
Endocriene behandeling door het mul-2.
tidisciplinaire diabetesteam (ook bij uitblijven van insulinebehandeling).
C/V 3 C V C V V V V
1 Wat doet de huisarts voor verwijzing 2 Wat doet de internist na verwijzing 3 C = Consultatie, V = Verwijzen
Indicatie Risicofactoren
Persisterend LDL > 2,5 mmol/l bij hoog risicoprofiel (> 20%)* langer dan 1 jaar
*Bij DM 15 jaar optellen bij gebruik scoretabel TC > 8 mmol/l, TC/ HDL-ratio > 8, LDL > 5 mmol/l Triglyceriden nuch-ter > 6 mmol/l Therapieresistente hypertensie (syst RR > 140 mmHg ondanks tripel therapie bij mensen < 80 jaar en > 160 mmHg bij mensen > 80 jaar)
(Ernstige) obesitas met sterk tot extreem verhoogd gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Huisarts 1 Evalueert therapietrouw. 1.
Identificeert en behandelt bijdragende leefstijlfactoren. 2.
Intensiveert therapie. 3.
Overweegt familiaire hypercholesterolemie (FH). 4.
Sluit uit: alcoholisme, nefrotisch syndroom, hypothyreoïdie, 1.
leverziekten.
Bepaalt kansscore op FH (bij een score > 6 genetisch onder-2.
zoek of verwijzing internist).
1. Laat opnieuw nuchter triglyceridengehalte bepalen. 2. Gaat oorzaken als onvoldoende ingestelde DM en overmatig
alcoholgebruik na. 3. Geeft leefstijladvies.
4. Verwijst zo nodig naar een diëtist. 5. Start simvastatine 40 mg.
Sluit pseudoresistentie uit. 1.
Identificeert leefstijlfactoren en vermindert bloeddrukverho-2.
gende stoffen of medicatie. Overweegt secundaire hypertensie. 3.
Bij aanhoudend resistente hypertensie (6 mnd) verwijzen 4.
naar internist.
De huisarts kan verwijzen voor beoordeling indicatie bariatri-sche chirurgie bij: BMI ≥ 40 of, BMI 35-40 én gangbare niet-chirurgische behandeling niet gewenste effect.
Vermelden bij consultatie cq verwijzing:
Voorgeschiedenis, actueel risicoprofiel, onbehandelde lipidenprofielen, de ervaring met eerdere interventies.
Vermeldt het onbehandelde lipi-den profiel en familieanamnese (zo mogelijk de stamboom). Vermeldt onbehandelde waarden en resultaat van therapeutische interventies.
Voorgeschiedenis, medicatie-overzicht, risicoprofiel en onbe-handelde zowel als beonbe-handelde bloeddrukregistraties.
Voorgeschiedenis, BMI, comor-biditeit en ingestelde behande-lingen.
Internist 2
Diagnostiek naar andere oorzaken. Advies: aanvullende medicatie, ofwel accepteren van een LDL > 2.5.
Sluit secundaire oorzaken uit en handelt zoals vermeld is bij huisarts m.b.t. FHC. Geeft advies over behandeling. Verricht diagnostiek naar secundaire en familiaire oorzaken.
Adviseert over aanvullende medicatie op basis van het risico op pancreatitis.
Sluit onvoldoende zoutbeperking (natriumexcretie >100 mmol/24u) en secundaire oorzaken (endocrien, reno-vasculair en OSAS) uit.
Breidt medicatie uit (spironolacton).
Sluit secundaire obesitas uit en gerichte behandeling zoals een zeer laag calo-risch diëet, intensieve gecombineerde leefstijlinterventie, initiatie van een incretine-gebaseerd behandelregime of bariatrische chirurgie. C/V 3 C/V V C/V C/V V
1 Wat doet de huisarts voor verwijzing 2 Wat doet de internist na verwijzing 3 C = Consultatie, V = Verwijzen
LTA (samenvatting)
LTA_Samenvatting_FIN2011(LM).indd 2