MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2010
VAK : HANDELSKENNISDATUM: WOENSDAG 07 JULI 2010 TIJD : 09.45 – 10.30 UUR
DEZE TAAK BESTAAT UIT 30 ITEMS.
--- ECONOMISCHE BEGRIPPEN
1
Beschouw de volgende beweringen: I De behoeften van de mens kunnen we verdelen in primaire en secundaire behoeften.
II Diensten zijn alle stoffelijke zaken, die dienen tot bevrediging van de behoeften van de mens.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.
2
De wet verdeelt de goederen in roerende en onroerende goederen op grond van de A aard van de goederen.
B betaling. C koop. D levering.
GOEDERENHANDEL 3
Winkelier Radhoe betaalt achteraf voor de gekochte goederen.
Van welke functie van de handel is er hier sprake? A Collecterende functie B Distribuerende functie C Financierende functie D Pousserende functie 4 Wat is juist?
Een filiaalbedrijf wordt gerekend tot het .I. in de .II. . I II A grootbedrijf groothandel B kleinbedrijf groothandel C grootbedrijf kleinhandel D kleinbedrijf kleinhandel 5
Yokobama heeft in een entrepot op de
Nieuwe Haven een partij autobanden uit Japan opgeslagen. Deze zijn bestemd voor de verkoop in Guyana.
Er is hier sprake van A driehoekshandel. B exporthandel. C importhandel. D transitohandel.
6
De verkooptechniek “zelfbediening” wordt gehanteerd bij een
A cambio. B kapsalon. C schoenenzaak. D supermarkt.
TUSSENPERSONEN 7
Chris, die een dienstbetrekking heeft bij de firma “Rico” bezoekt met foto’s en folders zijn cliënten. Chris is een A handelsagent. B handelsreiziger. C inkoopcommissionair. D makelaar. 8
Verrold verricht onder andere de volgende werkzaamheden:
I Hij koopt op eigen naam goederen voor rekening van zijn buitenlandse
opdrachtgever.
II Hij neemt de goederen in ontvangst, betaalt de prijs, de verzekeringskosten en
vervoerskosten.
Naar aanleiding van het bovenstaande kan gezegd worden, dat Verrold gerekend wordt tot een A commissionair. B handelsagent. C handelsreiziger. D makelaar. EFFECTEN 9
Pandbrieven zijn obligaties, die uitgegeven worden door A algemene banken. B circulatiebanken. C hypotheekbanken. D ontwikkelingsbanken. 10
Een obligatielening kan niet worden uitgegeven door
A de staat.
B een vereniging.
C een naamloze vennootschap. D een coöperatieve vereniging.
11
De aandeelhouder krijgt zijn winstaandeel uitgekeerd tegen inlevering van een aangewezen A couponbewijs. B dividendbewijs. C mantel. D talon. BANK- EN KREDIETWEZEN 12
Een hypothecaire lening wordt gerekend tot het .I. vreemd vermogen met een .II.
zekerheidstelling. I II A gedekte zakelijke B gedekte persoonlijke C ongedekte zakelijke D ongedekte persoonlijke 13
Welke van de onderstaande werkzaamheden behoort niet tot één van de werkzaamheden van een algemene bank?
A Het handelen in vreemde valuta. B Het innen van vorderingen.
C Het opnemen van gelden op spaarreke-ningen.
D Het optreden als kassier van de staat. 14
De enige circulatiebank in Suriname is de A Centrale Bank van Suriname.
B Nationale Ontwikkelingsbank. C Surinaamsche Bank N.V. D Surichange Bank N.V.
MARKTVORMEN 15
Op een goederenbeurs worden goederen niet verhandeld door middel van
A beschrijving. B monster.
C prompte levering. D type.
16
Een kleine hoeveelheid van een partij goederen die de gemiddelde kwaliteit van de hele partij weergeeft, noemen we een
A beschrijving. B monster. C offerte. D type. OVEREENKOMSTEN 17
Tot een onderhandse akte wordt gerekend een A hypotheekakte.
B overlijdensakte. C testament.
D verzekeringspolis.
18
Het concurrentiebeding kan worden opgenomen in een A arbeidsovereenkomst. B collectieve arbeidsovereenkomst. C huurovereenkomst. D koopovereenkomst. BETALINGSVERKEER 19
Jozias heeft de kosten van zijn geplande vakantie in het buitenland begroot op SRD 12.000,-.
Geld wordt hier gebruikt als A betaalmiddel.
B oppotmiddel. C rekeneenheid. D ruilmiddel.
20
Lena zal gebruik maken van een kascheque A om een schuld te betalen.
B om geld op te nemen van haar girorekening. C om overtollig kasgeld te storten op haar
girorekening.
D om zich te legitimeren bij de uitbetaling van een cheque.
HANDELSINSTELLING 21
Bekendmaking
Paramaribo, 6 januari 2010 Hierbij wordt bekendgemaakt, dat de verplichte jaarlijkse keuring en herkeuring van meetmiddelen voor het district Paramaribo zal plaatsvinden van:
- 11 januari 2010 tot en met 30 april 2010. - 08.00 u – 14.00 u
Benodigde documenten:
- Winkelvergunning
- Geldig uittreksel of I.D. kaart
Bovenstaande bekendmaking is in de dagbladen geplaatst door
A de Associatie van Surinaamse Fabrikanten. B de Kamer van Koophandel en Fabrieken. C de Districtscommissaris van Paramaribo. D het Ministerie van Handel en Industrie.
ONDERNEMINGSVORMEN 22
De nadelen van hoge oprichtingskosten en hoge belastingen komen we tegen bij de
A commanditaire vennootschap. B eenmanszaak.
C naamloze vennootschap. D vennootschap onder firma.
23
Heer Speculant is lid van een kredietcoöperatie. Zijn inlegsom bedraagt SRD 100,-. De aansprake- lijkheid van de leden is beperkt tot hun inlegsom. De heer Speculant is lid van een coöperatieve vereniging met
A beperkte aansprakelijkheid. B gewijzigde aansprakelijkheid C uitgesloten aansprakelijkheid. D wettelijke aansprakelijkheid.
24
De raad van commissarissen van een N.V. is belast met
A de dagelijkse leiding.
B het goedkeuren van de balans.
C de toezicht en controle op de directie. D het vaststellen van de winstuitkering.
SOCIALE WETGEVING EN BELASTING 25
De werkgever is verplicht een regeling te treffen voor de rusttijden van de werknemer gedurende de werktijden.
Deze wet behoort tot de
A sociale beschermingswet - arbeidswet. B sociale beschermingswet - veiligheidswet. C sociale verzekeringswet - arbeidswet. D sociale verzekeringswet - veiligheidswet.
26 Loonbelasting wordt:
I ingehouden door de werkgever. II afgedragen door de werkgever aan de
Ontvanger der Directe Belastingen.
Ten aanzien van het bovenstaande kan gezegd worden, dat
A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn.
VERVOER 27
Bij welke van de onderstaande verzend- mogelijkheden wordt een zoekgeraakte postpakket vergoed? A Expreszending. B Niet-franco zending. C Verrekenpakket. D Waardepakket. 28
Een deskundige op vervoersgebied, die voor zijn opdrachtgever de voordeligste wijze van vervoer regelt, is de A cargadoor. B expediteur. C konvooiloper. D stuwadoor. VERZEKERING 29
Bij welke van de onderstaande verzekeringen is de uitkering niet afhankelijk van een geleden schade? A Brandverzekering B Gemengde verzekering C Inboedelverzekering D Transportverzekering 30
De compagnonsverzekering komen we tegen bij de A coöperatieve vereniging.
B commanditaire vennootschap. C naamloze vennootschap. D vennootschap onder firma.