• No results found

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat."

Copied!
84
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Archeologisch onderzoek op het

geplande wegtracé (binnensingel)

op het plangebied Providentia II

te Opwijk - Millenniumstraat

Opdrachtgever: Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv. Koloniënstraat 40 1000 Brussel Definitieve rapportage van de bekomen resultaten.

Bracke, M.

(2)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

2 Opgraving † Prospectie † Vergunningsnummer: ... Datum aanvraag: ... Naam aanvrager: ... Naam site: ... © 2009

Archaeological Solutions bvba, Lange Nieuwstraat 42, 2800 Mechelen Lay-out: Herman De Winter

Foto's: Archaeological Solutions (tenzij anders vermeld) Tekeningen: Archaeological Solutions (tenzij anders vermeld)

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaan-delijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

Copyright reserved. No part of this publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without the permission from the publisher.

(3)

3

Inhoudstafel

1. Inleiding 4

2. Doel van het onderzoek 6

3. Onderzoeksmethode 5

4. Bodemkundige en landschappelijke situering van het plangebied 7

5. Resultaten 10 5.1. (late)ijzertijd 10 5.2. Romeinse periode 14 5.3. postmiddeleeuwse periode 20 6. Conclusie 22 7. Dankwoord 23 8. Literatuur 23 9. Bijlage 24

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

(4)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

4

1. Inleiding

Op vraag van het Agentschap R-O Vlaanderen - Entiteit Onroerend Erfgoed werd in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv. van 23 oktober 2007 t.e.m. 8 februari 2008 een archeologisch onderzoek uitgevoerd door projectbureau 'Archaeological Solutions' bin-nen het wegtracé (binbin-nensingel) van een nieuwe verkaveling, verder genoemd Providentia II, aan de Millenniumstraat te Opwijk. Het terrein situeert zich in de huidige dorpskern van de gemeente Opwijk, en is gelegen in de onmiddellijke omgeving van het 'Hof ten Hemelrijk'. Bij het proefsleuvenonderzoek werden een aantal kuilen en scherven teruggevonden te dateren in de ijzertijd. Op basis hiervan werd geadvi-seerd om een verder archeologisch onderzoek uit te voeren.

(5)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

Administratieve gegevens

Gemeente : Opwijk

Plaats : Opwijk

Toponiem : 'Hof ten Hemelrijk'

Provincie : Vlaams-Brabant

Opdrachtgever : Vlaamse Maatschappij voor

Sociaal Wonen nv.

Uitvoerder : Projectbureau Archaeological Solutions

BVBA

Bevoegd gezag : Agentschap R-O Vlaanderen - Entiteit

Onroerend Erfgoed mevr. Annick Arts

(Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap)

Gemeentecode : OPW-07-MIL

Administratief nummer opgravingsvergunning:

2007/150 : vergunning tot het uitvoeren van een archeologische opgraving t.a.v. dhr. Kristof Verelst.

Locatie onderzoeksgebied :

Gebied gelegen in de huidige dorpskern van de gemeente Opwijk, net ten zuidwesten van het thans bekende 'Hof ten Hemelrijk'

Omvang Plangebied : 'Providentia II' - ca. 2000 m² (binnensingel)

Kadastrale gegevens : Opwijk 1° Afdeling Sectie B, Perceel: nr

651n5 ('Providentia II')

Periode : Prehistorische aard

Complextype : Activiteitenzones

Hoogte maaiveld t.o.v. Oostends Peil : ca. 20m + TAW Beheer en plaats documentatie :

Projectbureau Archaeological Solutions BVBA, Lange Nieuwstraat 42, 2800 Mechelen (met digitale evenals analoge copies aan de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv. en Agentschap R-O Vlaanderen.

Beheer en plaats vondsten :

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv.

Koloniënstraat 40 1000 Brussel

(6)

2. Doel van het onderzoek

Bij het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek werden een aantal sporen en kuilen aangetroffen die op basis van het schervenmateriaal ruim gedateerd kunnen worden in de ijzertijd. Een concentratie van sporen ter hoogte van de wegkoffer op Providentia II vormde de aanleiding om op deze strook een grotere zone verder archeologisch op te graven (cfr. Afbeelding 2). Deze zone betreft de halve binnensingel te zien op onderstaande afbeelding. Het doel van dit onderzoek was om deze sporen en eventuele nieuwe sporen verder te documenteren en te registreren.

Afbeelding 2 Aanduiding opgravingszone (rood) met aanduiding wegkoffer (blauw) (Bron: Geo-Vlaanderen)

3. Onderzoeksmethode

In eerste instantie werd langs beide zijden van de sleuven 2 en 4 gelegen op de wegkoffer (Providentia II) ongeveer 2 tot 3 m breed machinaal afgegraven, waarna dit vlak werd onderzocht. Hier bleken een groot aantal paalsporen aanwezig te zijn waarna beslist werd om in westelijke richting de halve binnensingel verder op te graven. Indien hier nog een groot aantal sporen aanwezig zouden zijn, zou de volledige binnensingel opgegraven worden. Dit was echter niet het geval. Als laat-ste werd langs de noordoolaat-stelijke zijde van sleuf 2 nog een smal kijkven-ster aangelegd. Onderstaande afbeelding geeft de verschillende opeen-volgende fasen weer.

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

(7)

Afbeelding 3 Opgravingsvlak - verschillende fasen.

Elk spoor werd gefotografeerd, gecoupeerd, ingetekend (schaal 1:20) en beschreven qua aard en vulling. Het totale opgravingsvlak en de aange-troffen sporen werden ingetekend op schaal 1:50, alsook concentraties aan vondstmateriaal. Tijdens de werkzaamheden werd erop toegezien dat de kraan niet over het vrijgelegde archeologische niveau reed, ten-einde het verstoren van eventuele archeologische sporen te voorkomen.

4. Bodemkundige en landschappelijke

situering van het plangebied

Bodemkundig gezien behoort het plangebied 'Providentia II' tot de groep van de vallei- en depressiegronden en meer specifiek de 'gronden op zandlemig materiaal'. Tot deze 'gronden op zandlemig materiaal' behoren alle colluviale en alluviale afzettingen met een dikte van ten minste 40 cm, met een zandgehalte van 15-50% en een kleigehalte van minder dan 17,5%1.

Het lemig colluvium bevat doorgaans dunne, blekere bandjes of lensjes licht of zandig leem. Houtskool- en baksteenrestjes komen hierbij voor over de gehele diepte. Deze colluviale afzettingen zijn soms gelaagd, vooral op onbeploegde plaatsen, zoals bijvoorbeeld aan perceelsranden of tegen bermen.

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel)

op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat 7

(8)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

8

Afbeelding 4 Uitreksel Bodemkaart van België2.

2Bron: Bodemkaart van België, kaartblad 72W Lebbeke, Militair Geografisch Instituut 1964.

(9)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

Volgens de bodemkaart van België is de profielontwikkeling binnen de grenzen van het plangebied beperkt tot een Ap-horizont (bouwvoor/teel-laag) -met een hoger humusgehalte- rechtstreeks rustend op de C-horizont (moederbodem).

Gezien de beperkte profielontwikkeling vallen de terreinen van beide plangebieden onder de bodemgenese van de regosols3. Regosols zijn

gronden waarin om één of andere reden (hier zijn vooral de tijd en de slechte waterhuishouding de beperkende factoren geweest) geen uitlogings- of aanrijkingshorizonten werden gevormd, met Ap-C profielen als gevolg. Vooral dit laatste is het geval bij jonge afzettingen van het type colluvium of alluvium.

Op het vlak van bodemclassificatie behoort het plangebied tot de kern-serie Ldp: 'matig gleyige gronden op zandleem, zonder profielontwikke-ling'. Deze gronden komen voor aan de rand van beekvalleien, zoals in dit geval de vallei van de Asbeek (cfr. Afbeelding 3).

Kernserie Ldp:

L.. : textuurklasse zandleem (korrelgroottesamenstelling)

.d. : draineringsklasse 'matig gleyig, matig nat' (onvoldoende gedrai-neerd)

..p : zonder profielontwikkeling

Deze serie bevat volgend profiel4: hydromorfe regosol op zandlemig

col-luvium of alcol-luvium (oeverwalmateriaal), dat normaal wat kleiiger en humeuzer is dan de omliggende zandleemgronden.

Roestverschijnselen, te wijten aan een stuwwatertafel of een sterk schommelende grondwatertafel, beginnen op 50 tot 80 cm diepte. Soms komen op die diepte ook zwartbruine ijzermangaanstippen voor.

Het plangebied is volgens de bodemkaart te nat in de winter, en vrijwel nooit te droog (zelfs niet in de zomer). Op dit vlak is de kans groot dat de bodem volledig gereduceerd (verstikt) is, met grijs- of blauwachtige tinten tot gevolg (reductiehorizont). De aanwezigheid van duidelijke bruinachtige roestvlekken (gleyvlekken) is hierdoor gering. Het plange-bied 'Providentia II' was braakliggend terrein. Gezien de uiterst slechte waterhuishouding is ze minder geschikt voor jaarlijkse teelten.

De hoogte van het plangebied 'Providentia II' schommelt rond de 20 m + TAW.

9

3Bodemkaart van België, 1964.

(10)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

10

Na plaatsing van wandprofielen blijkt het plangebied eerder toe te horen aan de groep van de plateau- en hellinggronden, dit in tegenstelling tot wat men zou kunnen afleiden uit de Bodemkaart van België (cfr. supra, kapittel 4). Het zou hierbij gaan om 'matig gleyige zandleemgronden met een sterk gevlekte textuur B horizont' (kernserie Ldc). Deze gronden zijn iets hoger gelegen, en omkransen de beekvallei van de Asbeek.

Kernserie Ldc:

L.. : textuurklasse zandleem (korrelgroottesamenstelling)

.d. : draineringsklasse 'matig gleyig, matig nat' (onvoldoende gedrai-neerd)

..c : met sterk gevlekte of verbrokkelde textuur B horizont

Deze serie bevat volgend profiel5 : hydromorfe, sterk gedegradeerde

grijsbruine podzolachtige bodem. De A(p)-horizont is donkergrijsbruin. De gleyige en gedeeltelijk opgeloste B2t-horizont bestaat uit grijsbruine, intacte B brokken (zwaar zandleem) en uit lichtgrijze gangen opgevuld met aan klei uitgeloogd materiaal. In de ondergrond worden plaatselijk kalkconcreties aangetroffen.

De waterhuishouding van deze gronden is gestoord. Wegens de langza-me oppervlakkige afwatering en interne drainering ligt kernserie Ldc er in de winter zeer drassig bij. In het voorjaar blijven deze gronden lang nat; in de zomer drogen ze meestal sterk uit6.

5. Resultaten

De opgraving leverde sporen en vondsten op uit drie verschillende peri-oden: de (late) ijzertijd, de Romeinse en de postmiddeleeuwse periode. Wat hierna volgt is een korte schematische opsomming van de belang-rijkste aangetroffen contexten en sporen, gegroepeerd per periode.

5.1. (late) ijzertijd

Kuil S002

Kuil S002 (hoogte 19,99 + TAW) werd reeds in het proefsleuvenonder-zoek vastgesteld in het noordoosten van sleuf 4, maar deze werd pas onderzocht bij de eigenlijke opgraving. De kuil heeft een ronde vorm, met twee verschillende vullingen en een diameter van 1,2 m. De buitenste vulling (vulling Vu1) is grijs/lichtgrijs gekleurd, scherp begrensd, en bevat naast licht bruingele inclusies ook resten natuurlijk gevormd ijzer (Fe++).

5Bodemkaart van België, 1964, 50.

(11)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel)

op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat 11

De binnenste vulling (vulling Vu2) is donker grijsbruin gekleurd, en tevens scherp begrensd. Het spoor werd gecoupeerd volgens de kwadrantenmethode en bleek gemiddeld 50 cm diep te zijn. De opbouw van de kuil bleek te bestaan uit vijf duidelijk te onderscheiden vullingen. Vulling 0 heeft een licht grijsbruine kleur en kan aanschouwd worden als een (licht geroerde) C-horizont. Vulling 1 heeft een grijs/lichtgrijs egale kleur met licht bruingele vlekken. Deze laag is scherp afgelijnd en bevat naast houtskoolspikkels ook ijzerconcreties. Vulling 2 bestaat uit een donkergrijze egale kleur met licht bruingele vlekken. Deze laag is eveneens scherp afgelijnd en bevat zowel huttenleemfragmenten als houtskoolspikkels. Vulling 3 heeft een donkergrijze egale kleur met een bruinige component. Vulling 4 is donkergrijs van kleur met bruingele vlekken en bevat houtskoolspikkels.

Vondstmateriaal:

- vulling 1: ensemble van botmateriaal (fragmentarisch) waaronder een

tand van een herbivoor, vermoedelijk van een schaap. Een groot aantal, echter zeer gefragmenteerde handgevormde scherven in prehistorische techniek werden eveneens aangetroffen (cfr. Vondstnr. 11, 13, 26, 30 en 35).

- vulling 2: twee wandfragmenten in handgevormd aardewerk waarvan

één dikwandige scherf met een besmeten buitenwand te dateren in de (late) ijzertijd. Het tweede fragment betreft een wandscherf van zogenaamd 'technisch' aardewerk (zoutcontainer) met een sterke orga-nische verschraling, te dateren in de late ijzertijd (cfr. Vondstnr. 29). Eveneens werden een aantal niet nader te dateren handgevormde scherven aangetroffen (cfr. Vondstnr. 01, 12 en 34). Onderaan vulling 2 werd een nagenoeg complete hondenschedel aangetroffen die 'en bloc' werd gelicht (hoogte 19,59 + TAW; cfr. Vondstnr. 24).

- Vulling 3: brokstuk van een compacte zandsteen, vermoedelijk een

fragment van een maalsteen (cfr. Vondstnr. 33). In deze vulling werd tevens een complete, zeer broze paardenkaak met bijbehorende tanden teruggevonden (hoogte 19,67 +TAW; cfr. Vondstnr. 23). Naast deze vondsten werden ook nog twee fragmenten van verbrand bot aangetrof-fen (cfr. Vondstnr. 21) alsook een aantal andere onverbrande botfragmentjes (cfr. Vondstnr. 22).

- Vulling 4: een groot aantal handgevormde wandscherven ruim te

dateren in de ijzertijd (cfr. Vondstnr. 27 en 31).

- Vulling 2, 3 en 4: een totaal van 27 wandfragmenten in handgevormd

aardewerk waarvan 5 fragmenten met besmeten buitenwand (cfr. Vondstnr. 14).

(12)

Ondanks het sterk fragmentarisch karakter van het schervenmateriaal kan het volledige vondstensemble - op basis van het bakseltype en de wandafwerking - in de late ijzertijd worden gedateerd.

Afbeelding 5 Vlakfoto kuil S002

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

(13)

Afbeelding 6 Couperen in kwadranten kuil S002

Afbeelding 7 Zicht op de hondenschedel en paardenkaak

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel)

(14)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

14

Afbeelding 8 Detailopname van de hondenschedel in situ

5.2. Romeinse periode

Concentratie vondstmateriaal

Direct ten oosten van kuil S002 bevindt zich een concentratie van scher-venmateriaal. Vermoedelijk betreft het hier een dumplaagje met een licht grijsgroenige kleur. Elke aangetroffen vondst werd afzonderlijk ingeme-ten en aangeduid op het grondplan.

Vondstmateriaal:

- Drie fragmenten van maalstenen waarvan er twee bestaan uit een compacte zandsteen, terwijl het andere vervaardigd is in tefriet (basalt) afkomstig uit het Eifelgebergte (cfr. Vondstnr. 105, 107 en 111).

- Een dikwandig handgevormd wandfragment verschraald met chamotte. De wanden hebben een beige kleur terwijl de kern eerder grijs is. Vermoedelijk betreft het een doliumfragment te dateren in de Romeinse periode (cfr. Vondstnr. 113).

- Acht wandfragmenten in handgevormd aardewerk waarvan mogelijk één afkomstig van een dolium (cfr. Vondstnr. 108).

- Een handgevormde wandscherf met een chamotteverschraling (cfr. Vondstnr. 104).

(15)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

- 16 losse niet nader te dateren en interpreteren handgevormde wand-scherven.

Op basis van de bakselkenmerken en de aardewerkvormen kunnen we het aardewerkensemble uit deze vondstconcentratie dateren in de (inheems-)Romeinse periode.

Afbeelding 9 Zicht op het dumplaagje (vooraan)

Concentratie bot- en vondstmateriaal

In het noordoostelijke deel, vlakbij de greppel S102/120, werd een con-centratie botmateriaal aangetroffen samen met enkele losse scherven handgevormd aardewerk. Vermoedelijk staat deze concentratie in ver-band met de nabijgelegen greppels (cfr. infra). De zone waarin de vondsten werden aangetroffen heeft een licht bruingele kleur met even-eens licht grijsgroene vlekken (cfr. supra). Elke aangetroffen scherf werd ingetekend en aangeduid op het grondplan. De botfragmenten zijn afkomstig van een herbivoor, waarschijnlijk koe of paard. In verband met dit botmateriaal werden enkele losse scherven van handgevormd aarde-werk aangetroffen (cfr. Vondstnr. 86 t.e.m. 90 en 92 t.e.m. 101). Vermoedelijk zijn de scherven te dateren in de (late) ijzertijd of de inheems-Romeinse periode.

(16)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

16

Afbeelding 10 Zicht op de zone met bot- en schervenmateriaal

Grachten

Op het opgravingsvlak werden twee grachten/greppels (S033 en S102/120) aangetroffen die op basis van het aangetroffen aardewerk te dateren zijn in de Romeinse periode. Deze grachten en greppels werden ook bij de opgraving van de woonblokken aangetroffen7.

S033 is een O-W-georiënteerde 1,5 m brede gracht (tot 180 cm onder maaiveldniveau), ongeveer parallel lopend met de huidige Asbeek. De gracht bevond zich slechts gedeeltelijk in het NW-deel van het opgra-vingsvlak. Bij het couperen kwamen een aantal handgevormde scherven aan het licht waaronder één dikwandig wandfragment, vermoedelijk van een dolium, met een licht bruinbeige baksel met grove chamottever-schraling. Naast dit fragment bestaan de andere vondsten uit handge-vormde wandscherven vervaardigd volgens de inheems-Romeinse tra-ditie (cfr. Vondstnr. 50, 51, 73, 77 en 78). De opbouw van de gracht

7Frederik Wuyts en Wouter De Maeyer, 2008, Opwijk - Millenniumstraat: Archeologisch onderzoek van een landelijke site. Ename Expertisecentrum. Pg. 24-25.

(17)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

bestaat uit vijf opeenvolgende lagen. Vulling 1 (zie afbeelding 12 nr. 11) heeft een grijze egale kleur met donker bruine ijzerhoudende vlekjes. Vulling 2 (zie afbeelding 12 nr. 9) heeft een licht grijswitte kleur met licht bruingele vlekken. Vulling 3 (zie afbeelding 12 nr. 7) is een zeer compact pakket met een donker grijze kleur met licht bruine vlekken. Vulling 4 (zie afbeelding 12 nr. 6) is licht grijs van kleur met licht bruingele vlekjes. Vulling 5 (zie afbeelding 12 nr. 5) heeft een licht grijswitte kleur met licht bruingele vlekjes.

Afbeelding 11 Zicht op de gracht S033

(18)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

18

Afbeelding 12 Coupe: zicht op westelijk en noordwestelijk putwandprofiel

S102/120 is een smalle, 40 tot 50 cm brede greppel. Deze greppel bevindt zich op enkele meter van - en loopt parallel met - de huidige Asbeek. Deze greppel kon over de volledige afstand (breedte) van het opgravingsvlak gevolgd worden. Bij de opgraving van de huiskavels werd deze greppel eveneens aangetroffen. Bij het couperen werden twee wandfragmenten in grijs (gedraaid) aardewerk teruggevonden waarvan de ene verschraald werd met fijn zand en de andere met chamotte. Naast dit schervenmateriaal werden een aantal met ijzeroxiden bedekte botfragmenten aangetroffen (cfr. Vondstnr. 084, 117 en 119). De greppel heeft een homogene donkergrijze vulling met bruinige vlekjes. De greppel bleek 30 cm diep te zijn (19,46 +TAW) met schuin aflopende wanden en een vrij vlakke bodem.

(19)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

Afbeelding 13 Zicht op de greppel S102/120

Afbeelding 14 Zicht op de volledige greppel (totale afstand) S102/120

(20)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

20

Afbeelding 15 Coupe op de greppel S102/120

5.3. postmiddeleeuwse periode

Paalsporen

Binnen het opgravingsvlak werden een groot aantal paalsporen aange-troffen die in een regelmatig verband staan met elkaar. Vermoedelijk betreft het clusters van ingeheide paaltjes, die mogelijk in verband kunnen gebracht worden met boomaanplantingen. Deze interpretatie werd gegeven op basis van het verdere archeologische onderzoek op de woonkavels. Ook hier werden een aantal van deze clusters aangetrof-fen. Bij het couperen bleken deze recente artefacten te bevatten8. Meer

naar de Asbeek toe en dus naar het lager en natter gelegen deel bleken de paalsporen zelfs nog goed bewaarde houtresten te bevatten.

De nogal losse vulling en de kleur van de vulling wijst in de richting van een recente datering. De kleur komt namelijk overeen met de recente ploeglaag onder het begraven loopniveau (zie afbeelding 16). Onderaan in de vulling van het paalspoor S068 bevond zich een ijzeren sleutel, die na restauratie gedateerd kon worden in de 18de/19deeeuw (cfr. Vondstnr.

79).

8Frederik Wuyts en Wouter De Maeyer, 2008, Opwijk - Millenniumstraat: Archeologisch onderzoek van een landelijke site. Ename Expertisecentrum. Pg. 25

(21)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

Afbeelding 16 Gecoupeerde paalsporen met zicht op het profiel

Afbeelding 17 Coupe paalspoor S071 met houtresten

(22)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

22

Afbeelding 18 Sleutel in situ onderaan in paalspoor S068

6. Conclusie

Tijdens het archeologisch onderzoek werden enkele sporen en vondsten aangetroffen die dateren uit de (late) ijzertijd en Romeinse periode. Een opmerkelijke vondst betreft een quasi complete hondenschedel en een paarden- of runderkaak in een kuil uit de late ijzertijd samen met enkele typische handgevormde scherven. Naast deze kuil werden nog enkele concentraties van inheems-Romeinse handgevormde scherven terugge-vonden. Vermoedelijk gaat het in beide gevallen om kleine en lokale dumplaagjes. Eén brede gracht en een smalle greppel behoren eveneens tot de Romeinse periode. Het schervenmateriaal is echter te fragmentarisch om een meer exacte datering te kunnen vooropstellen. Naast deze sporen kwamen een groot aantal paalsporen aan het licht, die kunnen geïnterpreteerd worden als zijnde clusters van ingeheide palen gebruikt bij boomaanplantingen.

(23)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

Afbeelding 19 Zicht op het totale opgravingsterrein (halve binnensingel)

7. Dankwoord

Graag wensen we de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv. te danken voor het vertrouwen dat het als opdrachtgever in projectbureau 'Archaeological Solutions' stelt. Speciale dank gaat hierbij uit naar Dhr. Joris Coesens, projectleider van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv., die voor een vlot verloop van de werkzaamheden op het terrein instond, en dhr. Bruno Van Dessel, onder wiens leiding de altimetrische en planimetrische opmetingen werden verricht en die ook een zeer gewaardeerde bijdrage leverde bij de productie van de gegeo-refereerde overzichtsplannen. Ook mevr. Annick Arts wensen we te danken, die in haar functie van erfgoedconsulente bij het Agentschap R-O Vlaanderen, Entiteit Onroerend Erfgoed, bereid werd gevonden om advies te verschaffen.

8. Literatuur

Bodemkaart van België, 1964. Verklarende tekst bij het kaartblad Lebbeke 72 W, Uitgever IWONL.

(24)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

24

10. Bijlagen

(25)
(26)
(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)
(33)
(34)
(35)
(36)
(37)
(38)
(39)
(40)
(41)
(42)
(43)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel)

op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat 25

(44)
(45)
(46)
(47)
(48)
(49)
(50)
(51)
(52)
(53)
(54)
(55)
(56)
(57)
(58)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

26

(59)
(60)
(61)
(62)
(63)
(64)
(65)
(66)
(67)
(68)
(69)
(70)
(71)
(72)
(73)
(74)
(75)
(76)
(77)
(78)
(79)
(80)
(81)
(82)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel)

op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat 27

(83)

Archeologisch onderzoek op het geplande wegtracé (binnensingel) op het plangebied Providentia II te Opwijk - Millenniumstraat

28

(84)

205 205 ø60 0 20.7 3 19.5 0 18.50 18.91 18.92 20.88 20.76 21.24 19.66 r6 20.61 19.75 r8 20.70 19.69 r7 20.62 19.83 r9 20.92 19.86 r10 21.10 19.88 r12 20.95 19.80 r11 20.75 19.52vd r16 20.75 19.39 r14 20.68 19.50 19.46 20.75 19.40 20.68 r13 r15 19.45 19.74 19.33 19.74 18.75 20.76 d5 18.96 20.68 d6 19.39 20.65 d7 19.50 20.92 d8 19.55 21.10 d9 19.71 20.69 d11 19.60 20.95 d10 bestaande IP te behouden 19.05 RW A-3 0m -ø 30 0-G -2 .5 Þ RW A-2 0m -ø3 00 -G -2.5 Þ RW A-2 6m -ø3 00 -G -2.5 Þ RWA-10m -ø300 -G-2.5Þ 4m -ø 60 0-B -2.5 Þ kopm uur o pbre ken me t c oc os ve zelm at o ve rlo op be rm be kle ed in pr efab beton kopm uurtj es vlgs t yped etail 1/2 3/4 5/6 7/8 9 10 11 /12 13 /14 15 /16 17 /18 19 /20 me t g roe nd ak 8 g ara ge s R6 R6 R 6 1.8 1.8 kolk en o p la ag ste pu nt p laa tse n tijd elij ke s tee nsla g tijd elij ke ste en sla g nu tsle idin ge nsl eu f 1 1 5.1 7 1 1 1 d= 20 cm d= 20 cm 9.7 11 .3 8.0 1 6.7 1 11.1 5 8 bu ffe rbe kke n vo oro ev er te vrijwaren elektriciteitscabine Ø6 00 Ø 60 0 D WA ø 25 0 -P VC DW A ø 25 0-P VC DWA ø250 -PVC DW A ø 25 0-P VC v.d. 1 9.58 ø7 00 Aq ua fin pro jec t 9 7.2 68 A qu a fin p ro jec t 9 7 .26 8 ø 7 0 0 x b a erfdienstbaarh eid Aquafin 10

m GRAS 1e Afd elin g Se ctie B 65 1 n 5 vo et w eg n r.6 4 vo etw eg n r.6 4 voe tw eg n r.64 bos tuin 64 9 n 2

A

s

b

e

e

k

(nie t g ek las se erd ) braak braak braak o verw elf de A s be ek DW A-2 9m -ø 25 0-G -4 Þ DW A-26 m-ø 25 0-G-4Þ D W A -2 4m -ø 25 0-G -4 Þ ø400-B RW A ø 40 0-B

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De plaatsing van bedrijfsvreemde mest is de optelsom van plaatsing van bedrijfsvreemde mest op bedrijven met landbouwgrond, export naar het buitenland (export), afzet buiten

• Koolstoffilter voor binding van Actellic uit condenswater. Telen met toekomst

Deze innoverende en inspirerende suggesties voor intersectorale bedrijfssystemen zijn gedaan tijdens een workshop van het onderzoeksprogramma Systeeminnovaties geïntegreerde

Er is gekozen om alleen een cultivarbeschrijving te geven van de cultivars die vier keer zijn opgeplant in de teeltonderzoek en drie keer hebben meegedaan in

Door PPO-fruit en ATO zijn de afgelopen twee jaar een aantal maatregelen getest waarvan bekend is dat ze bij een aantal appelrassen het optreden van rot in bewaring kunnen rem-

Simulatiemodellen zijn het meest voor de hand liggende middel om het gevolg van een actie onder specifieke omstandigheden te bepalen, maar door de hier gegeven analyse kan men wel

Verder worden in 2010 een aantal testen uitgevoerd om de interacties tussen maatregelen beter te begrijpen, waardoor ze beter toepasbaar worden. Bodemroofmijt Macrocheles

A literature review that included a general reading on theories of foreign language learning and specific readings on the role and the potential of the computer in education had to